air conditioning MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 130 of 779

Open de ramen of stel de verwarming of de
airconditioning af op aanvoer van verse
buitenlucht wanneer u de motor stationair
laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de auto
met gesloten ramen stilstaat en u de motor
gedurende langere tijd zelfs in een open
ruimte laat draaien, bestaat de kans dat
uitlaatgas, dat giftige koolmonoxide bevat,
het interieur binnendringt. Dit kan
bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken.
Verwijder de sneeuw van de onderzijde en
rondom uw auto, vooral rondom de
uitlaat, alvorens de motor te starten:
Het laten draaien van de motor wanneer
de auto in diepe sneeuw geparkeerd staat
is gevaarlijk. De uitlaatpijp kan door de
sneeuw geblokkeerd raken, waardoor het
uitlaatgas het interieur kan binnendringen.
Aangezien uitlaatgas giftig koolmonoxide
bevat, kunnen de inzittenden van de auto
bewusteloos of zelfs verstikt raken.$IVOXLWNOHSYDQ
EUDQGVWRIWDQNGRSHQ
EUDQGVWRIWDQNGRS
▼$IVOXLWNOHSYDQEUDQGVWRIWDQNGRS
HQEUDQGVWRIWDQNGRS
:$$56&+8:,1*
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein stukje
losdraaien, wachten tot het sissende geluid
ophoudt en vervolgens de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk. Brandstof die
op de huid of in de ogen terechtkomt kan
brandwonden veroorzaken en bij inslikken
ziekte tot gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in de
brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd wordt.
Alvorens te tanken, de motor stopzetten en
vonken en open vuur steeds uit de buurt
van de vulhals houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur tot
ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de verkeerde
brandstoftankdop of het niet gebruiken
van een brandstoftankdop
brandstoflekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
afloop kan veroorzaken.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%UDQGVWRIHQHPLVVLH


Page 188 of 779

6WRS]HWWHQYDQGHPRWRU
▼6WRS]HWWHQYDQGHPRWRU
:$$56&+8:,1*
De motor niet tijdens het rijden stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van de
motor om een andere reden dan in een
noodgeval is gevaarlijk. Wanneer de motor
tijdens het rijden wordt stopgezet heeft dit
door het verlies van de rembekrachtiging
een vermindering van remvermogen tot
gevolg wat een ongeluk en ernstig letsel
kan veroorzaken.
 %UHQJGHDXWRYROOHGLJWRWVWLOVWDQG
 +DQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN
6FKDNHORYHUQDDUGHQHXWUDDOVWDQGHQ
WUHNGHKDQGUHPKHQGHODDQ
$XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
=HWGHNHX]HKHQGHOLQGHVWDQG3HQ
WUHNGHKDQGUHPKHQGHODDQ
 'UXNRSGHVWDUWGUXNNQRSRPGHPRWRU
VWRSWH]HWWHQ'HFRQWDFWVWDQGLVXLW
23*(/(7
¾Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
¾(SKYACTIV-D 1.8)
Als de motor bij herhaling wordt gestart
en gestopt voordat deze is opgewarmd,
kan de motor versnellen terwijl de auto is
gestopt om de motor intern te reinigen.
Zet de motor pas uit wanneer de motor
op normale snelheid draait.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat de koelventilator in
de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit ON op
OFF gezet is gaat draaien, ongeacht of
de airconditioning aan of uit is, voor het
snel koelen van de motorruimte.
xAls het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact van
ON op ACC of OFF wordt gezet, wordt
het volgende aangegeven.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar wordt.
Zie Vervangen van de sleutelbatterij op
pagina 6-45.
Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
Zie KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood) op pagina
7-70.
x(Automatische transmissie)
Als de motor wordt stopgezet terwijl de
keuzehendel in een andere stand dan P
staat, zal het contact overschakelen
naar ACC.
▼0RWRUQRRGVWRS
:DQQHHUWHUZLMOGHPRWRUGUDDLWRIWLMGHQV
KHWULMGHQGHVWDUWGUXNNQRSFRQWLQX
LQJHGUXNWZRUGWJHKRXGHQRIHHQDDQWDO
PDOHQDFKWHUHHQVQHOZRUGWLQJHGUXNW]DO
GHPRWRURQPLGGHOOLMNZRUGHQVWRSJH]HW
+HWFRQWDFWVFKDNHOWRYHUQDDU$&&
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 194 of 779

Motor herstart niet
Als na het stoppen van de motor de
volgende handelingen worden uitgevoerd,
zal om veiligheidsredenen de motor niet
herstarten. Start in dergelijke gevallen de
motor met behulp van de normale
methode.
x(Europees model)
xDe motorkap geopend wordt.
xDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
x(Met M Hybrid)
xAutomatische transmissie
De veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
xHandgeschakelde versnellingsbak
Het bestuurdersportier wordt
geopend.
De tijd dat de motor stop staat is kort of
het duurt lang voordat de motor de
volgende keer wordt gestopt
xDe omgevingstemperatuur is hoog of
laag.
xDe accu is uitgeput.
xHet stroomverbruik van de elektrische
onderdelen van de auto is hoog.
Wanneer de motor is gestopt, herstart de
motor automatisch
Onder de volgende omstandigheden
herstart de motor automatisch.
xDe i-stop OFF schakelaar wordt
ingedrukt totdat de zoemer klinkt.
xDe airconditioning wordt bediend met
de luchtstroomfunctie in de stand
.
x(Automatische airconditioning)
xDe temperatuurinstelknop van de
airconditioning staat in de stand voor
maximale verwarming of maximale
koeling (A/C ON).
xDe interieurtemperatuur verschilt in
hoge mate van de ingestelde
temperatuur van de airconditioning.
xHet rempedaal wordt op een helling een
weinig losgelaten en de auto begint in
beweging te komen.
xSinds het stoppen van de motor zijn er
twee minuten verstreken.
xDe accu is uitgeput.
x(Automatische transmissie)
Het stationair draaien van de motor
wordt gestopt terwijl de auto tot
stilstand wordt gebracht
xHet gaspedaal wordt ingetrapt terwijl
de keuzehendel in de stand D of M
(niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) staat.
xDe keuzehendel wordt verplaatst naar
de stand R.
xDe keuzehendel wordt vanuit de stand
N of P naar de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede
versnelling) verplaatst.
xHet stuurwiel wordt gedraaid terwijl
de keuzehendel in de stand D of M
(niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) staat.
xDe keuzehendel staat in de stand M en
de blokkeermodus voor de tweede
versnelling is gekozen.
xHet stuurwiel wordt gedraaid.
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 424 of 779

xDe banden op de auto vertonen
duidelijk verschillende
slijtagepatronen.
xBij het rijden op lange afdalingen of
hobbelige wegen.
xEr zijn waterplassen op de weg.
xDe omgeving is donker, zoals bij het
rijden 's nachts, in de vroege avond of
ochtend, in een tunnel of
parkeergarage.
xDe helderheid van de
koplampverlichting is verminderd of
de koplampverlichting is afgezwakt
als gevolg van vuil of een afwijkende
optische as.
xHet doelobject komt in de dode hoek
van de vooruitrijcamera (FSC).
xEen persoon of object springt
plotseling vlak voor uw auto de weg
op vanuit de berm.
xU verandert van rijstrook en nadert
een voorliggend voertuig.
xBij het buitengewoon dicht in de buurt
rijden van het doelobject.
xWanneer sneeuwkettingen of een
noodreservewiel zijn aangebracht.
xHet voorliggende voertuig heeft een
speciale vorm. Bijvoorbeeld een
voertuig dat een caravan of
bootaanhanger trekt, of een
autotransporter welke een voertuig
achterstevoren vervoert.
xAls de vooruitrijcamera (FSC) niet
normaal kan werken als gevolg van
regen, tegenlicht of mist, worden de
systeemfuncties die verband houden met
de vooruitrijcamera (FSC) tijdelijk
stopgezet en gaan de volgende
waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een defect.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls de vooruitrijcamera (FSC) niet
normaal kan werken als gevolg van
hoge temperaturen, worden de
systeemfuncties die verband houden met
de vooruitrijcamera (FSC) tijdelijk
stopgezet en gaan de volgende
waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een defect. Laat het
gedeelte rondom de vooruitrijcamera
(FSC) afkoelen door bijvoorbeeld het
inschakelen van de airconditioning.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls de vooruitrijcamera (FSC) bespeurt
dat de voorruit vuil of beslagen is,
worden de systeemfuncties die verband
houden met de vooruitrijcamera (FSC)
tijdelijk stopgezet en gaan de volgende
waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een probleem.
Verwijder het vuil van de voorruit of
druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar en
ontwasem de voorruit.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 475 of 779

%HGLHQLQJYDQGH
OXFKWURRVWHUV
▼$IVWHOOHQYDQGHOXFKWURRVWHUV
5LFKWHQYDQGHOXFKWVWURRP
9RRUKHWDIVWHOOHQYDQGHULFKWLQJYDQGH
OXFKWVWURRPGHDIVWHONQRSYHUSODDWVHQ
OPMERKING
xWanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer, bestaat de
kans dat het systeem mist uit de
luchtstroomroosters blaast. Dit is geen
teken van defect, maar het gevolg van
vochtige lucht die plotseling wordt
afgekoeld.
xDe luchtstroomroosters kan volledig
worden geopend en gesloten door de
bediening van de knop.
=LMOXFKWURRVWHUVDDQEHVWXXUGHUV]LMGH
/XFKWURRVWHURSHQGLFKW
5HFKWHU]LMGHLVV\PPHWULVFK
 .QRS
 2SHQHQ
 6OXLWHQ

$IVWHOOLQJYDQGHOXFKWVWURRPULFKWLQJ
 .QRS

=LMOXFKWURRVWHUVDDQSDVVDJLHUV]LMGH
/XFKWURRVWHURSHQGLFKW
 .QRS
 2SHQHQ
 6OXLWHQ

,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 478 of 779

$&VFKDNHODDU
'UXNGH$&VFKDNHODDULQRPGH
DLUFRQGLWLRQLQJLQWHVFKDNHOHQ+HW
LQGLFDWLHODPSMHRSGHVFKDNHODDUJDDW
EUDQGHQ]RGUDGHDDQMDJHUUHJHONQRSRS
HHQDQGHUHVWDQGGDQ2))LQJHVWHOGZRUGW

'UXNYRRUKHWXLWVFKDNHOHQYDQGH
DLUFRQGLWLRQLQJGHVFKDNHODDUQRJPDDOVLQ
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
/XFKWLQODDWNHX]HVFKDNHODDU
'H]HNHX]HVFKDNHODDUUHJHOWGHDDQYRHU
YDQGHOXFKWZHONHKHWLQWHULHXU
ELQQHQNRPW

'HVWDQGHQYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
RIUHFLUFXOHUHQGHOXFKWNXQQHQZRUGHQ
JHNR]HQ'UXNRSGHVFKDNHODDUYRRUKHW
NLH]HQYDQGHVWDQGYRRUDDQYRHUYDQ
EXLWHQOXFKWRIUHFLUFXOHUHQGHOXFKW
6WDQGYRRUJHUHFLUFXOHHUGHOXFKW
LQGLFDWLHODPSMHLVDDQ
'HDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKWLVDIJHVORWHQ
*HEUXLNGH]HVWDQGELMKHWULMGHQGRRU
WXQQHOVELMKHWULMGHQLQGUXNYHUNHHU
SODDWVHQPHWKRJHFRQFHQWUDWLHVYDQ
XLWODDWJDVVHQ RIZDQQHHUVQHOOHNRHOLQJ
JHZHQVWLV
6WDQGYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
LQGLFDWLHODPSMHLVXLW
%XLWHQOXFKWZRUGWKHWLQWHULHXU
ELQQHQJHODWHQ*HEUXLNGH]HVWDQGYRRU
YHQWLODWLHRIRQWGRRLHQYDQGHYRRUUXLW
:$$56&+8:,1*
Bij koud of regenachtig weer de stand
niet gebruiken (indicatielampje gaat
branden):
Gebruik van de
stand (indicatielampje
gaat aan) bij koud of regenachtig weer is
gevaarlijk aangezien dit het beslaan van de
ruiten veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig ongeluk
tot gevolg kan hebben.
9RRUUXLWRQWZDVHPLQJVVFKDNHODDU
'UXNRSGHVFKDNHODDUYRRUKHW
RQWZDVHPHQYDQGHYRRUUXLWHQGH
YRRUSRUWLHUUXLWHQ
=LH2QWGRRLHQHQRQWZDVHPHQYDQGH
YRRUUXLWRSSDJLQD
$FKWHUUXLWYHUZDUPLQJVVFKDNHODDU
'UXNYRRUKHWRQWGRRLHQYDQGHDFKWHUUXLW
GHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJVVFKDNHODDULQ
=LH$FKWHUUXLWYHUZDUPLQJRSSDJLQD
▼9HUZDUPLQJ
 'UXNRSGHVFKDNHODDU
 =HWGHOXFKWLQODDWNHX]HVFKDNHODDULQGH
VWDQGYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW 
 =HWGHWHPSHUDWXXUUHJHONQRSLQGH
VWDQGYRRUYHUZDUPGHOXFKW
 6WHOGHDDQMDJHUUHJHONQRSLQRSGH
JHZHQVWHVQHOKHLG
 ,QGLHQYHUZDUPLQJPHWRQWYRFKWLJLQJ
JHZHQVWLVGHDLUFRQGLWLRQLQJ
LQVFKDNHOHQ
OPMERKING
xWanneer de voorruit beslaat, druk dan
op de
schakelaar.
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 479 of 779

xIndien koelere lucht op gezichtsniveau
gewenst is, druk dan de
schakelaar
in en stel de temperatuurregelknop af
zodat een optimaal comfort
gehandhaafd blijft.
xDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve wanneer
de temperatuurregelknop in de hoogste
of laagste stand gezet is).
▼.RHOLQJ
 'UXNRSGHVFKDNHODDU
 =HWGHWHPSHUDWXXUUHJHONQRSLQGH
VWDQGYRRUNRXGHOXFKW
 6WHOGHDDQMDJHUUHJHONQRSLQRSGH
JHZHQVWHVQHOKHLG
 6FKDNHOGHDLUFRQGLWLRQLQJLQGRRUKHW
LQGUXNNHQYDQGH$&VFKDNHODDU
 6WHOQDGDWKHWNRHOHQLVEHJRQQHQGH
DDQMDJHUUHJHONQRSHQ
WHPSHUDWXXUUHJHONQRSQDDUZHQVDI
YRRUKHWKDQGKDYHQYDQGHPHHVW
FRPIRUWDEHOHWHPSHUDWXXU
23*(/(7
Als de airconditioning wordt gebruikt
tijdens het oprijden van lange hellingen of
in druk verkeer, waarschuwingsindicatie
voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur
in het oog houden om te zien of dit
getoond wordt (pagina 7-63).
De airconditioning kan dan oververhitting
van de motor veroorzaken. Schakel de
airconditioning uit indien de
waarschuwingsindicatie wordt getoond
(pagina 7-54).
OPMERKING
xZet wanneer maximale koeling gewenst
is de temperatuurregelknop in de
laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in de stand
voor gerecirculeerde lucht en draai
vervolgens de aanjagerregelknop
volledig rechtsom.
xIndien warmere lucht bij de voeten
gewenst is, druk dan de
schakelaar
in en stel de temperatuurregelknop af
zodat een optimaal comfort
gehandhaafd blijft.
xDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve wanneer
de temperatuurregelknop in de hoogste
of laagste stand gezet is).
▼9HQWLODWLH
 'UXNRSGHVFKDNHODDU
 =HWGHOXFKWLQODDWNHX]HVFKDNHODDULQGH
VWDQGYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW 
 =HWGHWHPSHUDWXXUUHJHONQRSLQGH
JHZHQVWHVWDQG
 6WHOGHDDQMDJHUUHJHONQRSLQRSGH
JHZHQVWHVQHOKHLG
▼2QWGRRLHQHQRQWZDVHPHQYDQGH
YRRUUXLW
 'UXNRSGHVFKDNHODDU
 =HWGHWHPSHUDWXXUUHJHONQRSLQGH
JHZHQVWHVWDQG
 6WHOGHDDQMDJHUUHJHONQRSLQRSGH
JHZHQVWHVQHOKHLG
 ,QGLHQYHUZDUPLQJPHWRQWYRFKWLJLQJ
JHZHQVWLVGHDLUFRQGLWLRQLQJ
LQVFKDNHOHQ
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 480 of 779

:$$56&+8:,1*
De voorruit niet ontwasemen met behulp
van de
schakelaar met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de
schakelaar met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit het
beslaan van de voorruit kan veroorzaken.
Uw uitzicht wordt dan belemmerd,
hetgeen een ernstig ongeluk tot gevolg kan
hebben. Zet bij gebruik van
schakelaar
de temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
OPMERKING
xCondens op de ramen verdwijnt
makkelijker wanneer de airconditioning
aan is, maar de ramen zullen
makkelijker beslaan wanneer de
airconditioning uit is.
xZorg dat de ruiten niet beslaan wanneer
u een van de volgende handelingen
uitvoert:
xSchakelen naar hercirculatiemodus
xDe airconditioning uitschakelen
xSchakel voor maximale ontwaseming de
airconditioning in, zet de
temperatuurregelknop in de hoogste
stand en draai de aanjagerregelknop
volledig rechtsom.
xIndien warme lucht bij de voetenruimte
gewenst is, druk op de
schakelaar.
xMet de schakelaar wordt de stand
voor aanvoer van buitenlucht
automatisch gekozen om de voorruit te
ontwasemen. De
luchtinlaatkeuzeschakelaar kan niet
veranderd worden naar de stand voor
gerecirculeerde lucht.
▼2QWYRFKWLJHQ
6FKDNHOGHDLUFRQGLWLRQLQJELMNRHORI
NRXGZHHULQRPGHYRRUUXLWHQGH
]LMUXLWHQWHKHOSHQRQWZDVHPHQ
 'UXNRSGHJHZHQVWHPRGXVVFKDNHODDU
GLHXZHQVWLQWHVWHOOHQ
 =HWGHOXFKWLQODDWNHX]HVFKDNHODDULQGH
VWDQGYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW 
 =HWGHWHPSHUDWXXUUHJHONQRSLQGH
JHZHQVWHVWDQG
 6WHOGHDDQMDJHUUHJHONQRSLQRSGH
JHZHQVWHVQHOKHLG
 6FKDNHOGHDLUFRQGLWLRQLQJLQGRRUKHW
LQGUXNNHQYDQGH$&VFKDNHODDU
OPMERKING
Eén van de functies van de airconditioning
is ontvochtiging van de lucht, en voor het
gebruik van deze functie hoeft de
temperatuur niet op koud ingesteld te
worden. Dus stel de temperatuurregelknop
in op de gewenste stand (warm of koud) en
schakel de airconditioning in wanneer u
de lucht in het interieur wenst te
ontvochtigen.
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 483 of 779

OPMERKING
xWanneer de luchtstroomfunctie ingesteld
is op stand
en de
temperatuurregelknop ingesteld is op
een gematigde temperatuur, wordt
verwarmde lucht naar de voetenruimte
gevoerd en komt er lucht van een in
vergelijking lagere temperatuur door de
middelste, linker en rechter
ventilatieopeningen naar buiten.
xDruk op de
voorruitontwasemingsschakelaar om de
luchtstroom op
in te stellen.
xIn stand wordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen.
$&VFKDNHODDU
'RRUKHWLQGUXNNHQYDQGH$&VFKDNHODDU
WHUZLMOGH$872VFKDNHODDULV
LQJHVFKDNHOGZRUGWGHDLUFRQGLWLRQLQJ
XLWJHVFKDNHOG NRHOLQJ
RQWYRFKWLJLQJVIXQFWLHV 
'HDDQXLWYDQGHDLUFRQGLWLRQLQJZLVVHOW
WHONHQVZDQQHHUGH$&VFKDNHODDUZRUGW
LQJHGUXNW
OPMERKING
xDe airconditioning werkt wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt, ook als
de airco uit is.
xWanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
/XFKWLQODDWNHX]HVFKDNHODDU
'HVWDQGHQYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
RIUHFLUFXOHUHQGHOXFKWNXQQHQZRUGHQ
JHNR]HQ'UXNRSGHVFKDNHODDUYRRUKHW
NLH]HQYDQGHVWDQGYRRUDDQYRHUYDQ
EXLWHQOXFKWRIUHFLUFXOHUHQGHOXFKW
6WDQGYRRUUHFLUFXOHUHQGHOXFKW
'HDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKWLVDIJHVORWHQ
*HEUXLNGH]HVWDQGELMKHWULMGHQGRRU
WXQQHOVELMKHWULMGHQLQGUXNYHUNHHU
SODDWVHQPHWKRJHFRQFHQWUDWLHVYDQ
XLWODDWJDVVHQ RIZDQQHHUVQHOOHNRHOLQJ
JHZHQVWLV
6WDQGYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW


%XLWHQOXFKWZRUGWKHWLQWHULHXU
ELQQHQJHODWHQ*HEUXLNGH]HVWDQGYRRU
YHQWLODWLHRIRQWGRRLHQYDQGHYRRUUXLW
:$$56&+8:,1*
Laat de lucht niet in het interieur
recirculeren bij koud of regenachtig weer:
Recirculeren van lucht in het interieur bij
koud of regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig ongeluk
tot gevolg kan hebben.
6<1& JHV\QFKURQLVHHUGHWHPSHUDWXXU
VFKDNHODDU
*HEUXLNGH6<1&VFKDNHODDUYRRUKHW
YHUDQGHUHQYDQGHPRGXVWXVVHQGH
LQGLYLGXHOH EHVWXXUGHUHQSDVVDJLHU
EHGLHQLQJVPRGXVHQGHJHNRSSHOGH
VLPXOWDQH PRGL
*HNRSSHOGHPRGXV LQGLFDWLHODPSMH
JDDWDDQ
'HWHPSHUDWXXULQVWHOOLQJYRRUGH
EHVWXXUGHUHQYRRUSDVVDJLHUZRUGW
JHOLMNWLMGLJJHUHJHOG
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 485 of 779

OPMERKING
xCondens op de ramen verdwijnt
makkelijker wanneer de airconditioning
aan is, maar de ramen zullen
makkelijker beslaan wanneer de
airconditioning uit is.
xZorg dat de ruiten niet beslaan wanneer
u een van de volgende handelingen
uitvoert:
xSchakelen naar hercirculatiemodus
xDe airconditioning uitschakelen
xGebruik de temperatuurregelknop om de
temperatuur van de luchtstroom te
verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
▼=RQOLFKW7HPSHUDWXXUVHQVRU
+HWNOLPDDWUHJHOV\VWHHPPHHWGHELQQHQ
HQEXLWHQWHPSHUDWXXUYRFKWLJKHLGVJUDDG
HQKHW]RQOLFKWPHWGH]RQOLFKW
WHPSHUDWXXUVHQVRU2SEDVLVKLHUYDQZRUGW
GHWHPSHUDWXXUYDQKHWLQWHULHXULQJHVWHOG
23*(/(7
Zorg ervoor dat geen van beide sensors
belemmerd wordt, anders zal het
klimaatregelsysteem niet juist
functioneren.
=RQOLFKWVHQVRU
 =RQOLFKWVHQVRU
,QWHULHXUWHPSHUDWXXUVHQVRU
 ,QWHULHXUWHPSHUDWXXUVHQVRU
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP