MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)
Page 291 of 819
4–127
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *
Het LDWS waarschuwt de bestuurder dat de auto van zijn rijstrook afwijkt. Als de
witte (gele) strepen op de rijstrook met behulp van de vooruitrijcamera (FSC) worden
gedetecteerd en het systeem bepaalt dat de auto van zijn rijstrook gaat afwijken, waarschuwt
het de bestuurder door middel van het knipperen van het LDWS waarschuwingslampje
en het activeren van de LDWS waarschuwingszoemer en door middel van de multi-
informatiedisplay (voertuigen met multi-informatiedisplay) en de Active Driving Display
(voertuigen met Active Driving Display).
Zie Vooruitrijcamera op pagina 4-219 .
Gebruik het LDWS bij het rijden op wegen met witte (gele) strepen.
Als uw auto is uitgerust met de rijstrookassistent (LAS), zie Rijstrookassistent (LAS) en
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) op pagina 4-174 .
Vooruitrijcamera (FSC)
LDWS waarschuwingslampje
Het waarschuwingslampje gaat knipperen als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-47 .
Page 292 of 819
4–128
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Gebruik het LDWS niet onder de volgende omstandigheden:
De kans bestaat dat het systeem niet adequaat reageert op de werkelijke
rijomstandigheden, waardoor ongelukken veroorzaakt kunnen worden.
Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
Bij het rijden onder slechte weersomstandigheden (regen, mist en sneeuw).
De functies van het LDWS hebben beperkingen:
Blijf altijd uw baan aanhouden met behulp van het stuurwiel en rijd voorzichtig. Het
systeem is niet bestemd is om compensatie te geven voor onvoldoende voorzichtigheid
van de bestuurder en als u teveel op het LDWS vertrouwt kan dit tot ongelukken leiden.
De bestuurder is verantwoordelijk voor het veilig uitvoeren van rijbaanveranderingen
en overige manoeuvres. Let altijd nauwkeurig op de richting waarin de auto rijdt en de
directe omgeving ervan.
OPGELET
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen. Als de hoogte van de auto of de
dempingskracht van de vering wordt gewijzigd, kan het LDWS niet juist functioneren.
OPMERKING
Als uw auto van zijn rijstrook afwijkt, wordt het LDWS in werking gesteld
(waarschuwingsgeluid en indicatielampje). Stuur de auto adequaat bij om de auto weer
naar het midden van de rijstrook te brengen.
Wanneer de richtingaanwijzerhendel wordt bediend om van rijstrook te veranderen,
wordt de LDWS waarschuwing automatisch uitgeschakeld. De LDWS waarschuwing
wordt werkzaam wanneer de richtingaanwijzerhendel teruggezet wordt en het systeem
de witte of gele strepen bespeurt.
Als het stuurwiel, het gaspedaal of het rempedaal abrupt worden bediend en de
auto dicht in de buurt van een witte of gele streep komt, bepaalt het systeen dat de
bestuurder van rijbaan verandert en wordt de LDWS waarschuwing automatisch
uitgeschakeld.
Het is mogelijk dat het LDWS niet functioneert tijdens de periode onmiddellijk
nadat de auto van zijn rijstrook is afgeweken en het LDWS in werking is getreden, of
wanneer de auto binnen een korte periode van tijd herhaalde malen van de rijstrook is
afgeweken.