MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 721 of 741

9–15
Technische gegevens
Technische gegevens
Winterband
Bandenmaat Bandenspanning
Maximaal 3 personen —Volledige belasting
205/60R16
*1 MS Voor 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 280 kPa (2,8 bar, 41 psi)
Achter 270 kPa (2,7 bar, 39 psi) 320 kPa (3,2 bar, 46 psi) *3 ,
340 kPa (3,4 bar, 49 psi) *4
215/45R18 *2 MS Voor 240 kPa (2,4 bar, 35 psi) 280 kPa (2,8 bar, 41 psi)
Achter 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)
Gewicht van 1 persoon: Ongeveer 75 kg
*1 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 92Q/92S/92H/92V
*2 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 89Q/89S/89H/89V/89W
*3 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 92Q/92S
*4 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 92H/92V
Aantrekkoppel van wielmoeren
Haal bij het monteren van een band de wielmoeren met het onderstaande koppel aan.
108—147 N•m (12—14 kgf•m)
Zekeringen
Zie Zekeringen op pagina 6-68 .
Remmen
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur, als u
informatie nodig heeft betreffende de slijtagelimiet-specifi caties voor de remschijfplaten en
de meetmethode. De informatie is vrij beschikbaar gesteld.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 722 of 741

9–16
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Gebruikersinstellingen
De volgende gebruikersinstellingen kunnen ingesteld of gewijzigd worden door een offi ciële
Mazda reparateur. Raadpleeg een offi ciële Mazda reparateur voor details.
Sommige van de gebruikersinstellingen kunnen ook door de klant gewijzigd worden,
afhankelijk van de instelling.
Gebruikersinstellingen die gewijzigd kunnen worden verschillen afhankelijk van de
bestemming en de specifi catie.
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van het middendisplayscherm.
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van de schakelaars van het
voertuig.
Instellingen kunnen gewijzigd worden door een offi ciële Mazda reparateur.
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Veiligheid
Stadsverkeer-
remassistent
(SCBS)
Zie
Stadsverkeer-
remassistent
(SCBS) op
pagina 4-155 . Het systeem kan zodanig
gewijzigd worden
dat de Stadsverkeer-
remassistent (SCBS) niet
functioneert.
*1
Aan Aan/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 .
Zie Stopzetten
van de werking
van de
stadsverkeer-
remassistent
(SCBS) op
pagina 4-160 .

Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS)
Zie Smart
Brake Support
remhulpsysteem
(SBS) op pagina
4-161 .
Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat
het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
niet functioneert.
*1
Aan Aan/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
De afstand waarbij de
botsingwaarschuwing wordt
geactiveerd kan worden
veranderd.
Vlakbij Vlakbij/
Ver Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Het volume van de
botsingwaarschuwing kan
veranderd worden. Hoog Hoog/
Laag/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 723 of 741

9–17
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Veiligheid
Rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem
(LDWS)
Zie
Rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem
(LDWS) op pagina
4-121 .
Het waarschuwingsgeluid
voor het
rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem (LDWS)
kan veranderd worden.
*2
Ribbel Pieptoon/
Ribbel Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Het volume van het
waarschuwingsgeluid
voor het
rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem
(LDWS) kan veranderd
worden. Ribbel Laag Hoog/
Midden/
Laag Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Pieptoon Laag Hoog/
Laag Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
De gevoeligheid van de
waarschuwing voor het
rijstrookafwijkingwaarschu-
wingssysteem (LDWS) kan
veranderd worden.
Medium Vaak/
Medium/
Zeldzam Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Het tijdstip van de
waarschuwing waarop het
rijstrookafwijkingwaarschu-
wingssysteem (LDWS) bepaalt
dat de auto van zijn rijstrook
afwijkt kan veranderd worden.
Adaptief Adaptief/
Vroeg/
Medium/
Laat Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Rijbaanverandering-
controlesysteem
(RVM)
Zie
Rijbaanverandering-
controlesysteem
(RVM) op pagina
4-128 .
Het volume van de RVM
waarschu-wingszoemer kan
veranderd worden. Hoog Hoog/
Laag/
Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Afstandherkenning-
hulpsysteem (DRSS)
Zie
Afstandherkenning-
hulpsysteem (DRSS)
op pagina 4-135 .
Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat het
Afstandherkenninghulp-
systeem (DRSS) niet
functioneert.
*1
Aan Aan/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
De afstand waarbij de
voorliggend voertuig
indikator in de display
knippert kan gewijzigd
worden. Vlakbij Ver/
Medium/
Vlakbij Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 724 of 741

9–18
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Auto
Centrale
portiervergrendeling
Zie Automatische
vergrendel-/
ontgrendelfunctie
op pagina 3-20 .
Verandert de instelling
van de automatische
vergrendel-/
ontgrendelfunctie voor alle
portieren overeenkomstig
de rijsnelheid, de
stroomvoorzieningstoestand
van de auto en de stand van
de keuzehendel.
Dicht:
Rijden Open:
Contact aan
Dicht: uit
P-stand.
Open: In
P-stand/
Slot: Van de
parkeerstand
zetten/
Dicht:
Rijden Open:
Contact aan/
Vergrendelen:
Tijdens het
rijden/
Uit
Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . Zie Automatische
vergrendel-/
ontgrendelfunctie
op pagina 3-20 .
Afstandbediende
portiervergrendeling
Zie Afstandbediende
portiervergrendeling
op pagina 3-4 . De tijd die nodig
is om de portieren
automatisch opnieuw
te laten vergrendelen
nadat deze met de zender
zijn ontgrendeld kan
gewijzigd worden. 30 seconden
90 seconden/
60 seconden/
30 seconden Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Geavanceerd
afstandbediend
portierver-
grendelingssysteem
Zie Geavanceerde
afstandbediende
portierver-grendeling
op pagina 3-10 .
Het volume van
de antwoord-terug
pieptoon tijdens
het gebruik van
het geavanceerde
afstandbediende
portierver-
grendelingssysteem
kan veranderd
worden. Europese
modellen Uit
Hoog/
Medium/
Laag/
Uit
Zie
Instellingen
op pagina
5-73 .
Zie voor
Vergrendelen,
ontgrendelen met
de verzoek-
schakelaar (Met
geavanceerde
afstandbediende
portiervergrende-
lingsfunctie) op
pagina 3-16 .
Behalve
Europese
modellen Medium
De functie die de
portieren automatisch
vergrendelt wanneer u de
auto verlaat terwijl u de
sleutel bij u draagt kan
veranderd worden. Uit Aan/Uit
Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
De tijd die nodig
is om de portieren
automatisch opnieuw
te laten vergrendelen
nadat deze met de
verzoekschakelaar/
zender zijn ontgrendeld
kan gewijzigd worden. 30 seconden
90 seconden/
60 seconden/
30 seconden Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 725 of 741

9–19
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Auto
Instapverlichting
Zie
Instapverlichtings-
systeem op pagina
5-164 .
De tijd die nodig is
voor het automatisch
uitschakelen van de
interieurverlichting
kan gewijzigd worden
(voorkomt het uitgeput
raken van de accu
wanneer een portier open
staat/niet goed gesloten
is). 30 minuten
60 minuten/
30 minuten/
10 minuten Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
De tijd die nodig is
voor het automatisch
uitschakelen van de
interieurverlichting nadat
alle portieren gesloten
zijn kan gewijzigd
worden. 15 seconden
60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 seconden Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Automatische
ruitenwisser-
regeling
Zie
Voorruitenwissers
en ruitensproeier
op pagina 4-84 .
De regelfunctie van
de automatische
ruitenwisser kan
veranderd worden. Aan Aan/Uit
*3 Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Dagverlichting
Zie
Dagverlichting
op pagina 4-79 . De functie van de
dagverlichting kan
veranderd worden. Aan Aan/
Uit — —
Automatische
verlichtingsregeling
Zie Koplampen op
pagina 4-70 . Het aan/uit tijdstip van
de koplampverlichting
kan gewijzigd worden op
basis van de lichtheid/
donkerte van de
omgeving. Medium Licht/
Half licht/
Medium/
Half don./
Donker
Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Automatisch
koplampen uit *4
Zie Koplampen
op pagina 4-70 . De tijd die nodig is voor
het uitschakelen van de
koplampen nadat het
contact is uitgezet kan
gewijzigd worden. 30 seconden
120 seconden/ 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
Uit
*5
Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Koplampregel-
systeem (HBC)
Zie Koplampregel-
systeem (HBC) op
pagina 4-118 . De functie van het
koplampregelsysteem
(HBC) kan veranderd
worden.
*1
Aan Aan/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 726 of 741

