MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 571 of 741

6–33
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Model met links stuur
Type A
Type B
Model met rechts stuur
Automatische
transmissievloeistof
(4-versnellingsbak)
Controle van het niveau van de
automatische transmissievloeistof
Het niveau van de automatische
transmissievloeistof dient regelmatig
gecontroleerd te worden. Meet dit op
onderstaande wijze.
Het volume van de transmissievloeistof
verandert met de temperatuur. De vloeistof
dient gecontroleerd te worden bij stationair
draaiende motor zonder te rijden bij
normale bedrijfstemperatuur.
1. Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en trek de handrem
volledig aan.
2. Start de motor en druk het rempedaal
in.
3. Schakel de keuzehendel
achtereenvolgens in alle standen en zet
deze tenslotte in de stand P (parkeren).
WAARSCHUWING
Let er op steeds het rempedaal in te
drukken alvorens de keuzehendel te
verplaatsen:
Het verplaatsen van de keuzehendel
zonder eerst het rempedaal in te
drukken is gevaarlijk. De auto kan
plotseling in beweging komen en een
ongeluk veroorzaken.
4. Trek de peilstok naar buiten terwijl de
motor nog stationair draait, veeg de
peilstok schoon en steek hem opnieuw
volledig naar binnen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 572 of 741

6–34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Trek de peilstok weer naar buiten.
Het juiste vloeistofniveau wordt als
volgt op de peilstok aangegeven:
A
B Vo l
Vo l
Laag
Laag
Schaalverdeling voor warme vloeistof A
Indien er met de auto gereden is
en de vloeistof tot op de normale
bedrijfstemperatuur van ongeveer 65°C
opgewarmd is, dient het vloeistofniveau
zich tussen Vol en Laag te bevinden.
Schaalverdeling voor koude vloeistof B
Indien de motor niet gedraaid heeft en de
buitentemperatuur ongeveer 20°C is, dient
het vloeistofniveau zich tussen Vol en
Laag te bevinden.
OPGELET
  Gebruik de koude schaalverdeling
uitsluitend als globale referentie.
  Indien de buitentemperatuur lager
is dan ongeveer 20°C, de motor
starten en het vloeistofniveau
meten nadat de motor de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
  Indien er met de auto gedurende een
langere periode met hoge snelheden
gereden werd, of in stadsverkeer bij
hoge buitentemperaturen, dient het
vloeistofniveau gemeten te worden
nadat de motor is stopgezet en de
vloeistof gedurende 30 minuten de
gelegenheid heeft gekregen af te
koelen.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
om de auto te laten inspecteren als het
automatische transmissievloeistofpeil niet
het juiste niveau bereikt.
OPMERKING
Inspecteer voor een nauwkeurige
afl ezing beide zijden van de peilstok op
een goed verlichte plaats.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 573 of 741

6–35
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
Controle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries
in plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.
Type A
L
Type B
In orde
F
E
Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt.
Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
OPMERKING
Voor de levering van sproeiervloeistof
naar de voorste en achterste
ruitensproeier wordt gebruik gemaakt
van hetzelfde reservoir.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 574 of 741

6–36
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Smering van de carrosserie
Alle bewegende punten van de
carrosserie zoals de portier-, motorkap-en
kofferdekselscharnieren en sloten moeten
gesmeerd worden telkens wanneer de
motorolie wordt ververst. Gebruik bij koud
weer een niet-bevriezend smeermiddel op
de sloten.
Let er bij het openen van de primaire
vergrendeling van de motorkap op,
dat de secundaire vergrendeling (de
“veiligheidshaak”) de motorkap belet om
vanzelf te openen.
Ruitenwisserbladen
OPGELET
  Het is gebleken dat een “hot wax”
behandeling, zoals in automatische
auto-was installaties een nadelige
invloed op de reinigende werking
van de ruitenwissers heeft.
  Gebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische
middelen in de nabijheid van
of op de ruitenwisserbladen om
beschadiging er van te voorkomen.
  Wanneer de ruitenwisserhendel in
de stand AUTO staat en het contact
op ON wordt gezet, is het mogelijk
dat de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
 


 Als de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt.
 


 Als de voorruit boven de
regensensor met een doek wordt
afgeveegd.
 


 Als met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
 


 Als vanuit het interieur van de auto
met een hand of ander voorwerp
tegen de regensensor wordt
gestoten.
  Let er op dat uw handen of vingers
niet beklemd raken, aangezien
dit letsel kan veroorzaken of de
ruitenwissers kan beschadigen. Zorg
er bij het wassen of uitvoeren van
onderhoud aan uw auto voor dat de
ruitenwisserhendel in de stand OFF
staat.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 575 of 741

6–37
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Verontreiniging van de voorruit of
de ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effectief functioneren
van de ruitenwisserbladen verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging
zijn insecten, boomhars en de “hot wax”
behandeling welke door sommige auto-
was installaties gebruikt wordt.
Indien de wisserbladen niet goed
wissen, reinig dan zowel de voorruit
als de wisserbladen met een goed
schoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel ze grondig met
schoon water af. Herhaal deze procedure,
indien nodig.
Vernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
Wanneer de ruitenwissers niet meer
goed wissen, zijn de ruitenwisserbladen
waarschijnlijk versleten of ingescheurd.
Vervang ze in dat geval.
OPGELET
Probeer de ruitenwisserarm niet met
de hand te bewegen om beschadiging
van de ruitenwisserarmen of overige
onderdelen te voorkomen.
OPMERKING
Om bij het omhoog zetten van zowel de
ruitenwisserarm aan de bestuurderszijde
als die aan de passagierszijde
beschadiging van de wisserarmbladen
te voorkomen, de wisserarm aan de
bestuurderszijde eerst omhoog zetten.
Omgekeerd, bij het omlaag zetten van
de wisserarmen, de wisserarm aan de
passagierszijde het eerst omlaag zetten.
1. Zet de ruitenwisserarm omhoog.
2. Open de klem en schuif het wisserblad
in de richting van de pijl.
3. Zet het wisserblad schuin en verwijder
dit van de arm.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 576 of 741

6–38
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
De ruitenwisserarm voorzichtig
neerlaten en niet tegen de voorruit laten
terugklappen om beschadiging van de
voorruit te voorkomen.
4. Trek het wisserbladrubber naar beneden
en schuif dit uit de wisserbladhouder.
5. Verwijder de metalen houders van
beide wisserbladrubbers en bevestig
deze aan de nieuwe wisserbladrubbers.
OPGELET
  De metalen houders niet buigen of
wegwerpen. Deze worden opnieuw
gebruikt.
  Indien de metalen houders
omgewisseld worden, is het mogelijk
dat het wisserblad minder goed wist.
 Gebruik dus niet de metalen houders
van de bestuurderszijde op de
passagierzijde of omgekeerd.
  Zorg er voor dat de metalen
houders zodanig in het nieuwe
wisserbladrubber geklemd worden
dat de kromming hetzelfde is als in
het oude wisserbladrubber.
6. Steek het nieuwe wisserbladrubber
voorzichtig naar binnen. Monteer het
wisserblad daarna in de omgekeerde
volgorde van het verwijderen er van.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 577 of 741

6–39
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Vernieuwen van het
ruitenwisserblad van de achterruit
(Hatchback)
Wanneer de ruitenwisser niet meer goed
wist, is het ruitenwisserblad waarschijnlijk
versleten of ingescheurd.
Vervang het in dat geval.
OPGELET
Probeer de ruitenwisser niet met de hand
te bewegen om beschadiging van de
ruitenwisserarm of overige onderdelen
te voorkomen.
1. Zet de ruitenwisserarm omhoog en
draai het ruitenwisserblad naar rechts
totdat dit ontgrendelt en verwijder
vervolgens het wisserblad.
OPGELET
Om beschadiging van de achterruit te
voorkomen, de ruitenwisser niet tegen
de achterruit laten terugklappen. 2. Trek het wisserbladrubber naar beneden
en schuif dit uit de wisserbladhouder.
3. Verwijder de metalen houders van het
wisserbladrubber en bevestig deze aan
de nieuwe wisserbladrubbers.
OPGELET
De metalen houders niet buigen of
wegwerpen. Deze worden opnieuw
gebruikt.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 578 of 741

6–40
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
4. Steek het nieuwe wisserbladrubber
voorzichtig naar binnen.
Monteer het wisserblad daarna in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen er van.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 579 of 741

6–41
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Accu
WAARSCHUWING
Lees voor een veilige en juiste behandeling de volgende voorzorgsmaatregelen
zorgvuldig alvorens de accu te gebruiken of te inspecteren:
Maak bij het werken in de buurt van de accu steeds gebruik van
oogbescherming:
Werken zonder oogbescherming is gevaarlijk. Accuvloeistof bevat ZWAVELZUUR
dat blindheid kan veroorzaken wanneer dit met uw ogen in aanraking komt. Ook kan
waterstofgas dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd tot ontbranding
komen en de accu tot ontploffi ng brengen.
Draag oogbescherming en beschermende handschoenen en zorg er voor dat u
niet in aanraking komt met accuvloeistof:
Gemorste accuvloeistof is gevaarlijk.
Accuvloeistof bevat ZWAVELZUUR dat ernstig letsel kan veroorzaken, als dit in uw
ogen of op uw huid of kleding terechtkomt. Als dit gebeurt, uw ogen onmiddellijk
gedurende 15 minuten met water uitspoelen of de huid grondig wassen en medische
hulp inroepen.
Houd accu's steeds uit de buurt van kinderen:
Het laten spelen van kinderen in de buurt van accu's is gevaarlijk. Accuvloeistof kan
ernstig letsel veroorzaken wanneer dit in de ogen of op de huid terechtkomt.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 580 of 741

6–42
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
Houd open vuur en vonken uit de buurt van open accucellen en laat bij het
werken in de buurt van een accu geen metalen gereedschap in aanraking komen met de
positieve ( ) of negatieve ( ) pool van de accu. Laat de positieve ( ) pool niet in
aanraking komen met de carrosserie van de auto:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas
dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen
en de accu tot ontploffi ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden
en letsel veroorzaken. Houd alle open vuur zoals sigaretten en vonken uit de buurt van
open accucellen.
Houd alle open vuur, zoals sigaretten en vonken, uit de buurt van open
accucellen:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat
bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en
de accu tot ontploffi ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en
letsel veroorzaken.
OPMERKING
Alvorens onderhoud aan de batterij uit te voeren, het batterijdeksel verwijderen door aan
de lip te trekken.
Uitsteeksel
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 581-590 591-600 601-610 611-620 ... 750 next >