MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 661 of 741

7–39
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Motoroliewaarschuwingslampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de druk van de motorolie laag is.
OPGELET
De motor niet laten draaien wanneer de oliedruk laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg hebben.
Als tijdens het rijden het lampje gaat branden of de waarschuwingsindikatie wordt
getoond:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige en vlakke plaats tot
stilstand.
2. Zet de motor stop en wacht 5 minuten om de olie naar het carter te laten terugvloeien.
3. Inspecteer het motoroliepeil 6-29 . Als het peil laag is, de juiste hoeveelheid motorolie
bijvullen en er daarbij op letten niet teveel bij te vullen.
OPGELET
De motor niet laten draaien als het oliepeil laag is. Anders kan dit uitgebreide
motorschade tot gevolg hebben.
4. Start de motor en controleer het waarschuwingslampje.
Indien het lampje blijft branden ook als het oliepeil normaal is of nadat u olie heeft
bijgevuld, de motor onmiddellijk stopzetten en uw auto naar een deskundige reparateur,
bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur laten slepen.
(Rood) Waarschuwingslampje
voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur
Het lampje knippert wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur buitengewoon hoog is
en gaat branden wanneer de motorkoelvloeistoftemperatuur verder toeneemt.
Te nemen maatregelen
Lampje knippert
Rijd langzaam om de motorbelasting te verminderen totdat u een veilige plaats heeft
gevonden om de auto tot stilstand te brengen en wacht totdat de motor afgekoeld is.
Lampje brandt
Dit geeft de mogelijkheid van oververhitting aan. Parkeer de auto onmiddellijk op een
veilige plaats en zet de motor stop.
Zie Oververhitting 7-30 .
OPGELET
Niet met de auto rijden wanneer het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur brandt. Anders kan dit beschadiging van de motor
veroorzaken.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 662 of 741

7–40
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Indikatielampje
voor defecte
stuurbekrachtiging Het lampje gaat branden/knipperen als er een defect is in de elektrische
stuurbekrachtiging.
Als het lampje gaat branden/knipperen, de auto op een veilige plaats tot stilstand
brengen en het stuurwiel niet draaien. Als het lampje na enige tijd uit gaat, is er geen
probleem. Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur als het lampje blijft branden/knipperen.
OPMERKING
Als het indikatielampje brandt/knippert, zal de stuurbekrachtiging niet normaal
functioneren. In dat geval kan het stuurwiel alsnog gedraaid worden, echter het
sturen gaat dan zwaarder dan normaal of het is mogelijk dat het stuurwiel tijdens
het draaien trilt.
Als tijdens stilstand of uiterst langzaam rijden het stuurwiel bij herhaling naar
links en naar rechts gedraaid wordt, is het mogelijk dat de defectbeveiliging van
het stuurbekrachtigingssysteem in werking treedt waardoor het sturen zwaarder
wordt. Dit duidt echter niet op een probleem. Parkeer in dit geval de auto op een
veilige plaats en wacht enkele minuten totdat het systeem weer normaal werkt.
Neem contact op met een offi ciële Mazda reparateur en laat de auto
inspecteren
Als een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden/knipperen, is er mogelijk
een defect in het systeem. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur, om uw auto te laten inspecteren.
Signaal Waarschuwing
Hoofdwaarschuwingslampje
(Voertuigen met type C/type D audio)
Het lampje gaat branden wanneer er een defect is in het systeem.
Bedien de middendisplay en controleer de gegevens.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-36 .
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Het lampje gaat in de volgende gevallen continu branden. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
Er is een defect in het accubeheersysteem. Er is een defect in de remschakelaar.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 663 of 741

*Bepaalde modellen.7–41
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje
van anti-blokkeer
remsysteem (ABS)
Wanneer het ABS waarschuwingslampje van het ABS systeem tijdens het rijden blijft
branden, geeft dit aan dat de ABS besturingseenheid een defect in het systeem vastgesteld
heeft. In dat geval zal het remsysteem op dezelfde wijze werken als bij een auto zonder
ABS.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur te raadplegen.
OPMERKING
Wanneer de motor met behulp van een hulpaccu gestart wordt, is het toerental
ongelijkmatig en is het mogelijk dat het ABS waarschuwingslampje gaat branden. In
dit geval is dit het gevolg van een nagenoeg uitgeputte accu en duidt dit niet op een
defect in het ABS systeem.
Laad de accu.
(Modellen met DSC)
Wanneer het ABS waarschuwingslampje brandt werkt het rembekrachtigingsysteem
niet.
Motorwaarschuwingslampje
Als dit indikatielampje tijdens het rijden gaat branden, bestaat de kans dat er een probleem
met de auto is. Noteer de rijomstandigheden waarbij het lampje begon te branden en
raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de volgende gevallen gaan branden:
Wanneer het niveau van de brandstof in de tank bijzonder laag is of wanneer de tank
nagenoeg leeg is.
Wanneer er een probleem is met de elektrische installatie van de motor. Wanneer er een probleem is met het systeem van de uitlaatgasreiniging.
Als het motorwaarschuwingslampje blijft branden of continu knippert, niet met hoge
snelheden rijden en zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur raadplegen.
(Oranje) i-stop
waarschuwingslampje*
Wanneer het lampje brandt
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur als het
i-stop waarschuwingslampje (oranje) blijft branden nadat de i-stop OFF schakelaar onder
andere omstandigheden dan wanneer de motorkap geopend is of de bestuurder de auto
verlaten heeft (veiligheidsgordel van bestuurder is losgemaakt en bestuurdersportier is
geopend) continu ingedrukt is gehouden.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje knippert als er een defect in het i-stop systeem is. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 664 of 741

*Bepaalde modellen.7–42
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
(Oranje) RVM
waarschuwingslampje*
Dit waarschuwingslampje gaat branden wanneer het contact op ON gezet
wordt. De kleur van de verlichting verandert van oranje naar groen wanneer het
rijbaanveranderingcontrolesysteem in werking is, of wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld. Het lampje blijft branden als het systeem defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
OPMERKING
Dit waarschuwingslampje kan gaan branden als resultaat van een tijdelijke
vermindering in de gevoeligheid van de radarsensor als gevolg van slecht weer of vuil
op het bumperoppervlak. Dit duidt echter niet op een defect.
Waarschuwingslampje
voor automatische
transmissie
*
Het lampje/indikatie gaat branden wanneer er een probleem is met de transmissie.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor de automatische transmissie gaat branden, is er een
elektrisch probleem in de transmissie. Wanneer u in deze toestand met uw Mazda blijft
doorrijden, kan dit beschadiging van uw transmissie tot gevolg hebben. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur.
Waarschuwingslampje
voor systeem van
airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Een defect in het systeem wordt aangeduid als het waarschuwingslampje constant knippert,
constant brandt of helemaal niet brandt wanneer het contact op ON gezet wordt. Bij elk
van deze gevallen dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur te raadplegen. Het systeem zal dan wellicht in het geval van een
aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/voorspannersystemen en laat altijd alle onderhoud
en reparatie door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of sleutelen aan de systemen is gevaarlijk. De kans
bestaat dat een airbag/voorspanner onvoorzien geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 665 of 741

*Bepaalde modellen.7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem*
Als het bandenspanningcontrolesysteem defect is, gaat het waarschuwingslampje voor
de bandenspanning gedurende ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het contact op ON
gezet wordt en vervolgens continu branden. Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur controleren.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat branden
of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt
gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren en
remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat branden
of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt
gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te manoeuvreren
of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het stuur verliest en een ongeluk
veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een lekke band heeft, de
auto op een veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand van de band kunt
controleren en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te gaan naar een
plaats waar lucht bijgevuld kan worden en het systeem opnieuw gecontroleerd kan
worden door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook als u de reden weet
waarom het brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk verhelpen alvorens dit
tot een ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van een band met een
gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
(Rood)
(Brandt)
KEY
waarschuwingslampje
In het geval van een defect in het afstandbediende portiervergrendelingssysteem, gaat het
lampje continu branden.
OPGELET
Als het sleutelwaarschuwingslampje brandt of het startdrukknopindikatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor niet gestart kan
worden, deze proberen te starten met behulp van de noodprocedure voor het starten van
de motor en de auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-13 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 666 of 741

*Bepaalde modellen.7–44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
(Oranje)
(Knippert)
Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
*
Het waarschuwingslampje gaat knipperen als het systeem defect is. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur controleren.
Het LDWS werkt niet wanneer het waarschuwingslampje knippert.
OPGELET
Als zich een van onderstaande gevallen voordoet, is er mogelijk een defect in het
systeem. Laat de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur controleren.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen. Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en profi elpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk
zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als dergelijke
ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat de kans dat het LDWS niet normaal
functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet
normaal functioneert.
Indikatielampje voor
defect automatisch
koplampafstelsysteem
*
Dit indikatielampje blijft gedurende enkele seconden branden wanneer het contact op ON
gezet wordt.
Daarna zal het indikatielampje gaan branden wanneer er een defect is in het automatisch
koplampafstelsysteem.
Als het indikatielampje brandt, zo spoedig mogelijk contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
OPMERKING
Auto's met aanpasbaar voorverlichtingssysteem (AFS) zijn niet uitgerust met het
indikatielampje voor defect automatisch koplampafstelsysteem. Als er een storing is in
de automatische koplamprichtfunctie, gaat het AFS OFF indikatielampje knipperen.
(Oranje)
Koplampregelsysteem
(HBC)
waarschuwingslampje
*
Wanneer het lampje brandt
Het waarschuwingslampje gaat branden als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde
van de vooruitrijcamera (FSC) beslagen is of geblokkeerd wordt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje gaat knipperen als er een defect is in het koplampregelsysteem (HBC). Laat
uw auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
controleren.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 667 of 741

*Bepaalde modellen.7–45
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
(Oranje)
(Knippert)
Waarschuwingslampje
van Mazda Radar
Cruise Control
(MRCC) systeem
*
Het waarschuwingslampje knippert als er een defect is in het systeem terwijl het Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld. Laat uw auto bij een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur controleren.
Maatregelen nemen
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje
voor laag brandstofpeil
Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt.
OPMERKING
De momenten waarop het lampje gaat
branden kunnen variëren, aangezien de
brandstof in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van de
auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 668 of 741

7–46
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Met waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de veiligheidsgordel niet vastgemaakt is terwijl het contact op
ON staat.
Zonder waarschuwingslampje voor voorpassagierszitting
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat branden als de bestuurdersstoel bezet is en
de veiligheidsgordel niet vastgemaakt is terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Voorzitting
Als er met de auto wordt gereden terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder of
voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje branden
en klinkt er een waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of de voorpassagier niet aangegespt is (alleen
wanneer de voorpassagierszitting bezet is) en de snelheid van de auto hoger is dan ongeveer
20 km/h, gaat het waarschuwingslampje knipperen en wordt er een zoemtoon gegeven. Na
een korte tijd stopt het waarschuwingslampje met knipperen. Dit blijft echter branden en de
zoemtoon stopt. Als een veiligheidsgordel niet aangegespt blijft, gaat het waarschuwingslampje
knipperen en wordt de zoemtoon weer voor een bepaalde tijd geactiveerd.
De zoemtoon stopt niet totdat de veiligheidsgordel wordt aangegespt of een bepaalde tijd is
verstreken, ook niet als de rijsnelheid afneemt tot minder dan 20 km/h.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of de voorpassagier niet aangegespt wordt
nadat de zoemtoon gestopt is (waarschuwingslampje blijft branden) en de rijsnelheid
hoger is dan 20 km/h, gaat het waarschuwingslampje knipperen en wordt de zoemtoon
opnieuw geactiveerd.
Door het plaatsen van zware voorwerpen op de voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie van de voorpassagierszitting geactiveerd
worden, afhankelijk van het gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de voorpassagierszitting plaatsen en gebruiken om er voor te
zorgen dat de voorpassagiergewichtsensor juist kan functioneren. De kans bestaat dat
de sensor niet goed functioneert omdat het extra zitkussen de werking van de sensor
zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op de voorpassagierszitting zit, is het mogelijk dat het
waarschuwingslampje niet werkt.
Achterzitting
Als de veiligheidsgordels van de achterzitting niet zijn vastgemaakt en het contact op ON staat,
worden de bestuurder en de passagier op de hoogte gesteld door de waarschuwingslampjes.
De waarschuwingslampjes branden in twee kleuren. Wanneer de veiligheidsgordel
niet is vastgemaakt, is de verlichting van het waarschuwingslampje rood. Wanneer de
veiligheidsgordel is vastgemaakt, is de verlichting groen. De waarschuwingslampjes werken
ook als er zich geen passagier op de achterzitting bevindt. De waarschuwingszoemer klinkt
enkel als een veiligheidsgordel wordt losgemaakt nadat deze is vastgemaakt.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordels van de achterzitting niet vastgemaakt worden binnen een
bepaalde tijd nadat de motor is gestart, gaan alle waarschuwingslampjes uit.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 669 of 741

