MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 819

2–3
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Rijd niet met beschadigde voorzittingen:
Rijden met beschadigde voorzittingen, zoals zitkussens die gescheurd of tot op
het urethaan beschadigd zijn, is gevaarlijk. De voorzittingen die belangrijke
airbagonderdelen bevatten kunnen door een botsing beschadigd worden, ook als het
een botsing is die voor het activeren van de airbags niet krachtig genoeg is. Bij een
eventuele volgende botsing zal een airbag mogelijk niet geactiveerd worden, hetgeen
tot letsel kan leiden. Laat na een botsing de voorzittingen, de voorspanners van de
veiligheidsgordels van de voorzittingen en de airbags altijd door een of¿ ciële Mazda
reparateur inspecteren.
Rijd niet met de rugleuningen van de voorzittingen in achterover geleunde positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of
bij plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig inwendig
letsel kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter op de
zitting plaatsnemen en rechtop zitten.
Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is
gevaarlijk omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel
bij een botsing niet de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met
mogelijk dodelijk letsel kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed
vergrendeld wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.
Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is
gevaarlijk. In het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze
voorwerpen naar voren geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen worden
en letsel kunnen oplopen.
Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij
plotseling afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan worden
en letsel kan veroorzaken.


Page 22 of 819

2–4
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Laat een passagier tijdens het rijden nooit op de neergeklapte rugleuning zitten of
staan:
Rijden met een passagier op de neergeklapte rugleuning is gevaarlijk. Het is vooral
gevaarlijk wanneer u tijdens het rijden een kind op de neergeklapte rugleuning
laat zitten. Tijdens plotseling stoppen of zelfs een kleine botsing, bestaat de kans
dat een kind dat niet op de juiste wijze van de zitting of van een kinderzitje en de
veiligheidsgordels gebruik maakt, naar voren of naar achteren of zelfs uit de auto
geslingerd wordt, hetgeen ernstig of zelfs dodelijk letsel kan veroorzaken. Het kind in de
bagageruimte zou tegen andere inzittenden geslingerd kunnen worden, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken.
Geef de autosleutels nooit aan kinderen en laat hen niet in de auto spelen (Sedan):
Spelen met de neerklapbare achterzittingen is gevaarlijk. Wanneer de rugleuningen
eenmaal terug rechtop geplaatst zijn, is het voor een kind dat zich in de kofferruimte
bevindt niet mogelijk op dezelfde manier naar buiten te komen als waarop het is binnen
gekomen. Als u kleine kinderen heeft, de rugleuningen vergrendeld laten.
Laat uw auto altijd vergrendeld achter en bewaar de autosleutels op een veilige plaats
buiten het bereik van kinderen (Sedan):
Het onvergrendeld achterlaten van uw auto of de sleutels binnen het bereik van
kinderen houden is gevaarlijk. Kinderen die via een niet-vergrendelde rugleuning
van de achterzitting of een open kofferdeksel in de kofferruimte kruipen kunnen per
ongeluk in de kofferruimte opgesloten raken. Dit kan dood of hersenbeschadiging als
gevolg van uitputting door hitte, vooral in de zomer, tot gevolg hebben. Vergrendel altijd
de portieren en de kofferruimte en houd als extra maatregel de rugleuningen van de
achterzitting vergrendeld, ook als u geen kinderen thuis heeft.


Page 23 of 819

2–5
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Wees voorzichtig tijdens het bedienen van een zitting uw handen of vingers niet in
de buurt van de bewegende delen van de zitting of op de zijbekleding te plaatsen om
letsel te voorkomen.
  Let erop bij het verschuiven van de zittingen dat er zich geen lading in het gedeelte
eromheen bevindt. Als de lading beklemd raakt, kan deze beschadigd worden.
 (Handbediende zittingafstelling) Let er op bij het naar voren en naar achteren schuiven van de zittingen of het
terugzetten van een achterover verstelde rugleuning in de rechtop stand, de rugleuning
tijdens de bediening met uw hand vast te houden. Als de rugleuning niet ondersteund
wordt, kan de zitting plotseling verschuiven en letsel veroorzaken.
OPMERKING
  Bij het terugplaatsen van een achterzitting in de oorspronkelijke positie, de
veiligheidsgordel in zijn normale positie plaatsen. Controleer of de veiligheidsgordel
uitgetrokken kan worden en oprolt.
 
(Elektrische zittingafstelling) De elektrische bediende afstelling van de zitting wordt door motoren geregeld. Laat
de motoren niet te lang achtereen werken, aangezien deze door overmatig gebruik
beschadigd kunnen raken.
 


 Om te voorkomen dat de accu uitgeput raakt, de elektrische afstelling niet gebruiken
wanneer de motor stopgezet is. De afsteller gebruikt een grote hoeveelheid
elektrische stroom.
 


 De schakelaar niet gebruiken voor het maken van meerdere afstellingen
tegelijkertijd.


Page 24 of 819

2–6
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Voorzitting
Gebruik van de zittingen
Elektrische
bediening
Lengteverstelling
(Handbediende zittingafstelling)
Om een zitting naar voren of naar achteren te verplaatsen, de hendel omhoog trekken, de
zitting in de gewenste stand schuiven en de hendel loslaten.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de zitting op zijn plaats
vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
(Elektrische zittingafstelling)
Voor het naar voren of naar achteren schuiven van de zitting, de zitpositie-schakelaar aan
de buitenzijde van de zitting naar voren of naar achteren schuiven en vasthouden. Laat de
schakelaar in de gewenste stand los.
Afstelling van de hoogte *
(Handbediende zittingafstelling)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de hendel omhoog of omlaag verplaatsen.
(Elektrische zittingafstelling)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de schakelaar omhoog of omlaag verplaatsen.


Page 25 of 819

2–7
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Rugleuningverstelling
(Handbediende zittingafstelling)
Om de hoek van de rugleuning te kunnen verstellen, een weinig voorover leunen en de
hendel omhoog trekken. Leun vervolgens achterover totdat de gewenste hoek bereikt is en
laat de hendel los.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de rugleuning op zijn
plaats vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
(Elektrische zittingafstelling)
Verander de hoek van de rugleuning door op de voor- of achterzijde van de
rugleuningschakelaar te drukken. Laat de schakelaar in de gewenste stand los.
Afstelling van de lendesteun (Bestuurdersstoel) *
Voor een toename van de stevigheid van de zitting, de hendel naar beneden verplaatsen.
Verplaats de hendel naar boven voor een vermindering van stevigheid.


Page 26 of 819

2–8
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Stoelverwarming *
De voorzittingen worden elektrisch
verwarmd. Het contact moet op ON staan.
Druk voor gebruik van de stoelverwarming
de stoelverwarmingschakelaar in
terwijl het contact op ON staat. De
indicatielampjes gaan branden om aan te
geven dat de stoelverwarming in werking
is. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de stoelverwarmingschakelaar
wordt ingedrukt.
UIT
Hoog
Midden
Laag
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij gebruik van de
stoelverwarming:
De warmte van de stoelverwarming
kan voor bepaalde personen te heet
zijn, zoals als volgt aangegeven, en
kan een lage-temperatuur brandwond
veroorzaken.
 
 Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
  Personen met een gevoelige huid 
 Personen die buitengewoon
vermoeid zijn
  Personen die onder invloed zijn 
 Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid
Gebruik de stoelverwarming niet met
afdekkingen die in hoge mate vocht
vasthouden, zoals een deken of kussen
op de zitting:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Ook wanneer u slechts korte tijd in de
auto gaat slapen, de stoelverwarming
niet gebruiken:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe uitsteeksels op de zitting en er
geen naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de zitting
overmatig verhit raakt en dat door een
kleine brandwond letsel veroorzaakt
wordt.


Page 27 of 819

2–9
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
Gebruik geen organische oplosmiddelen
voor het reinigen van de zitting. Dit kan
schade aan het zittingoppervlak en de
verwarming veroorzaken.
OPMERKING
  Als het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de stoelverwarming in
werking is (Hoog, Midden of Laag)
en vervolgens opnieuw wordt
ingeschakeld, zal de stoelverwarming
automatisch werken op de
temperatuur die ingesteld is alvorens
het contact werd uitgeschakeld.
  Gebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
  De temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.
Achterzitting
Neerklappen van de rugleuning
(afzonderlijk/als geheel)
Door het neerklappen van de
rugleuning(en) van de achterzitting kan de
bagageruimte uitgebreid worden.
WAARSCHUWING
Nooit rijden wanneer inzittenden op de
neergeklapte rugleuning(en) of in de
bagageruimte hebben plaatsgenomen.
Het laten plaatsnemen van inzittenden
in de bagageruimte is gevaarlijk omdat
de veiligheidsgordels niet vastgemaakt
kunnen worden, wat ernstig of
dodelijk letsel kan veroorzaken tijdens
plotseling afremmen of een botsing.
Laat kinderen niet in de auto spelen
wanneer de rugleuning(en) zijn
neergeklapt.
Toestaan dat kinderen in de auto
spelen terwijl de rugleuning(en) zijn
neergeklapt is gevaarlijk. Als een
kind in de bagageruimte kruipt en de
rugleuning(en) terug omhoog gezet
zouden worden, bestaat de kans dat het
kind in de bagageruimte opgesloten
raakt, waardoor een ongeluk
veroorzaakt kan worden.


Page 28 of 819

2–10
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
WAARSCHUWING
Maak lading in de bagageruimte stevig
vast wanneer dit vervoerd wordt terwijl
de rugleuning(en) neergeklapt zijn.
Rijden zonder lading en bagage stevig
vast te zetten is gevaarlijk omdat dit
van zijn plaats kan schuiven en bij
plotseling afremmen of een botsing
de besturing kan hinderen, waardoor
ongelukken veroorzaakt kunnen
worden.
Bij het vervoer van lading, er voor
zorgen dat de lading de hoogte van de
rugleuning(en) niet overschrijdt.
Vervoer van lading die hoger
opgestapeld is dan de rugleuning(en)
is gevaarlijk, aangezien het uitzicht
aan de achterzijde en de zijkanten van
de auto verminderd wordt. Dit kan het
rijden belemmeren en een ongeluk
veroorzaken.
Neerklappen van de rugleuning(en)
OPGELET
Controleer de stand van een voorzitting
alvorens de rugleuning van een
achterzitting neer te klappen.
Afhankelijk van de stand van de
voorzitting is het misschien niet
mogelijk de rugleuning van een
achterzitting volledig neer te klappen,
aangezien deze de rugleuning van de
voorzitting zou kunnen raken waardoor
de voorzitting of het opbergzakje ervan
bekrast of beschadigd zou kunnen
worden. Zet indien nodig de hoofdsteun
van de zitting aan de portierzijde van de
achterzitting omlaag of verwijder deze.
(Sedan)
1 . (Afzonderlijk neerklapbaar type
zitting)
Open het kofferdeksel en trek aan de
hendel van de rugleuning die u wilt
neerklappen.
(Neerklapbaar type bankzitting)
Open het kofferdeksel en trek aan de
hendel van de rugleuning.
*1: Alleen met afzonderlijk
neerklapbaar type zitting
*1


Page 29 of 819

2–11
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2. Open een achterportier en klap de
achterzitting naar voren.
(Hatchback)
Druk op de drukknop om de rugleuning
neer te klappen.
Terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand:
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de rugleuning
in de rechtop stand, er op letten dat de
3-punts veiligheidsgordel niet tussen
de rugleuning beklemd raakt en dat de
3-punts veiligheidsgordel niet wordt
verdraaid.
Als de veiligheidsgordel gebruikt wordt
terwijl deze verdraaid is en tussen de
rugleuning beklemd is geraakt, kan
de veiligheidsgordel niet de volledige
bescherming bieden, hetgeen ernstig of
dodelijk letsel kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij het terugbrengen van de rugleuning
in de rechtop stand, er voor zorgen
dat deze stevig vergrendeld is en dat
de rode indicatie niet zichtbaar is
(Hatchback).
Als de rode indicatie achter de
drukknop zichtbaar is, betekent dit dat
de rugleuning niet vergrendeld is. Als
met de auto wordt gereden terwijl de
rugleuning niet vergrendeld is, kan
deze plotseling neerklappen en een
ongeluk veroorzaken.
Vergrendelstand
Ontgrendelstand
Rode indikatie


Page 30 of 819

2–12
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
1. Zorg er voor dat de
veiligheidsgordel correct door de
veiligheidsgordelgeleider wordt
geleid en dat deze niet is verdraaid,
zet vervolgens de rugleuning
omhoog en voorkom daarbij dat de
veiligheidsgordel tussen de rugleuning
beklemd raakt.
(Sedan)
Veiligheidsgordelgeleiders
(Hatchback)
Rode indicatie
Veiligheidsgordelgeleider
2. Druk de rugleuning naar achteren en
vergrendel deze op zijn plaats. Na het
terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand, controleren dat deze
goed vergrendeld is.
Armsteun *
De achterste armsteun in het midden van
de rugleuning van de achterzitting kan
gebruikt worden of rechtop geplaatst
worden (geen inzittende op de middelste
zitting).
WAARSCHUWING
Plaats uw handen en vingers nooit
nabij de bewegende delen van de zitting
en de armsteun:
Het plaatsen van uw handen en vingers
nabij de bewegende delen van de zitting
en de armsteun is gevaarlijk, aangezien
de kans bestaat op letsel.


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 820 next >