MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 81 of 819

3–1*Bepaalde modellen.3–1
3Alvorens te gaan rijden
Gebruik van diverse voorzieningen, zoals sleutels, portieren, spiegels en
ruiten.
Sleutels ................................................. 3-2
Sleutels ........................................... 3-2
Afstandbediende
portiervergrendeling ....................... 3-4
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling ......................... 3-11
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling
* .................... 3-11
Werkingsbereik ............................ 3-12
Portieren en sloten ............................ 3-13
Portiersloten ................................. 3-13
Achterklep/Kofferdeksel .............. 3-25
Brandstof en emissie ......................... 3-32
Voorzorgsmaatregelen ten aanzien van
brandstof en
motoruitlaatgassen ....................... 3-32
Afsluitklep van brandstoftankdop en
brandstoftankdop .......................... 3-37
Stuurwiel ............................................ 3-39
Stuurwiel ...................................... 3-39
Spiegels ............................................... 3-41
Spiegels ........................................ 3-41
Ruiten ................................................. 3-46
Elektrische ruitbediening ............. 3-46
Schuifdak
* .................................... 3-52 Beveiligingssysteem ........................... 3-55
Aanbrengen van wijzigingen en
aanvullende apparatuur ................ 3-55
Start-blokkeersysteem .................. 3-55
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor)
* .................... 3-57
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor)
* ............... 3-62
Rijtips ................................................. 3-65
Inrijden ......................................... 3-65
Brandstofbesparing en
milieubescherming ....................... 3-65
Moeilijke rijomstandigheden ....... 3-66
Vloermat ...................................... 3-67
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ............................................... 3-68
Rijden in de winter ....................... 3-69
Doorwaden van water .................. 3-72
Informatie betreffende de turbolader
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D
2.2) ............................................... 3-73
Slepen ................................................. 3-74
Trekken van caravans en aanhangers
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/
Zuid-Afrika) ................................. 3-74


Page 82 of 819

3–2
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
S l e u t e l s
WAARSCHUWING
Laat nooit de sleutel in uw auto achter
wanneer er zich kinderen in bevinden
en bewaar ze op een plaats waar uw
kinderen ze niet kunnen vinden en er
niet mee kunnen spelen:
Het is gevaarlijk kinderen in een auto
achter te laten waarvan de sleutel in
het contact steekt. Dit kan tot gevolg
hebben dat iemand ernstig letsel
wordt toegebracht of zelfs tot een
ongeluk met dodelijke aÀ oop leiden.
Kinderen vinden deze sleutels mogelijk
interessant speelgoed en zouden de
elektrische ruitbediening of andere
functies in werking kunnen stellen
of zelfs de auto in beweging kunnen
zetten.
OPGELET
  Aangezien de sleutel (zender)
gebruik maakt van radiogolven
van lage intensiteit, bestaat de
kans dat deze onder de volgende
omstandigheden niet correct
functioneert:
 


 De sleutel wordt
meegedragen samen met
communicatieapparatuur zoals
mobiele telefoons.
 


 De sleutel komt in contact met of
wordt afgedekt door een metalen
voorwerp.
 


 De sleutel bevindt zich in de buurt
van elektronische apparatuur zoals
personal computers.
 


 Er is niet-originele Mazda
apparatuur in de auto geïnstalleerd.
 


 Er bevindt zich apparatuur welke
radiogolven uitzendt in de buurt
van de auto.
 
 Het is mogelijk dat de sleutel
(zender) buitengewoon veel
batterijvermogen verbruikt als deze
radiogolven van hoge intensiteit
ontvangt. Plaats de sleutel niet in de
buurt van elektronische apparatuur
zoals televisies of personal
computers.


Page 83 of 819

3–3
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
OPGELET
  Volg onderstaande instructies om
beschadiging van de sleutel (zender)
te voorkomen:
 


 Laat de sleutel niet vallen.



 Laat de sleutel niet nat worden.



 De sleutel niet demonteren.



 Stel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals het
dashboard of de motorkap, onder
direct zonlicht.
 


 Stel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
 


 Geen zware voorwerpen op de
sleutel plaatsen.
 


 De sleutel niet in een ultrasonisch
reinigingsapparaat plaatsen.
 


 Geen magnetische voorwerpen in
de buurt van de sleutel brengen.
Het codenummer van de sleutels is
ingeponst op het plaatje dat aan de
sleutelset bevestigd is; maak dit plaatje los
en bewaar dit op een veilige plaats (niet
in de auto) voor het geval u een nieuwe
sleutel moet bestellen (hulpsleutel).
Noteer ook het codenummer en bewaar
dit op een aparte veilige en handige plaats,
echter niet in de auto.
Indien u uw sleutel (hulpsleutel) heeft
verloren, uw codenummer opzoeken en
een of¿ ciële Mazda reparateur raadplegen.
OPMERKING
De bestuurder dient de sleutel bij zich
te dragen om er voor te zorgen dat het
systeem correct werkt.
Hulpsleutel Zender
Plaatje met
sleutelcodenummer
Voor gebruik van de hulpsleutel, de
hulpsleutel uit de zender trekken terwijl u
op de knop drukt.
Knop


Page 84 of 819

3–4
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Afstandbediende
portiervergrendeling
Dit systeem maakt gebruik van de
sleuteltoetsen om op afstand de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel te
vergrendelen en te ontgrendelen en opent
het kofferdeksel.
Het systeem kan de motor starten zonder
dat u de sleutel uit uw portemonnee of zak
hoeft te nemen.
Bediening van het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ook mogelijk bij
modellen die voorzien zijn van een anti-
diefstal beveiligingssysteem.
Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingslampjes of pieptonen.
 


 KEY waarschuwingslampje (Rood)
 Zie Waarschuwings/indicatielampjes op
pagina 4-46 .
 


 Waarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP)
  Zie Waarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) op pagina
7-55 .
 


 Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
  Zie Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon op pagina
7-55 .
In geval u problemen heeft met de
functies van de sleutel, raadpleegt u een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur.
Als uw sleutel verloren is geraakt of
gestolen is, zo spoedig mogelijk contact
opnemen met een of¿ ciële Mazda
reparateur voor een nieuwe sleutel en de
verloren of gestolen sleutel onbruikbaar
laten maken.
OPGELET
Veranderingen of modi¿ caties die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de
compliantie kunnen de garantie op de
apparatuur ongeldig maken.
OPMERKING
  De werking van het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem
kan als gevolg van plaatselijke
omstandigheden variëren.
  Het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem is
volledig operationeel (portier/
achterklep/kofferdeksel
vergrendelen/ontgrendelen) wanneer
het contact uit gezet is. Het systeem
functioneert niet als het contact in
een andere stand dan uit wordt gezet.
  Indien de sleutel niet functioneert
wanneer u een toets indrukt of de
gebruiksafstand te klein wordt, is
de batterij mogelijk bijna uitgeput.
Zie voor het plaatsen van een
nieuwe batterij Vernieuwen van de
sleutelbatterij (pagina 6-47 ).


Page 85 of 819

3–5
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
OPMERKING
  De levensduur van de batterij
is ongeveer 1 jaar. Vervang de
batterij door een nieuwe als het
KEY indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep gaat knipperen.
Het wordt aanbevolen de batterij
ongeveer eenmaal per jaar te
vernieuwen, omdat de kans bestaat
dat het KEY waarschuwingslampje/
indicatielampje niet gaat branden of
knipperen, afhankelijk van hoe snel
de batterij uitgeput is geraakt.
  Extra sleutels zijn verkrijgbaar bij
een of¿ ciële Mazda reparateur.
Per auto kunnen in totaal 6
sleutels met de afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties
gebruikt worden. Breng wanneer u
extra sleutels nodig heeft alle sleutels
naar een of¿ ciële Mazda reparateur.
Zender
Bedieningstoetsen Werkingsindicatielampje
OPMERKING
 (Europees model) De koplampen worden in-/
uitgeschakeld door bediening van
de zender. Zie Vertrekverlichting op
pagina 4-77 .
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) op pagina
3-57 .
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) op pagina
3-62 .


Page 86 of 819

3–6
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
OPMERKING
 (Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Europese modellen))
 De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel met behulp van de
sleutel vergrendeld/ontgrendeld
worden.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Behalve Europese modellen))
 Er kan een pieptoon klinken voor
bevestiging wanneer de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
vergrendeld/ontgrendeld worden
met behulp van de sleutel. Indien
gewenst, kan de zoemtoon worden
uitgeschakeld.
 Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
OPMERKING
Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit
alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden vergrendeld
en de pieptoon klinkt met het
huidige ingestelde volume. De
instelling verandert telkens
wanneer de LOCK toets op de
sleutel wordt ingedrukt en de
pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de
actieve instelling is, zal de
pieptoon niet klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
 


 Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
 


 Sluiten van het
bestuurdersportier.
 


 Openen van de achterklep/het
kofferdeksel.
 


 Wanneer de sleutel gedurende
10 seconden niet wordt
gebruikt.
 


 Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op
de sleutel.
 


 Indrukken van een
verzoekschakelaar.


Page 87 of 819

3–7
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Wanneer de toetsen worden ingedrukt,
gaat het bedrijfsindicatielampje knipperen.
Vergrendeltoets
Druk voor het vergrendelen van
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel op de vergrendeltoets en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
 (Europees model) De portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen niet vergrendeld
worden door het indrukken van
de vergrendeltoets terwijl een
ander portier open staat. De
waarschuwingsknipperlichten zullen
eveneens niet knipperen.
(Behalve Europese modellen) De portieren en de achterklep/
het kofferdeksel kunnen niet
vergrendeld worden door het
indrukken van de vergrendeltoets
wanneer een van de andere portieren
of de achterklep geopend is. De
waarschuwingsknipperlichten zullen
eveneens niet knipperen.
OPMERKING
 (Met i-stop functie (Europese
modellen))
 Wanneer de sleutel uit de auto
wordt verwijderd, alle portieren
gesloten worden en de LOCK
toets op de sleutel wordt ingedrukt
terwijl de i-stop functie in werking
is (motor is stopgezet), zal het
contact uitgeschakeld worden en
zullen alle portieren vergrendeld
worden (stuurwiel wordt eveneens
vergrendeld).
 Zie i-stop op pagina 4-15 .   Controleer of na het indrukken
van de toets alle portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
vergrendeld zijn.
 (Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
 Door de vergrendeltoets
binnen 3 seconden tweemaal
in te drukken wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd.
 Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-15 .
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 Wanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen om aan te
geven dat het systeem in staat van
paraatheid is.


Page 88 of 819

3–8
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Ontgrendeltoets
Druk voor het ontgrendelen van
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel op de ontgrendeltoets en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven. OPMERKING
 (Automatische
hervergrendelfunctie)
 Na het ontgrendelen met behulp
van de sleutel, zullen alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
 De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
 


 Een portier of de achterklep/het
kofferdeksel wordt geopend.
 


 Het contact in een andere stand dan
uit wordt gezet.
 
(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal knipperen om aan te geven
dat het systeem uitgeschakeld is.


Page 89 of 819

3–9
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.
Kofferdekseltoets (Sedan)
Houd voor het openen van het kofferdeksel
de kofferdekseltoets ingedrukt totdat het
kofferdeksel geopend wordt.
Annuleertoets van inbraaksensor *
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het anti-
diefstal beveiligingssysteem) binnen
20 seconden na het indrukken van de
vergrendeltoets op de annuleertoets van de
inbraaksensor en de waarschuwingslichten
zullen driemaal knipperen.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-57 .
Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
Starten van de motor
OPMERKING
  De kans bestaat dat de motor gestart
kan worden als de sleutel zich buiten
de auto bevindt en buitengewoon
dichtbij een portier of raam wordt
gehouden, echter de motor altijd
vanaf de bestuurdersstoel starten.
 Als de auto gestart wordt en de
sleutel bevindt zich niet in de auto,
zal de auto niet opnieuw starten
nadat deze is stopgezet en wordt het
contact op uit gezet.
  De bagageruimte/kofferruimte
valt buiten het verzekerde
werkingsbereik, echter als bediening
van de sleutel (zender) mogelijk is
kan de motor gestart worden.
Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Interieurantenne
Werkingsbereik


Page 90 of 819

3–10
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Zonder geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Werkingsbereik
Interieurantenne
OPMERKING
De kans bestaat dat de motor niet start
als de sleutel op de volgende plaatsen
neergelegd wordt:
 
 Rondom het instrumentenpaneel 
 In een opbergvak zoals de
handschoenenkast of de
middenconsole
  Op de hoedenplank (sedan)
Sleutel-uit functie
Als een sleutel in de auto wordt
achtergelaten, worden de functies van de
sleutel die in de auto wordt achtergelaten
tijdelijk buiten werking gesteld om diefstal
van de auto te voorkomen.
Druk voor het herstellen van de functies
op de ontgrendeltoets van de functies-
geannuleerd sleutel in de auto.


Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 820 next >