stop start MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 197 of 779

:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op de
hellingstopfunctie.
¾De hellingstopfunctie is een aanvullende
functie die gedurende maximaal
2 seconden functioneert wanneer nadat
het rempedaal is losgelaten vanuit een
toestand van stopgezette motor wordt
geaccelereerd. Overmatig vertrouwen op
het systeem kan echter ongevallen
veroorzaken als de snelheid van de auto
ineens toeneemt. Controleer alvorens
met de auto te gaan rijden altijd de
veiligheid rondom de auto en bedien de
keuzehendel, het rempedaal en het
gaspedaal op de juiste wijze. Het is echter
mogelijk dat de auto plotseling in
beweging komt, afhankelijk van de
belasting ervan of als er een aanhanger
getrokken wordt.
¾De auto zou echter nadat de
hellingstopfunctie is vrijgezet onder de
volgende omstandigheden plotseling in
beweging kunnen komen:
¾De keuzehendel staat in de stand N.
¾Als de keuzehendel naar de N stand
wordt verplaatst en het rempedaal
wordt losgelaten terwijl de i-stop
functie in werking is, wordt de
remkracht geleidelijk vrijgegeven. Laat
om met de auto weg te rijden nadat de
motor opnieuw gestart is het
rempedaal los en zet de keuzehendel
in een andere stand dan de N stand.
OPMERKING
xWanneer de auto op een steile helling tot
stilstand wordt gebracht, functioneert de
hellingstopfunctie niet omdat de motor
niet gestopt is.
xHet is mogelijk dat als gevolg van de
werking van de hellingstopfunctie de
reactie van het rempedaal anders is, dat
de remmen geluid maken of dat het
rempedaal trilt. Dit duidt echter niet op
een defect.
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 224 of 779

¾Zorg er voor dat de auto volledig tot
stilstand is gebracht alvorens naar stand
R over te schakelen. Overschakelen naar
stand R terwijl de auto nog in beweging
is kan beschadiging van de
versnellingsbak tot gevolg hebben.
OPMERKING
xIndien het moeilijk is in naar stand R te
schakelen, naar de vrijstand
terugschakelen, het koppelingspedaal
loslaten en vervolgens nogmaals
proberen.
x(Met M Hybrid)
De handrem kan automatisch worden
geactiveerd om te voorkomen dat het
voertuig beweegt wanneer de motor
afslaat terwijl het voertuig zich op een
helling bevindt.
x(Met i-stop functie)
Als de motor als gevolg van afslaan is
gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in te
trappen binnen 3 seconden nadat de
motor is gestopt.
De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt niet
opnieuw worden gestart:
xHet bestuurdersportier geopend is.
xDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
xNa het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
xHet koppelingspedaal wordt ingetrapt
terwijl de motor niet volledig is
stopgezet.
▼6FKDNHOVWDQGLQGLFDWLHODPSMH *6,
+HW*6,GLHQWDOVKXOSYRRUYHUPLQGHULQJ
YDQKHWEUDQGVWRIYHUEUXLNHQKHW
YHUNULMJHQYDQEHWHUHULMSUHVWDWLHV'H]H
WRRQWGHJHVHOHFWHHUGHVFKDNHOVWDQGLQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSHQUDDGWWHYHQVGH
EHVWXXUGHUDDQRYHUWHVFKDNHOHQQDDUGH
VFKDNHOVWDQGGLHKHWEHVWHSDVWELMGH
KXLGLJHULMRPVWDQGLJKHGHQ

 *HVHOHFWHHUGHVFKDNHOVWDQG
 *HVFKLNWHVFKDNHOVWDQG
$DQGXLGLQJ &RQGLWLH
1XPPHU'HJHVHOHFWHHUGHVFKDNHOVWDQG
ZRUGWJHWRRQG
HQQXPPHU2SVFKDNHOHQRIWHUXJVFKDNHOHQ
QDDUGHDDQJHJHYHQVFKDNHOVWDQG
ZRUGWDDQEHYROHQ
23*(/(7
Vertrouw niet enkel op de opschakel/
terugschakel-aanbevelingen van de
indicaties. Het is mogelijk dat bij werkelijke
rijomstandigheden anders geschakeld
moet worden dan de indicatielampjes
aangeven. Om het risico van ongevallen te
voorkomen, dient de bestuurder alvorens
te schakelen de weg- en
verkeersomstandigheden correct te
beoordelen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
%HGLHQLQJYDQGHKDQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN


Page 252 of 779

▼$FKWHUUXLWHQVSURHLHU
9RRUKHWVSURHLHQYDQVSURHLHUYORHLVWRIGH
VFKDNHODDUDFKWHUUXLWHQZLVVHUVSURHLHU
QDDUGH
VWDQGGUDDLHQ1DKHWORVODWHQ
YDQGHVFKDNHODDU]DOGHUXLWHQVSURHLHU
VWRSSHQ
OPMERKING
Wanneer de voorruitensproeiers werken
(vanaf het moment dat aan de
ruitenwisserhendel wordt getrokken totdat
wordt gestopt met het sproeien van
sproeiervloeistof), sproeit de
achterruitensproeier geen
sproeiervloeistof, ook niet als u de
schakelaar bediend.
,QGLHQGHUXLWHQVSURHLHUQLHWZHUNWKHW
YORHLVWRIQLYHDXLQVSHFWHUHQ SDJLQD
 $OVKHWYORHLVWRIQLYHDXLQRUGHLV
HQGHUXLWHQVSURHLHUZHUNWQRJVWHHGVQLHW
UDDGSOHHJGDQHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU
ELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXU
.RSODPSVSURHLHU
▼▼.RSODPSVSURHLHU
'HPRWRUGLHQWJHVWDUWWH]LMQHQGH
NRSODPSHQGLHQHQLQJHVFKDNHOGWH]LMQ

$OVXGHNRSODPSVSURHLHUVZLOWJHEUXLNHQ
GHUXLWHQZLVVHUKHQGHOWZHHPDDOQDDUXWRH
WUHNNHQ

 8,7
 5XLWHQVSURHLHU
OPMERKING
xWanneer na het inschakelen van de
koplampen de voorruitensproeier voor
de eerste keer wordt gebruikt, werken de
koplampsproeiers automatisch.
xAls er lucht in de
koplampsproeiervloeistofleiding
aanwezig is, bijvoorbeeld in gevallen
wanneer de auto pas nieuw is of nadat
een leeg sproeiervloeistofreservoir
opnieuw met sproeiervloeistof gevuld is,
zal wanneer de ruitenwisserhendel
bediend wordt geen sproeiervloeistof
gesproeid worden. Volg in dit geval
onderstaande procedure:
1. Start de motor.
2. Schakel de koplampen in.
3. Trek de ruitenwisserhendel
herhaalde malen tweemaal naar u
toe totdat de sproeiervloeistof naar
buiten sproeit.
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 340 of 779

▼,QVWHOOHQYDQKHWV\VWHHP
05&&PHW6WRS *RIXQFWLHIXQFWLRQHHUWZDQQHHUDDQDOOHRQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQLV
YROGDDQ
x'HULMVQHOKHLGLVDOVYROJW
x (XURSHHVPRGHO
2QJHYHHUNPKWRWNPK
x %HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
2QJHYHHUNPKWRWNPK
x05&&PHW6WRS *RIXQFWLHLVLQJHVFKDNHOG
x+HWUHPSHGDDOLVQLHWLQJHGUXNW
x'HKDQGUHPZRUGWYULMJH]HW LQGLFDWLHODPSMHHOHNWULVFKHKDQGUHP (3% JDDWXLW 
x(ULVJHHQSUREOHHPPHWGH'6&
x$OOHSRUWLHUHQ]LMQJHVORWHQ
x'HYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHULVYDVWJHPDDNW
x'HNHX]HKHQGHOVWDDWLQGHVWDQG' ULMGHQ RIGHVWDQG0 KDQGPDWLJ  KDQGJHVFKDNHOGH
PRGXV 
OPMERKING
xIn de volgende gevallen wordt het MRCC systeem met Stop & Go-functie geannuleerd
wanneer de auto met een snelheid van 30 km/h of lager rijdt en in de
multi-informatiedisplay “Mazda Radar Cruise Control uitgeschakeld onder 30 km/h
(20mph)” wordt weergegeven.
xDe vooruitrijcamera (FSC) kan doelobjecten niet detecteren (er is een probleem met de
vooruitrijcamera (FSC) of de voorruit is vuil).
xEr is een probleem met de in-stilstandpositie-houdenregeling.
xEr is een probleem met de elektrische handrem (EPB).
xWanneer het MRCC systeem met Stop & Go-functie is geactiveerd, gaan de Distance &
Speed Alert (DSA) en Smart Brake Support (SBS) systemen automatisch ook aan.
xHet is wellicht niet mogelijk MRCC met Stop & Go-functie direct na het starten van de
motor in te stellen terwijl de werking van de DSC wordt gecontroleerd.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 346 of 779

OPMERKING
xWanneer u het rijden hervat door de
RES schakelaar in te drukken, gaat de
auto pas rijden wanneer de afstand
tussen uw auto en het voorliggende
voertuig de opgegeven afstand of langer
bedraagt.
xDe motor start automatisch wanneer een
van de acties om het rijden te hervatten
worden uitgevoerd terwijl i-stop
operationeel is.
xAls MRCC met Stop & Go-functie
tijdelijk is geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling actief
was, kunt u het rijden niet hervatten
door te drukken op de RES schakelaar
wanneer er geen voertuigen voor u zijn.
Trap het gaspedaal in en hervat het
rijden.
xAls het voorliggende voertuig gaat
rijden binnen 3 seconden nadat uw auto
door de
in-stilstandpositie-houdenregeling is
gestopt, wordt volgafstandregeling
hervat zelfs als u niet verder rijdt,
bijvoorbeeld door het gaspedaal in te
trappen.
,QIRUPDWLHPHWEHWUHNNLQJWRWKHUYDWWHQ
YDQULMGHQ
$OVXKHWULMGHQQLHWELQQHQHQNHOH
VHFRQGHQKHUYDWQDGDWKHWYRRUOLJJHQGH
YRHUWXLJJDDWULMGHQNQLSSHUWGHLQGLFDWLH
YRRUOLJJHQGYRHUWXLJLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\RPGHEHVWXXUGHU
WHLQIRUPHUHQGDWGH]HKHWULMGHQPRHW
KHUYDWWHQ:DQQHHUXQLHWYHUGHUVWXXUW
QDGDWKHWLQGLFDWLHODPSMHNQLSSHUWGDQ
ZRUGWHHQJHOXLGJHDFWLYHHUGRPXDDQWH
VSRUHQKHWVWXUHQKHUYDWWHQ
&UXLVLQJ 7UDIILF
6XSSRUW &76

▼&UXLVLQJ 7UDIILF6XSSRUW &76
&76LVHHQV\VWHHPGDWEHVWDDWXLWHHQ
YROJDIVWDQGUHJHOLQJVIXQFWLHHQHHQ
EHVWXULQJVKXOSIXQFWLHRPYHUPRHLGKHLG
ELMGHEHVWXXUGHUWLMGHQVILOHVRS
DXWRZHJHQHQDXWRVQHOZHJHQWH
YHUPLQGHUHQ
+HWV\VWHHPYRHUWGHYROJDIVWDQGUHJHOLQJ
XLWRPHHQFRQVWDQWHDIVWDQGWXVVHQXZ
YRHUWXLJHQHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJWH
EHZDUHQELMHHQYRRUDILQJHVWHOGH
ULMVQHOKHLG]RQGHUGDWXKHWJDVRIKHW
UHPSHGDDOKRHIWWHJHEUXLNHQ'DDUQDDVW
KHOSWGHIXQFWLHGHEHVWXXUGHUPHWGH
EHVWXULQJVKXOSIXQFWLHHQZDQQHHU
ULMVWURRNVWUHSHQ]LMQJHGHWHFWHHUGRPKHW
YRHUWXLJELQQHQGHULMVWURRNVWUHSHQWH
KRXGHQ:DQQHHUHUJHHQULMVWURRNVWUHSHQ
]LMQJHGHWHFWHHUGGDQELHGWGHIXQFWLHGH
EHVWXXUGHUVWXXUKXOSRPGHULMULFKWLQJYDQ
KHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJWHYROJHQ
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op het CTS
systeem:
¾Het CTS-systeem is geen automatisch
rijsysteem. Daarnaast hebben de functies
beperkingen. Vertrouw niet volledig op
het systeem en blijf altijd uw rijstrook
aanhouden met behulp van het
stuurwiel.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 361 of 779

▼,QVWLOVWDQGSRVLWLHKRXGHQUHJHOLQJ
DXWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
:DQQHHUKHW&76V\VWHHPZRUGWJHEUXLNW
DOVGHYROJDIVWDQGUHJHOLQJDFWLHILVZRUGW
XZDXWRWRWVWLOVWDQGJHEUDFKWZDQQHHUHHQ
YRRUOLJJHQGYRHUWXLJVWRSW:DQQHHUGH
DXWRWRWVWLOVWDQGZRUGWJHEUDFKWHQGH
LQVWLOVWDQGSRVLWLHKRXGHQUHJHOLQJ
RSHUDWLRQHHOLVJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH
YDQKHW&76V\VWHHPEUDQGHQ
OPMERKING
xZelfs wanneer het CTS systeem tijdelijk
wordt geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
operationeel is, blijft de auto in de
stilstandpositie.
xDe handrem wordt automatisch
aangetrokken wanneer de auto in de
stilstandpositie wordt gehouden nadat
10 minuten of meer zijn verstreken sinds
de in-stilstandpositie-houdenregeling
werd geactiveerd. Wanneer dit gebeurt,
dan wordt het CTS-systeem tijdelijk
geannuleerd.
xAls aan de i-stop
bedieningsvoorwaarden wordt voldaan
terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling actief
is, stopt de motor ook al wordt het
rempedaal niet ingetrapt.
Zie i-stop op pagina 4-13.
xDe remlichten gaan branden wanneer
de in-stilstandpositie-houdenregeling
actief is.

5LMGHQKHUYDWWHQ
:DQQHHUKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJJDDW
ULMGHQWHUZLMOXZDXWRVWLOVWDDWPHW
JHDFWLYHHUGH
LQVWLOVWDQGSRVLWLHKRXGHQUHJHOLQJGUXN
RSGH5(6VFKDNHODDURIWUDSKHW
JDVSHGDDOLQRPGH
LQVWLOVWDQGSRVLWLHKRXGHQUHJHOLQJWH
DQQXOHUHQHQWHJDDQULMGHQ
OPMERKING
xWanneer u het rijden hervat door de
RES schakelaar in te drukken, gaat de
auto pas rijden wanneer de afstand
tussen uw auto en het voorliggende
voertuig de opgegeven afstand of langer
bedraagt.
xDe motor start automatisch wanneer een
van de acties om het rijden te hervatten
worden uitgevoerd terwijl i-stop
operationeel is.
xAls het CTS systeem tijdelijk is
geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling actief
was, kunt u het rijden niet hervatten
door te drukken op de RES schakelaar
wanneer er geen voertuigen voor u zijn.
Trap het gaspedaal in en hervat het
rijden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 440 of 779

Bij wijze van extra veiligheidsvoorziening
is uw auto uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) dat een verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning laat branden wanneer
de bandenspanning van één of meerdere
van uw banden beduidend laag is.
Wanneer dus het verklikkerlichtje voor
lage bandenspanning gaat branden,
dient u te stoppen en uw banden zo
spoedig mogelijk te controleren en deze
op de juiste spanning te brengen. Rijden
met een band waarvan de
bandenspanning beduidend laag is, kan
oververhit raken van de band en
bandenpech veroorzaken. Te lage
bandenspanning verhoogt ook het
brandstofverbruik, leidt tot snellere
slijtage van het bandenprofiel en kan de
bestuurbaarheid en remweg nadelig
beïnvloeden.
Houd er rekening mee dat het TPMS
systeem geen remedie biedt voor een
onjuist bandenonderhoud en het is de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
de juiste bandenspanning te handhaven,
ook als een te lage bandenspanning nog
niet het niveau heeft bereikt dat het
TPMS verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning gaat branden.
Uw auto is ook uitgerust met een TPMS
storingsindicator om aan te geven
wanneer het systeem niet correct
functioneert.De TPMS storingsindicator is
gecombineerd met het verklikkerlichtje
voor lage bandenspanning. Wanneer het
systeem een storing bespeurt, gaat het
verklikkerlichtje gedurende ongeveer één
minuut knipperen en blijft vervolgens
continu branden. Deze volgorde blijft
voortduren telkens wanneer de auto
opnieuw gestart wordt voor zolang als
de storing blijft bestaan. Wanneer de
storingsindicator brandt, bestaat de kans
dat het systeem een lage
bandenspanning niet zoals bedoeld kan
opsporen of melden. Storingen in het
TPMS systeem kunnen zich voordoen om
uiteenlopende redenen, zoals het
vervangen of verwisselen van banden of
velgen op de auto welke verhinderen dat
het TPMS systeem juist kan functioneren.
Controleer steeds de TPMS
storingsindicator na het vervangen van
één of meer banden of velgen op uw
auto om er zeker van te zijn dat na het
vervangen of verwisselen van banden en
velgen het TPMS systeem juist blijft
functioneren.
¾Om foutieve aflezingen te voorkomen
neemt het systeem gedurende een korte
tijd steekproeven alvorens een probleem
te melden. Als gevolg zal een band die
snel leegloopt of plotseling lek is geraakt
niet onmiddellijk door het systeem
gemeld worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP 7306


Page 652 of 779

:$$56&+8:,1*
Niet rijden wanneer het
remwaarschuwingslampje brandt. Neem
contact op met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
om de remmen zo spoedig mogelijk te
laten inspecteren:
Rijden terwijl het
remwaarschuwingslampje brandt is
gevaarlijk. Het geeft aan dat de remmen
wellicht totaal niet functioneren of dat ze
op elk moment volledig buiten bedrijf
kunnen raken. Laat de remmen
onmiddellijk inspecteren indien dit lampje
blijft branden nadat u gecontroleerd heeft
of de handrem volledig ontspannen is.
23*(/(7
¾Ook is het mogelijk dat het effectieve
remvermogen vermindert, zodat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen
dan normaal om de auto tot stilstand te
brengen.
¾(Met M Hybrid)
Bij het starten van de motor kan het
remwaarschuwingslampje gaan
branden en de waarschuwingsindicatie
worden getoond. Parkeer in dat geval de
auto op een veilige plaats en laat het
rempedaal los.
Als het remwaarschuwingslampje/de
remwaarschuwingsindicatie ook niet uit
gaan als de auto is geparkeerd, laat de
auto dan door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur, controleren.

▼:DDUVFKXZLQJYDQHOHNWURQLVFK
UHPNUDFKWYHUGHOLQJVV\VWHHP
$OVGHVWXXUHHQKHLGYDQKHWHOHNWURQLVFK
UHPNUDFKWYHUGHOLQJVV\VWHHPYDVWVWHOWGDW
EHSDDOGHRQGHUGHOHQQLHWJRHG
IXQFWLRQHUHQLVKHWPRJHOLMNGDWGH
VWXXUHHQKHLGKHW
UHPZDDUVFKXZLQJVODPSMHHQKHW
$%6ZDDUVFKXZLQJVODPSMHWHJHOLMNHUWLMG
ODDWEUDQGHQ(ULVYHUPRHGHOLMNHHQ
SUREOHHPLQKHWHOHNWURQLVFK
UHPNUDFKWYHUGHOLQJVV\VWHHP
:$$56&+8:,1*
Rijd niet wanneer zowel het
remwaarschuwingslampje als het
ABS-waarschuwingslampje branden. Laat
de auto naar een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
slepen om de remmen zo spoedig mogelijk
te laten inspecteren:
Rijden terwijl het
ABS-waarschuwingslampje en het
remwaarschuwingslampje tegelijkertijd
branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden, kunnen
de achterwielen tijdens een noodstop
sneller gaan blokkeren dan onder normale
omstandigheden.
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV


Page:   < prev 1-10 11-20