MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 321 of 819

4–157
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  In de volgende gevallen gaat de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje branden en wordt de werking van het systeem stopgezet.
Laat de auto zo spoedig mogelijk door een of¿ ciële Mazda dealer inspecteren als
de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje blijft
branden.
 


 Er heeft zich een probleem in het systeem voorgedaan, inclusief de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingsindicatielampjes.
 


 Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).



 Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper
nabij een radarsensor (achter).
 


 Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.



 De temperatuur in de buurt van de radarsensoren is buitengewoon hoog als gevolg
van het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
 


 De accuspanning is afgenomen.


Page 322 of 819

4–158
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
 


 De rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 10 km/h of hoger.



 Het detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije
muur of geparkeerd voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied
van de radarsensor niet meer gehinderd wordt.)
Uw auto
 
 Er nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.
Uw auto


 De auto staat op een helling geparkeerd.
Uw auto


(Met dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar)
 Het systeem functioneert direct na het indrukken van de dodehoekmonitor (BSM)
OFF schakelaar.
(Zonder dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar) Direct nadat het dodehoekmonitorsysteem (BSM) in werking is gesteld.


Page 323 of 819

4–159
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien
branden/knipperen.
 


 De portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs.



 Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder. 

 Schakel het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) uit wanneer u een aanhanger
trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals een ¿ etsdrager aan de achterzijde van de auto
hebt geïnstalleerd. Anders zullen de radiogolven die door de radar worden uitgezonden
geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal functioneren.


Page 324 of 819

4–160
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem *
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand *1 al naargelang
de rijsnelheid met behulp van een radarsensor (voor) die de afstand ten opzichte van een
voorliggend voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet constant
hoeft te gebruiken.
*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid en
een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
 


(Europees model)
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h



(Behalve Europese modellen)
 Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.


Page 325 of 819

4–161
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem en rijd
altijd voorzichtig:
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bedoeld om de bestuurder te
ontlasten en hoewel een constante rijsnelheid wordt aangehouden, of speci¿ eker, er
overeenkomstig de rijsnelheid een constante afstand wordt aangehouden tussen uw
auto en het bespeurde voorliggende voertuig, heeft het systeem detectiebeperkingen
afhankelijk van het soort voorliggende voertuig en de conditie ervan, de
weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Verder is het mogelijk dat het systeem
niet in staat is voldoende af te remmen om een botsing met het voorliggende voertuig
te vermijden als het voorliggende voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in
de rijstrook snijdt, waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet op de volgende
plaatsen. Anders kan dit een ongeluk tot gevolg hebben:
 
 Wegen met scherpe bochten en met druk verkeer waar er onvoldoende ruimte is
tussen de voertuigen. Wegen waar veelvuldig en herhaaldelijk geaccelereerd en
afgeremd moet worden (rijden onder deze omstandigheden met gebruik van het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is niet mogelijk).
  Bij het rijden op op- en afritten van snelwegen, in- en uitrijden van tankstations
en parkeerplaatsen langs snelwegen (als u een snelweg verlaat terwijl de
volgafstandregeling in gebruik is, wordt het voorliggende voertuig niet langer
gevolgd en bestaat de kans dat uw auto tot aan de ingestelde rijsnelheid accelereert).
  Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen (de banden kunnen gaan
slippen waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen).
  Lange aÀ opende hellingen (voor het aanhouden van de afstand tussen voertuigen,
worden de remmen automatisch en continu door het systeem in werking gesteld,
hetgeen verlies van remkracht tot gevolg kan hebben).
Met het oog op de veiligheid, het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
uitschakelen wanneer dit niet wordt gebruikt.
OPGELET
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem uitschakelen om een verkeerde bediening te voorkomen.


Page 326 of 819

4–162
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan.
 


 De rijsnelheid is als volgt:




(Europees model)
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h



(Behalve Europese modellen) Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h 



 Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld.



 De handrem is niet aangetrokken.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is niet defect.



 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt normaal.



 Alle portieren zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.

(Handgeschakelde versnellingsbak)




 De keuzehendel staat in een andere stand dan achteruit (R) of neutraal (N).



 Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.

(Automatische transmissie)




 De keuzehendel staat in de stand (D) of de stand handmatig (M) (handmatige
functie).
 
 In de volgende gevallen bestaat de kans dat de waarschuwingen niet geactiveerd
worden als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen.
 


 U rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig.



 Direct nadat het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingesteld.



 Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt of direct nadat het gaspedaal is losgelaten.



 Een ander voertuig snijdt in de rijstrook. 

 De volgende objecten worden niet als fysieke objecten herkend.




 Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.



 Voetgangers



 Stilstaande objecten (stilstaande voertuigen, obstakels) 

 Als een voorliggend voertuig met buitengewoon lage snelheid rijdt, bestaat de kans dat
het systeem dit niet correct bespeurt.
  Tijdens het rijden met volgafstandregeling, het systeem niet instellen op tweewielige
voertuigen zoals motor¿ etsen en ¿ etsen.

 Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet onder omstandigheden
waarbij de waarschuwingen voor korte volgafstand veelvuldig geactiveerd worden.


