MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 651 of 741

7–29
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
Leegraken van
de brandstoftank
(SKYACTIV-D 2.2)
OPGELET
Probeer de motor niet langer dan telkens
30 seconden achtereen te starten. Dit om
schade aan de startmotor te voorkomen.
Indien de motor weigert te starten,
ongeveer 10 seconden wachten alvorens
opnieuw te proberen.
Als de brandstoftank van uw auto is
leeggeraakt, tenminste 10 liter brandstof
bijvullen en de motor opnieuw proberen
te starten. Aangezien er lucht in de
brandstofl eidingen kan terecht komen
wanneer de brandstoftank van uw wagen
leegraakt, bestaat de kans dat het langer
duurt voordat uw motor weer start. Als
de motor de eerste keer niet start, probeer
het dan nog een paar maal. Als de motor
dan nog steeds niet wil starten, contact
opnemen met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 652 of 741

7–30
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
Oververhitting
Indien het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden, de auto vermogen verliest of u
een luid tikkend of pingelend geluid hoort,
is de motor waarschijnlijk oververhit.
WAARSCHUWING
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet
en de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien.
U zou door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur heet
zijn, kan kokend hete koelvloeistof en
stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
De motorkap UITSLUITEND openen
nadat er geen stoom meer uit de
motorruimte komt:
Stoom van een oververhitte motor is
gevaarlijk. De ontsnappende stoom kan
ernstige brandwonden veroorzaken.
Als het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en
breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren)
of schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak in de neutraalstand.
3. Trek de handrem aan.
4. Schakel de airconditioning uit.
5. Controleer of er koelvloeistof of stoom
uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte
komt:
Niet te dicht in de buurt van de
voorzijde van de auto komen. Zet de
motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer
naar buiten komt, open vervolgens de
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof
of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor
stationair laten draaien om deze
geleidelijk te laten afkoelen.
OPGELET
Als de koelventilator niet functioneert
terwijl de motor draait, zal de
motortemperatuur toenemen. Zet de
motor stop en neem contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur.
6. Controleer of de koelventilator draait
en zet vervolgens de motor stop nadat
de temperatuur gedaald is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 653 of 741

7–31
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
7. Controleer nadat de motor is afgekoeld
het niveau van de koelvloeistof.
Als het niveau laag is, kijken of er
lekkages van koelvloeistof zijn bij de
radiateur en de slangen.
Als u een lekkage of andere
beschadiging aantreft of als er nog
steeds koelvloeistof naar buiten lekt:
Zet de motor stop en neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur.
MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5 en
SKYACTIV-G 2.0
Dop van koelsysteem
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
SKYACTIV-D 2.2
Dop van koelsysteem
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
Als u geen problemen aantreft, de motor
afgekoeld is en er geen tekenen van
lekkage zijn:
Vul voorzichtig koelvloeistof bij al
naargelang vereist (pagina 6-30 ).
OPGELET
Indien de motor oververhit blijft of
regelmatig oververhit raakt, dient u
het koelsysteem te laten inspecteren.
Als er in dat geval geen reparatie
wordt uitgevoerd, kan de motor ernstig
beschadigd raken. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 654 of 741

7–32
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt
het aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
Om beschadiging van de auto te
voorkomen, is het van belang dat de juiste
takel- en sleepmethoden gebruikt worden.
Daarbij dient men de wettelijke bepalingen
omtrent het slepen van auto's in acht te
nemen.
Een auto dient bij het slepen normaal
met de aangedreven wielen (voorwielen)
omhoog getakeld voortgetrokken te
worden. Indien dit door buitengewoon
grote schade aan de auto niet mogelijk is,
dienen wieldollies gebruikt te worden.
Wieldollies
Ontspan de handrem, wanneer de auto
gesleept wordt met de achterwielen op de
grond.
OPGELET
  De auto nooit in achterwaartse
richting slepen met de aangedreven
wielen op de grond. Dit kan interne
beschadiging van de transmissie
veroorzaken.
  De auto niet slepen met behulp
van een vrijdragend takelsysteem.
Hierdoor kan uw auto beschadigd
worden. Maak steeds gebruik
van wieldollies of van een
takeltransportvoertuig.
Als in een noodgeval geen sleepdienst
beschikbaar is, mag de auto met alle vier
wielen op de grond gesleept worden met
behulp van de sleephaak aan de voorzijde
van de auto.
De auto mag alleen gesleept worden op
een verhard wegdek over een korte afstand
en met lage snelheid.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 655 of 741

7–33
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
OPGELET
Volg onderstaande instrukties wanneer u
de auto met alle vier wielen op de grond
gaat slepen.
 
 Schakel over naar neutraal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of naar stand N (automatische
transmissie).
  Zet het contact op ACC. 
 Ontspan de handrem.
U dient er rekening mee te houden
dat de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging niet zullen
functioneren wanneer de motor niet
draait.
Sleephaken
OPGELET
  Het sleepoog dient gebruikt
te worden in noodsituaties,
(bijvoorbeeld, bij het uit sneeuw of
uit een greppel trekken van de auto).
  Wanneer de sleepogen gebruikt
worden, dient men steeds in een
rechte lijn ten opzichte van het
sleepoog aan de kabel of ketting te
trekken. Nooit kracht in zijdelingse
richting uitoefenen.
OPMERKING
Bij het slepen met een ketting of een
sleepkabel, de ketting of de sleepkabel
vlak bij de bumper met een lap
omwikkelen om beschadiging van de
bumper te voorkomen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 656 of 741

7–34
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Sleephaken
1. Verwijder het sleepoog en de
wielmoersleutel uit de bagageruimte
(pagina 7-4 ).
2. Omwikkel een schroevendraaier met
plat uiteinde of soortgelijk gereedschap
met een zachte doek om beschadiging
van de laklaag van de bumper te
voorkomen en open het kapje in de
voorbumper of achterbumper.
Voor
Achter
OPGELET
Niet forceren, aangezien anders het
kapje of de laklaag van de bumper
beschadigd kan raken.
OPMERKING
Verwijder het kapje volledig en berg dit
op zodat het niet verloren raakt.
3. Het sleepoog stevig bevestigen met
behulp van de wielmoersleutel of een
soortgelijk gereedschap.
Raadpleeg een offi ciële Mazda dealer.
Voor
Wielmoersleutel
Sleepoog
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 657 of 741

7–35
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
Achter
Wielmoersleutel
Sleepoog
4. Haak de sleepkabel vast in het
sleepoog.
OPGELET
  Als het sleepoog niet stevig is
vastgedraaid, kan dit los komen
te zitten of tijdens het slepen van
de auto uit de bumper getrokken
worden. Zorg er voor dat het
sleepoog stevig aan de bumper wordt
bevestigd.
  Wees voorzichtig bij het slepen
onder de volgende omstandigheden
het sleepoog en de sleephaak, de
carrosserie of het aandrijfsysteem
niet te beschadigen:
 


 Trek geen voertuig dat zwaarder is
dan het uwe.
 


 Niet plotseling accelereren,
aangezien dit een zware schok
overbrengt op het sleepoog en de
sleephaak of de sleepkabel.
 


 De sleepkabel enkel aan het
sleepoog en de sleephaak
bevestigen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 658 of 741

7–36
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen
Als een van de waarschuwingslampjes gaat branden/knipperen, voor het betreffende lampje
de juiste actie ondernemen. Er is geen probleem als het lampje uit gaat, echter als het lampje
niet uit gaat of opnieuw gaat branden/knipperen, een offi ciële Mazda reparateur raadplegen.
(Voertuigen met type C/type D audio)
De gegevens van de betreffende waarschuwing kunnen op het audioscherm gecontroleerd
worden.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het toepassingen scherm.
2. Selecteer de “Waarschuwingsbegeleiding”.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 659 of 741

7–37
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand.
Als een van onderstaande waarschuwingslampjes gaat branden, is er mogelijk een defect in
het systeem. Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact
op met een offi ciële Mazda reparateur.
Signaal Waarschuwing
Remwaarschuwingslampje
Dit waarschuwingslampje heeft de volgende functies:
Waarschuwing voor aangetrokken handrem/waarschuwingslampje inspecteren
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de handrem is aangetrokken en het
contact op START of ON gezet wordt. Het waarschuwingslampje gaat uit, zodra de
handrem volledig ontspannen wordt.
Waarschuwing voor laag remvloeistofpeil
Als het remwaarschuwingslampje blijft branden alhoewel de handrem is vrijgezet, is
het niveau van de remvloeistof mogelijk laag of is er een probleem in het remsysteem.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
WAARSCHUWING
Niet rijden wanneer het remwaarschuwingslampje brandt. Neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur om de
remmen zo spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het remwaarschuwingslampje brandt is gevaarlijk. Het geeft aan
dat de remmen wellicht totaal niet functioneren of dat ze op elk moment volledig
buiten bedrijf kunnen raken. Laat de remmen onmiddellijk inspecteren indien
dit lampje blijft branden nadat u gecontroleerd heeft of de handrem volledig
ontspannen is.
OPGELET
Ook is het mogelijk dat het effectieve remvermogen vermindert, zodat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen dan normaal om de auto tot stilstand te
brengen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 660 of 741

7–38
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Waarschuwing
van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
Als de stuureenheid van het elektronisch remkrachtverdelingssysteem vaststelt dat
bepaalde onderdelen niet goed functioneren, is het mogelijk dat de stuureenheid het
remwaarschuwingslampje en het ABS waarschuwingslampje tegelijkertijd laat branden.
Er is vermoedelijk een probleem in het elektronisch remkrachtverdelingssysteem.
WAARSCHUWING
Rijd niet wanneer zowel het ABS waarschuwingslampje als het
remwaarschuwingslampje beide branden. Laat de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur slepen om de remmen zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het ABS waarschuwingslampje en remwaarschuwingslampje
tegelijkertijd branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden, kunnen de achterwielen tijdens een noodstop
sneller gaan blokkeren dan onder normale omstandigheden.
Laadsysteemwaarschuwingslampje
Als het waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden, geeft dit een storing aan
in de dynamo of in het laadsysteem.
Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
OPGELET
Wanneer het waarschuwingslampje van het laadsysteem brandt, niet met de auto
doorrijden omdat de motor plotseling zou kunnen stoppen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 671-680 681-690 691-700 ... 750 next >