air condition MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 120 of 741

3–34
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Motoruitlaatgassen (Koolmonoxide)
WAARSCHUWING
Niet met uw auto rijden als u uitlaatgas binnen in de auto ruikt:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Dit gas bevat koolmonoxide (CO), dat kleurloos, geurloos
en giftig is. Bij inademing kan dit bewusteloosheid en verstikking veroorzaken. Als
u uitlaatgassen in de auto ruikt, alle ramen volledig openen en onmiddellijk contact
opnemen met een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien:
Het laten draaien van de motor in een afgesloten ruimte, zoals een garage, is gevaarlijk.
Uitlaatgas dat giftige koolmonoxide bevat kan gemakkelijk het interieur binnendringen.
Dit kan bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.
Open de ramen of stel de verwarming of de airconditioning af op aanvoer van verse
buitenlucht wanneer u de motor stationair laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de auto met gesloten ramen stilstaat en u de
motor gedurende langere tijd zelfs in een open ruimte laat draaien, bestaat de kans
dat uitlaatgas, dat giftige koolmonoxide bevat, het interieur binnendringt. Dit kan
bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.
Verwijder de sneeuw van de onderzijde en rondom uw auto, vooral rondom de uitlaat,
alvorens de motor te starten:
Het laten draaien van de motor wanneer de auto in diepe sneeuw geparkeerd staat
is gevaarlijk. De uitlaatpijp kan door de sneeuw geblokkeerd raken, waardoor het
uitlaatgas het interieur kan binnendringen. Aangezien uitlaatgas giftig koolmonoxide
bevat, kunnen de inzittenden van de auto bewusteloos of zelfs verstikt raken.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 146 of 741

3–60
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
Inrijden
Er is geen speciale inrijperiode
noodzakelijk. Echter het opvolgen van
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen
gedurende de eerste 1000 km, kan het
motorrendement, het brandstofverbruik
en de levensduur van de auto ten goede
komen.
 


 Voer het toerental van de motor niet te
hoog op.
 


 Rijd niet gedurende langere tijd met
dezelfde snelheid, snel of langzaam.
 


 Niet gedurende langere tijd constant met
volgas of met hoge motortoerentallen
rijden.
 


 Vermijd krachtig afremmen, behalve in
noodgevallen.
 


 Vermijd het starten bij volgas.



 Geen aanhanger trekken.
Brandstofbesparing en
milieubescherming
De manier waarop u uw Mazda
gebruikt bepaalt de afstand die u met
een volle tank kunt afl eggen. Volg
onderstaande suggesties om brandstof te
helpen besparen en de CO2-uitstoot te
verminderen.
 


 Laat de motor niet langdurig stationair
draaien om op te warmen. Begin te
rijden, zodra de motor soepel draait.
 


 Bespaar brandstof door snel accelereren
te vermijden.
 


 Rijd met lagere snelheden.



 Anticipeer bij het gebruik van de
remmen (vermijd plotseling afremmen).
 


 Houd u aan het schema van periodieke
onderhoudsbeurten (pagina 6-3 ) en laat
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur inspecties
en onderhoud uitvoeren.
 


 Gebruik de airconditioning uitsluitend
indien dit noodzakelijk is.
 


 Rijd langzaam tijdens het rijden op
slechte wegen.
 


 Zorg er voor dat de banden steeds de
voorgeschreven spanning hebben.
 


 Vervoer geen onnodig gewicht in de
auto mee.
 


 Laat uw voet tijdens het rijden niet op
het rempedaal rusten.
 


 Zorg er voor dat de wielen steeds correct
uitgelijnd zijn.
 


 Houd bij het rijden met hoge snelheden
de ramen gesloten.
 


 Neem snelheid terug bij het rijden met
sterke zijwind of tegenwind.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 178 of 741

4–14
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
 (SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G
2.0)
 Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
  Wanneer de startdrukknop vanuit ON
op ACC of OFF wordt gezet, gaat
het KEY indikatielampje (groen)
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen om aan te geven dat het
resterende batterijvermogen van de
sleutel laag is.
 Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
 Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-44 .

(Automatische transmissie) Als de motor wordt stopgezet
terwijl de keuzehendel in een andere
stand dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 182 of 741

4–18
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
De i-stop functie regelt voor een veilig en comfortabel gebruik van de auto automatisch
het stopzetten en opnieuw starten van de motor en controleert daarbij constant behalve
de functies die door de bestuurder worden bediend ook de omgeving binnen en buiten de
auto, alsmede de bedrijfstoestand ervan.
 
 De motor stopt automatisch wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:




 De motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden. De
i-stop functie werkt niet als niet eerst met de auto is gereden, ongeacht hoe lang de
motor stationair heeft gedraaid. Verder werkt de i-stop functie nadat enige tijd met de
auto is gereden en deze vervolgens wordt stopgezet (motor automatisch stopzetten
en opnieuw starten) slechts éénmaal terwijl de auto is stopgezet.
 


 De motor wordt gestart met de motorkap gesloten.



(SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0)
 De motor is voldoende warmgedraaid.



(Handgeschakelde versnellingsbak)
 De rijsnelheid is ongeveer 3 km/h of minder.
(Automatische transmissie)
 De auto wordt stopgezet.



 De accu is in goede toestand.



 De motorkap is gesloten.



 Alle portieren en de achterklep/het kofferdeksel zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



 De voorruitontwasemingsschakelaar is uit.



(Automatische airconditioning met tweevoudige werkingszone)
 De temperatuurinstelknop voor de airconditioning is ingesteld op een andere stand
dan maximale verwarming/maximale koeling (A/C ON).
 


(Automatische airconditioning met tweevoudige werkingszone)
 De interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor het
klimaatregelsysteem is ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
 


(Europees model)
 Bij het rijden op hoogten van 1800 meter of minder.
(Behalve Europees model)
 Bij het rijden op hoogten van 1500 meter of minder.



 Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt of knippert niet.



 Het afstandbediend portiervergrendelingssysteem werkt normaal.



 Het rempedaal wordt met voldoende kracht ingetrapt (vacuümniveau van
remsysteem is voldoende.)
 


 Het stuurwiel wordt niet gedraaid.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 185 of 741

4–21
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  Als één van de volgende handelingen wordt uitgevoerd nadat de motor automatisch is
stopgezet (de keuzehendel is in de neutraalstand bij voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak), wordt de motor automatisch opnieuw gestart, alhoewel het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt (handgeschakelde versnellingsbak) of het
rempedaal niet wordt losgelaten (automatische transmissie) . Als bij voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak de keuzehendel in een andere stand staat dan de
neutraalstand, zal de motor echter om veiligheidsredenen niet automatisch opnieuw
gestart worden.
 


 De i-stop OFF schakelaar wordt gedurende enkele seconden ingedrukt gehouden.



(Automatische airconditioning met tweevoudige werkingszone)
 De temperatuurinstelknop voor de airconditioning is ingesteld op maximale
verwarming/maximale koeling (A/C ON).
 


 De voorruitontwasemingsschakelaar is aan.



(Behalve Europees model)
 De bestuurder staat op het punt uit te stappen (de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en een van de portieren of de achterklep/het
kofferdeksel wordt geopend).
 


 Het rempedaal wordt op een helling een weinig losgelaten en de auto begint in
beweging te komen.
 (Automatische transmissie)




 Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de keuzehendel in de stand D/M staat (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling).
 


 De keuzehendel wordt verplaatst naar de stand R.



 De keuzehendel wordt vanuit de stand N of P naar de stand D/M verplaatst (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling).
 


 Het stuurwiel wordt gedraaid terwijl de keuzehendel in de stand D/M staat (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling).
 


 De keuzehendel is in de stand M, blokkeermodus voor tweede versnelling.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 186 of 741

4–22
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  Als één van de volgende gevallen zich voordoen nadat de motor automatisch is
stopgezet (de keuzehendel is in de neutraalstand bij voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak), wordt de motor automatisch opnieuw gestart, alhoewel het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt (handgeschakelde versnellingsbak) of het
rempedaal niet wordt losgelaten (automatische transmissie). Als bij voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak de keuzehendel in een andere stand staat dan de
neutraalstand, zal de motor echter om veiligheidsredenen niet automatisch opnieuw
gestart worden.
 


(Automatische airconditioning met tweevoudige werkingszone)
 Er is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de temperatuur die voor
het klimaatregelsysteem is ingesteld.
 


 Er zijn twee minuten verstreken sinds de i-stop functie in werking is gesteld.



 De accu is uitgeput. 

 In een van de volgende gevallen is het mogelijk dat de tijdsduur dat de motor
automatisch wordt stopgezet korter is of dat de tijd die nodig is voordat i-stop opnieuw
functioneert langer is.
 


 De omgevingstemperatuur is hoog of laag.



 De accu is uitgeput.



 Het stroomverbruik van de uitrustingsonderdelen van de auto is hoog. 

 De i-stop functie werkt niet wanneer de omgevingstemperatuur buitengewoon hoog of
laag is.
  Het is mogelijk dat de motor gedurende korte tijd niet automatisch wordt
stopgezet nadat de accukabels opnieuw zijn aangesloten nadat deze tijdelijk
werden losgekoppeld. Bovendien dient als de accu is vervangen het i-stop systeem
teruggesteld en gecontroleerd te worden om er zeker van te zijn dat dit correct
functioneert. Raadpleeg voor het vervangen van de accu een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 191 of 741

4–27
Tijdens het rijden
Motor start/stop
i-stop indikatielampje (groen)
Wanneer het lampje brandt
Dit lampje gaat branden terwijl de i-stop functie bedrijfsklaar of in werking is en de motor
automatisch is stopgezet. Het lampje gaat uit wanneer de motor automatisch opnieuw gestart
wordt.
Wanneer het lampje knippert
 




 Als zich één van de volgende omstandigheden voordoet gaat het lampje tweemaal per
seconde knipperen als veiligheidsmaatregel om de bestuurder te waarschuwen.
 