Page 327 of 819

4–163
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Tijdens het rijden met volgafstandregeling, laat het systeem uw auto accelereren
en snelheid minderen overeenkomstig de snelheid van het voorliggende voertuig.
Als het echter voor een rijbaanverandering noodzakelijk is te accelereren of als het
voorliggende voertuig plotseling afremt waardoor u het voertuig snel dicht nadert,
accelereren met behulp van het gaspedaal of snelheid minderen met behulp van het
rempedaal afhankelijk van de omstandigheden.
  Terwijl het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem in gebruik is, wordt dit
niet geannuleerd als de keuzehendel (automatische transmissie)/versnellingshendel
(handgeschakelde versnellingsbak) gebruikt wordt en vindt bedoeld afremmen op de
motor niet plaats. Als snelheidsvermindering vereist is, de instelling voor de rijsnelheid
verlagen of het rempedaal intrappen.
  De remlichten branden terwijl het automatisch afremmen van het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem in werking is, echter het is mogelijk dat deze niet branden
wanneer de auto op een aÀ opende helling rijdt met de ingestelde rijsnelheid of met
constante snelheid rijdt en een voorliggend voertuig volgt.
  Het waarschuwingslampje (oranje) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem gaat branden wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-47 .   De regeling van de volgafstand kan uitgeschakeld worden en het systeem
kan overgeschakeld worden op enkel kruissnelheidsregeling. Zie
Kruissnelheidsregelaarfunctie op pagina 4-171.
Displayindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
De status van de instelling en de bedrijfstoestanden van het Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem worden aangegeven in de Active Driving Display.
Voorliggend-voertuig display
MRCC
Afstand-tussen-voertuigen
display
MRCC Ingestelde rijsnelheid


Page 328 of 819

4–16 4
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Waarschuwing voor korte volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig snel nadert omdat het voertuig plotseling afremt
terwijl u met volgafstandregeling rijdt, wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en
wordt de remwaarschuwing aangegeven in de display. Controleer altijd de veiligheid van
de omgeving en trap het rempedaal in terwijl u een veiliger afstand ten opzichte van het
voorliggende voertuig aanhoudt. Houd ook altijd een veiliger afstand aan ten opzichte van
achteropkomende voertuigen.
Instellen van het systeem
CANCEL schakelaar
RES schakelaar
OFF schakelaar schakelaar schakelaar
MODE
schakelaar
SET- schakelaar SET+ schakelaar
Wanneer de MODE schakelaar wordt ingedrukt, licht de hoofdindicatie (wit) van het Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem op en kan in de volgafstandregeling de rijsnelheid
en de afstand tussen voertuigen worden ingesteld.
OPMERKING
  Wanneer het contact overgeschakeld wordt van ACC naar OFF terwijl het Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem ON is, blijft het Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem automatisch op ON ingesteld.
  Wanneer de MODE schakelaar wordt ingedrukt terwijl het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem is ingeschakeld, schakelt het systeem over naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie.


Page 329 of 819

4–165
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET
of SET schakelaar wordt ingedrukt. De
ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld met witte lijnen wordt
getoond. De instelindicatie (groen) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Display
Tijdens het rijden met constante snelheid
Tijdens het rijden met volgafstandregeling
OPMERKING
  Als een voorliggend voertuig wordt bespeurd tijdens het rijden met constante snelheid,
wordt de voorliggend-voertuig indicatie getoond en wordt de volgafstandregeling
uitgevoerd. Wanneer een voorliggend voertuig niet langer wordt bespeurd, wordt de
voorliggend-voertuig indicatie uitgeschakeld en schakelt het systeem terug naar rijden
met constante snelheid.
  Volgafstandregeling is niet mogelijk als het voorliggende voertuig sneller rijdt dan de
ingestelde snelheid. Stel het systeem af op de gewenste rijsnelheid met behulp van het
gaspedaal.
 (Europees model) Bij verandering naar een inhaalrijstrook en gebruik van de richtingaanwijzer, levert het
systeem automatisch meer acceleratie als dit bepaalt dat meer acceleratie vereist is. Let
tijdens het rijden goed op de weg vóór u omdat u het voorliggende voertuig te dicht
zou kunnen naderen.


Page 330 of 819

4–16 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt
ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld door het indrukken van de
schakelaar. De afstand-tussen-voertuigen kan ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden,
kort en extreem korte afstand.
Richtlijn voor afstand-tussen-voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80 km/h) Display
Lang (ongeveer 50 m)
Midden (ongeveer 40 m)
Kort (ongeveer 30 m)
Extreem kort (ongeveer 25 m)
OPMERKING
  De afstand tussen voertuigen is verschillend afhankelijk van de rijsnelheid en naarmate
de rijsnelheid lager is wordt de afstand korter.
  Wanneer het contact op ACC of OFF wordt gezet en de motor vervolgens opnieuw
gestart wordt, stelt het systeem automatisch de afstand tussen voertuigen in op de
eerder gemaakte instelling.


Page:   < prev 1-10 ... 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 ... 820 next >