key MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 84 of 819

3–4
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Afstandbediende
portiervergrendeling
Dit systeem maakt gebruik van de
sleuteltoetsen om op afstand de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel te
vergrendelen en te ontgrendelen en opent
het kofferdeksel.
Het systeem kan de motor starten zonder
dat u de sleutel uit uw portemonnee of zak
hoeft te nemen.
Bediening van het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ook mogelijk bij
modellen die voorzien zijn van een anti-
diefstal beveiligingssysteem.
Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingslampjes of pieptonen.
 


 KEY waarschuwingslampje (Rood)
 Zie Waarschuwings/indicatielampjes op
pagina 4-46 .
 


 Waarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP)
  Zie Waarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) op pagina
7-55 .
 


 Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
  Zie Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon op pagina
7-55 .
In geval u problemen heeft met de
functies van de sleutel, raadpleegt u een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur.
Als uw sleutel verloren is geraakt of
gestolen is, zo spoedig mogelijk contact
opnemen met een of¿ ciële Mazda
reparateur voor een nieuwe sleutel en de
verloren of gestolen sleutel onbruikbaar
laten maken.
OPGELET
Veranderingen of modi¿ caties die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de
compliantie kunnen de garantie op de
apparatuur ongeldig maken.
OPMERKING
  De werking van het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem
kan als gevolg van plaatselijke
omstandigheden variëren.
  Het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem is
volledig operationeel (portier/
achterklep/kofferdeksel
vergrendelen/ontgrendelen) wanneer
het contact uit gezet is. Het systeem
functioneert niet als het contact in
een andere stand dan uit wordt gezet.
  Indien de sleutel niet functioneert
wanneer u een toets indrukt of de
gebruiksafstand te klein wordt, is
de batterij mogelijk bijna uitgeput.
Zie voor het plaatsen van een
nieuwe batterij Vernieuwen van de
sleutelbatterij (pagina 6-47 ).


Page 85 of 819

3–5
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
OPMERKING
  De levensduur van de batterij
is ongeveer 1 jaar. Vervang de
batterij door een nieuwe als het
KEY indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep gaat knipperen.
Het wordt aanbevolen de batterij
ongeveer eenmaal per jaar te
vernieuwen, omdat de kans bestaat
dat het KEY waarschuwingslampje/
indicatielampje niet gaat branden of
knipperen, afhankelijk van hoe snel
de batterij uitgeput is geraakt.
  Extra sleutels zijn verkrijgbaar bij
een of¿ ciële Mazda reparateur.
Per auto kunnen in totaal 6
sleutels met de afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties
gebruikt worden. Breng wanneer u
extra sleutels nodig heeft alle sleutels
naar een of¿ ciële Mazda reparateur.
Zender
Bedieningstoetsen Werkingsindicatielampje
OPMERKING
 (Europees model) De koplampen worden in-/
uitgeschakeld door bediening van
de zender. Zie Vertrekverlichting op
pagina 4-77 .
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) op pagina
3-57 .
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) op pagina
3-62 .


Page 171 of 819

4–7
Tijdens het rijden
Motor start/stop
1. Zorg ervoor dat u de sleutel bij u
draagt.
2. De inzittenden dienen hun
veiligheidsgordels vast te maken.
3. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
4. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
5. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig
intrappen totdat de motor volledig
gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P
(parkeren). Als u de motor moet starten
wanneer de auto in beweging is, dient u
de keuzehendel in stand N (neutraal) te
zetten.
OPMERKING
(Handgeschakelde versnellingsbak)
De startmotor zal niet werken als het
koppelingspedaal niet voldoende wordt
ingetrapt.
(Automatische transmissie)
De startmotor zal niet werken als de
keuzehendel niet in stand P of N staat
en het rempedaal niet voldoende wordt
ingetrapt. 6. Kijk of het KEY indicatielampje
(groen) in de instrumentengroep en het
indicatielampje van de startdrukknop
(groen) branden.
Indicatielampje
Startdrukknop
KEY indicatielampje
(groen)/KEY
waarschuwingslampje
(rood)


Page 172 of 819

4–8
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert, er op letten dat u
de sleutel bij u draagt (bij voertuigen
met type A instrumentengroep
(pagina 4-46 ), worden de berichten
getoond in de instrumentengroep).
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert terwijl u de sleutel
bij u draagt, de startdrukknop met
de sleutel aanraken en de motor
starten (bij voertuigen met type
A instrumentengroep (pagina
4-46 ), worden de berichten
getoond in de instrumentengroep).
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina
4-11 .
OPGELET
Als het KEY waarschuwingslampje
(rood) brandt of het indicatielampje
van de startdrukknop (oranje) knippert,
kan dit duiden op een probleem
in het motorstartsysteem. Dit kan
het starten van de motor of het op
ACC of ON zetten van het contact
verhinderen (bij voertuigen met een
type A instrumentengroep (pagina
4-46 ), worden berichten in de
instrumentengroep getoond). Laat uw
auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur inspecteren.
OPMERKING

 Onder de volgende omstandigheden
gaat na het indrukken van
de startdrukknop het KEY
waarschuwingslampje (rood)
knipperen. Dit informeert de
bestuurder dat de startdrukknop
bij indrukken vanuit de uit-stand
niet op ACC kan worden gezet
(bij voertuigen met een type
A instrumentengroep (pagina
4-46 ), worden berichten in de
instrumentengroep getoond).
 


 De sleutelbatterij is uitgeput.



 De sleutel bevindt zich buiten het
werkingsbereik.
 


 De sleutel bevindt zich op plaatsen
waar het moeilijk is voor het
systeem het signaal te ontvangen
(pagina 3-9 ).
 


 Er bevindt zich een sleutel van
een andere fabrikant in het
werkingsbereik die op de sleutel
lijkt.


Page 173 of 819

4–9
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
 

(Methode van geforceerd starten
van de motor)
 Als het KEY waarschuwingslampje
(rood) brandt of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit aangeven
dat de motor niet met gebruik van
de normale startmethode gestart kan
worden (bij voertuigen met type A
instrumentengroep (pagina 4-46 ),
worden de berichten getoond in
de instrumentengroep). Laat uw
auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren. In dit geval kan de
motor geforceerd gestart worden.
Houd de startdrukknop ingedrukt
totdat de motor start. Voor het starten
van de motor zijn overige procedures
zoals het aanwezig zijn van de sleutel
in de cabine en het intrappen van het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) vereist.
  Wanneer de motor geforceerd
gestart wordt, blijft het
KEY waarschuwingslampje
(rood) branden en blijft het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen.
 (Automatische transmissie) Wanneer de keuzehendel in de
neutraalstand (N) staat, branden het
KEY indicatielampje (groen) en het
startdrukknopindicatielampje (groen)
niet. 7. Druk op de startdrukknop nadat zowel
het KEY indicatielampje (groen)
in de instrumentengroep als het
indicatielampje van de startdrukknop
(groen) zijn gaan branden.
OPMERKING
  Na het starten van de motor, gaat
het startdrukknopindicatielampje
(oranje) uit en schakelt het contact
over naar de stand ON.
 (SKYACTIV-G 1.5, MZR 1.6,
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
 Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de motor
start is het werkingsgeluid van de
brandstofpompmotor van nabij de
brandstoftank hoorbaar, echter dit
duidt niet op een defect.


Page 177 of 819

4–13
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
  De motor kan niet gestart worden
tenzij het koppelingspedaal volledig
is ingetrapt (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
volledig is ingetrapt (automatische
transmissie).
  Als de functie van de
startdrukknop defect is, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen. In dit geval is het
mogelijk dat de motor start, echter
laat de auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) niet brandt, de procedure
opnieuw vanaf het begin uitvoeren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als het
indicatielampje niet brandt.
  Voer voor het overschakelen
van de stand van het contact
zonder de motor te starten de
volgende handelingen uit nadat het
startdrukknopindicatielampje (groen)
is gaan branden.
1. Laat het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) los.
2. Druk de startdrukknop in om over
te schakelen naar de contactstand.
Het contact schakelt over in de
volgorde van ACC, ON en uit
telkens wanneer de startdrukknop
wordt ingedrukt. Voor het
opnieuw overschakelen naar de
contactstand, de procedure vanaf
het begin uitvoeren.
Noodbediening voor het starten
van de motor
Als het KEY waarschuwingslampje (rood)
brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit aangeven dat de
motor niet met gebruik van de normale
startmethode gestart kan worden (bij
voertuigen met type A instrumentengroep
(pagina 4-46 ), worden de berichten
getoond in de instrumentengroep). Laat
uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur inspecteren. In
dit geval kan de motor geforceerd gestart
worden. Houd de startdrukknop ingedrukt
totdat de motor start. Voor het starten van
de motor zijn overige procedures zoals het
aanwezig zijn van de sleutel in de cabine
en het intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal (automatische transmissie)
vereist.


Page 178 of 819

4–14
Tijdens het rijden
Motor start/stop
*Bepaalde modellen.
Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van
de motor om een andere reden dan in
een noodgeval is gevaarlijk. Wanneer
de motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat
een ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand en
trek de handremhendel aan.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P en
trek de handremhendel aan.
3. Druk op de startdrukknop om de motor
stop te zetten. De contactstand is uit.
OPGELET
Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
OPMERKING
 (SKYACTIV-G 1.5, MZR 1.6 * ,
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
 Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
  Wanneer de startdrukknop vanuit ON
op ACC of OFF wordt gezet, gaat
het KEY indicatielampje (groen)
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen om aan te geven dat het
resterende batterijvermogen van de
sleutel laag is.
 Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
 Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-47 .
 (Automatische transmissie) Als de motor wordt stopgezet
terwijl de keuzehendel in een andere
stand dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.


Page 212 of 819

4–48
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina
(Rood) KEY waarschuwingslampje
*1
Defect
7-40,
Behalve defect
7-46
(Oranje)
* Adaptieve LED koplampen (ALH) waarschuwingslampje *1 7-40
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem 7-40
* Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1 7-40
* Waarschuwingslampje van rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1 7-40
* LED koplampwaarschuwingslampje *1 7-40
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) *1 7-46
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-46
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-46
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Voorzitting) 7-46
(Rood) Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-46
* Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 7-46
* Open-portier waarschuwingslampje 7-46
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.


Page 213 of 819

4–49
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Indicatie/Indicatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indicatielampjes Pagina
* Dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje *1 4-140
* Indicatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF *1 4-130
* Indicatielampje van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF *1 4-178
(Groen) KEY indicatielampje 4-6
Beveiligingssysteemindicatielampje *1 3-56
* Rijsnelheidsalarmindicatie 4-34
* Voorgloei-indicatielampje *1 4-53
* Dieseldeeltjes¿ lter indicatielampje *1 4-242
Moersleutelindicatielampje *1 4-52
(Blauw) Indicatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-53
(Groen)
* i-stop indicatielampje 4-21
(Groen) * i-ELOOP Indicatielampje 4-109
Schakelstandindicatie 4-61


Page 650 of 819

6–48
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
De volgende condities geven aan dat de
batterij nagenoeg uitgeput is:
 


 Het KEY indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep knippert gedurende
ongeveer 30 seconden nadat de motor is
stopgezet.
 


 Het systeem functioneert niet en het
bedrijfsindicatielampje op de zender
knippert niet wanneer de toetsen worden
ingedrukt.
 


 Het werkingsbereik van het systeem is
verminderd.
Het wordt aanbevolen de batterij door
een of¿ ciële Mazda reparateur te laten
vernieuwen om beschadiging van de
sleutel te voorkomen. Volg de instructie
als u de batterij zelf gaat vernieuwen.
Vervangen van de sleutelbatterij
1. Druk op de knop en trek de hulpsleutel
naar buiten.
Knop
2. Draai een met tape omwikkelde platte
schroevendraaier in de richting van de
pijl en duw de afdekking een weinig
open.
Deksel
3. Steek de met tape omwikkelde platte
schroevendraaier in de gleuf en schuif
hem in de richting van de pijl.
Deksel
Gleuf
4. Draai de platte schroevendraaier in de
richting van de pijl en verwijder de
afdekking.
Deksel


Page:   1-10 11-20 next >