airbag off MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 72 of 707

2–52
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Schakelaarstanden
Controleer alvorens te gaan rijden altijd met de hulpsleutel of de deactiveringsschakelaar
van de voorpassagiersairbag in de juiste stand staat al naargelang uw vereisten.
WAARSCHUWING
Laat de sleutel niet in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten:
Onbedoeld uitschakelen van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag
is gevaarlijk. Bij een ongeluk zal de voorpassagier niet goed beveiligd zijn. Dit kan
ernstig letsel met mogelijk dodelijke afl oop veroorzaken. Gebruik om onbedoeld
uitschakelen te voorkomen voor het bedienen van de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag altijd de hulpsleutel die bewaard wordt in de zenderbehuizing
die op dat moment gebruikt wordt. Plaats na het deactiveren van de airbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing. Op deze manier blijft de sleutel niet in de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten.
OPMERKING
Plaats na het bedienen van deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing.
UIT
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn buiten werking.
Overschakelen naar de OFF positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag en draai de
sleutel rechtsom totdat de sleutel naar OFF wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indikatielampje blijft branden wanneer het contact op
ON staat.
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en ook het voorspannersysteem van
de veiligheidsgordels blijven uitgeschakeld totdat de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag naar de stand ON gedraaid wordt.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 210 of 707

*Bepaalde modellen.4–56
Tijdens het rijden
Transmissie
Gebruik van de
stuurversnellingschakelaar*
Voor het opschakelen naar een hogere
versnelling met behulp van de
stuurversnellingschakelaars, de UP
schakelaar (
) eenmaal met uw
vingers naar u toe trekken.
UP schakelaar
(+/OFF)
WAARSCHUWING
Houd uw handen op de rand van het
stuurwiel wanneer u met uw vingers de
stuurversnellingschakelaars bedient:
Het plaatsen van uw handen binnen
de rand van het stuurwiel bij gebruik
van de stuurversnellingschakelaars is
gevaarlijk. Als de bestuurdersairbag bij
een botsing geactiveerd zou worden,
zou deze tegen uw handen kunnen
slaan en letsel veroorzaken.
OPMERKING
  Tijdens langzaam rijden is het
mogelijk dat de versnellingen niet
automatisch opgeschakeld worden.
  Laat in de handbediende
overschakelfunctie de motor niet met
de naald van de toerentalmeter in de
RODE ZONE draaien. Wanneer het
motortoerental hoog is, bestaat de
kans dat automatisch een versnelling
hoger ingeschakeld wordt om de
motor te beschermen.
  Wanneer het gaspedaal volledig
wordt ingedrukt, zal de transmissie
terugschakelen naar een lagere
versnelling, afhankelijk van de
rijsnelheid.
  De stuurversnellingschakelaar kan
tijdelijk gebruikt worden als de
keuzehendel tijdens het rijden in de
stand D staat. De automatische
overschakelfunctie wordt weer terug
ingesteld wanneer de UP schakelaar
(
) voldoende lang naar
achteren getrokken wordt.
Handbediend terugschakelen
Terugschakelen van de versnellingen is
mogelijk met behulp van de keuzehendel
of de stuurversnellingschakelaars
* .
M6 : M5 : M4 : M3 : M2: M1
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 690 of 707

10–2
Index
A
Aanbevolen olie .................................. 6-23
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-7
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-110
Accu .................................................... 6-38
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet....................................... 6-40
Laden ............................................. 6-41
Onderhoudspunt ............................ 6-40
Technische gegevens ....................... 9-6
Vernieuwen .................................... 6-41
Accu is uitgeput .................................. 7-26
Starten met een hulpaccu .............. 7-26
Achterklep ........................................... 3-24
Bagageruimte ................................ 3-27
Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden .................................... 7-59
Achterruitensproeier ........................... 4-78
Achterruitenwisser .............................. 4-78
Achterruitverwarming ......................... 4-79
Achterruit ...................................... 4-79
Spiegel ........................................... 4-80
Achterste kledinghaken ..................... 5-160
Achteruitkijkmonitor ......................... 4-179
Afstelling van de beeldkwaliteit ... 4-187
Afwijking tussen de werkelijke
wegsituatie en het weergegeven
beeld ............................................ 4-186
Gebruik van de
achteruitkijkmonitor .................... 4-183
Gebruik van de display................ 4-182
Overschakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-180
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-180
Weergavebereik op het scherm ... 4-181
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-130
Achterzitting ......................................... 2-7
Actief rijden display ............................ 4-36
Afmetingen ........................................... 9-8
Afstandbediende portiervergrendeling ... 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-127
Indikatie op display ..................... 4-128
Afstelbare snelheidsbegrenzer .......... 4-143
Airbagsystemen ................................... 2-43
Als de actief rijden display niet
functioneert ......................................... 7-60
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-38
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ....... 4-88
Anti-diefstal beveiligingssysteem ....... 3-49
Anti-wielspin regeling (TCS) ............. 4-89
TCS/DSC indikatielampje ............. 4-89
TCS OFF indikatielampje ............. 4-90
TCS OFF schakelaar ..................... 4-90
Asbak ................................................ 5-160
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-70
Audio-uit toets ............................... 5-71
Zoektoets ....................................... 5-70
Audio-installatie .................................. 5-14
AUX/USB/iPod modus ................. 5-71
Antenne ......................................... 5-14
Audiobedieningsschakelaar........... 5-69
Audioset (Type A/Type B) ............ 5-28
Audioset (Type C/Type D) ............ 5-45
Bedieningstips voor
audio-installatie ............................. 5-14
Automatische transmissie ................... 4-49
Actieve Aangepaste Overschakeling
(AAS) ............................................ 4-52
Directe modus ............................... 4-59
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-53
Ontgrendelpal van
overschakelblokkering .................. 4-52
Rijtips ............................................ 4-60
Schakelblokkeersysteem ............... 4-52
Schakelstanden .............................. 4-50
Schakelstandindikatie .................... 4-50
Waarschuwingslampje ................... 4-50
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 697 of 707

10–9
Index
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-55
Verzorging van de carrosserie ............. 6-65
Bescherming van holle ruimten .... 6-70
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-70
Chassiscoating ............................... 6-71
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-71
Onderhoud van de lak ................... 6-67
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-71
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-70
Verzorging van het interieur ................ 6-72
Onderhoud van de actief rijden
display ........................................... 6-75
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-75
Reinigen van de zittingen en de
interieurbekleding ......................... 6-73
Reinigen van het materiaal van de
heup/schoudergordels .................... 6-75
Voorzorgsmaatregelen betreffende het
dashboard ...................................... 6-72
Vierwielaandrijving, gebruik ............ 4-104
Vloeistof
Rem/koppeling .............................. 6-31
Ruitensproeier ............................... 6-32
Vloeistoffen
Classifi catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-57
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................... 4-82
Voorruitensproeier ............................... 4-77
Voorruitenwissers ................................ 4-74
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-157
Voorzitting ............................................. 2-5
W
Waarschuwingen van Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem ................... 7-56
Waarschuwingsgeluid
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................... 7-57
Waarschuwingsknipperlichten ............ 4-81
Waarschuwingslampjes ....................... 4-40
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ............................... 7-57
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling .............................. 7-57
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer .............................. 7-57
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ............. 7-54
Waarschuwingszoemer motortoerental ... 7-58
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ............................... 7-58
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ................................... 7-56
Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels ............................... 7-53
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ................................. 7-54
Waarschuwing voor botsing ................ 7-57
Waarschuwing voor niet-uitgeschakelde
verlichting ........................................... 7-53
Z
Zekeringen .......................................... 6-59
Beschrijving van het paneel .......... 6-62
Vernieuwen .................................... 6-59
Zelf uit te voeren onderhoud
Openen van de motorkap .............. 6-19
Overzicht van de motorruimte ...... 6-21
Sluiten van de motorkap................ 6-20
Vernieuwen van de sleutelbatterij ... 6-41
Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden .......... 6-17
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 11-20