display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 521 of 819

5–95
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Weergave
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het Amusementscherm.
2. Selecteer
of om over te schakelen naar de USB modus. De volgende
pictogrammen worden getoond op het onderste gedeelte van de middendisplay.
Pictogram Functie
Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.
De lijst met categorieën wordt getoond.
De huidige sporenlijst wordt getoond.
Selecteer een gewenst spoor om dit af te spelen.
Speelt het huidige spoor bij herhaling af.
Selecteer dit nogmaals om de sporen in de huidige sporenlijst bij herhaling af te spelen.
Wanneer dit nogmaals wordt geselecteerd, wordt de functie geannuleerd.
Sporen in de huidige sporenlijst worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Selecteer het muziekstuk nogmaals om dit te annuleren.
Start met de weergave van een spoor dat soortgelijk is aan het huidige spoor met behulp van
Gracenote's More Like This™.
Selecteer voor het annuleren van More Like This™ het gewenste muziekstuk uit de
categorielijst.
Als dit binnen enkele seconden vanaf het begin van een muziekstuk dat met afspelen is
begonnen wordt geselecteerd, wordt het eerdere muziekstuk geselecteerd.
Als meer dan een paar seconden zijn verstreken, wordt het muziekstuk dat op het huidige
moment wordt afgespeeld opnieuw vanaf het begin afgespeeld.
Lang indrukken voor snelterugspoelen. Deze stopt wanneer u uw hand van het pictogram of
de commanderknop wegneemt.
Spoor wordt afgespeeld. Wanneer dit opnieuw wordt geselecteerd, wordt de weergave
tijdelijk stopgezet.
Gaat verder naar het begin van het volgende muziekstuk.
Lang indrukken voor snelvooruitspoelen.
Toont de geluidsinstellingen voor het afstellen van het audiokwaliteitsniveau.
Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-58 .


Page 527 of 819

5–101
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ®*
Beschrijving van Bluetooth ® handsfree
Wanneer Bluetooth
® apparatuur (mobiele telefoon) op de Bluetooth ® eenheid van de
auto wordt aangesloten via draadloze verbinding, is het mogelijk telefoongesprekken te
voeren of te ontvangen met behulp van de sprekentoets, opneemtoets, ophangtoets op de
audiobedieningsschakelaar of door bediening van de middendisplay. Als bijvoorbeeld de
apparatuur (mobiele telefoon) zich in uw jaszak bevindt, kunt u bellen zonder de apparatuur
(mobiele telefoon) uit uw zak te hoeven nemen en deze rechtstreeks te bedienen.
Beschrijving van Bluetooth
® audio
Wanneer draagbare audioapparatuur welke uitgerust is met de Bluetooth
®
communicatiefunctie met de auto wordt gepaard, kunt u via de luidsprekers van de auto
luisteren naar muziek welke op de gepaarde draagbare audioapparatuur is opgeslagen. Het
is niet nodig de draagbare audioapparatuur aan te sluiten op de ingangsaansluiting voor
externe apparatuur van de auto. Gebruik na het programmeren het audiobedieningspaneel
van de auto om audio af te spelen/stop te zetten.
OPMERKING
  Voor uw veiligheid kan apparatuur enkel gepaard worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt zal de paringprocedure beëindigd worden. Parkeer de
auto op een veilige plaats alvorens de apparatuur te paren.
  Het communicatiebereik van apparatuur welke met Bluetooth ® is uitgerust is ongeveer
10 m of minder.
  Ook al is Bluetooth ® niet aangesloten, is basisbediening van de audio-installatie
mogelijk door middel van spraakopdrachten.
  Om veiligheidsredenen is tijdens het rijden bediening van de middendisplay
uitgeschakeld. Echter items die niet in grijs worden getoond kunnen tijdens het rijden
bediend worden met behulp van de commanderschakelaar.


Page 529 of 819

5–103
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Microfoon (handsfree)
De microfoon wordt gebruikt voor het inspreken van spraakopdrachten of voor het houden
van een handsfree-telefoongesprek.
Sprekentoets, opneemtoets en ophangtoets (handsfree)
De basisfuncties van Bluetooth
® handsfree kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld
bellen of ophangen via het gebruik van de spreken-, opneem- en ophangtoetsen op het
stuurwiel.
Commanderschakelaar (Type C/Type D)
De commanderschakelaar wordt gebruikt voor afstelling van het volume en bediening van
de display. Kantel of draai de commanderknop voor het verplaatsen van de cursor. Druk op
de commanderknop voor het selecteren van het pictogram.
Afstelling van het volume
De aan/uit/volume regelknop van de audio-installatie
*1 of de volumeregelknop van de
commanderschakelaar*2 wordt gebruikt voor het afstellen van het volume. Draai de
regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.
*1 Type A/Type B
*2 Type C/Type D
OPMERKING
Als het volume lager is vergeleken met andere audiomodi, het volume aan de
apparatuurzijde verhogen.
(Type C/Type D)
Het gespreksvolume en het volume van de gesproken begeleiding en de beltoon kunnen elk
van te voren worden ingesteld.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het
Communicatiescherm.
2. Selecteer
.
3. Stel de
en de af met behulp van de schuifregelaar.


Page 536 of 819

5–110
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
1. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de menutoets (
) wordt
ingedrukt. Selecteer “ BT SETUP ”.
Ty p e A
*
*
Ty p e B
* * *
*
* De indicatie verandert afhankelijk van
de geselecteerde modus. 2. Draai de audioregelknop en kies de
gewenste modus.
Display Modus Functie
PAIR
DEVICE Paringmodus Paren van Bluetooth ®
audioapparatuur
LINK
CHANGE
Modus voor
verbindingswijziging Wijzigen van
de verbinding
naar Bluetooth
®
audioapparatuur
PAIR
DELETE Paring
verwijderen
modus Verwijderen van
de verbinding
naar Bluetooth
®
audioapparatuur
DEVICE
INFO
Weergavemodus
voor
apparatuurinformatie Weergeven van de
informatie van de
Bluetooth
® eenheid van
de auto
3. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Paren van Bluetooth
® audioapparatuur
Voordat Bluetooth
® audioapparatuur
beluisterd kan worden via de luidsprekers
van de auto, moet de apparatuur gepaard
worden met de Bluetooth
® eenheid van de
auto.
Maximaal zeven stuks apparatuur
waaronder Bluetooth
® audioapparatuur en
handsfree mobiele telefoons kunnen met
één auto gepaard worden.


Page 537 of 819

5–111
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Als Bluetooth ® audioapparatuur
reeds met de auto is gepaard als
een handsfree mobiele telefoon,
hoeft deze niet nogmaals gepaard
te worden wanneer de apparatuur
als Bluetooth
® audioapparatuur
gebruikt wordt. Omgekeerd hoeft de
apparatuur niet nogmaals gepaard te
worden als een handsfree mobiele
telefoon als deze reeds als Bluetooth
®
audioapparatuur gepaard is.   Registratie van apparatuur is
ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
Zie de bijbehorende gebruikershandleiding
voor de bediening van de Bluetooth
®
audioapparatuur zelf.
Bepaalde Bluetooth ® audioapparatuur
heeft PIN codes (vier cijfers).
Zie de gebruikershandleiding
van de audioapparatuur omdat de
paringsprocedure verschilt afhankelijk of
deze voorzien is van een PIN code of niet.
Paren van Bluetooth
® audioapparatuur
met een viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus “ PAIR
DEVICE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Nadat “ ENTER PIN ” gedurende
drie seconden op de audiodisplay is
getoond, wordt “ PIN 0000 ” getoond en
kan de PIN code worden ingevoerd. 3. Voer de PIN code van uw Bluetooth
®
audioapparatuur in door de
voorkeuzezendertoetsen 1 tot 4 in te
drukken terwijl “ PIN 0000 ” wordt
getoond.
Druk voorkeuzezendertoets 1 in voor
het invoeren van het eerste cijfer, 2
voor het tweede, 3 voor het derde en
4 voor het vierde. Als de PIN code
bijvoorbeeld “4213” zou zijn, de
voorkeuzezendertoets 1 viermaal (1, 2,
3, 4), toets 2 tweemaal (1, 2), toets 3
eenmaal (1) en toets 4 driemaal (1, 2, 3)
indrukken. Als de weergave van “ PIN
0000 ” verdwijnt alvorens de invoer van
de PIN code is voltooid, de procedure
vanaf stap 1 herhalen.
OPMERKING
Sommige apparatuur accepteert enkel
een bepaalde paringcode (gewoonlijk
“0000” of “1234”).
Zie de gebruikershandleiding van
uw mobiele telefoon en probeer deze
nummers indien nodig als paren niet kan
worden voltooid.
4. Druk terwijl de ingevoerde PIN code
wordt getoond de audioregelknop in.
“ PAIRING ” knippert op de display.
5. Bedien de Bluetooth
® audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl “ PAIRING ” knippert.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt

” en “ PAIR SUCCESS ” na ongeveer
10-30 seconden getoond, waarna
“ PAIR SUCCESS ” nog gedurende drie
seconden wordt getoond en de eenheid
vervolgens terugkeert naar de normale
display.


Page 538 of 819

5–112
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als het paren gefaald heeft, knippert
“ Err ” gedurende drie seconden.
  Het paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt “ PAIR DISABLE ”
getoond.
  Als zeven stuks Bluetooth ®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere paring
plaatsvinden en wordt “ MEMORY
FULL ” getoond. Voordat andere
apparatuur gepaard kan worden
dient één gepaard apparaat
verwijderd te worden.
Paren van Bluetooth
® audioapparatuur
zonder viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus “ PAIR
DEVICE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van de Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat “ ENTER
PIN ” gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt “ PIN
0000 ” getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
3. Druk terwijl “ PIN 0000 ” wordt getoond
de audioregelknop in.
“ PAIRING ” knippert op de
audiodisplay.
4. Bedien de Bluetooth
® audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl “ PAIRING ” knippert. 5. Voer “0000” in aangezien voor de
Bluetooth
® audioapparatuur een PIN
code vereist is.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt

” en “ PAIR SUCCESS ” na ongeveer
10-30 seconden getoond, waarna
“ PAIR SUCCESS ” nog gedurende drie
seconden wordt getoond en de eenheid
vervolgens terugkeert naar de normale
display.
OPMERKING
  Als paren niet kan worden voltooid,
in plaats hiervan “1234” proberen.
Zie de gebruikershandleiding van uw
mobiele apparatuur voor de juiste
PIN code.
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als het paren gefaald heeft, knippert
“ Err ” gedurende drie seconden.
  Het paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt “ PAIR DISABLE ”
getoond.
  Als zeven stuks Bluetooth ®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere paring
plaatsvinden en wordt “ MEMORY
FULL ” getoond. Voordat andere
apparatuur gepaard kan worden
dient één gepaard apparaat
verwijderd te worden.


Page 539 of 819

5–113
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth ® eenheid de laatst
gepaarde apparatuur. Als u andere gepaarde
apparatuur wilt verbinden, is het nodig de
verbinding te wijzigen. Na het wijzigen
van de verbinding blijft de volgorde van
prioriteit van de apparatuur behouden, ook
wanneer het contact wordt uitgezet.
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
verbindingswijzigingmodus “ LINK
CHANGE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de huidige verbonden
Bluetooth
® audioapparatuur wordt
getoond.
Als op dat moment geen Bluetooth
®
audioapparatuur is verbonden, wordt
de naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur getoond. 4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de naam van de
apparatuur die u wilt verbinden.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
5. Druk de audioregelknop in voor het
selecteren van de apparatuur die u wilt
verbinden.
Het “
” symbool verdwijnt en
“ PAIRING ” knippert in de
audiodisplay.
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ LINK CHANGE ”.


Page 540 of 819

5–114
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is gemaakt,
wordt het “
” symbool nogmaals
getoond, tezamen met “ LINK
CHANGED ”. “ LINK CHANGED ”
wordt gedurende drie seconden
getoond, vervolgens keert de normale
display terug.
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth® type audioapparatuur wilt
gebruiken dat reeds eerder met de
Bluetooth
® eenheid is gepaard, dient
de verbinding gewijzigd te worden
naar deze apparatuur.
  Als zich tijdens het verbinden
van apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie
seconden op de display en keert
de display terug naar “ LINK
CHANGE ”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie van
de apparatuur in de auto (niet in de
bagageruimte/kofferruimte of in een
metalen doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
  Het selecteren van apparatuur
is ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning. V e r i¿ ëren van de huidige verbonden
apparatuur
Schakel over naar de modus voor
verbindingswijziging. (Zie “Wijzigen
van de verbinding naar Bluetooth
®
audioapparatuur”)
De naam van de apparatuur die als eerste
wordt getoond is de apparatuur die op dat
moment is verbonden.
Wissen van een apparaat
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paring verwijderen
modus “ PAIR DELETE ” in de
“ BT SETUP ” modus. (Zie voor
bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gepaarde apparatuur
die u wilt verwijderen.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7


Page 541 of 819

5–115
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden.
Als enkel één stuks apparatuur is
gepaard, wordt enkel de naam van deze
apparatuur getoond.
5. Als een andere selectie dan
“ GO BACK ” is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“ SURE ? NO ” getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar “ SURE ?
YES ”.
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
-Rechtsom: “ SURE ? YES ” wordt op de
display getoond
-Linksom: “ SURE ? NO ” wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen apparatuur.
OPMERKING
Selecteer “ GO BACK ” en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de “ PAIR DELETE ” display.
8. Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt “ PAIR DELETED ” gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van de
gepaarde apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie seconden
op de display en keert de display terug
naar “ LINK DELETE ”.
Informatiedisplay van Bluetooth
®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
modus voor weergave van
paringapparatuurinformatie “ DEVICE
INFO ” in de “ BT SETUP ” modus. (Zie
voor bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth
® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
® eenheid die u wilt zien.
Apparatuurnaam
BT adres
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ DEVICE INFO ”.


Page 547 of 819

5–121
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Opnieuw leren van spraakherkenning
Als spraakherkenning leren reeds is
gebeurd.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Opnieuw
inspreken”
5. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
8. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken. Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende punten
in acht genomen te worden:
 


 Lees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op.
  (Bijvoorbeeld, “1234” moet opgelezen
worden als “eén, twee, drie, vier”, niet
“twaalf, vierendertig”.)
 


 Lees geen haakjes op. “ (” en
koppeltekens “-” worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.
B i j v .
“ (888) 555-1212” moet worden
uitgesproken als “Acht, acht, acht, vijf,
vijf, vijf, eén, twee, eén, twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help
OPMERKING
  De zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
  Nadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding “Spraakregistratie is
compleet” aangekondigd.


Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 180 next >