*Bepaalde modellen.7–47
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Open-portier
waarschuwingslampje
Het lampje gaat branden als een van de
portieren niet goed is gesloten. Het portier goed sluiten.
120km/h
waarschuwingslampje*
Het 120 km/h waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de rijsnelheid hoger wordt
dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.
Waarschuwingslampje
voor laag
sproeiervloeistofniveau
*
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat er
weinig sproeiervloeistof over is. Vul sproeiervloeistof bij (pagina 6-35 ).
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 670 of 741

*Bepaalde modellen.7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem*
Wanneer het waarschuwingslampje brandt en
de waarschuwingszoemer klinkt (ongeveer
3 seconden), is de bandenspanning in één of
meerdere van de banden te laag.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven,
onmiddellijk de rijsnelheid verminderen
en plotseling manoeuvreren en remmen
vermijden:
Als het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaat branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is
het gevaarlijk met hoge snelheden te
rijden of plotseling te manoeuvreren
of te remmen. De kans bestaat dat u
de macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam
leeglopende band of een lekke band
heeft, de auto op een veilige plaats
parkeren waar u visueel de toestand
van de band kunt controleren en
bepalen of de band voldoende lucht
heeft om verder te gaan naar een
plaats waar lucht bijgevuld kan
worden en het systeem opnieuw
gecontroleerd kan worden door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag
nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS
waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook
als u de reden weet waarom het brandt.
Laat het probleem zo spoedig mogelijk
verhelpen alvorens dit tot een ernstigere
situatie leidt, zoals het plotseling lek
raken van een band met een gevaarlijk
ongeluk als mogelijk gevolg. Inspecteer de banden en stel deze af op de
voorgeschreven bandenspanning (pagina
6-47 ).
OPMERKING
Stel de bandenspanning af wanneer de
banden koud zijn. De bandenspanning
varieert naargelang de bandentemperatuur,
laat daarom de auto gedurende ongeveer
1 uur staan of rijd er enkel 1,6 km of
minder mee alvorens de bandenspanning
af te stellen. Wanneer de bandenspanning
bij warme banden wordt afgesteld op de
koude bandendruk, bestaat de kans dat
het TPMS waarschuwingslampje/zoemer
aan gaat nadat de banden zijn afgekoeld
en dat de druk tot beneden de specifi catie
terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS
waarschuwingslampje dat brandt
doordat de bandenspanning bij
een lage omgevingstemperatuur is
teruggevallen blijft branden als de
omgevingstemperatuur omhoog gaat. In
dit geval zal het eveneens noodzakelijk
zijn de bandenspanning af te stellen. Als
het TPMS waarschuwingslampje gaat
branden als gevolg van een terugval in
de bandenspanning, de bandenspanning
controleren en afstellen.
Banden verliezen na verloop van tijd
vanzelf lucht en het TPMS systeem
kan niet het verschil aantonen of de
banden na verloop van tijd vanzelf zacht
geworden zijn of dat er sprake is van
een lekke band. Wanneer u echter één
zachte band in een set van vier aantreft,
wijst dit op een probleem; iemand anders
dient dan langzaam met de auto vooruit
te rijden zodat u de zachte band kunt
inspecteren op inkervingen en metalen
voorwerpen die vanuit het profi el of de
zijwand naar buiten steken. Breng enkele
druppels water aan op het ventiel om te
zien of er luchtbelletjes verschijnen die
wijzen op een defect ventiel. Lekkages
moeten grondiger aangepakt worden
dan het enkel opnieuw oppompen van
de defecte band aangezien lekkages
gevaarlijk zijn - breng de auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 671-680 681-690 691-700 701-710 ... 750 next >