ECO mode MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 39 of 819

2–21
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
*Bepaalde modellen.
Voorste schoudergordelafsteller
Hoger zetten Lager zetten
Let er op dat de afsteller vergrendeld is.
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen
Als deze bespeuren dat de
veiligheidsgordel van de inzittende niet is
vastgemaakt, wordt de inzittende door een
waarschuwingslampje of een zoemtoon
gewaarschuwd.
Zie Maatregelen nemen op pagina 7-46 .
Zie Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel op pagina 7-55.
Veiligheidsgordelindicatielampje
(achterzitting) (groen)
*
Het lampje gaat branden wanneer het
contact op ON wordt gezet en een
veiligheidsgordel van de achterzitting
is vastgemaakt en gaat vervolgens na
ongeveer 30 seconden uit.


Page 43 of 819

2–25
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje
Het wordt door Mazda ten sterkste aanbevolen gebruik te maken van kinderzitjes voor
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda kinderzitje of een die voldoet aan de
UNECE
*1 44 bepaling. Neem contact op met een of¿ ciële Mazda dealer in het geval u een
origineel Mazda kinderzitje denkt aan te schaffen.
Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor speci¿ eke bepalingen
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het
kinderzitje behorende instructies.
Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient op de achterzitting plaats te nemen en
gebruik te maken van de veiligheidsgordels.
Het kinderzitje dient op de achterzitting geïnstalleerd te worden.
Statistieken bevestigen dat de achterzitting de beste plaats is voor alle kinderen tot een
leeftijd van 12 jaar. Dit geldt des te meer wanneer de auto uitgerust is met een aanvullend
beveiligingssysteem (airbags).
Een achterwaarts gericht kinderzitje mag NOOIT op de voorpassagierszitting worden
gebruikt wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is. De voorpassagierszitting komt ook
voor andere soorten kinderzitjes het minst in aanmerking.
Bij sommige modellen is er een deactiveringsschakelaar aangebracht die de activering
van de voorpassagiersairbag uitschakelt. Schakel de voorpassagiersairbag niet uit zonder
“Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag” te lezen (pagina 2-52).


Page 86 of 819

3–6
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
OPMERKING
 (Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Europese modellen))
 De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel met behulp van de
sleutel vergrendeld/ontgrendeld
worden.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Behalve Europese modellen))
 Er kan een pieptoon klinken voor
bevestiging wanneer de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
vergrendeld/ontgrendeld worden
met behulp van de sleutel. Indien
gewenst, kan de zoemtoon worden
uitgeschakeld.
 Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
OPMERKING
Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit
alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden vergrendeld
en de pieptoon klinkt met het
huidige ingestelde volume. De
instelling verandert telkens
wanneer de LOCK toets op de
sleutel wordt ingedrukt en de
pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de
actieve instelling is, zal de
pieptoon niet klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
 


 Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
 


 Sluiten van het
bestuurdersportier.
 


 Openen van de achterklep/het
kofferdeksel.
 


 Wanneer de sleutel gedurende
10 seconden niet wordt
gebruikt.
 


 Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op
de sleutel.
 


 Indrukken van een
verzoekschakelaar.


Page 87 of 819

3–7
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Wanneer de toetsen worden ingedrukt,
gaat het bedrijfsindicatielampje knipperen.
Vergrendeltoets
Druk voor het vergrendelen van
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel op de vergrendeltoets en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
 (Europees model) De portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen niet vergrendeld
worden door het indrukken van
de vergrendeltoets terwijl een
ander portier open staat. De
waarschuwingsknipperlichten zullen
eveneens niet knipperen.
(Behalve Europese modellen) De portieren en de achterklep/
het kofferdeksel kunnen niet
vergrendeld worden door het
indrukken van de vergrendeltoets
wanneer een van de andere portieren
of de achterklep geopend is. De
waarschuwingsknipperlichten zullen
eveneens niet knipperen.
OPMERKING
 (Met i-stop functie (Europese
modellen))
 Wanneer de sleutel uit de auto
wordt verwijderd, alle portieren
gesloten worden en de LOCK
toets op de sleutel wordt ingedrukt
terwijl de i-stop functie in werking
is (motor is stopgezet), zal het
contact uitgeschakeld worden en
zullen alle portieren vergrendeld
worden (stuurwiel wordt eveneens
vergrendeld).
 Zie i-stop op pagina 4-15 .   Controleer of na het indrukken
van de toets alle portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
vergrendeld zijn.
 (Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
 Door de vergrendeltoets
binnen 3 seconden tweemaal
in te drukken wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd.
 Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-15 .
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 Wanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen om aan te
geven dat het systeem in staat van
paraatheid is.


