display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 351 of 779

OPMERKING
Waarschuwing besturingshulpfunctie
Als de besturingshulpfunctie de auto niet
binnen de rijstrookstrepen kan houden,
wordt een waarschuwingsgeluid
geactiveerd en een waarschuwing
weergegeven in de multi-informatiedisplay
om de bestuurder aan te sporen het
stuurwiel te gebruiken.
▼▼'LVSOD\LQGLFDWLHYDQ&UXLVLQJ
7UDIILF6XSSRUW &76
'HLQVWHOOLQJVVWDWXVHQGH
EHGLHQLQJVYRRUZDDUGHQYDQKHW
&76V\VWHHPZRUGHQDDQJHJHYHQRSGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\
0XOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\ EDVLVGLVSOD\
 9RRUOLJJHQGYRHUWXLJGLVSOD\
 ,QJHVWHOGHULMVQHOKHLG&76

0XOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\
L$&7,96(16(GLVSOD\
 9RRUOLJJHQGYRHUWXLJGLVSOD\
 ,QJHVWHOGHULMVQHOKHLG&76

$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
 9RRUOLJJHQGYRHUWXLJGLVSOD\
 ,QJHVWHOGHULMVQHOKHLG&76

'LVSOD\EHVWXULQJVKXOSIXQFWLH
:DQQHHUGHEHVWXULQJVKXOSIXQFWLHZHUNW
GDQYHUDQGHUWGHGLVSOD\
EHVWXULQJVDVVLVWHQWLHRSGHGLVSOD\YDQZLW
QDDUJURHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 352 of 779

OPMERKING
U kunt op de multi-informatiedisplay
kijken om te controleren of de
besturingshulp taken uitvoert op basis van
de rijstrookstrepen of een voorliggend
voertuig.
Inactief
Actief (voorliggend voertuig)
Actief (rijstrookstreep)
$OVHUHHQSUREOHHPLVPHWKHW
&76V\VWHHPZRUGWHUHHQEHULFKWLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\ZHHUJHJHYHQ
&RQWUROHHUGHGHWDLOVYDQKHWSUREOHHPRS
GHPLGGHQGLVSOD\HQODDWXZDXWR
YHUYROJHQVGRRUHHQGHVNXQGLJH
UHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
=LH$OVHHQZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDW
EUDQGHQRINQLSSHUHQRSSDJLQD
▼▼:DDUVFKXZLQJYRRUNRUWH
YROJDIVWDQG
$OVXZDXWRKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJ
VQHOQDGHUWWHUZLMOXPHW
YROJDIVWDQGUHJHOLQJULMGWZRUGWKHW
ZDDUVFKXZLQJVJHOXLGJHDFWLYHHUGHQ
ZRUGWGHUHPZDDUVFKXZLQJDDQJHJHYHQ
RSGHGLVSOD\+RXGHHQYHLOLJHDIVWDQG
WXVVHQXZDXWRHQGHYRRUOLJJHU
 'HPHOGLQJ

Page 359 of 779

x:DQQHHUGHULMVWURRNEXLWHQJHZRRQVPDORIEUHHGLV
x'HDXWRNUXLVWHHQULMVWURRNVWUHHS
x'HEHVWXXUGHUQHHPW]LMQKDDUKDQGHQYDQKHWVWXXUZLHODI
x+HWVWXXUZLHOZRUGWDEUXSWJHGUDDLG
x(ULVHHQSUREOHHPPHWKHWV\VWHHP
x'HWHPSHUDWXXULQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& LVWHKRRJRIWHODDJ
x'HYRRUUXLWURQGGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& LVEHVODJHQ
x'HYRRUUXLWURQGRPGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& ZRUGWGRRUHHQREVWDNHOJHEORNNHHUG
ZDDUGRRUKHWXLW]LFKWQDDUYRUHQEHOHPPHUGZRUGW

OPMERKING
Als u uw handen van het stuurwiel afneemt (het stuurwiel niet vasthoudt), wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en wordt een alarmmelding aangegeven op de
multi-informatiedisplay en de Active Driving Display.
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 360 of 779

Als u het stuurwiel licht vasthoudt, is het mogelijk dat het systeem afhankelijk van de
rijomstandigheden bepaalt dat u het stuurwiel heeft losgelaten (het stuurwiel niet langer
vasthoudt) ook al is dit niet het geval en dat er een waarschuwing op de
multi-informatiedisplay en de Active Driving Display verschijnt.

2PKHWULMGHQWHKHUYDWWHQ
$OVKHW&76V\VWHHPWLMGHOLMNLVJHDQQXOHHUGZRUGWGHUHJHOLQJKHUYDWPHWXZHHUGHU
LQJHVWHOGHVQHOKHLGGRRUKHWLQGUXNNHQYDQGH5(6VFKDNHODDUQDGDWDDQDOOH
EHGLHQLQJVYRRUZDDUGHQLVYROGDDQ
OPMERKING
xAls de ingestelde snelheid niet op de display wordt aangegeven, wordt het systeem niet
geactiveerd, ook niet als de RES schakelaar wordt ingedrukt.
xNa de handeling bestaat de kans dat de werking van de besturingshulpfunctie gedurende
maximaal 5 seconden wordt onderbroken totdat de rijstrookstrepen bespeurd worden of
een voorliggend voertuig wordt herkend.

8LWVFKDNHOHQ
:DQQHHUGH&76VFKDNHODDUZRUGWLQJHGUXNWWHUZLMOKHW&76V\VWHHPLVJHDFWLYHHUGZRUGW
KHW&76V\VWHHPXLWJHVFKDNHOG
▼:HHUJDYHYDQYHU]RHNRSVFKDNHOHQ
WHUXJVFKDNHOHQ KDQGJHVFKDNHOGH
YHUVQHOOLQJVEDN
+HWLVPRJHOLMNGDWWLMGHQVGHZHUNLQJYDQ
KHW&76V\VWHHPGHZHHUJDYHYDQKHW
YHU]RHNRSVFKDNHOHQWHUXJVFKDNHOHQ
JHWRRQGZRUGW:DQQHHUGLWJHEHXUWGLHQW
XGHYHUVQHOOLQJRYHUWHVFKDNHOHQRPGDW
GHVFKDNHOVWDQGQLHWMXLVWLV
9HU]RHN ,QGLFDWLHRSGLVSOD\
2SVFKDNHOHQ6FKDNHORSQDDUKRJHUHYHUVQHO(
OLQJ
7HUXJVFKDNHOHQ6FKDNHOWHUXJQDDUODJHUHYHUVQHO(
OLQJ
OPMERKING
xAls de versnelling niet opgeschakeld
wordt hoewel de verzoekindicatie voor
het opschakelen wordt getoond, wordt
de motor overbelast en bestaat de kans
dat het CTS-systeem automatisch
geannuleerd wordt omdat anders
motorschade zou kunnen ontstaan.
xAls versnelling niet teruggeschakeld
wordt hoewel de verzoekindicatie voor
het terugschakelen wordt getoond,
bestaat de kans dat het CTS-systeem
automatisch geannuleerd wordt omdat
anders de motor zou kunnen afslaan.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 376 of 779

OPMERKING
xDruk wanneer de ingestelde rijsnelheid
in de Active Driving Display/
instrumentengroep wordt getoond en het
maximumsnelheidsbord niet wordt
getoond, op de RES schakelaar om de
getoonde rijsnelheid in te stellen.
+DQGPDWLJLQVWHOOHQYDQGHULMVQHOKHLG
DDQGHKDQGYDQHHQ
PD[LPXPVQHOKHLGVERUG
 'UXNRSGH/,0VFKDNHODDURPKHW
V\VWHHPLQWHVFKDNHOHQ
 'UXNRSGH5(6VFKDNHODDUWHUZLMOGH
LQVWHOOLQJVLQGLFDWLHYRRU,6$
LQVWHOLQGLFDWLHZRUGWZHHUJHJHYHQRS
GH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
LQVWUXPHQWHQJURHSRPGHPD[LPDOH
ULMVQHOKHLGLQWHVWHOOHQRSGHVQHOKHLG
YDQKHWZHHUJHJHYHQ
PD[LPXPVQHOKHLGVERUG
 ,QVWHOOLQJVLQGLFDWLH
PD[LPXPVQHOKHLGVERUG
OPMERKING
xDe maximumsnelheid kan niet worden
ingesteld op basis van het
maximumsnelheidsbord wanneer de
indicatie maximumsnelheidsbord grijs
wordt weergegeven.
,QVWHOOLQJEHUHLNWHKRJHVQHOKHLG
+HWVQHOKHLGVEHUHLNGDWGHLQJHVWHOGH
VQHOKHLGNDQRYHUVFKULMGHQNDQZRUGHQ
JHZLM]LJG
=LHGHVHFWLH,QVWHOOLQJHQLQGH
*HEUXLNHUVKDQGOHLGLQJYDQ0='&RQQHFW
x'HULMVQHOKHLGZRUGWEHSHUNWWRWGH
LQJHVWHOGHVQHOKHLG
x$OVGHULMVQHOKHLGGHLQJHVWHOGH
VQHOKHLGPHWNPKRYHUVFKULMGWZRUGW
GHULMVQHOKHLGEHSHUNW
x$OVGHULMVQHOKHLGGHLQJHVWHOGH
VQHOKHLGPHWNPKRYHUVFKULMGW
ZRUGWGHULMVQHOKHLGEHSHUNW
▼▼7LMGHOLMNDQQXOHUHQYDQKHWV\VWHHP
+HWV\VWHHPZRUGWWLMGHOLMNJHDQQXOHHUG
VWDQGE\VWDWXV ZDQQHHUHHQYDQGH
YROJHQGHKDQGHOLQJHQZRUGWXLWJHYRHUG
WHUZLMOGH,6$JHWRRQGZRUGW
x&$1&(/VFKDNHODDUZRUGWLQJHGUXNW
x*DVSHGDDOZRUGWNUDFKWLJLQJHWUDSW
x(HQSRUWLHUZRUGWJHRSHQG
x'HYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHU
LVQLHWYDVWJHJHVSW
OPMERKING
xDe ingestelde snelheid kan worden
ingesteld door de RES schakelaar
omhoog (SET+) of omlaag (SET-) te
duwen terwijl het systeem in de
stand-bystatus verkeert.
xDe ISA wordt niet geannuleerd door het
intrappen van het rempedaal.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 378 of 779

