MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 321 of 779

xEen voertuig dat van de voorzijde of
linkerzijde nadert slaat recht voor uw
auto rechts- of linksaf.
xEen voertuig dat door de
parkeergarage rijdt of een voetganger
die op het trottoir loopt in het gebied
rondom uw auto.
xNadat links- of rechtsaf is afgeslagen,
is er sprake van een tegenligger.
xWanneer u een naderend voertuig
passeert.
xEen voertuig dat uw auto inhaalt
terwijl u stilstaat.
xUw auto bevindt zich in een gebied
waar krachtige radiogolven of
elektrische ruis kan optreden, zoals in
de buurt van een televisietoren of
energiecentrale.
xOnder de volgende omstandigheden kan
de voorste zijradarsensor geen
naderende voertuigen bespeuren of
kunnen deze moeilijk bespeurd worden
en werkt het systeem mogelijk niet naar
behoren.
xHet detectiegebied van de voorste
zijradarsensor wordt gehinderd door
een nabije muur of voertuig.
xDirect nadat het systeem in werking is
gesteld.
xOntvangststoring door een
radarsensor op een voertuig in de
buurt.
xHet naderende voertuig heeft één van
de volgende vormen.
a) De carrosserie van het voertuig is
extreem klein.
b) De hoogte van de auto is
buitengewoon klein of groot.
c) Een speciaal voertuigtype met een
vreemde vorm.
xEen voertuig dat plotseling van de
voorzijde of de zijkant het
detectiegebied binnenkomt.
xEen stilstaand voertuig dat plotseling
gaat rijden.
xMeerdere objecten bewegen
tegelijkertijd.
xTijdens het rijden onder slechte
weersomstandigheden, zoals hevige
regen, mist, sneeuw of zandstormen.
xBij het rijden in scherpe bochten of op
hobbelige wegen.
xEr bevindt zich direct naast uw auto
een voorwerp dat de radiogolven van
de radar weerkaatst, zoals een
geparkeerd voertuig, een vangrail of
een muur.
xEen voertuig dat tijdens het afslaan
nadert (zoals op een rotonde)
xDe auto rijdt met een buitengewoon
lage snelheid.
xIn de volgende gevallen laat het systeem
de i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje branden en wordt
de werking van het systeem stopgezet.
Laat de auto zo spoedig mogelijk door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren als de i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje blijft branden.
xEr heeft zich een probleem met het
systeem voorgedaan.
xDe voorste zijradarsensor
installatiepositie is sterk gewijzigd.
xEr heeft zich een grote hoeveelheid
sneeuw of ijs verzameld op de
voorbumper nabij een voorste
zijradarsensor.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 322 of 779

xDe temperatuur in de buurt van de
radarsensoren is buitengewoon hoog
als gevolg van het langdurig rijden op
hellingen tijdens de zomer.
xDe accuspanning is afgenomen.
xDe voorste zijradarsensor van het
FCTA is onderhevig aan de
betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Wanneer het systeem in het
buitenland wordt gebruikt, dan kan
het zijn dat het systeem moet worden
uitgeschakeld.
Zie Voorste zijradarsensor op pagina
4-252.
▼%XLWHQZHUNLQJVWHOOHQYDQ)URQW
&URVV7UDIILF$OHUW )&7$
+HW)&7$V\VWHHPNDQEXLWHQZHUNLQJ
ZRUGHQJHVWHOG
x $OVDOOHHQKHW)&7$
NUXLVSXQWV\VWHHPZRUGW
XLWJHVFKDNHOG
=LHGHVHFWLH,QVWHOOLQJHQLQKHW0='
&RQQHFWLQVWUXFWLHERHNMH
x $OVKHW)&7$NUXLVSXQWV\VWHHP
ZRUGWXLWJHVFKDNHOGGRRUGH
L$&7,96(16(VFKDNHODDUWH
EHGLHQHQ
=LHL$&7,96(16(VFKDNHODDURS
SDJLQD
OPMERKING
Wanneer het contact op OFF wordt gezet,
wordt de systeemtoestand aangehouden
die bestond alvorens deze werd
uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld het
contact op OFF wordt gezet terwijl het
FCTA gebruiksklaar is, zal het systeem
gebruiksklaar zijn wanneer het contact de
volgende keer op ON gezet wordt.
$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP
5&7$

▼5HDU&URVV7UDIILF$OHUW 5&7$
+HW5&7$V\VWHHPLVEHGRHOGRPGH
EHVWXXUGHUWLMGHQVKHWDFKWHUXLWULMGHQWH
DVVLVWHUHQELMKHWFRQWUROHUHQYDQKHW
JHELHGDDQGHOLQNHUHQUHFKWHUDFKWHU]LMGH
YDQXZDXWRGRRUGHEHVWXXUGHUWH
ZDDUVFKXZHQYRRUGHDDQZH]LJKHLGYDQ
YRHUWXLJHQGLHYDQDIGHDFKWHU]LMGH
QDGHUHQ
+HW5&7$V\VWHHPEHVSHXUWYRHUWXLJHQ
GLHWLMGHQVKHWDFKWHUXLWULMGHQXLWHHQ
SDUNHHUUXLPWHYDQDIGHOLQNHUDFKWHU
UHFKWHUDFKWHUHQDFKWHU]LMGHYDQXZDXWR
QDGHUHQHQZDDUVFKXZWGHEHVWXXUGHUYRRU
PRJHOLMNJHYDDUPHWEHKXOSYDQGH
GRGHKRHNPRQLWRU %60
ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQGH
ZDDUVFKXZLQJV]RHPHU
 8ZDXWR
 'HWHFWLHJHELHGHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 323 of 779

:$$56&+8:,1*
Controleer altijd visueel de directe
omgeving alvorens daadwerkelijk uw auto
in de achteruit te zetten:
Het systeem is enkel bedoeld om u bij het
achteruitrijden te helpen op
achteropkomende voertuigen te
controleren. Als gevolg van bepaalde
beperkingen ten aanzien van de werking
van dit systeem, bestaat de kans dat de
dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes niet of
met vertraging knipperen alhoewel er zich
een voertuig achter uw auto bevindt. Neem
het als bestuurder altijd tot uw
verantwoordelijkheid te controleren op
achteropkomend verkeer.
%HGLHQLQJYDQKHW5&7$
 +HW5&7$V\VWHHPIXQFWLRQHHUW
ZDQQHHUGHYHUVQHOOLQJVKHQGHO
+DQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN RI
GHNHX]HKHQGHO $XWRPDWLVFKH
WUDQVPLVVLH LQGHDFKWHUXLWVWDQG 5
JH]HWZRUGW
 $OVHUGHNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJ
PHWHHQQDGHUHQGYRHUWXLJJDDQGH
GRGHKRHNPRQLWRU %60
ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHV
NQLSSHUHQHQZRUGWWHJHOLMNHUWLMGGH
ZDDUVFKXZLQJV]RHPHUJHDFWLYHHUG
$FKWHUXLWNLMNPRQLWRU PRGHOOHQPHW
DFKWHUXLWNLMNPRQLWRU
'HZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHYDQKHW
5&7$LQGHDFKWHUXLWNLMNPRQLWRU
ZHUNWRRNV\QFKURRQPHWKHW
GRGHKRHNPRQLWRU %60
ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHRSGH
SRUWLHUVSLHJHOV


Page 324 of 779

xEr bevindt zich direct naast uw auto
een voorwerp dat de radiogolven van
de radar weerkaatst, zoals een
geparkeerd voertuig, een vangrail of
een muur.
xEen voertuig dat van linksachter of
rechtsachter nadert, remt af.
xEen voertuig dat van linksachter of
rechtsachter nadert, slaat recht voor
uw auto rechtsaf of linksaf.
xEen voertuig dat uw auto inhaalt
terwijl u stilstaat.
xUw auto bevindt zich in een gebied
waar krachtige radiogolven of
elektrische ruis kan optreden, zoals in
de buurt van een televisietoren of
energiecentrale.
xIn de volgende gevallen gaat de
i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje branden en wordt
de werking van het systeem stopgezet.
Laat de auto zo spoedig mogelijk door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren als de i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje blijft branden.
xEr heeft zich een probleem in het
systeem voorgedaan, inclusief de
dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes.
xEr is een grote afwijking ontstaan in
de montagepositie van een achterste
zijradarsensor.
xEr heeft zich een grote hoeveelheid
sneeuw of ijs verzameld op de
achterbumper nabij een achterste
zijradarsensor.
xRijden gedurende langere perioden op
met sneeuw bedekte wegen.
xDe temperatuur in de buurt van de
radarsensoren is buitengewoon hoog
als gevolg van het langdurig rijden op
hellingen tijdens de zomer.
xDe accuspanning is afgenomen.
xOnder de volgende omstandigheden kan
de achterste zijradarsensor geen
naderende voertuigen bespeuren of
kunnen deze moeilijk bespeurd worden
en werkt het systeem mogelijk niet naar
behoren.
xDe rijsnelheid bij het achteruitrijden
is ongeveer 15 km/h of hoger.
xHet detectiegebied van de achterste
zijradarsensor wordt gehinderd door
een nabije muur of geparkeerd
voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats
waar het detectiegebied van de
radarsensor niet meer gehinderd
wordt.)
1. Uw auto

xEr nadert een voertuig direct vanaf de
achterzijde van uw auto.
1. Uw auto

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 325 of 779

xDe auto staat op een helling
geparkeerd.
1. Uw auto

xDirect nadat het RCTA systeem in
werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
xOntvangststoring door een
radarsensor op een voertuig dat
dichtbij is geparkeerd.
xIn de volgende gevallen kan het moeilijk
zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes die op
de portierspiegels zijn aangebracht te
zien branden/knipperen.
xDe portierspiegels zijn bedekt met
sneeuw of ijs.
xWanneer de voorportierruit beslagen
is of bedekt is met sneeuw, ijs of
modder.
xSchakel het RCTA systeem uit wanneer u
een aanhanger trekt of wanneer u
hulpuitrusting zoals een fietsdrager aan
de achterzijde van de auto hebt
geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven die door de radar worden
uitgezonden geblokkeerd raken
waardoor het systeem niet meer
normaal zal functioneren.
xDe achterste zijradarsensor van het
RCTA systeem is onderhevig aan de
betreffende radiogolfbepalingen van het
land waarin met de auto wordt gereden.
Wanneer het systeem in het buitenland
wordt gebruikt, dan kan het zijn dat het
systeem moet worden uitgeschakeld.
Zie Achterste zijradarsensor op pagina
4-254.
xWanneer een originele Mazda trekhaak
wordt gebruikt, dan wordt het RCTA
automatisch uitgeschakeld.
▼%XLWHQZHUNLQJVWHOOHQYDQ
DFKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP
5&7$
+HW5&7$V\VWHHPNDQEXLWHQZHUNLQJ
ZRUGHQJHVWHOG
x $OVDOOHHQKHW5&7$ZRUGW
XLWJHVFKDNHOG
=LHGHVHFWLH,QVWHOOLQJHQLQKHW0='
&RQQHFWLQVWUXFWLHERHNMH
x $OVKHW5&7$ZRUGWXLWJHVFKDNHOG
GRRUGHL$&7,96(16(VFKDNHODDU
WHEHGLHQHQ
=LHL$&7,96(16(VFKDNHODDURS
SDJLQD
OPMERKING
Wanneer het contact op OFF wordt gezet,
wordt de systeemtoestand aangehouden
die bestond alvorens deze werd
uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld het
contact op OFF wordt gezet terwijl het
RCTA gebruiksklaar is, zal het systeem
gebruiksklaar zijn wanneer het contact de
volgende keer op ON gezet wordt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 326 of 779

0D]GD5DGDU&UXLVH
&RQWURO 05&& V\VWHHP

▼0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWURO
05&& V\VWHHP
+HW05&&V\VWHHPUHJHOWGH
YROJDIVWDQG

WRWHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJ
DOQDDUJHODQJXZULMVQHOKHLGPHWEHKXOS
YDQHHQYRRUVWHUDGDUVHQVRUGLHGHDIVWDQG
WRWKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJELMHHQ
YRRUDILQJHVWHOGHULMVQHOKHLGPHHW]RQGHU
GDWXKHWJDVSHGDDORIKHWUHPSHGDDOKRHIW
WHJHEUXLNHQ

 9ROJDIVWDQGUHJHOLQJ5HJHOLQJYDQGH
DIVWDQGWXVVHQXZDXWRHQKHW
YRRUOLJJHQGHYRHUWXLJGDWGRRUKHW
05&&V\VWHHPLVJHGHWHFWHHUG
$OVXZDXWRKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJ
GLFKWHUEHJLQWWHQDGHUHQRPGDW
ELMYRRUEHHOGKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJ
RQYHUZDFKWDIUHPWZRUGWWHJHOLMNHUWLMG
HHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLGHQHHQ
ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHRSGHGLVSOD\
JHDFWLYHHUGRPXWHZDDUVFKXZHQ
YROGRHQGHDIVWDQGWXVVHQGHYRHUWXLJHQWH
EHZDUHQ
/HHVERYHQGLHQGHYROJHQGHLQIRUPDWLH
YRRUGDWXKHW05&&V\VWHHPJDDW
JHEUXLNHQ
x9RRUVWHUDGDUVHQVRU SDJLQD
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op het MRCC
systeem:
Het MRCC systeem heeft
detectiebeperkingen afhankelijk van het
soort voorliggende voertuig en de conditie
ervan, de weersomstandigheden en de
verkeerssituatie. Verder is het mogelijk dat
het systeem niet in staat is voldoende af te
remmen om een botsing met het
voorliggende voertuig te vermijden als het
voorliggende voertuig plotseling afremt of
een ander voertuig in de rijstrook snijdt,
waardoor een ongeluk veroorzaakt kan
worden.
Rijd altijd voorzichtig, controleer altijd de
omgevingsomstandigheden en trap het
rempedaal of gaspedaal in terwijl u een
veilige afstand aanhoudt ten opzichte van
voorliggende voertuigen of tegenliggers.
Gebruik het MRCC systeem niet op de
volgende plaatsen. Gebruik van het MRCC
systeem op de volgende locaties kan een
onvoorzien ongeval veroorzaken:
¾Andere wegen dan snelwegen (rijden
onder deze omstandigheden met
gebruik van het MRCC systeem is niet
mogelijk).
¾Wegen met scherpe bochten en met druk
verkeer waar er onvoldoende ruimte is
tussen de voertuigen.
¾Wegen waar veelvuldig en herhaaldelijk
geaccelereerd en afgeremd moet worden
(rijden onder deze omstandigheden met
gebruik van het MRCC systeem is niet
mogelijk).
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 327 of 779

¾Bij op- en afritten van snelwegen, in- en
uitrijden van tankstations en
parkeerplaatsen langs snelwegen (als u
een snelweg verlaat terwijl de
volgafstandregeling in gebruik is, wordt
het voorliggende voertuig niet langer
gevolgd en bestaat de kans dat uw auto
tot aan de ingestelde snelheid
accelereert).
¾Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw
bedekte wegen (de banden kunnen gaan
slippen waardoor u de macht over het
stuur kunt verliezen, of waarbij de
in-stilstandpositie-houdenregeling
mogelijk niet werkt).
¾Lange aflopende hellingen (voor het
aanhouden van de afstand tussen
voertuigen worden de remmen
automatisch en continu door het
systeem in werking gesteld, hetgeen
verlies van remkracht tot gevolg kan
hebben).
¾Er zijn tweewielige voertuigen zoals
motorfietsen of fietsen voor u.
¾Steile hellingen (het voorliggende
voertuig wordt mogelijk niet juist
gedetecteerd, uw auto kan slippen
wanneer deze wordt gestopt door de
in-stilstandpositie-houdenregeling, en
uw auto kan onverwacht accelereren
nadat deze begint te rijden).Met het oog op de veiligheid, het MRCC
systeem uitschakelen wanneer het niet
wordt gebruikt.
23*(/(7
¾Schakel het systeem uit wanneer de auto
op een rollenbank wordt gezet.
¾Als uw auto gesleept wordt of als u een
aanhanger trekt, het MRCC systeem
uitschakelen om onverwachte effecten te
voorkomen.
OPMERKING
xHet MRCC systeem detecteert de
volgende zaken niet als fysieke
voorwerpen.
xVoertuigen die naderen vanuit
tegenovergestelde richting
xVoetgangers
xStilstaande objecten (stilstaande
voertuigen, obstakels)
xAls een voorliggend voertuig met
buitengewoon lage snelheid rijdt,
bestaat de kans dat het systeem dit
niet correct bespeurt.
xWanneer zich een structuur op de weg
bevindt of een object (zoals een
monorail) op lage hoogte vanaf de
grond voor het voertuig, dan zal het
systeem mogelijk in werking treden.
Gebruik het MRCC systeem daarom
niet.
xGebruik het MRCC systeem niet onder
omstandigheden waarbij de
waarschuwingen voor korte volgafstand
veelvuldig geactiveerd worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 328 of 779

xTijdens het rijden met
volgafstandregeling, laat het systeem uw
auto accelereren en snelheid minderen
overeenkomstig de snelheid van het
voorliggende voertuig. Als het echter
voor een rijstrookverandering
noodzakelijk is te accelereren of als het
voorliggende voertuig plotseling afremt
waardoor u het voertuig snel dicht
nadert, accelereren met behulp van het
gaspedaal of snelheid minderen met
behulp van het rempedaal afhankelijk
van de omstandigheden.
xTerwijl het MRCC systeem in gebruik is,
wordt dit niet geannuleerd als de
keuzehendel (automatische transmissie)/
versnellingshendel (handgeschakelde
versnellingsbak) gebruikt wordt en vindt
bedoeld afremmen op de motor niet
plaats. Als snelheidsmindering vereist is,
de instelling voor de rijsnelheid
verlagen of het rempedaal intrappen.
xBij het remmen met het MRCC systeem
kan een werkingsgeluid te horen zijn.
Dit duidt echter niet op een probleem.
xDe remlichten gaan branden wanneer
het remmen met het MRCC systeem in
werking is; het is echter mogelijk dat
deze niet gaan branden wanneer de auto
op een aflopende helling rijdt met de
ingestelde rijsnelheid of met constante
snelheid rijdt en een voorliggend
voertuig volgt.
▼'LVSOD\LQGLFDWLHYDQ0D]GD5DGDU
&UXLVH&RQWURO 05&& V\VWHHP
'HLQVWHOOLQJVVWDWXVHQGH
EHGLHQLQJVYRRUZDDUGHQYDQKHW05&&
V\VWHHPZRUGHQDDQJHJHYHQLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\
0XOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\ EDVLVGLVSOD\
 9RRUOLJJHQGYRHUWXLJGLVSOD\
 05&&LQJHVWHOGHULMVQHOKHLG

0XOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\
L$&7,96(16(GLVSOD\
 9RRUOLJJHQGYRHUWXLJGLVSOD\
 05&&LQJHVWHOGHULMVQHOKHLG

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 329 of 779

$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
 9RRUOLJJHQGYRHUWXLJGLVSOD\
 05&&LQJHVWHOGHULMVQHOKHLG

$OVHUHHQSUREOHHPLVPHWKHW05&&
V\VWHHPZRUGWHUHHQEHULFKWLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\ZHHUJHJHYHQ
&RQWUROHHUGHPLGGHQGLVSOD\RPKHW
SUREOHHPWHYHULILsUHQHQODDWXZDXWR
YHUYROJHQVGRRUHHQGHVNXQGLJH
UHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
=LH$OVHHQZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDW
EUDQGHQRINQLSSHUHQRSSDJLQD
▼▼:DDUVFKXZLQJYRRUNRUWH
YROJDIVWDQG
$OVXZDXWRKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJ
VQHOQDGHUWRPGDWKHWYRRUOLJJHQGH
YRHUWXLJRQYHUZDFKWDIUHPWWHUZLMOXPHW
YROJDIVWDQGUHJHOLQJULMGWZRUGWKHW
ZDDUVFKXZLQJVJHOXLGJHDFWLYHHUGHQ
ZRUGWGHUHPZDDUVFKXZLQJDDQJHJHYHQLQ
GHGLVSOD\&RQWUROHHUDOWLMGGHYHLOLJKHLG
YDQGHRPJHYLQJHQWUDSKHWUHPSHGDDOLQ
WHUZLMOXHHQYHLOLJHDIVWDQGWHQRS]LFKWH
YDQKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJDDQKRXGW
+RXGRRNHHQYHLOLJHDIVWDQGDDQWHQ
RS]LFKWHYDQDFKWHURSNRPHQGHYRHUWXLJHQ
 'HPHOGLQJ

Page 330 of 779

▼,QVWHOOHQYDQKHWV\VWHHP
+HW05&&V\VWHHPIXQFWLRQHHUWZDQQHHUDDQDOOHRQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQLVYROGDDQ
x'HULMVQHOKHLGLVDOVYROJW
x (XURSHHVPRGHO
2QJHYHHUNPKWRWNPK
x %HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
2QJHYHHUNPKWRWNPK
x+HW05&&V\VWHHPLVLQJHVFKDNHOG
x+HWUHPSHGDDOLVQLHWLQJHGUXNW
x'HKDQGUHPZRUGWYULMJH]HW LQGLFDWLHODPSMHHOHNWULVFKHKDQGUHP (3% JDDWXLW 
x(ULVJHHQSUREOHHPPHWGH'6&
x$OOHSRUWLHUHQ]LMQJHVORWHQ
x'HYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHULVYDVWJHPDDNW
x +DQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN
x'HYHUVQHOOLQJVKHQGHOVWDDWLQHHQDQGHUHVWDQGGDQDFKWHUXLW 5 RIQHXWUDDO 1 
x+HWNRSSHOLQJVSHGDDOZRUGWQLHWLQJHWUDSW
$XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
x'HNHX]HKHQGHOVWDDWLQGHVWDQG' ULMGHQ RIGHVWDQG0 KDQGPDWLJ
KDQGJHVFKDNHOGHPRGXV 
OPMERKING
Wanneer het MRCC-systeem is geactiveerd, gaan de Distance & Speed Alert (DSA) en
Smart Brake Support (SBS) systemen automatisch ook aan.
+HWV\VWHHPLQVFKDNHOHQ
 &$1&(/VFKDNHODDU
 5(6VFKDNHODDU
 05&&VFKDNHODDU

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 ... 780 next >