Page 88 of 819

3–8
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Ontgrendeltoets
Druk voor het ontgrendelen van
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel op de ontgrendeltoets en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven. OPMERKING
 (Automatische
hervergrendelfunctie)
 Na het ontgrendelen met behulp
van de sleutel, zullen alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
 De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
 


 Een portier of de achterklep/het
kofferdeksel wordt geopend.
 


 Het contact in een andere stand dan
uit wordt gezet.
 
(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de sleutel terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal knipperen om aan te geven
dat het systeem uitgeschakeld is.


Page 89 of 819

3–9
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.
Kofferdekseltoets (Sedan)
Houd voor het openen van het kofferdeksel
de kofferdekseltoets ingedrukt totdat het
kofferdeksel geopend wordt.
Annuleertoets van inbraaksensor *
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het anti-
diefstal beveiligingssysteem) binnen
20 seconden na het indrukken van de
vergrendeltoets op de annuleertoets van de
inbraaksensor en de waarschuwingslichten
zullen driemaal knipperen.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-57 .
Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
Starten van de motor
OPMERKING
  De kans bestaat dat de motor gestart
kan worden als de sleutel zich buiten
de auto bevindt en buitengewoon
dichtbij een portier of raam wordt
gehouden, echter de motor altijd
vanaf de bestuurdersstoel starten.
 Als de auto gestart wordt en de
sleutel bevindt zich niet in de auto,
zal de auto niet opnieuw starten
nadat deze is stopgezet en wordt het
contact op uit gezet.
  De bagageruimte/kofferruimte
valt buiten het verzekerde
werkingsbereik, echter als bediening
van de sleutel (zender) mogelijk is
kan de motor gestart worden.
Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Interieurantenne
Werkingsbereik


Page 94 of 819

3–14
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
  Zet de motor altijd stop en sluit
de portieren. Laat bovendien ter
voorkoming van diefstal nooit
waardevolle voorwerpen in het
interieur achter.
 Als de sleutel op de volgende plaatsen
is achtergelaten en u de auto verlaat,
bestaat de kans dat de portieren
afhankelijk van de condities van de
radiogolven vergrendeld worden, ook
als de sleutel in de auto is achtergelaten.
 


 Rondom het instrumentenpaneel



 In een opbergvak zoals de
handschoenenkast of de
middenconsole
 


 Op de hoedenplank (sedan)



 Vlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
  De buitensluitingpreventiefunctie
voorkomt dat u uwzelf uit de auto
kunt buitensluiten.
(Europees model) Alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel zullen automatisch
ontgrendeld worden als deze
vergrendeld worden met behulp van
de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren
geopend is.
 Als alle portieren gesloten zijn
zullen alle portieren vergrendeld
worden, alhoewel de achterklep/het
kofferdeksel open staat.
(Behalve Europese modellen) Alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel zullen automatisch
ontgrendeld worden als deze
vergrendeld worden met behulp van
de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren of de
achterklep geopend is.
OPMERKING
 

(Portierontgrendel(regel)systeem
met collisiedetectie) *
 Dit systeem ontgrendelt automatisch
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel in het geval de auto
bij een ongeluk is betrokken om
de passagiers in staat te stellen het
voertuig onmiddellijk te verlaten
en te voorkomen dat zij binnenin
opgesloten raken. In het geval
de auto een botsing te verwerken
krijgt die krachtig genoeg is om
de airbags op te blazen en het
contact is ingeschakeld, worden
ongeveer 6 seconden na het tijdstip
van het ongeval alle portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
automatisch ontgrendeld.
 Het is mogelijk dat de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
niet ontgrendelen afhankelijk van
hoe de botsing wordt opgevangen,
de kracht van de botsing en andere
omstandigheden die zich bij het
ongeval voordoen.
 Als systemen die verband houden
met de portieren of de accu defect
zijn geraakt, zullen de portieren en
de achterklep/het kofferdeksel niet
ontgrendelen.


Page 98 of 819

3–18
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
  Na het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.
 (Europees model) De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel met behulp van een
verzoekschakelaar vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Behalve Europese modellen) Er wordt een zoemtoon gegeven voor
bevestiging wanneer de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
vergrendeld/ontgrendeld worden met
behulp van de verzoekschakelaar.
Indien gewenst, kan de zoemtoon
worden uitgeschakeld.
 Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
OPMERKING
 Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit
alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden vergrendeld
en de pieptoon klinkt met het
huidige ingestelde volume. De
instelling verandert telkens
wanneer de LOCK toets op de
sleutel wordt ingedrukt en de
pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de
actieve instelling is, zal de
pieptoon niet klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
 


 Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
 


 Sluiten van het
bestuurdersportier.
 


 Openen van de achterklep/het
kofferdeksel.
 


 Wanneer de sleutel gedurende
10 seconden niet wordt
gebruikt.
 


 Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op
de sleutel.
 


 Indrukken van een
verzoekschakelaar.  



Page 100 of 819

3–20
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
 Automatische hervergrendelfunctie Na het ontgrendelen door het
indrukken van de verzoekschakelaar,
zullen alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
vergrendeld worden als een van
de volgende handelingen niet
binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
 De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
 


 Openen van een portier of de
achterklep/het kofferdeksel.
 


 Wanneer het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
zender
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen vergrendeld/
ontgrendeld worden door bediening
van de zender van de Afstandbediende
portiervergrendeling. Zie Afstandbediende
portiervergrendeling (pagina 3-4 ).
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelschakelaar *
Wanneer alle portieren en de achterklep
gesloten zijn en de vergrendelzijde wordt
ingedrukt, worden alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel automatisch
vergrendeld.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer de
ontgrendelzijde wordt ingedrukt.
Ontgrendelen
Vergrendelen
OPMERKING
De portieren en de achterklep/het
kofferdeksel kunnen niet vergrendeld
worden terwijl een van de andere
portieren of de achterklep geopend is.


Page 124 of 819

3–44
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
*Bepaalde modellen.
Automatisch inklapmechanisme *
Het automatisch inklapmechanisme werkt
wanneer het contact op ACC of OFF wordt
gezet.
Wanneer de schakelaar van de automatisch
inklapbare buitenspiegel naar de stand
AUTO wordt gedrukt (neutraalstand),
worden de buitenspiegels automatisch
in- en uitgeklapt wanneer de portieren
vergrendeld en ontgrendeld worden.
Ook wanneer het contact op ON wordt
gezet of de motor wordt gestart, worden de
buitenspiegels automatisch uitgeklapt.
OPMERKING
Bij koude weersomstandigheden is
het mogelijk dat de buitenspiegels niet
automatisch in- en uitgeklapt worden.
Als de buitenspiegels niet automatisch
in- en uitgeklapt worden, alle ijs en
sneeuw verwijderen en vervolgens de
boven- of onderkant van de schakelaar
van de automatisch inklapbare
buitenspiegel indrukken om de
buitenspiegels in- of uit te klappen.
Gebruik van de elektrische
ruitbediening bij stopgezette motor
*
De buitenspiegels kunnen gebruikt worden
gedurende ongeveer 40 seconden nadat
het contact vanuit ON op uit is gezet en
alle portieren gesloten zijn. Als een portier
wordt geopend, worden de elektrische
buitenspiegels stopgezet.
Binnenspiegel
WAARSCHUWING
Stapel nooit lading of voorwerpen
hoger op dan de rugleuningen:
Lading die hoger wordt opgestapeld
dan de rugleuningen is gevaarlijk.
Dit kan uw uitzicht in de
achteruitkijkspiegel belemmeren,
waardoor het gevaar bestaat dat u
bij het veranderen van rijbaan een
voertuig raakt dat zich naast u bevindt.
Afstellen van de binnenspiegel
Stel alvorens te gaan rijden de
binnenspiegel af op het midden van het
achteruitzicht door de achterruit.
OPMERKING
Voer bij de handbediende dag/nacht
spiegel de afstelling uit met de dag/nacht
hendel in de dagstand.


Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >