MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 551 of 707

6–43
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Verwijder het batterijdeksel en
verwijder vervolgens de batterij.
6. Plaats een nieuwe batterij met de
positieve pool naar boven gericht en
dek de batterij vervolgens af met het
batterijdeksel.
7. Sluit de afdekking.
8. Steek de hulpsleutel weer naar binnen.
OPGELET
  Zorg ervoor de rubber ring
aangegeven in de afbeelding niet te
bekrassen of te beschadigen.
  Als de rubber ring los is komen te
zitten, deze opnieuw bevestigen
alvorens een nieuwe batterij te
plaatsen.
Rubber ring
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 552 of 707

*Bepaalde modellen.6–44
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Banden
Voor uw veiligheid, een minimaal
brandstofverbruik en een optimale
levensduur van de banden, dient u
de banden steeds op de aanbevolen
bandenspanning te houden en het voor uw
auto aanbevolen belastbare gewicht en de
gewichtsverdeling niet te overschrijden.
WAARSCHUWING
Gebruik van banden van verschillende
soort:
Het rijden met uw auto is gevaarlijk
wanneer er banden van verschillende
soort op gemonteerd zijn. Dit kan een
slechte bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen er
toe kan leiden dat u de macht over het
stuur verliest.
Gebruik behalve tijdens het beperkte
gebruik van het noodreservewiel op
alle vier wielen uitsluitend banden
van dezelfde soort (radiaalbanden,
diagonaalbanden of diagonaalbanden
met staaldraad).
Gebruik van banden met een verkeerde
maat:
Het gebruik van banden van een
andere maat dan is voorgeschreven
voor uw auto (pagina 9-10 ), is
gevaarlijk. Dit kan het rijcomfort, de
wegligging, de grondspeling, de speling
tussen band en carrosserie en de juiste
werking van de snelheidsmeter nadelig
beïnvloeden. Dit kan tot ongevallen
leiden. Gebruik dus uitsluitend banden
van de juiste maat zoals voor uw auto
wordt voorgeschreven.
Bandenspanning
WAARSCHUWING
Houd de bandenspanning steeds op het
juiste niveau:
Een te hoge of te lage bandenspanning
is gevaarlijk. De verminderde
bestuurbaarheid of het plotseling lek
raken van een band kan een ernstig
ongeluk veroorzaken.
Zie Banden op pagina 9-10 .
Gebruik uitsluitend een originele
Mazda bandventieldop:
Gebruik van een niet-origineel
onderdeel is gevaarlijk, aangezien de
juiste bandenspanning niet behouden
kan worden als het bandventiel
beschadigd raakt. Als er in deze
toestand met de auto wordt gereden,
neemt de bandenspanning af wat een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
Gebruik voor de bandventieldop geen
onderdeel dat niet een origineel Mazda
onderdeel is.
De spanningen van alle banden (inclusief
het reservewiel
* ) dient maandelijks
gecontroleerd te worden wanneer
de banden koud zijn. Voor de beste
rijeigenschappen, optimale wegligging
van de auto en een minimale slijtage
van de banden, dient u de banden op de
aanbevolen spanning te houden.
Zie de bandenspanningstabel (pagina
9-10 ).
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 553 of 707

6–45
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van
het bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-176 .
OPMERKING
  Controleer de bandenspanning altijd
wanneer de banden koud zijn.
  Bij warme banden wordt normaal
de aanbevolen bandenspanning
overschreden. Geen lucht afl aten
van banden die warm zijn om de
bandenspanning af te stellen.
  Een te lage bandenspanning kan
een hoger brandstofverbruik en
een onvoldoende afdichting van
de velgrand tot gevolg hebben,
waardoor de kans bestaat op
vervorming en/of het losraken van
het loopvlak.
  Een te hoge bandenspanning heeft tot
gevolg dat het rijden oncomfortabel
wordt en dat de banden sneller
slijten. Bovendien brengt dit een
grotere kans op beschadiging door
scherpe voorwerpen op het wegdek
met zich mee.
 Houd de bandenspanning steeds op
het juiste niveau. Laat uw banden
nakijken, indien deze veelvuldig op
spanning gebracht moeten worden.
Onderling verwisselen van de
banden
WAARSCHUWING
Verwissel periodiek de banden
onderling:
Onregelmatige slijtage van de banden
is gevaarlijk. Voor een gelijkmatige
bandenslijtage wordt het voor het
behoud van een goede bestuurbaarheid
en goede remprestaties aanbevolen de
banden om de 10.000 km onderling te
verwisselen, of eerder, wanneer er blijk
is van onregelmatige slijtage.
Controleer bij het onderling verwisselen of
de banden correct gebalanceerd zijn.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 554 of 707

6–46
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPMERKING
(Zonder noodreservewiel)
Aangezien uw auto niet uitgerust is
met een reservewiel, kunt u met de
krik die bij de auto wordt geleverd
niet veilig een onderling verwisselen
van de banden uitvoeren. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur, het onderling
verwisselen van de banden uitvoeren.
Bij het onderling verwisselen van de banden
geen gebruik maken van het noodreservewiel
(ENKEL VOOR TIJDELIJK GEBRUIK).Voorwaarts
Controleer bij het onderling verwisselen
de banden op ongelijkmatige slijtage
en beschadiging. Abnormale slijtage is
doorgaans het gevolg van een of meerdere
van de hieronder aangegeven oorzaken:
 


 Verkeerde bandenspanning



 Onjuiste wieluitlijning



 Wielen welke uit balans zijn



 Veelvuldig te sterk afremmen
Zorg er na het onderling verwisselen
voor dat de banden op de voorgeschreven
spanning gebracht worden (pagina 9-10 )
en controleer of de wielmoeren goed
aangetrokken zijn.(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van
het bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-176 .
OPGELET
Banden met een voorgeschreven
draairichting en radiaalbanden met
een asymmetrisch loopvlak of profi el
mogen uitsluitend van voor naar achter
en niet van links naar rechts of vice
versa onderling verwisseld worden. Als
de banden van links naar rechts of vice
versa onderling verwisseld worden, zal
dit vermindering van de bandenprestatie
tot gevolg hebben.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 555 of 707

*Bepaalde modellen.6–47
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Vernieuwen van een band
WAARSCHUWING
Gebruik steeds banden die in goede
conditie zijn:
Rijden met versleten banden
is gevaarlijk. Het verminderde
remvermogen, de verslechtering van de
bestuurbaarheid en de wegligging kan
een ongeluk veroorzaken.
Vervang alle vier banden tegelijkertijd:
Het vervangen van enkel één band
is gevaarlijk. Dit kan een slechte
bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen
er toe kan leiden dat u de macht over
het stuur verliest. Het wordt door
Mazda ten sterkste aanbevolen alle vier
banden tegelijkertijd te vervangen.
Indien een band gelijkmatig geheel
afgesleten is, verschijnt er een
ononderbroken lijn overdwars op het
profi el.
De band dient in een dergelijk geval
vernieuwd te worden.
Nieuw profiel
Profielslijtage-indikator
Versleten profiel
U dient de band te vernieuwen alvorens
de lijn van de slijtage-indikator over het
gehele profi el verschijnt.(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van
het bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-176 .
Noodreservewiel *
Controleer tenminste eens per maand
of het noodreservewiel de juiste
bandenspanning heeft en stevig op zijn
plaats bevestigd is.
OPMERKING
De conditie van het noodreservewiel
gaat geleidelijk achteruit ook als dit niet
in gebruik geweest is.
Het noodreservewiel is gemakkelijker te
hanteren als gevolg van zijn constructie
welke lichter en kleiner is dan die van een
conventionele band. Deze band dient enkel
gebruikt te worden in een noodgeval en
enkel voor een korte afstand.
Gebruik het noodreservewiel uitsluitend
totdat de conventionele band is
gerepareerd, hetgeen zo spoedig mogelijk
dient te gebeuren.
Zie Banden op pagina 9-10 .
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 556 of 707

*Bepaalde modellen.6–48
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
  De velg van het noodreservewiel niet
gebruiken voor het monteren van
een conventionele band of voor het
aanbrengen van sneeuwkettingen.
Geen van beiden zal juist passen
waardoor zowel de band als de velg
beschadigd kunnen raken.
  Het profi el van de band van
het noodreservewiel heeft een
levensduur van maximaal 5000 km.
Het is mogelijk dat de levensduur
van het profi el korter is, afhankelijk
van de rijomstandigheden.
  Het noodreservewiel is voor
beperkt gebruik, echter wanneer de
doorlopende lijn van de slijtage-
indikator op het profi el zichtbaar
wordt, dient de band door hetzelfde
type noodreserveband vervangen te
worden (pagina 6-48 ).
Vernieuwen van een velg
WAARSCHUWING
Gebruik steeds velgen van de juiste
maat op uw auto:
Het gebruik van een verkeerde
velgmaat is gevaarlijk. Het
remvermogen en de bestuurbaarheid
kunnen daardoor nadelig beïnvloed
worden, hetgeen tot verlies van de
macht over het stuur en een ongeluk
kan leiden.
OPGELET
Een velg van een verkeerde maat kan
een nadelige invloed hebben op:
 
 Passing van de band op de velg 
 Levensduur van de velg en het
wiellager
  Grondspeling 
 Speling van sneeuwkettingen 
 Juiste werking van de snelheidsmeter 
 Richting van de lichtbundel van de
koplampen
  Bumperhoogte 
 Bandenspanningcontrolesysteem *
Wanneer u om een of andere reden de
velgen wenst te vervangen, dient u er op te
letten dat de nieuwe velgen gelijkwaardig
zijn aan de origineel van fabriekswege
gemonteerde velgen voor wat betreft
diameter, velgbreedte en offset (binnen/
buiten).
Wanneer de banden op de juiste wijze
gebalanceerd zijn, geeft dit het beste
rijcomfort en helpt het slijtage van het
bandenprofi el te verminderen. Banden
welke uit balans zijn kunnen irriterende
trillingen en ongelijkmatige bandenslijtage
veroorzaken, zoals uitstulpingen en gladde
plekken.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 557 of 707

6–49
NOTITIES
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 558 of 707

6–50
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Gloeilampen
Met LED koplampen
Met halogeen koplampen
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 559 of 707

*Bepaalde modellen.6–51
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Koplampen (Dimlicht)
Koplampen (Grootlicht)
Koplampen (Grootlicht)/Dagverlichting *
Dagverlichting/Positielampen
Positielampen
Mistlampen voor *
Voorste richtingaanwijzerlampen
Zijrichtingaanwijzerlampen
Lampen van rem-/achterlichten
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achterlichten *
Achteruitrijlampen
Mistlamp achter (Model met links stuur) *
Mistlamp achter (Model met rechts stuur) *
Middelste remlicht
Kentekenplaatlampen
Plafondlampen (Voor)/Kaartleeslampen
Plafondlampen (Achter)
Bagageruimteverlichting
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 560 of 707

*Bepaalde modellen.6–52
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
Nooit het glasgedeelte van een
halogeenlamp met de blote handen
aanraken en steeds oogbescherming
gebruiken wanneer u in de buurt
van de lampen werkt of deze gaat
vastnemen:
Wanneer een halogeenlamp breekt
is dit gevaarlijk. Deze gloeilampen
bevatten gas dat onder druk staat. Als
zo'n lamp breekt, kan deze uit elkaar
springen en kan door het rondvliegend
glas ernstige verwondingen worden
toegebracht.
Als het glasgedeelte met blote handen
wordt aangeraakt, blijft er huidvet op
de gloeilamp achter waardoor deze
oververhit kan raken en bij het branden
uit elkaar kan springen.
Houd halogeenlampen steeds buiten
het bereik van kinderen:
Spelen met een halogeenlamp is
gevaarlijk. Door een halogeenlamp
te laten vallen of deze op een andere
manier te breken, kunnen ernstige
verwondingen worden toegebracht.
OPMERKING
  Neem voor het vervangen van
de gloeilamp contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur.

 Als de halogeenlamp per ongeluk
wordt aangeraakt, deze met
schoonmaakalcohol schoonvegen
alvorens de lamp te gebruiken.
  Gebruik het beschermkapje en het
doosje van de nieuwe gloeilamp om
de oude gloeilamp onmiddellijk en
buiten het bereik van kinderen op te
ruimen.
Vervangen van de gloeilampen van
de buitenverlichting
Koplampen (Met LED koplampen)
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een offi ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Koplampen (Met halogeen koplampen)
Grootlichtgloeilampen (Met
dagverlichting)/Dagverlichting
*
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 511-520 521-530 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 581-590 591-600 ... 710 next >