 
(Europees model)
 Het lampje knippert wanneer het bestuurdersportier wordt geopend en gaat uit nadat het
portier is gesloten.
 

 
(Handgeschakelde versnellingsbak)
 Het lampje knippert wanneer de keuzehendel in een andere stand dan de neutraalstand
wordt gezet zonder het intrappen van het koppelingspedaal en gaat uit nadat de
schakelhendel in de neutraalstand gezet is.
 


(Europees model)
 Als zich één van de volgende omstandigheden voordoet, gaat het lampje eenmaal per
seconde knipperen gedurende een periode van ongeveer drie seconden om de bestuurder
te informeren dat de motor op het punt staat automatisch opnieuw gestart te worden en
vervolgens gaat het lampje uit nadat de motor opnieuw gestart is.
 (Automatische airconditioning met tweevoudige werkingszone)



 
 De temperatuurinstelknop voor het klimaatregelsysteem aan de bestuurderszijde is
ingesteld op de maximale hoogste of laagste stand.
 

 
 Er is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de ingestelde temperatuur op
het klimaatregelsysteem.
 

 
 De voorruitontwasemingsschakelaar is aan.


 
 Er zijn twee minuten verstreken sinds de i-stop functie in werking is gesteld.


 
 De accu is uitgeput.




(Behalve Europees model)
 Dit lampje knippert eenmaal per seconde als het rempedaal niet met voldoende kracht
wordt ingetrapt. Er kunnen gevallen zijn waarbij u het rempedaal niet met voldoende
kracht hebt ingetrapt. Trap in dit geval het rempedaal wat krachtiger in.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 253 of 741

*Bepaalde modellen.4–89
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Koplampsproeier *
De motor dient gestart te zijn en de
koplampen dienen ingeschakeld te zijn.
De koplampsproeiers werken automatisch
eenmaal elke vijfde keer dat de
voorruitensproeier geactiveerd wordt.
Als u de koplampsproeiers wilt gebruiken,
de ruitenwisserhendel tweemaal naar u toe
trekken.
Ruitensproeier UIT
OPMERKING
Als er lucht in de
koplampsproeiervloeistofl eiding
aanwezig is, bijvoorbeeld in gevallen
wanneer de auto pas nieuw is of nadat
een leeg sproeiervloeistofreservoir
opnieuw met sproeiervloeistof gevuld
is, zal wanneer de ruitenwisserhendel
bediend wordt geen sproeiervloeistof
gesproeid worden. Volg in dit geval
onderstaande procedure:
1. Start de motor.
2. Schakel de koplampen in.
3. Trek de ruitenwisserhendel herhaalde
malen tweemaal naar u toe totdat de
sproeiervloeistof naar buiten sproeit.
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van wasem.
Voor gebruik van de achterruitverwarming
moet het contact op ON staan.
Druk op de schakelaar om de
achterruitverwarming in te schakelen.
De achterruitverwarming functioneert
gedurende ongeveer 15 minuten en wordt
dan automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de achterruitverwarming in
werking is brandt het indikatielampje.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
achterruitverwarming uit te schakelen
alvorens de 15 minuten zijn verstreken.
Handbediende airconditioning
Indikatielampje
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 254 of 741

*Bepaalde modellen.4–90
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Automatische airconditioning
Indikatielampje
Automatische airconditioning met
tweevoudige werkingszone
Indikatielampje
OPGELET
Gebruik nooit scherpe voorwerpen
of ruitreinigingsmiddelen die
schuurmiddelen bevatten om de
binnenzijde van de achterruit te
reinigen. Dit om beschadiging van
de verwarmingsdraden in de ruit te
voorkomen.
OPMERKING
Deze achterruitverwarming is niet
bestemd voor het doen smelten
van sneeuw. Als sneeuw zich op
de achterruit heeft opgehoopt,
deze eerst verwijderen alvorens de
achterruitverwarming te gebruiken.
Spiegelverwarming *
Voor het inschakelen van de
spiegelverwarmingen, het
contact op ON zetten en de
achterruitverwarmingsschakelaar
indrukken (pagina 4-89 ).
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 268 of 741

*Bepaalde modellen.4–104
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP *
Bij conventionele voertuigen komt de kinetische energie die gegenereerd wordt wanneer het
voertuig snelheid mindert door het in werking stellen van de remmen of tijdens afremmen
op de motor als hitte vrij. Door deze vrijkomende kinetische energie om te zetten in
elektriciteit en deze te gebruiken voor de aandrijving van de apparatuur en accessoires van
het voertuig zoals de airconditioning en de audio-installatie, kan het brandstofverbruik
teruggebracht worden. Mazda's systeem voor het genereren van elektriciteit uit deze
kinetische energie wordt het Regeneratief Remsysteem (i-ELOOP) genoemd.
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Accelerator UIT
Accelerator AANEnergieregeneratie
LadenAccu
Accu
Elektrische
stroom
Elektrische
stroom
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Motor
Variabele
spanning
dynamo
Variabele
spanning
dynamo Motor
Band BandCondensator
CondensatorDC-DC omzetter
DC-DC omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >