MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 271 of 741

*Bepaalde modellen.4–107
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type C/type D audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en
de energiebesparing beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in de
display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het toepassingen scherm.
2. Selecteer de “Brandstofverbruikmonitor”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Verbergt de menudisplay.
Toont het toepassingen scherm.
Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid.
Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.
Toont het volgende instelscherm. Einddisplay in-/uitschakelen In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt aan de
dagteller (Dagteller A)
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 272 of 741

4–10 8
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
Toont het brandstofverbruik elke minuut gedurende
de laatste 1 tot 10 minuten.
Toont het brandstofverbruik elke 10 minuten
gedurende de laatste 10 tot 60 minuten.
Toont het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste 5 terugstellingen en na de huidige
terugstelling.
Berekent het gemiddelde brandstofverbruik elke
minuut na het begin van een rit en toont dit op de
display.
OPMERKING
  De brandstofverbruikgegevens kunnen worden teruggesteld aan de hand van de
volgende procedure:
 


 Druk op de terugstelschakelaar op het menuscherm.



 Wanneer de functie die de brandstofverbruikmonitor koppelt aan de dagteller is
ingeschakeld, dagteller A van de dagteller terugstellen.
 


 Wis de informatie van het gemiddelde brandstofverbruik die wordt getoond in de
boordcomputer.
 
 Na het terugstellen van de brandstofverbruikgegevens wordt “-- -” getoond terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 273 of 741

4–109
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Bedrijfstoestanddisplay
De bedrijfstoestand van de i-stop functie en de i-ELOOP regeneratiestatus worden getoond.
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Toont het niveau van de elektriciteit die opgewekt
wordt door regeneratief remmen.
Toont de hoeveelheid elektriciteit die opgeslagen is
in de condensator.
Met i-ELOOP systeem
Toont de status van de elektriciteit die wordt
opgeslagen in de condensator en geleverd wordt aan
de elektrische apparatuur (op de display wordt
tegelijkertijd de gehele auto verlicht weergegeven).
Toont het totale brandstofverbruik.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 274 of 741

4–110
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik
beschikbaar is.
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie
vanaf het voertuig (motor, accu en airconditioning)
met gebruik van gekleurde pictogrammen. De
blauwe kleur geeft aan dat de i-stop functie
bedrijfsklaar is en de grijze kleur geeft aan dat deze
niet bedrijfsklaar is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 275 of 741

4–111
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de status van de i-stop functie terwijl de auto
stilstaat.
Geeft de handelingen aan die de bestuurder moet
uitvoeren om de i-stop functie te activeren wanneer
deze niet in werking is.
Toont de huidige hoeveelheid tijd dat de i-stop
functie in werking is geweest en de totale
hoeveelheid tijd dat deze in werking is geweest.
De bedrijfstoestand van de i-stop functie wordt
aangegeven door de kleur van het motorgedeelte.
De kleur is groen wanneer de i-stop functie in
werking is, en grijs wanneer deze niet in werking is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 276 of 741

4–112
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Energiebesparingsdisplay
De actuele prestaties van de energiebesparing worden getoond.
Indikatie op display Bedrijfstoestand
De bladgrafi ek groeit al naargelang de hoeveelheid
CO
2 uitstoot die door de werking van het systeem
wordt gereduceerd. De totaal verzamelde
hoeveelheid bladgroei wordt aangegeven in termen
van het aantal boomgrafi eken.
Toont de totale rijafstand die door de werking van
de i-stop functie verlengd kon worden.
Toont het percentage van tijd dat de auto door de
werking van de i-stop functie is stopgezet in
vergelijking tot de totale hoeveelheid tijd dat de auto
is stopgezet.
Toont de hoeveelheid tijd dat de i-stop functie heeft
gefunctioneerd.
Toont de totale hoeveelheid tijd dat de auto is
stopgezet.
Eindscherm
Wanneer na het voltooien van een rit het contact vanuit ON wordt uitgezet, worden de
werkelijke prestaties voor wat betreft de totale energiebesparing gedurende 5 seconden
getoond.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 277 of 741

4–113
Tijdens het rijden
Stuurbekrachtiging
Stuurbekrachtiging
 












 De stuurbekrachtiging functioneert
uitsluitend wanneer de motor draait.
Indien de motor niet draait of wanneer
de stuurbekrachtiging buiten werking
is, kan de auto alsnog worden bestuurd,
ofschoon er dan meer stuurkracht vereist
is.
  Als het stuurwiel stroever dan
gewoonlijk aanvoelt tijdens normaal
rijden of als het stuurwiel trilt, een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur raadplegen.




 Het waarschuwingslampje stelt
de bestuurder op de hoogte van
afwijkingen in het systeem en van de
bedrijfstoestanden.
  Ook is het mogelijk dat afhankelijk
van de systeemafwijking of de
bedrijfstoestand de zoemer geactiveerd
wordt.
  Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-47 .
  Zie Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging op pagina 7-59 .
OPGELET
Houd het stuurwiel bij draaiende motor
nooit langer dan 5 seconden tegen een
van beide aanslagen (in de naar uiterst
rechts of links gedraaide positie). Er
bestaat dan kans op beschadiging van
het stuurbekrachtigingssysteem.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 278 of 741

*Bepaalde modellen.4–114
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
i-ACTIVSENSE *
i-ACTIVSENSE is een collectieve benaming voor een reeks geavanceerde beveiligings-
en rijondersteuningsystemen welke gebruik maken van een vooruitrijcamera (FSC) en
radarsensoren. Deze systemen bestaan uit actieve beveiligings- en anti-botsinghulpsystemen.
Deze systemen zijn bestemd om de bestuurder te ontlasten en te helpen veiliger te rijden en
botsingen te vermijden of de ernst daarvan te verminderen. Echter aangezien elk van deze
systemen hun beperkingen hebben, altijd voorzichtig rijden en niet blindelings op deze
systemen vertrouwen.
Actieve rijondersteuningstechnologie
De actieve rijondersteuningstechnologie ondersteunt de bestuurder bij het veiliger rijden
doordat deze helpt potentiële gevaren te onderkennen en ongelukken te voorkomen.
Hulpsystemen ter ondersteuning van de bestuurdersalertheid
Zichtbaarheid in het donker
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem (AFS) ..................................................................... 4-117
Koplampregelsysteem (HBC) ........................................................................................... 4-118
Vooruit/achteruit detectie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) ........................................................ 4-121
Rijbaanveranderingcontrolesysteem (RVM) ..................................................................... 4-128
Afstandherkenning tussen voertuigen
Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS) .......................................................................... 4-135
Bestuurdershulpsysteem
Afstand tussen voertuigen
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem ............................................................... 4-138
Snelheidsregeling
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......................................................................................... 4-149
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 279 of 741

4–115
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Anti-botsingtechnologie
De anti-botsingtechnologie is ontworpen om de bestuurder te helpen botsingen te
voorkomen of de ernst daarvan te verminderen in situaties waar deze niet voorkomen
kunnen worden.
Vermindering van de ernst van een botsing bij lage snelheden
Vooruit rijden
Stadsverkeer-remassistent (SCBS) ................................................................................... 4-155
Vermindering van de ernst van een botsing bij gemiddelde/hoge snelheden
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) ................................................................... 4-161
Camera en Sensoren
Vooruitrijcamera (FSC)
De vooruitrijcamera (FSC) bepaalt de omstandigheden aan de voorzijde van de auto bij het
rijden in het donker en herkent rijbanen. De volgende systemen maken ook gebruik van de
vooruitrijcamera (FSC).
 


 Koplampregelsysteem (HBC)



 Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
De vooruitrijcamera (FSC) is ingebouwd aan de bovenzijde van de voorruit nabij de
achteruitkijkspiegel.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina 4-164 .
Radarsensor (voor)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig en vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen. De volgende
systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter de radiateurgrille.
Zie Radarsensor (Voor) op pagina 4-166 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 280 of 741

4–116
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Lasersensor (voor)
De lasersensor (voor) zendt een nabij-infrarood laserstraal uit en vangt de straal op die
weerkaatst wordt door het refl ecterende oppervlak van een voorliggend voertuig. De
gedetecteerde straal wordt vervolgens voor de meting gebruikt. De volgende systemen
maken eveneens gebruik van de lasersensor (voor).
 


 Stadsverkeer-remassistent (SCBS)
De lasersensor (voor) is ingebouwd aan de bovenzijde van de voorruit nabij de
achteruitkijkspiegel.
Zie Lasersensor (Voor) op pagina 4-169 .
Radarsensoren (achter)
De radarsensoren (achter) detecteren de radiogolven die door de radarsensoren worden
uitgezonden en op hun beurt weerkaatst worden door een voertuig dat van achteren nadert
of door een obstakel. De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensoren
(achter).
 


 Rijbaanveranderingcontrolesysteem (RVM)
De radarsensoren (achter) zijn ingebouwd in de achterbumper, één aan de rechterzijde en
één aan de linkerzijde.
Zie Radarsensoren (Achter) op pagina 4-171 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 ... 750 next >