MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 621 of 741

6–83
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
OPGELET
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
reinigingsmiddelen en procedures.
Andere middelen kunnen het uiterlijk
en de brandbestendigheid nadelig
beïnvloeden.
Paneel
Wanneer de interieurpanelen gereinigd
moeten worden, zacht materiaal gebruiken
zoals een zachte doek die is gedompeld
in schoon water en goed is uitgewrongen.
Verwijder daarmee het vuil voorzichtig
van het oppervlak. Volg onderstaande
procedure als een paneel verdere reiniging
behoeft.
1. Veeg het vuil weg met behulp van een
zachte doek die is gedompeld in een
zacht schoonmaakmiddel (ongeveer 5%
oplossing).
2. Veeg de restanten reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
OPMERKING
  Veeg lederen delen niet af met behulp
van alcohol, chloorbleekmiddel of
organische oplosmiddelen zoals
verdunner, benzeen of benzine.
Anders kan dit verkleuring of
vlekken veroorzaken.
  Krassen of deukjes in de panelen en
metalen bekleding die het gevolg zijn
van het gebruik van een harde borstel
of doek zijn mogelijk niet meer te
repareren.
  Wees vooral voorzichtig bij het
reinigen van hoogglanspanelen en
metalen bekleding aangezien deze
gemakkelijk bekrast raken.
Onderhoud van de actief rijden
display
Het buitenoppervlak van de combiner en
de spiegel zijn voorzien van een speciale
laag. Gebruik bij het reinigen geen grove
doek, of schoonmaakmiddel. In het geval
een chemisch oplosmiddel op de actief
rijden display is terechtgekomen, dit
onmiddellijk wegvegen. Anders bestaat de
kans dat de combiner en spiegel worden
beschadigd en dat de buitenste laag
bekrast wordt. Gebruik een dunne, zachte
doek, zoals gebruikt voor het reinigen van
brillenglazen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 622 of 741

6–84
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Reinigen van het materiaal van de
heup/schoudergordels
Reinig het gordelmateriaal met een zachte
zeepoplossing zoals aanbevolen voor
bekleding of tapijten. Volg de instrukties.
Het gordelmateriaal niet bleken of verven;
het materiaal kan hierdoor verzwakt
worden.
Laat na het reinigen van de
veiligheidsgordels het materiaal van de
gordels grondig drogen en controleer
alvorens de gordels op te rollen dat deze
niet langer vochtig zijn.
WAARSCHUWING
Laat beschadigde veiligheidsgordels
onmiddellijk vernieuwen door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur:
Het gebruik van beschadigde
veiligheidsgordels is gevaarlijk. Bij
een botsing kunnen beschadigde
veiligheidsgordels geen voldoende
bescherming bieden.
Reinigen van de binnenzijde van
de ruiten
Indien de binnenzijden van de ruiten
van de auto bedekt raken met een
olieachtig, vettig of wasachtig laagje,
dienen deze gereinigd te worden met
behulp van een glasreiniger. Volg de
gebruiksaanwijzing op de verpakking van
het reinigingsmiddel.
OPGELET
  De binnenzijde van het ruitglas niet
afkrabben of bekrassen. Dit kan
schade aan de verwarmingsdraden en
de antennedraden veroorzaken.
  Gebruik voor het reinigen van de
binnenzijde van het ruitglas een
zachte doek bevochtigd met lauw
water en veeg de verwarmingsdraden
en antennedraden voorzichtig af.
 Gebruik van ruitreinigingsmiddelen
kan schade aan de
verwarmingsdraden en de
antennedraden veroorzaken.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 623 of 741

*Bepaalde modellen.7–1
7Als er zich een probleem voordoet
Nuttige informatie over wat u kunt doen als er zich een probleem
voordoet met de auto.
 
Parkeren in noodgevallen ................... 7-2
Parkeren in noodgevallen ............... 7-2
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
* ............................ 7-3
Lekke band .......................................... 7-4
Opbergplaatsen van reservewiel en
gereedschapset ............................... 7-4
Lekke band noodreparatieset
* ........ 7-9
Verwisselen van een lekke band (Met
reservewiel) .................................. 7-17
Accu is uitgeput ................................. 7-24
Starten met een hulpaccu ............. 7-24
Starten in noodgevallen .................... 7-28
Starten van een verzopen motor
(MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5 en
SKYACTIV-G 2.0) ....................... 7-28
Starten door aanduwen ................. 7-28
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 2.2) ..................... 7-29
Oververhitting ................................... 7-30
Oververhitting .............................. 7-30
Slepen in noodgevallen ..................... 7-32
Sleepmethoden ............................. 7-32
Sleephaken ................................... 7-33 Waarschuwings-/indikatielampjes en
waarschuwingszoemers .................... 7-36
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen ................... 7-36
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ......................... 7-50
Berichten die verschijnen op de
display
* ......................................... 7-52
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd ................................... 7-54
Wanneer de achterklep/het kofferdeksel
niet geopend kan worden.................. 7-60
Wanneer de achterklep/
het kofferdeksel niet geopend kan
worden .......................................... 7-60
Actief rijden display functioneert
niet ...................................................... 7-62
Als de actief rijden display niet
functioneert .................................. 7-62
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 624 of 741

7–2
Als er zich een probleem voordoet
Parkeren in noodgevallen
Parkeren in noodgevallen
De waarschuwingsknipperlichten dienen
steeds te worden gebruikt wanneer u de
auto in een noodgeval op de rijbaan of
langs de kant van de weg tot stilstand
brengt.
De waarschuwingsknipperlichten
dienen als waarschuwing voor de
overige weggebruikers om bijzondere
voorzichtigheid in acht te nemen bij het
benaderen of passeren van uw auto.
Druk de
waarschuwingsknipperlichtschakelaar
in en alle richtingaanwijzerlampen
zullen gaan knipperen. De
waarschuwingsknipperlichtindikatielampjes
in de instrumentengroep gaan tegelijkertijd
knipperen.
OPMERKING
  De richtingaanwijzers kunnen
niet gebruikt worden wanneer de
waarschuwingsknipperlichten zijn
ingeschakeld.
  Controleer de plaatselijk geldende
bepalingen betreffende het gebruik
van de waarschuwingsknipperlichten
bij het slepen van de auto om na
te gaan of er geen inbreuk wordt
gedaan op de wettelijke bepalingen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 625 of 741

*Bepaalde modellen.7–3
Als er zich een probleem voordoet
Parkeren in noodgevallen
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
*
Bewaar de gevarendriehoek in de rechter
zijbekleding en zet deze met de riem vast.
Sedan
Riem
Hatchback
Riem
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 626 of 741

7–4
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Opbergplaatsen van reservewiel en gereedschapset
Het reservewiel en de gereedschapset zijn opgeborgen op de plaatsen aangegeven in het
schema.
Sleepoog
ReservewielKrik Reservewielbevestigingsbout
Gereedschapset (Met reservewiel (behalve Saoedi-Arabië))
Sleepoog
Krikslinger (Zonder reservewiel) Sedan
Bandreparatieset
Wielmoersleutel
Bepaalde modellen.
Sleepoog
Wielmoersleutel
Reservewiel Krik
Krikslinger Reservewielbevestigingsbout
Gereedschapset (Met reservewiel (Saoedi-Arabië))
Schroevendraaier
Sleutel WielmoersleutelKrikslinger
Schroevendraaier
Sleutel
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 627 of 741

7–5
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
(Met reservewiel)
SleepoogBandreparatieset
Krikslinger (Zonder reservewiel)
Sleepoog
Krikslinger Wielmoersleutel
Reservewiel Krik Reservewielbevestigingsbout Hatchback
Wielmoersleutel
Bepaalde modellen.
Gereedschapset
Schroevendraaier
Sleutel
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 628 of 741

*Bepaalde modellen.7–6
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Krik *
OPMERKING
Uw voertuig is al dan niet uitgerust met
een krik en wielmoersleutel. Raadpleeg
voor bijzonderheden een offi ciële Mazda
dealer.
Verwijderen van de krik
1 . (Sedan)
Duw de vergrendellippen in en
verwijder de krikafdekking.
Uitsteeksels
(Hatchback)
Draai de knop en verwijder de
krikafdekking.
2. Draai de vleugelbout en krikschroef
linksom.
Vastzetten van de krik
1. Steek de vleugelbout in de krik met de
krikschroef naar beneden gericht en
draai de vleugelbout rechtsom om deze
provisorisch vast te zetten.
2. Draai de krikschroef in de richting
aangegeven in de afbeelding.
3. Draai de vleugelbout volledig aan om
de krik vast te zetten.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 629 of 741

*Bepaalde modellen.7–7
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
OPMERKING
Als de krik niet goed wordt vastgezet,
kan deze tijdens het rijden gaan
rammelen. Let er op dat de krikschroef
voldoende stevig wordt vastgedraaid.
4. Steek de uitsteeksels van de afdekking
op hun plaats en monteer de afdekking.
(Sedan)
Uitsteeksels
Uitsteeksels
(Hatchback)
OPMERKING
Controleer dat de afdekking stevig op
zijn plaats zit.
Onderhoudspunt
 




 Houd de krik steeds schoon.



 Zorg ervoor dat de bewegende delen vrij
blijven van vuil of roest.
 


 Zorg ervoor dat de schroefdraad
voldoende gesmeerd is.
Reservewiel *
Uw Mazda is uitgerust met een
noodreservewiel.
Het noodreservewiel is lichter en
kleiner dan een conventionele band
en is uitsluitend bedoeld voor gebruik
in noodgevallen en dient uitsluitend
gedurende ZEER korte perioden gebruikt
te worden. Noodreservewielen mogen
NOOIT voor lange ritten of gedurende
langere perioden gebruikt worden.
WAARSCHUWING
Monteer het noodreservewiel niet op de
voorwielen (aangedreven wielen):
Rijden met het noodreservewiel op
een van de voorste aangedreven
wielen is gevaarlijk. De wegligging
wordt hierdoor nadelig beïnvloed.
De kans bestaat dat u de macht over
het stuur verliest, vooral op gladde
en met sneeuw overdekte wegen en
een ongeluk veroorzaakt. Breng een
normale band over naar het voorwiel
en monteer het noodreservewiel aan de
achterzijde.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 630 of 741

7–8
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
OPGELET
  Bij het gebruik van het
noodreservewiel is het mogelijk
dat de rijstabiliteit vermindert
vergeleken met wanneer enkel de
conventionele band wordt gebruikt.
Rijd voorzichtig.
  Ter voorkoming van beschadiging
van het noodreservewiel of van
de auto dienen de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht
genomen te worden:
 


 Rijd niet sneller dan 80 km/h.



 Vermijd het rijden over obstakels.
Rijd ook niet met de auto door
een automatische autowas-
installatie. De diameter van
deze band is kleiner dan die
van een conventionele band, de
grondspeling wordt daardoor met
ongeveer 10 mm verminderd.
 


 Geen sneeuwketting op deze band
gebruiken, aangezien deze niet
goed zal passen.
 


 Gebruik dit noodreservewiel niet
op een andere auto, aangezien dit
wiel speciaal voor gebruik op uw
Mazda ontworpen is.
 


 Gebruik slechts één
noodreservewiel tegelijkertijd op
uw auto.
Verwijderen van het reservewiel
1. Til de kofferruimte-/bagageruimtemat
op.
Kofferruimte-/Bagageruimtemat
2. Draai de bevestigingsbout van de
reserveband linksom.
Reservewielbevestigingsbout
Vastzetten van het reservewiel
Berg het reservewiel op in de omgekeerde
volgorde van het verwijderen. Controleer
na het opbergen dat het reservewiel stevig
is vastgezet.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 581-590 591-600 601-610 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 ... 750 next >