OPMERKING
xHet is mogelijk dat de SBS onder de
volgende omstandigheden niet werkt.
xAls er de kans bestaat van het botsen
tegen enkel een deel van het
voorliggende voertuig of obstakel.
xU rijdt met dezelfde snelheid als het
voorliggende voertuig.
xWanneer de bestuurder doelbewust
bestuurdershandelingen uitvoert
(bedienen gaspedaal, bedienen
stuurwiel).
xHet gaspedaal wordt abrupt ingetrapt.
xHet rempedaal wordt ingetrapt.
xHet stuurwiel wordt gedraaid.
xDe keuzehendel wordt verzet.
xDe richtingaanwijzerhendel wordt
bediend.
xWanneer waarschuwingen en
berichten, zoals die voor een vuile
voorruit, verband houdend met de
vooruitrijcamera (FSC) of voorste
radarsensor op de
multi-informatiedisplay worden
getoond.
xDe SBS kan onder de volgende
omstandigheden worden geactiveerd.
xWanneer er een object op de weg is bij
de ingang van een bocht (zoals
vangrails en sneeuwbanken).
xPasseren van een naderend voertuig
bij het maken van een bocht.
xBij het oversteken van een smalle
brug en het rijden door lage of smalle
poorten, autowasinstallaties of
tunnels.
xBij het rijden door een tolhek.
xBij het inrijden van een ondergrondse
parkeergarage.
xWanneer er zich een metalen
voorwerp, hobbel of uitstekend object
op de weg bevindt.
xAls u plotseling dicht bij een
voorliggend voertuig komt.
xEr is een dier, muur of boom.
xStelt de bestuurder met een
waarschuwingsindicatie op de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display (modellen met Active
Driving Display) terwijl het systeem in
werking is.
xWanneer een storing wordt gedetecteerd
of het systeem de functie tijdelijk stopt
vanwege vervuilde sensoren (zoals een
radarsensor of vooruitrijcamera (FSC)),
dan gaat de i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje branden en wordt
er een melding op de
multi-informatiedisplay getoond.
xBij een handgeschakelde auto stopt de
motor wanneer het koppelingspedaal
niet wordt ingetrapt en de auto door het
SBS tot stilstand wordt gebracht.
xAls de auto door de remwerking van het
SBS tot stilstand is gebracht en het
rempedaal niet wordt ingetrapt, wordt
de SBS rem automatisch vrijgezet na
ongeveer 2 seconden.
▼:DDUVFKXZLQJYRRUERWVLQJ
:DQQHHUHUHHQNDQVEHVWDDWRSHHQ
ERWVLQJPHWHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJLV
RQDIJHEURNHQKHW
ERWVLQJVZDDUVFKXZLQJVJHOXLGKRRUEDDUHQ
ZRUGWHHQZDDUVFKXZLQJJHWRRQGRSGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 381 of 779

Oefen geen grote kracht uit op een
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera:
Spuit bij het wassen van de auto geen
water onder hoge druk tegen een achterste
ultrasonische sensor en achtercamera en er
niet met kracht over wrijven. Let er verder
op bij het in- en uitladen van lading niet
met kracht tegen de achterbumper te
stoten. Anders bestaat de kans dat de
sensoren de obstakels niet correct
bespeuren, wat tot gevolg kan hebben dat
het SBS-R systeem niet normaal
functioneert of abusievelijk functioneert.
23*(/(7
¾Bij het
offroad rijden op plaatsen met
gras of bladeren, wordt het aanbevolen
het SBS-R systeem uit te schakelen.
¾Gebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat en van
hetzelfde merk, soort en profielpatroon
op alle 4 wielen. Bovendien geen banden
met duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen op dezelfde auto
gebruiken. Anders bestaat de kans dat
het SBS-R systeem niet normaal
functioneert.
¾Als zich een laag ijs of sneeuw op de
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera heeft vastgezet, bestaat
de kans dat deze afhankelijk van de
omstandigheden obstakels niet correct
kunnen bespeuren. In dergelijke gevallen
is het mogelijk dat het systeem de
regelingen niet correct kan uitvoeren.
Rijd altijd voorzichtig en let op de
achterzijde van de auto.
OPMERKING
xDe stand van de auto verandert
afhankelijk van het gebruik van het
gaspedaal, rempedaal en stuurwiel, wat
voor het systeem de herkenning van een
obstakel kan bemoeilijken of wat tot
onnodige detectie kan leiden. In
dergelijke gevallen is het mogelijk dat
de SBS-R niet functioneert.
xHet SBS-R systeem functioneert onder
de volgende omstandigheden.
xWanneer de motor draait.
xDe versnellingshendel
(handgeschakelde auto) of
keuzehendel (voertuig met
automatische transmissie) staat in de
stand R (achteruit).
xDe helling is minder dan 5%.
xi-ACTIVSENSE
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje wordt niet
getoond op de
multi-informatiedisplay.
xBij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot
8 km/h.
xDe SBS-R wordt niet uitgeschakeld.
xHet DSC systeem is niet defect.
xIn de volgende gevallen kunnen de
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera geen obstakels bespeuren
en bestaat de kans dat de SBS-R niet
functioneert.
xLage obstakels, zoals lage muren of
vrachtwagens met lage laadbakken.
xHoge obstakels, zoals vrachtwagens
met hoge laadbakken.
xKleine obstakels.
xDunne obstakels, zoals
wegwijzerpalen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 382 of 779

xDe buitenste zijde van het obstakel
bevindt zich niet verticaal ten opzichte
van de auto.
xZachte obstakels, zoals een hangend
gordijn of een voertuig bedekt met
sneeuw.
xOnregelmatig gevormde obstakels.
xObstakels die zich uiterst dichtbij
bevinden.
xIn de volgende gevallen kunnen de
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera obstakels niet goed
bespeuren en bestaat de kans dat de
SBS-R niet functioneert.
xEr zit iets op de bumper in de buurt
van een achterste ultrasonische
sensor.
xHet rem- of gaspedaal wordt bediend.
xNabij een obstakel bevindt zich een
ander obstakel.
xTijdens slechte weersomstandigheden,
zoals regen, mist en sneeuw.
xHoge of lage vochtigheid.
xHoge of lage temperaturen
xHarde wind.
xHet wegtraject is niet vlak.
xWanneer zware bagage in de
bagageruimte of op de achterzitting is
geplaatst.
xObjecten zoals een draadloze antenne,
mistlamp of verlichte kentekenplaat
zijn geïnstalleerd in de buurt van een
achterste ultrasonische sensor.
xDe richting van een achterste
ultrasonische sensor wijkt af als
gevolg van bijvoorbeeld een botsing.
xDe auto staat blootgesteld aan andere
geluidsgolven, zoals die van de
claxon, motorgeluiden of de
ultrasonische sensor van een ander
voertuig.
xIn de volgende gevallen is het mogelijk
dat een achterste ultrasonische sensor
en achtercamera iets abusievelijk als
een doelobstakel bespeuren, wat tot
gevolg kan hebben dat het SBS-R
systeem in werking treedt.
xRijden op een steile helling.
xWielblokken.
xHangende gordijnen, poortpalen,
zoals bij tolpoorten en
spoorwegovergangen.
xBij het rijden nabij objecten zoals
gebladerte, geluidswanden,
voertuigen, muren en hekken langs
wegen.
xBij het offroad rijden op plaatsen met
gras en hooi.
xBij het rijden door lage poorten,
smalle poorten, autowasinstallaties en
tunnels.
xEr wordt een aanhanger getrokken.
xEen heldere lichtbron, zoals zonlicht,
valt op de achtercamera.
xDe omgeving is donker.
xWanneer u hulpuitrusting aan de
buitenzijde zoals een fietsdrager hebt
geïnstalleerd rondom de sensor
achter.
x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van de
SBS-R tot stilstand wordt gebracht en
het koppelingspedaal niet wordt
ingetrapt, stopt de motor.
xWanneer het systeem in werking is,
wordt de gebruiker op de hoogte gesteld
door de multi-informatiedisplay.
xWanneer de SBS-R rem in werking is,
klinkt met tussenpozen de
botsingwaarschuwingszoemer.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 385 of 779

Neem voor de juiste werking van het
SBS-RC systeem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Breng geen stickers aan op een achterste
radar of achtercamera. Anders bestaat
de kans dat de achterste radar en
achtercamera voertuigen of obstakels
niet kunnen bespeuren, hetgeen
ongelukken kan veroorzaken.
¾Demonteer een achterste radar en
achtercamera niet.
¾Als er barsten of beschadiging als gevolg
van bijvoorbeeld steenslag in de buurt
van een achterste radar en
achtercamera zichtbaar zijn,
onmiddellijk met het gebruik van het
SBS-RC systeem stoppen en uw auto
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda-reparateur,
laten inspecteren. Als u met barsten of
krassen in de buurt van een
ultrasonische sensor met de auto blijft
doorrijden, bestaat de kans dat het
systeem abusievelijk in werking treedt en
een ongeluk veroorzaakt wordt.
Zie Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support [Rear Crossing]
(SBS-RC) remhulpsysteem op pagina
4-212.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur, voor het vervangen
van de achterbumper.
Geen wijzigingen aan de vering
aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling
gewijzigd wordt, bestaat de kans dat het
SBS-RC systeem niet juist functioneert
omdat deze obstakels niet correct kan
bespeuren.Oefen geen grote kracht uit op een
achterste radar en achtercamera:
Spuit bij het wassen van de auto geen
water onder hoge druk tegen een achterste
radar en achtercamera en wrijf er niet met
kracht over. Let er verder op bij het in- en
uitladen van lading niet met kracht tegen
de achterbumper te stoten. Anders bestaat
de kans dat de sensoren de obstakels niet
correct bespeuren, wat tot gevolg kan
hebben dat het SBS-RC systeem niet
normaal functioneert of abusievelijk
functioneert.
OPMERKING
xHet SBS-RC systeem treedt onder de
volgende omstandigheden in werking.
xWanneer de motor draait.
xDe versnellingshendel
(handgeschakelde auto) of
keuzehendel (voertuig met
automatische transmissie) staat in de
stand R (achteruit).
xi-ACTIVSENSE
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje wordt niet
getoond op de
multi-informatiedisplay.
xDe rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of
minder.
xDe rijsnelheid van een naderend
voertuig is ongeveer 3 km/h of hoger.
xDe SBS-R wordt niet uitgeschakeld.
xHet DSC systeem is niet defect.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 387 of 779

xEen voertuig dat uit de tegengestelde
richting nadert op een steile helling.
1. Uw auto

xDirect nadat het SBS-RC systeem in
werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
xOntvangststoring door een
radarsensor op een voertuig dat
dichtbij is geparkeerd.
xSchakel het SBS-RC systeem uit
wanneer u een aanhanger trekt of
wanneer u hulpuitrusting zoals een
fietsdrager aan de achterzijde van de
auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven die door de radar worden
uitgezonden geblokkeerd raken
waardoor het systeem niet meer
normaal zal functioneren.
xIn de volgende gevallen is het mogelijk
dat een achterste radar en achtercamera
iets abusievelijk als een doelobstakel
bespeuren, wat tot gevolg kan hebben
dat het SBS-RC systeem in werking
treedt.
xHangende gordijnen, poortpalen,
zoals bij tolpoorten en
spoorwegovergangen.
xBij het rijden nabij objecten zoals
gebladerte, geluidswanden,
voertuigen, muren en hekken langs
wegen.
xBij het offroad rijden op plaatsen met
gras en hooi.
xBij het rijden door lage poorten,
smalle poorten, autowasinstallaties en
tunnels.
xEr wordt een aanhanger getrokken.
xEen heldere lichtbron, zoals zonlicht,
valt op de achtercamera.
xDe omgeving is donker.
x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van het
SBS-RC systeem tot stilstand wordt
gebracht en het koppelingspedaal niet
wordt ingetrapt, stopt de motor.
xWanneer het systeem in werking is,
wordt de gebruiker op de hoogte gesteld
door de multi-informatiedisplay.
xWanneer het SBS-RC systeem rem in
werking is, klinkt met tussenpozen de
botsingwaarschuwingszoemer.
xAls de auto door de werking van het
SBS-RC systeem tot stilstand is gebracht
en het rempedaal niet wordt ingetrapt,
getoond in meter “Noodremwerking
geactiveerd. Trap rempedaal in om stil
te blijven staan”, wordt het SBS-RC
systeem rem na ongeveer 2 seconden
automatisch vrijgezet.
xWanneer een originele Mazda trekhaak
wordt gebruikt, dan wordt het SBS-RC
systeem automatisch uitgeschakeld.
▼:DDUVFKXZLQJYRRUERWVLQJ
:DQQHHUHUHHQNDQVEHVWDDWRSHHQ
ERWVLQJLVRQDIJHEURNHQKHW
ERWVLQJVZDDUVFKXZLQJVJHOXLGKRRUEDDUHQ
ZRUGWHHQZDDUVFKXZLQJJHWRRQGRSGH
$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\HQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >