sensor MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 351 of 741

4–187
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Weergavebereik op het scherm
De beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
(Schermdisplay)
Kofferdeksel
(Sedan)/sierstuk
(Hatchback)Indikatie voor
obstakeldetectie in
parkeersensorsysteem.
Bumper
Voorwerp
Bepaalde modellen (Werkelijke
aanzicht)
OPMERKING
  Het weergavebereik varieert afhankelijk van de auto en de wegsituatie. 
 Het weergavebereik is beperkt. Voorwerpen onder de bumper of rondom de
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
  De afstand die verschijnt in het getoonde beeld is verschillend van de werkelijke
afstand omdat de achteruitkparkeercamera uitgerust is met een specifi eke lens.

 Het is mogelijk dat bepaalde als optie op de auto gemonteerde accessoires door de
camera worden opgenomen. Monteer geen optionele onderdelen die het uitzicht van
de camera kunnen hinderen, zoals lichtgevende onderdelen of onderdelen gemaakt van
refl ecterend materiaal.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 358 of 741

*Bepaalde modellen.4–194
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Parkeersensorsysteem *
Het parkeersensorsysteem maakt gebruik van ultrasonische sensoren voor het opsporen
van hindernissen rondom de auto bij het parkeren van de auto in een garage of tijdens het
fi leparkeren wanneer er met een snelheid van ongeveer 10 km/h of minder met de auto
wordt gereden. Het systeem is uitgerust met een hulpinrichting die de bestuurder op de
hoogte stelt van de benaderde afstand vanaf de auto tot aan de omliggende hindernis via het
gebruik van een pieptoon en een hindernisdetectieaanduiding
* .
Voorste sensor
Achterste sensorAchterste sensor
Voor Achter
Sedan Hatchback
Voorste hoeksensor Achterste
hoeksensorAchterste
hoeksensor
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het parkeersensorsysteem en controleer tijdens het rijden
steeds visueel de veiligheid rondom uw auto.
Het systeem kan de bestuurder assisteren bij de besturing van de auto in voorwaartse
en achterwaartse richting tijdens het parkeren. Het detectiebereik van de sensoren
is beperkt, dus door tijdens het rijden enkel op het systeem te vertrouwen kunnen
er ongelukken veroorzaakt worden. Controleer tijdens het rijden steeds visueel de
veiligheid rondom uw auto.
OPMERKING
  Breng geen accessoires aan binnen het detectiebereik van de sensoren. Dit kan de
werking van het systeem hinderen.
  Afhankelijk van de soort hindernis en de omgevingscondities, kan het detectiebereik
van een sensor verminderd worden, of bestaat de kans dat de sensoren de hindernissen
niet kunnen opsporen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 359 of 741

4–195
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
OPMERKING
  Het is mogelijk dat het systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal
werkt:
 


 Wanneer zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht
(wanneer dit wordt verwijderd, werkt het systeem weer normaal).
 


 Wanneer het sensorgedeelte is bevroren (wanneer het ijs ontdooid is, werkt het
systeem weer normaal).
 


 Wanneer de sensor met een hand wordt afgedekt.



 Wanneer de sensor aan een krachtige schok is blootgesteld.



 Wanneer de auto buitengewoon scheef staat.



 Onder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.



 Wanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met
gras bedekte wegen wordt gereden.
 


 Alles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van
een andere auto, het motorgeluid van een motorfi ets, het luchtremgeluid van een
vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
 


 Wanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden die
opspattend water veroorzaken.
 


 Wanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor
zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
 


 Wanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.



 Wanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt. 

 Hindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Hindernissen
die lager zijn dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel
opgespoord maar worden naarmate de auto de hindernis dichter nadert niet meer
opgespoord.
  Het is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet opgespoord worden:




 Dunne voorwerpen zoals kabel of touw



 Materialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuw



 Hoekvormige voorwerpen



 Bijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijde



 Kleine, korte voorwerpen 

 Laat het systeem altijd inspecteren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur als de bumpers een schok of stoot hebben gekregen, ook bij
een klein ongeluk. Als de sensoren een afwijking hebben, kunnen ze hindernissen niet
opsporen.
 (Met voorste sensor en voorste hoeksensor) Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon niet werkt of
als het indikatielampje niet brandt wanneer de parkeerhulpsensorsschakelaar wordt
ingeschakeld. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 360 of 741

4–196
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
OPMERKING
 (Zonder voorste sensor en voorste hoeksensor) Als er geen zoemtoon wordt gegeven is er mogelijk een defect in het systeem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.

(Met voorste sensor en voorste hoeksensor) Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon die een
systeemstoring aangeeft gehoord wordt en als het indikatielampje knippert. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.

 Het is mogelijk dat de zoemer die een storing in het systeem aangeeft niet wordt
gehoord als de omgevingstemperatuur buitengewoon laag is, of als er zich modder,
ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht. Verwijder alle vreemde
bestanddelen van het sensorgedeelte.
  Raadpleeg bij het monteren van een trekhaak een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur.
Sensordetectiebereik
De sensoren kunnen hindernissen opsporen binnen het volgende bereik.
Detectiebereik van voorste sensor
Detectiebereik van voorste hoeksensor Detectiebereik van achterste
sensor Detectiebereik van achterste hoeksensorB
A
D
CA: Ongeveer 50 cm
B: Ongeveer 50 cm
C: Ongeveer 100 cm
D: Ongeveer 150 cm
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 361 of 741

*Bepaalde modellen.4–197
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Gebruik van het parkeerhulpsensorsysteem
Met voorste sensor en voorste hoeksensor
De schakelaar kan geactiveerd worden wanneer het contact op ON staat, de keuzehendel in
een andere stand dan achteruit (R) staat en de rijsnelheid ongeveer 10 km/h of minder is.
Wanneer de parkeersensorschakelaar wordt ingedrukt, wordt een pieptoon gegeven, wordt
de hindernisdetectieaanduiding
* op het audioscherm getoond en gaat het indikatielampje in
de schakelaar branden.
Indikatielampje
OPMERKING
Als het systeem geannuleerd wordt, zal de werking ervan niet automatisch hersteld
worden wanneer de rijsnelheid tot 10 km/h of minder is afgenomen.
Voorwaarde voor sensordetectie
Het systeem kan gebruikt worden wanneer het contact op ON staat en de
parkeerhulpsensorschakelaar ingeschakeld is.
Het systeem zal vervolgens functioneren wanneer de keuzehendel in de achteruit (R) gezet
wordt.
De sensoren kunnen hindernissen opsporen onder de volgende omstandigheden:
Sensor Conditie
Voorste sensor De keuzehendel staat in een stand behalve achteruit (R) en de rijsnelheid is ongeveer
10 km/h of minder.
Voorste hoeksensor De rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of minder.
Achterste sensor De keuzehendel staat in de achteruit (R).
Achterste hoeksensor De keuzehendel staat in de achteruit (R) en de rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of
minder.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 362 of 741

4–198
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Het systeem wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
 


 De parkeersensorschakelaar wordt ingedrukt terwijl de parkeersensor in werking is.



 De rijsnelheid is 10 km/h of hoger.
Zonder voorste sensor en voorste hoeksensor
Wanneer het contact op ON wordt gezet en de keuzehendel in de achteruit (R) wordt gezet,
wordt de zoemtoon geactiveerd en wordt het systeem ingeschakeld voor gebruik.
De sensoren kunnen hindernissen opsporen onder de volgende omstandigheden:
Sensor Conditie
Achterste sensor De keuzehendel staat in de achteruit (R).
Achterste hoeksensor De keuzehendel staat in de achteruit (R) en de rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of
minder.
Hindernisdetectieaanduiding (Met voorste sensor en voorste hoeksensor)
De positie van een sensor die een hindernis heeft bespeurd wordt aangeduid. De meter gaat
op verschillende punten branden, afhankelijk van de afstand naar de hindernis die door de
sensor bespeurd wordt.
Naarmate de auto een hindernis dichter nadert, gaat de zone in de meter dichter bij de auto
branden.
Zonder
achteruitkijkmonitorMet
achteruitkijkmonitor
Rechterhoeksensormeter
Rechterhoek-
sensormeter Linkerhoek-
sensormeter
Linkerhoeksensormeter
Voorste
sensormeter
Rechterhoek-
sensormeter Linkerhoek-
sensormeterVoorste sensormeter
Achterste
sensormeter Rechterhoeksensormeter
LinkerhoeksensormeterAchterste
sensormeter
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 363 of 741

4–199
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Melding van systeemproblemen
Als er zich een van de problemen voordoet die in onderstaande tabel worden aangegeven,
wordt de bestuurder als volgt afhankelijk van het type systeem van het probleem op de
hoogte gesteld.
Detectieindikator
Oplossing
Zonder achteruitkijkmonitor
Met
achteruitkijkmonitor
Loszittende
verbinding
Er is mogelijk een defect in het
systeem. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur
inspecteren.
Defect in het
systeem
Er is mogelijk een defect in het
systeem. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur
inspecteren.
Bevriezing/
verontreiniging
Het sensorgedeelte dat
overeenkomt met de getoonde
hindernisdetectieaanduiding is
mogelijk verontreinigd. Als het
systeem zich niet heeft hersteld,
de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur laten
inspecteren.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 364 of 741

*Bepaalde modellen.4–200
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Parkeersensorwaarschuwingszoemer
Wanneer het systeem in werking is, klinkt de zoemer als volgt.
Voorste sensor
* , Achterste sensor
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon *1 Voorste sensor * Achterste sensor
Grootste afstand Ongeveer 100 cm—60 cm
Ongeveer 150 cm—60 cm
Langzaam
onderbroken geluid
Grote afstand Ongeveer 60—45 cm
Ongeveer 60—45 cm
Gematigd
onderbroken geluid
Middenafstand Ongeveer 45—35 cm
Ongeveer 45—35 cm
Snel onderbroken
geluid
Nabije afstand Binnen ongeveer 35 cm
Binnen ongeveer 35 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 365 of 741

*Bepaalde modellen.4–201
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Voorste hoeksensor * , Achterste hoeksensor
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon *1 Voorste * /achterste hoeksensor
Grote afstand Ongeveer 50—38 cm
Gematigd onderbroken
geluid
Middenafstand Ongeveer 38—25 cm
Snel onderbroken geluid
Nabije afstand Binnen ongeveer 25 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
OPMERKING
Als er gedurende 6 seconden of langer een hindernis bespeurd wordt, stopt de pieptoon
(behalve voor de nabije afstand zone). Als dezelfde hindernis bespeurd wordt in een
andere zone, klinkt de bijbehorende pieptoon.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 366 of 741

4–202
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Wanneer de waarschuwingsindikator/zoemer geactiveerd is
Het systeem stelt de bestuurder op de hoogte van een abnormale toestand door het activeren
van de zoemtoon en het indikatielampje.
Indikatielampje/zoemtoon Controle
Het indikatielampje gaat
knipperen wanneer de
parkeersensorschakelaar wordt
ingedrukt bij een rijsnelheid van
10 km/h of minder. Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
inspecteren.
De zoemtoon wordt niet
gehoord. Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
inspecteren.
Het onderbroken geluid van de
zoemer wordt vijfmaal gehoord. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Een bepaalde
hindernisdetectieindikator wordt
continu getoond. Zie Hindernisdetectieaanduiding op pagina 4-198 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 next >