display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 16 of 741

1–4
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met links stuur)
Interieuruitrusting (Aanzicht B)
 SRS airbags ........................................................................................................ pagina 2-46

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-43

Klimaatregelsysteem ............................................................................................ pagina 5-2

Achterruitverwarmingsschakelaar ..................................................................... pagina 4-89

Audio-installatie ................................................................................................. pagina 5-19

DVD/CD speler .................................................................................................. pagina 5-19

Stekkerbussen voor accessoires ....................................................................... pagina 5-165

Ingangsaansluiting voor externe apparatuur ...................................................... pagina 5-78

Commanderschakelaar ....................................................................................... pagina 5-51

Transmissies ..............................................................................................pagina 4-53 , 4-56

Zekeringenblok (Linkerzijde) ............................................................................ pagina 6-68
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 20 of 741

1–8
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met rechts stuur)
Interieuruitrusting (Aanzicht B)
 SRS airbags ........................................................................................................ pagina 2-46

Audio-installatie ................................................................................................. pagina 5-19

Klimaatregelsysteem ............................................................................................ pagina 5-2

Achterruitverwarmingsschakelaar ..................................................................... pagina 4-89

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-43

DVD/CD speler .................................................................................................. pagina 5-19

Stekkerbussen voor accessoires ....................................................................... pagina 5-165

Ingangsaansluiting voor externe apparatuur ...................................................... pagina 5-78

Commanderschakelaar ....................................................................................... pagina 5-51

Transmissies ..............................................................................................pagina 4-53 , 4-56

Zekeringenblok (Linkerzijde) ............................................................................ pagina 6-68
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 165 of 741

*Bepaalde modellen.4–1
4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen

Motor start/stop................................... 4-4
Contactschakelaar .......................... 4-4
Starten van de motor ...................... 4-6
Stopzetten van de motor ............... 4-13
i-stop
* ........................................... 4-15
Instrumentengroep en display ......... 4-28
Meters en tellers ........................... 4-28
Multi-informatiedisplay
* .............. 4-37
Actief rijden display*.................... 4-43
Waarschuwings/
indikatielampjes ........................... 4-46
Transmissie ........................................ 4-53
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ............................ 4-53
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............. 4-56
Schakelaars en regelaars .................. 4-70
Lichtschakelaar ............................ 4-70
Voormistlichten
* ........................... 4-79
Achtermistlicht*............................ 4-80
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering ....................... 4-82
Voorruitenwissers en
ruitensproeier ............................... 4-84
Achterruitenwisser en
ruitensproeier
* .............................. 4-88
Koplampsproeier* ......................... 4-89
Achterruitverwarming ................. 4-89
Claxon .......................................... 4-91
Waarschuwingsknipperlichten ...... 4-91 Remmen ............................................. 4-93
Remsysteem ................................. 4-93
Noodstopsignaalsysteem .............. 4-96
Hellingwegrijsysteem (HLA)* ...... 4-97
ABS/TCS/DSC ................................... 4-99
Anti-blokkeer remsysteem
(ABS) ........................................... 4-99
Anti-wielspin regeling (TCS)* .... 4-100
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC)
* ........................................ 4-101
i-ELOOP .......................................... 4-104
i-ELOOP
* ................................... 4-104
Brandstofverbruikmonitor ............. 4-107
Brandstofverbruikmonitor
* ........ 4-107
Stuurbekrachtiging ......................... 4-113
Stuurbekrachtiging ..................... 4-113
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 179 of 741

*Bepaalde modellen.4–15
Tijdens het rijden
Motor start/stop
i-stop *
De i-stop (stationair-stop) functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een
verkeerslicht stil staat of in een fi le komt vast te zitten nadat de motor is opgewarmd
(SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0) of in andere gevallen waarbij de motor niet koud
is (SKYACTIV-D 2.2) en start vervolgens de motor automatisch opnieuw om het rijden te
hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd brandstofverbruik, minder uitstoot van
uitlaatgassen en doet het geluid van het stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is
stopgezet.
De bestuurder wordt op de hoogte gesteld van een defect in het systeem of de
bedrijfstoestand door middel van het i-stop waarschuwingslampje (oranje), i-stop
indikatielampje (groen), i-stop waarschuwingspieptoon en de bedrijfstoestanddisplay.
Motor stopzetten en opnieuw starten functies
(Handgeschakelde versnellingsbak)
1 . (Behalve Europees model)
Wanneer tijdens het rijden aan de i-stop voorwaarden wordt voldaan gaat het i-stop
indikatielampje (groen) branden.
2. Trap het rempedaal in en vervolgens het koppelingspedaal en breng de auto volledig tot
stilstand.
3. Nadat de auto tot stilstand is gebracht, de keuzehendel in de neutraalstand zetten en
het koppelingspedaal intrappen. De motor wordt automatisch stopgezet nadat het
koppelingspedaal is losgelaten. Terwijl de i-stop functie in werking is, brandt het i-stop
indikatielampje (groen) ook.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 192 of 741

4–28
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Meters en tellers
Type A
Type B
Type C
Stuurwielschakelaar
(Digitaal type snelheidsmeter)
(Analoog type snelheidsmeter (Met toerenteller))
(Analoog type snelheidsmeter (Zonder toerenteller))
Bepaalde modellen.
Instrumentengroep
 Snelheidsmeter ................................................................................................... pagina 4-29

Kilometerteller, dagteller en dagtellerkeuzeschakelaar ..................................... pagina 4-29

Toerenteller ........................................................................................................ pagina 4-31

Brandstofmeter ................................................................................................... pagina 4-31

Instrumentenpaneelverlichting ........................................................................... pagina 4-32

Buitentemperatuurdisplay .................................................................................. pagina 4-33

Display van ingestelde rijsnelheid van kruissnelheidsregelaar .......................... pagina 4-34

Multi-informatiedisplay ..................................................................................... pagina 4-37

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-43
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 193 of 741

*Bepaalde modellen.4–29
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
 Boordcomputer en INFO schakelaar.................................................................. pagina 4-34

Snelheidseenheidkeuzeschakelaar ..................................................................... pagina 4-29
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
de auto aan.
Snelheidseenheidkeuzeschakelaar
(Type A instrumentengroep) *
In bepaalde landen kan het noodzakelijk
zijn de snelheidseenheden te veranderen
van km/h naar mph (mijlen per uur).
Houd de snelheidseenheidkeuzeschakelaar
gedurende 1,5 seconden of langer
ingedrukt.
De snelheidseenheden voor de
snelheidsmeter zullen veranderen van
km/h naar mph (mijlen per uur).
Snelheidsmeter
Snelheidseenheidkeuzeschakelaar
Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar
Door het indrukken van de
keuzeschakelaar kan de displayaanduiding
beurtelings veranderd worden van
kilometerteller naar dagteller A naar
dagteller B en vervolgens terug naar
kilometerteller wanneer een van deze
wordt getoond. De gekozen functie zal dan
op de display worden aangegeven.Type A/Type B
Druk op de
keuzeschakelaar
Druk op de
keuzeschakelaar
Druk op de
keuzeschakelaar
Kilometerteller
Dagteller A
Dagteller B
Type C
Druk op de
keuzeschakelaar
Druk op de
keuzeschakelaar
Druk op de
keuzeschakelaar
Kilometerteller
Dagteller A
Dagteller B
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 194 of 741

4–30
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
Wanneer het contact op ACC of uit
gezet wordt, kunnen de kilometerteller
of dagtellers niet getoond worden,
echter in de volgende gevallen kunnen
gedurende een periode van ongeveer
10 minuten door het indrukken van de
keuzeschakelaar de dagtellers onbedoeld
overgeschakeld of op nul teruggesteld
worden:
 
 Nadat het contact vanuit ON op uit is
gezet.
  Nadat het bestuurdersportier geopend
is.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De dagteller registreert de totale afgelegde
afstand van twee ritten. De ene rit wordt
geregistreerd in dagteller A en de andere in
dagteller B.
Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.
Wanneer dagteller A wordt gekozen, zal
wanneer de keuzeschakelaar binnen één
seconde opnieuw wordt ingedrukt naar
dagteller B overgeschakeld worden.
Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B. De dagteller registreert de totale door
de auto afgelegde afstand, totdat de
meter weer op nul teruggesteld wordt.
Zet de meter terug op “0.0” door de
keuzeschakelaar één seconde of langer
ingedrukt te houden. Gebruik deze meter
voor het meten van reisafstanden en voor
het berekenen van het brandstofverbruik.
OPMERKING
 (Voertuigen met type C/type D
audio)
 Als de brandstofverbruikgegevens
worden teruggesteld met behulp
van de brandstofverbruikmonitor,
of dagteller A wordt teruggesteld
met behulp van de dagteller
wanneer de functie die de
brandstofverbruikmonitor
aan de dagteller koppelt is
ingeschakeld, worden de
brandstofverbruikgegevens en
dagteller A gelijktijdig teruggesteld.
 Zie Brandstofverbruikmonitor op
pagina 4-107 .

 Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
  De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
 


 De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
 


 De gereden afstand 9.999,9 km
overschrijdt.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 195 of 741

*Bepaalde modellen.4–31
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Toerenteller *
De toerenteller geeft het motortoerental
in duizenden omwentelingen per minuut
(omw/min) aan.
OPGELET
Laat de motor niet met de naald van
de toerentalmeter in de RODE ZONE
draaien.
Dit kan ernstige motorschade tot gevolg
hebben.
Type A
*1Het bereik varieert afhankelijk van het
type meter.*1
Gestreepte
zone
*1
Rode
zone
Type B
*1Het bereik varieert afhankelijk van het
type meter.*1
Gestreepte zone
*1
Rode zone
OPMERKING
Wanneer de naald van de toerenteller in
de GESTREEPTE ZONE komt, toont
dit de bestuurder dat de versnelling
overgeschakeld moeten worden alvorens
de naald in de RODE ZONE komt.
Brandstofmeter (Zonder multi-
informatiedisplay)
De brandstofmeter geeft bij benadering de
in de brandstoftank resterende hoeveelheid
brandstof aan wanneer het contact op ON
wordt gezet. Het wordt aanbevolen de tank
voor meer dan 1/4 gevuld te houden.
Digitaal type snelheidsmeter/
Type A instrumentengroep/Type B
instrumentengroep
Vo l
1/4 Vol
Type C
Vo l
1/4 Vol
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 196 of 741

4–32
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Als het waarschuwingslampje voor
laag brandstofpeil gaat branden of het
brandstofpeil erg laag is, de tank zo
spoedig mogelijk bijvullen.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-46 .
OPMERKING

 Na het bijtanken van brandstof
kan het enige tijd duren voordat de
indikator stabiel wordt. Bovendien
kan bij het rijden op hellingen of
in bochten de indikator afwijken
als gevolg van de beweging van de
brandstof in de tank.
  De display die een kwart of minder
resterende brandstof aangeeft heeft
meer segmenten om het resterende
brandstofniveau in groter detail te
tonen.
  De richting van de pijl () geeft aan
dat de afsluitklep van de
brandstofvuldop zich aan de
linkerzijde van de auto bevindt.
(SKYACTIV-D 2.2)
Als de motor onregelmatig gaat draaien
of afslaat als gevolg van een laag
brandstofniveau, zo spoedig mogelijk
bijtanken en tenminste 10 liter brandstof
bijvullen.
Instrumentenpaneelverlichting
Wanneer de verlichtingsschakelaar naar de
stand
of gedraaid wordt terwijl het
contact op ON staat, wordt de helderheid
van de instrumentenpaneelverlichting
gedimd.
De helderheid van het instrumentenpaneel
en de instrumentenpaneelverlichtingen
kunnen afgesteld worden door het draaien
van de knop.
 


 Door de knop naar links te draaien,
neemt de helderheid af. Wanneer de
knop naar de maximale dimstand is
gedraaid, klinkt er een pieptoon.
 


 Door de knop naar rechts te draaien,
neemt de helderheid toe.
Gedimd
Helder
Functie voor uitschakelen van de
verlichtingsdimmer
Wanneer de verlichtingsschakelaar in de
stand
of staat terwijl het contact op
ON staat, kan de verlichtingsdimmer
uitgeschakeld worden door de knop naar
rechts te draaien totdat er een pieptoon
klinkt. Als de zichtbaarheid van de
instrumentengroep als gevolg van
lichtinval van buiten is verminderd, de
verlichtingsdimmer uitschakelen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 197 of 741

*Bepaalde modellen.4–33
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING

 Als de verlichtingsschakelaar naar de
stand
of gedraaid wordt
terwijl de verlichtingsdimmer is
uitgeschakeld, kan de
instrumentengroep niet gedimd
worden.
  Wanneer de verlichtingsdimmer
wordt uitgeschakeld, schakelt het
scherm in de middendisplay over
naar de constante weergave van het
dagscherm.
Buitentemperatuurdisplay (Zonder
multi-informatiedisplay)*
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
wordt de buitentemperatuur getoond.
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden kan
de getoonde buitentemperatuur afwijken
van de werkelijke buitentemperatuur,
afhankelijk van de directe omgeving en
de omstandigheden waarin de auto zich
bevindt:
 


 Beduidend lage of hoge
temperaturen.
 


 Plotselinge veranderingen in
buitentemperatuur.
 


 De auto staat geparkeerd.



 Tijdens het rijden met lage
snelheden.
De buitentemperatuureenheid kan
worden overgeschakeld tussen Celsius en
Fahrenheit aan de hand van de volgende
procedure.
1. Druk terwijl het contact uit staat
op de INFO toets en blijf de
INFO toets gedurende tenminste
5 seconden ingedrukt houden
terwijl u het contact op ON zet.
De buitentemperatuurdisplay gaat
knipperen.
2. Druk op het omnoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar om
de eenheid van de buitentemperatuur te
veranderen.
3. Houd terwijl de
buitentemperatuurdisplay knippert
de INFO toets gedurende tenminste
3 seconden ingedrukt. De
buitentemperatuurdisplay gaat branden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 150 next >