9–20
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Auto Waarschuwing
voor niet-
uitgeschakelde
verlichting
*6
Zie
Waarschuwing
voor niet-
uitgeschakelde
verlichting op
pagina 7-54 .
Het volume van het
waarschuwingsalarm
voor niet-uitgeschakelde
verlichting kan gewijzigd
worden.
Hoog of Uit Hoog/
Laag/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Thuiskomstver-
lichtingsysteem
Zie
Thuiskomstver-
lichtingsysteem op
pagina 4-77 . De tijd die nodig is voor
het uitschakelen van de
koplampen nadat alle
portieren gesloten zijn
kan gewijzigd worden. 30 seconden 120 seconden/ 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
Uit — —
Vertrekverlichting-
systeem
Zie
Vertrekverlichting-
systeem op pagina
4-77 . De functie van het
vertrekverlichtingsysteem
kan gewijzigd worden.
Aan of Uit Aan/Uit — —
Richtingaanwijze-
rindikator
Zie
Richtingaanwijzers
en signalen voor
rijbaanverandering
op pagina 4-82 .
Het volumeniveau van
de pieptoon van de
richtingaanwijzerindikator
kan veranderd worden.
Hoog Hoog/
Laag Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Drie-knipperingen
richtingaanwijzer
Zie Drie-
knipperingen
richtingaanwijzer
op pagina 4-83 . De functie van de
drie-knipperingen
richtingaanwijzer kan
veranderd worden. Aan of Uit Aan/Uit Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Systeem Afstandeenheid De afstandeenheid kan
worden gewijzigd. mi of km mi/km Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 727 of 741

9–21
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Systeem Taal De displaytaal kan
gewijzigd worden. Engels
Engels/
Frans/
Duits/
Italiaans/
Spaans/
Russisch/
Portugees/
Nederlands/
Zweeds/
Deens/
Noors/
Fins/
Tsjechisch
*7 /
Slowaaks *7 /
Hongaars *7 /
Turks *7 /
Pools *7 /
Estlands *7 /
Letlands *7 /
Litouws *7 /
Grieks *7 /
Kroatisch *7 /
Bulgaars *7 /
Roemeens *7 /
Servisch *7 /
Hebreeuws *7 /
Arabisch *7 /
Maleisië *7 /
Thai *7 /
Indonesisch *7 /
Taiwanees *7
Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Temperatuureenheid De temperatuureenheid
kan worden gewijzigd. °C °F/°C Zie
Instellingen
op pagina
5-73 . —
Brandstof-
verbruik
Zie
Brandstof-
verbruik
op pagina
4-107 . Einddisplay Instelling kan zodanig
worden gewijzigd dat
de einddisplay van de
Brandstofverbruik wordt
getoond. Uit Aan/Uit
Zie
Brandstof-
verbruik
op pagina
4-107 .

Terugstelprocedure
brandstofverbruik
Instelling kan zodanig
worden gewijzigd dat
de terugstelling van
het brandstofverbruik
wordt gekoppeld aan
de terugstelling van de
dagteller. Uit Aan/Uit
Zie
Brandstof-
verbruik
op pagina
4-107 .

/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 728 of 741

9–22
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen Methode voor wijzigen
van instellingen
Actief
rijden
display
Zie
Actief
rijden
display
op pagina
4-43 .
Turn-by-turn
richtingaan-
wijzingen (TBT) Instelling kan zodanig
worden gewijzigd dat de
Turn-by-Turn (TBT) van
de actief rijden display
niet wordt getoond. Aan Aan/Uit Zie
Actief
rijden
display
op
pagina
4-43 . —
*1 Hoewel deze systemen kunnen worden uitgeschakeld, is dit tegenstrijdig met het doel van het systeem en het
wordt dan ook door Mazda aanbevolen deze systemen ingeschakeld te laten.
*2 Bij voertuigen met een andere audio-installatie dan het type met schermtoetsbediening, kan het
waarschuwingsgeluid niet veranderd worden. Het waarschuwingsgeluid is enkel een pieptoon.
*3 Als de automatische ruitenwisserregeling op Uit wordt gezet, verandert de stand van de ruitenwisserhendel
naar intervalwerking.
*4 Als de instelling gewijzigd wordt naar Uit, wordt al naargelang de stand van de koplampschakelaar de volgende
functie geactiveerd:
Bij stand : Nadat het contact is uitgezet worden de koplampen onmiddellijk uitgeschakeld. Bij elke andere stand dan : Nadat het contact is uitgezet worden de koplampen niet uitgeschakeld.
*5 Wanneer ingesteld op Uit, wordt de waarschuwing voor niet-uitgeschakelde verlichting geactiveerd.
*6 Koplampen-uit functie ingesteld op Uit. Zie Waarschuwing voor niet-uitgeschakelde verlichting op pagina 7-54 .
*7 Weergave alleen beschikbaar vanaf de middendisplay.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 729 of 741

10–1
10Index
 
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 730 of 741

10–2
Index
1
120 km/h waarschuwingszoemer ........ 7-59
A
Aanbevolen olie .................................. 6-23
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-117
AFS OFF indikatielampje ........... 4-117
AFS OFF schakelaar ................... 4-117
Accu .................................................... 6-41
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-43
Laden ............................................. 6-44
Onderhoudspunt ............................ 6-43
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-44
Accu is uitgeput .................................. 7-24
Starten met een hulpaccu .............. 7-24
Achterklep ........................................... 3-24
Achterruitensproeier ........................... 4-88
Achterruitenwisser .............................. 4-88
Achterruitverwarming ......................... 4-89
Achterruit ...................................... 4-89
Achterste kledinghaken ..................... 5-170
Achteruitkijkmonitor ......................... 4-185
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-193
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-192
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-189
Gebruik van de display................ 4-188
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-186
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-186
Weergavebereik op het scherm ... 4-187
Achterzitting ......................................... 2-9
Actief rijden display ............................ 4-43
Afmetingen ......................................... 9-10
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-135
Indikatie op display ..................... 4-136
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......... 4-149
Afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay........... 4-150
Hoofdindikatielampje van afstelbare
snelheidsbegrenzer (oranje) ........ 4-151
Indikatielampje van instelfunctie van
afstelbare snelheidsbegrenzer
(groen) ......................................... 4-151
Instellen van het systeem ............ 4-153
In-/uitschakelen van het systeem... 4-152
Tijdelijk annuleren van het
systeem ........................................ 4-154
Waarschuwingspieptoon
snelheidsbegrenzer ...................... 4-152
Airbagsystemen ................................... 2-46
Als de actief rijden display niet
functioneert ......................................... 7-62
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-36
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ....... 4-99
Anti-diefstal beveiligingssysteem (Met
inbraaksensor) ..................................... 3-51
Anti-diefstal beveiligingssysteem (Zonder
inbraaksensor) ..................................... 3-56
Anti-wielspin regeling (TCS) ........... 4-100
TCS/DSC indikatielampje ........... 4-101
Asbak ................................................ 5-171
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-76
Audio-uit toets ............................... 5-77
Zoektoets ....................................... 5-76
Audio-installatie .................................. 5-19
AUX/USB/iPod modus ................. 5-78
Antenne ......................................... 5-19
Audiobedieningsschakelaar........... 5-75
Audioset (Type A/Type B) ............ 5-34
Audioset (Type C/Type D) ............ 5-51
Bedieningstips voor
audio-installatie ............................. 5-20
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 681-690 691-700 701-710 711-720 721-730 731-740 741-750 next >