ESP MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 439 of 707

*Bepaalde modellen.5–91
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Bluetooth ®*
Beschrijving van Bluetooth ® handsfree
Wanneer Bluetooth
® apparatuur (mobiele telefoon) op de Bluetooth ® eenheid van de
auto wordt aangesloten via draadloze verbinding, is het mogelijk telefoongesprekken te
voeren of te ontvangen met behulp van de sprekentoets, opneemtoets, ophangtoets op de
audiobedieningsschakelaar of door bediening van de middendisplay. Als bijvoorbeeld de
apparatuur (mobiele telefoon) zich in uw jaszak bevindt, kunt u bellen zonder de apparatuur
(mobiele telefoon) uit uw zak te hoeven nemen en deze rechtstreeks te bedienen.
Beschrijving van Bluetooth
® audio
Wanneer draagbare audioapparatuur welke uitgerust is met de Bluetooth
®
communicatiefunctie met de auto wordt gepaard, kunt u via de luidsprekers van de auto
luisteren naar muziek welke op de gepaarde draagbare audioapparatuur is opgeslagen. Het
is niet nodig de draagbare audioapparatuur aan te sluiten op de ingangsaansluiting voor
externe apparatuur van de auto. Gebruik na het programmeren het audiobedieningspaneel
van de auto om audio af te spelen/stop te zetten.
OPMERKING
  Voor uw veiligheid kan apparatuur enkel gepaard worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt zal de paringprocedure beëindigd worden. Parkeer de
auto op een veilige plaats alvorens de apparatuur te paren.
  Het communicatiebereik van apparatuur welke met Bluetooth ® is uitgerust is ongeveer
10 m of minder.
  Ook al is Bluetooth ® niet aangesloten, is basisbediening van de audio-installatie
mogelijk door middel van spraakopdrachten.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 441 of 707

5–93
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Microfoon (handsfree)
De microfoon wordt gebruikt voor het inspreken van spraakopdrachten of voor het houden
van een handsfree-telefoongesprek.
Sprekentoets, opneemtoets en ophangtoets (handsfree)
De basisfuncties van Bluetooth
® handsfree kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld
bellen of ophangen via het gebruik van de spreken-, opneem- en ophangtoetsen op het
stuurwiel.
Commanderschakelaar (Type C/Type D)
De commanderschakelaar wordt gebruikt voor afstelling van het volume en bediening van
de display. Kantel of draai de commanderknop voor het verplaatsen van de cursor. Druk op
de commanderknop voor het selecteren van het pictogram.
Afstelling van het volume
De aan/uit/volume regelknop van de audio-installatie
*1 of de volumeregelknop van de
commanderschakelaar*2 wordt gebruikt voor het afstellen van het volume. Draai de
regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.
*1 Type A/Type B
*2 Type C/Type D
OPMERKING
Als het volume lager is vergeleken met andere audiomodi, het volume aan de
apparatuurzijde verhogen.
(Type C/Type D)
Het gespreksvolume en het volume van de gesproken begeleiding en de beltoon kunnen elk
van te voren worden ingesteld.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het Communicatiescherm.
2. Selecteer
.
3. Stel de
en de af met behulp van de schuifregelaar.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 443 of 707

5–95
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Als Bluetooth ® apparatuur reeds met
de auto is gepaard als Bluetooth ®
audioapparatuur, hoeft deze niet
nogmaals gepaard te worden wanneer
de apparatuur als een handsfree
mobiele telefoon gebruikt wordt.
Omgekeerd hoeft de apparatuur
niet nogmaals gepaard te worden
als Bluetooth
® audioapparatuur als
deze reeds als een handsfree mobiele
telefoon gepaard is.
  Aangezien het communicatiebereik
van met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur ongeveer 10 meter
is, bestaat de kans dat wanneer
apparatuur binnen een straal van 10
meter van de auto geplaatst wordt,
deze onbedoeld opgespoord/gepaard
wordt terwijl andere apparatuur
gepaard wordt.
1. Activeer de Bluetooth
® toepassing van
de apparatuur.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
2. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
3. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
4. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
5. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties” 6. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
7. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel”
8. Prompt: “Start koppelingsproces op
uw Bluetooth-apparaat. Uw PINcode
is 0000 (XXXX). Voer dit in op uw
Bluetooth-apparaat. Zie de handleiding
van het apparaat voor instructies.”
9. Voer met behulp van de apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
10. Selecteer “Mazda” uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht.
11. Voer de 4-cijferige paringcode op de
apparatuur in.
12. Prompt: “Spreek de naam van het
apparaat in na de pieptoon.”
13. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXX - - -”
(Spreek een “apparatuurnaam” uit, een
willekeurige naam voor de apparatuur.)
Voorbeeld: “Stan's apparatuur.”
OPMERKING
Zeg binnen 10 seconden een gepaarde
“apparatuurnaam”.
Als meer dan twee stuks apparatuur
gepaard moeten worden, kunnen deze
niet gepaard worden met dezelfde of een
gelijkluidende “apparatuurnaam”.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 444 of 707

5–96
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
14. Prompt: “Toevoegen XXXXXX
- - - (Bijv. “Stan's apparatuur”)
(apparatuurnaam). is dit nummer
correct?”
15. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
16. Prompt: “Koppeling voltooid”
Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdentifi ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, leest het systeem een gesproken
begeleiding op “XXXXXX - - - (Bijv.
“Stan's apparatuur”) (apparatuurnaam) is
aangesloten”.
OPMERKING
  Wanneer de paring is voltooid, wordt
het
symbool getoond.   Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het
symbool wordt
getoond.
  Registratie van de apparatuur is ook
mogelijk door bediening van de
audio-eenheid.
  Afhankelijk van de apparatuur is
het mogelijk dat de registratiestatus
na een bepaalde tijd verloren gaat.
Herhaal in dit geval de volledige
procedure vanaf stap 1. Oplezing van geregistreerde apparatuur
Bluetooth
® handsfree kan de apparatuur
oplezen die in het systeem geregistreerd is.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afl eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Lijst”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 445 of 707

5–97
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
7. Prompt: “XXXXX..., XXXXX...,
XXXXX... (Bijv. Apparatuur A,
apparatuur B, apparatuur C)” (De
gesproken begeleiding leest de
apparatuurnamen op die in het
handsfree systeem geregistreerd zijn.)
Druk tijdens het oplezen bij de
gewenste apparatuur met een korte druk
op de sprekentoets en geef vervolgens
een van de volgende spraakopdrachten
om deze uit te voeren.
 

 
 “Selecteer telefoon”: Selecteert
apparatuur (mobiele telefoon) wanneer
de sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Selecteer muziekspeler”: Selecteert
apparatuur (muziekspeler) wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Bewerken”: Bewerkt apparatuur
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Doorgaan”: Gaat door met het
oplezen van de lijst.
 

 
 “Wissen”: Verwijdert de geregistreerde
apparatuur wanneer de sprekentoets
kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Vorige”: Keert terug naar de vorige
apparatuur met oplezing wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.
8. Prompt: “Einde van de lijst. Wilt u
opnieuw beginnen?”
9. Zeg: [Geluidssignaal] “Nee”
10. Prompt: “Keer terug naar het
hoofdmenu.” Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
(Handsfree telefoon)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Selecteer
telefoon”
5. Prompt: “Noem de naam van
het apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX...
(Bijv. apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de mobiele telefoon die u
wilt verbinden.)
7. Prompt: “XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “XXXXX... (Bijv.
apparatuur B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 454 of 707

5–106
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Beschikbare talen (Type A/Type B)
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
  Als de taalinstelling wordt veranderd,
blijft de apparatuurregistratie
behouden.
  Telefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd, moeten
opnieuw in het telefoonboek van de
nieuwe taal ingevoerd worden.
  Voer deze stappen uit alvorens
u begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
afl eidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Taal”
5. Prompt: “Selecteer een taal: Engels,
Frans, Spaans, Italiaans, Duits,
Nederlands of Portugees.” 6. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Spreek
de gewenste taal uit: “Engels”,
“Frans”, “Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands”, of “Portugees”)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
7. Prompt: “Frans (Gewenste taal) is
geselecteerd. is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).
(Methode 2)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Zeg
de gewenste taal: “Engels”, “Frans”,
“Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands”, of “Portugees”).
(Verander de gewenste taal door de
naam van de taal te zeggen.)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 455 of 707

5–107
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
3. Prompt: “Wilt u de taal veranderen
naar het Frans (Gewenste taal) ?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
5. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).
Spraakherkenning (Type A/Type
B)
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Activeren van het hoofdmenu: Druk de
opnementoets of sprekentoets kort in.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
 


 Houd de sprekentoets ingedrukt.



 Druk op de ophangtoets.
Overslaan van de gesproken begeleiding
(voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
OPMERKING
  Het Bluetooth ® handsfree systeem is
gebruiksklaar enkele seconden nadat
het contact op ACC of ON is gezet
(minder dan 15 seconden vereist).
  Bij bediening van de audio-installatie
of de airconditioning kunnen tijdens
het gebruik van Bluetooth
® handsfree
de pieptonen of de gesproken
begeleiding (audio-installatie) niet
worden gehoord.
Begeleiding
In de begeleiding wordt het gebruik van
Bluetooth
® handsfree verklaard.
Doe het volgende om de begeleiding te
activeren:
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Handleiding”
3. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Help” of “Terug” zijn opdrachten die
tijdens spraakherkenning steeds kunnen
worden gebruikt.
Gebruik van de helpfunctie
De helpfunctie informeert de gebruiker
over alle beschikbare spraakopdrachten
onder de huidige omstandigheden.
1. Zeg: [Geluidssignaal] “Help”
2. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Terug naar vorige bedieningsmodus
Deze opdracht is om vanuit de
spraakherkenningsmodus terug te keren
naar de vorige bedieningsmodus.
Zeg: [Geluidssignaal] “Terug”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 456 of 707

5–10 8
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
 




Tijdens de gesproken begeleiding
of het klinken van de zoemer is
gebruik van de spraakherkenning
niet mogelijk. Wacht totdat de
gesproken begeleiding of de pieptoon
is beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.
 


 Dialecten of een andere bewoording
dan de handsfree prompts kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
 


 Het is niet nodig recht voor de
microfoon te gaan zitten of er
naar toe over te leunen. Spreek de
spraakopdrachten uit en houd daarbij
een veilige rijpositie aan.
 


 Spreek niet te langzaam of te luid.



 Spreek duidelijk, zonder te pauzeren
tussen woorden en getallen.
 


 Sluit bij gebruik van Bluetooth ®
handsfree de ramen en/of het schuifdak
om harde geluiden van buiten de auto
te verminderen of stel de luchtstroming
van het airconditioningsysteem lager af.
 


 Zorg er voor dat de luchtroosters de
luchtstroom niet omhoog naar de
microfoon richten.
OPMERKING
Als de prestaties van de
spraakherkenning onvoldoende zijn.
Zie Spraakherkenningleerfunctie
(gebruikerspraakregistratie) (Type A/
Type B) op pagina 5-110 .
Zie Oplossen van problemen op pagina
5-148 .
Beveiligingsinstelling (Type A/Type
B)
Als een wachtwoord is ingesteld, kan het
systeem niet geactiveerd worden tenzij het
wachtwoord wordt ingevoerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afl eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
Wachtwoord instellen
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is
gedeactiveerd. Wilt u deze activeren?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Spreek een 4-cijferig
wachtwoord in. Onthoud dit
wachtwoord. Er zal om gevraagd
worden om dit systeem te gebruiken.”
8. Zeg: [Geluidssigaal] “XXXX” (Zeg
een gewenst 4-cijferig wachtwoord,
“PCode”.)
9. Prompt: “Wacht woord XXXX
(Wacht woord, PCode). is dit nummer
correct?”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
11. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 457 of 707

5–109
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gebruik van Bluetooth ® handsfree met
een wachtwoord
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Prompt: “Handenvrije systeem is
geblokkeerd. Voer het wachtwoord in
om verder te gaan.”
3. Zeg: [Geluidssigaal] “XXXX” (Zeg het
ingestelde wachtwoord, “PCode”.)
4. Als het correcte wachtwoord wordt
ingevoerd, kondigt de gesproken
begeleiding “XXXXXX... (Bijv.
“Mary's apparatuur”) (apparatuurnaam)
is aangesloten” wordt aangekondigd.
Als het wachtwoord niet correct is,
wordt door de gesproken begeleiding
“XXXX (4-cijferig wachtwoord,
Pcode) wachtwoord onjuist, probeer het
nogmaals” aangekondigd.
Annuleren van het wachtwoord
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afl eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd.
Wilt u deze deactiveren?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Wachtwoord is
gedeactiveerd.”
Bevestigingsprompts
De bevestigingsprompt bevestigt de
opdrachtinhoud naar de gebruiker toe
alvorens verder te gaan naar de procedure
die door de gebruiker is aangevraagd.
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
leest het systeem de eerder ontvangen
spraakinvoeropdracht op en bevestigt of de
opdracht correct is alvorens door te gaan
met de uitvoer van de opdracht.
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
ingeschakeld:
(Bijv. “Belt John's apparaat. is dit nummer
correct?”)
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
uitgeschakeld:
(Bijv. “Belt John's apparaat.”)
OPMERKING
Als de bevestigingspromptfunctie
is uitgeschakeld wanneer u een
alarmnummer belt, leest het systeem de
opdracht op en bevestigt deze alvorens
de opdracht uit te voeren.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Bevestiging
prompts”
5. Prompt: “Bevestiging prompts staat
aan/uit. Wilt u bevestiging prompts
aanzetten/uitzetten?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Bevestiging prompts staat
uit/aan.”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 458 of 707

5–110
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Spraakherkenningleerfunctie
(gebruikerspraakregistratie) (Type
A/Type B)
Met de spraakherkenningleerfunctie
is spraakherkenning mogelijk
overeenkomstig de karakteristieken
van de spraak van de gebruiker. Als de
herkenning van de spraakinvoeropdrachten
gericht aan het systeem niet adequaat
is, kan met behulp van deze functie de
spraakherkenning van de gebruiker door
het systeem in grote mate verbeterd
worden. Als uw spraak voldoende herkend
kan worden zonder gebruik van deze
functie, zult u het extra voordeel van deze
functie mogelijk niet bemerken. Voor het
registreren van uw spraak, dient de lijst
met spraakinvoeropdrachten opgelezen
te worden. Lees de lijst op nadat u de
auto geparkeerd heeft. Voer de registratie
uit op een plek die zo rustig mogelijk
is 5-107 . De registratie dient volledig
uitgevoerd te worden. De vereiste tijd
is enkele minuten. De gebruiker dient
in de bestuurdersstoel te zitten met de
lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenning open op de hieronder
aangegeven pagina.
Wanneer spraakherkenning leren voor
de eerste keer wordt gebruikt
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
4. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
5. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1” )
6. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
7. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken.
Opnieuw leren van spraakherkenning
Als spraakherkenning leren reeds is
gebeurd.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Opnieuw
inspreken”
5. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 120 next >