dashboard MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 63 of 707

*Bepaalde modellen.2–43
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS)
De aanvullende beveiligingssystemen (SRS) van de voor- en zijkant omvatten in totaal 6
airbags.Ga na met welke soorten airbags uw auto is uitgerust door de plaatsen met de
aanduiding “SRS AIRBAG” op te zoeken. Deze aanduidingen zijn zichtbaar op de plaats
waar de airbags ingebouwd zijn.
De airbags zijn op de volgende plaatsen ingebouwd:
 


 De stuurwielnaaf (bestuurderszijde-airbag)



 Het dashboard aan de passagierszijde (passagierszijde-airbag)



 De buitenste zijden van de rugleuningen van de voorzittingen (zij-airbags) *




 De voorruit- en achterruitstijlen en de dakrand langs beide zijden (gordijn-airbags) *
De aanvullende beveiligingssystemen van de airbags zijn bestemd voor het verlenen van
aanvullende bescherming in bepaalde situaties, zodat het gebruik van de veiligheidsgordels
op de volgende manieren altijd van belang is:
Zonder gebruik van de veiligheidsgordels kunnen de airbags geen voldoende bescherming
bieden tijdens een aanrijding. Gebruik van de veiligheidsgordels is van belang voor:
 


 De passagier van een zich opblazende airbag vandaan te houden.



 De kans op letsel tijdens een aanrijding waarbij de airbag niet wordt opgeblazen te
verminderen, zoals bij: over de kop slaan of aanrijdingen vanaf de achterzijde.
 


 De kans op letsel te verminderen tijdens frontale, bijna frontale botsingen of aanrijdingen
vanaf de zijkant die niet ernstig genoeg zijn om de airbags op te blazen.
 


 De kans om uit het voertuig te worden geslingerd te verminderen.



 Vermindering van de kans op letsel aan het onderlichaam en benen tijdens een aanrijding,
aangezien de airbags voor deze lichaamsdelen geen bescherming bieden.
 


 De bestuurder in een positie te houden waarbij een betere controle over de auto mogelijk
is.
Een kind dat te klein is om gebruik te kunnen maken van een veiligheidsgordel dient op de
juiste wijze beveiligd te worden via het gebruik van een kinderzitje (pagina 2-24 ).
Bepaal nauwkeurig welk kinderzitje voor uw kind noodzakelijk is en volg zowel de
richtlijnen voor installatie in dit instruktieboekje als de instrukties van de fabrikant van het
kinderzitje.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 68 of 707

2–48
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met beschadigde onderdelen van airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem:
Geactiveerde of beschadigde componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem dienen na elke botsing waarbij deze geactiveerd of
beschadigd werden te worden vernieuwd. Alleen een getrainde deskundige reparateur,
bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur kan deze systemen volledig beoordelen om
te zien of deze bij een volgend ongeval zullen functioneren. Rijden met een geactiveerde
of beschadigde airbag of voorspannermodule geeft u verminderde beveiliging bij een
volgend ongeval, waardoor de kans bestaat op ernstig of dodelijk letsel.
De airbagonderdelen in het interieur niet verwijderen:
Het verwijderen van onderdelen zoals de voorzittingen, het voordashboard, het
stuurwiel of delen van de voorruit- en achterruitstijlen en langs de dakrand die
airbagonderdelen of sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze onderdelen zijn belangrijke
airbagcomponenten ingebouwd. De airbag zou onvoorzien geactiveerd kunnen worden
en daardoor ernstig letsel kunnen veroorzaken. Laat deze onderdelen altijd door een
offi ciële Mazda reparateur verwijderen.
Ruim het airbagsysteem op de juiste wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen van een airbag of slopen van een auto met
airbags die onder stroom staan, kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel kan het gevolg
zijn wanneer niet alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur het airbagsysteem
veilig opruimen of een auto uitgerust met een airbagsysteem slopen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 85 of 707

3–3
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
OPGELET
  Volg onderstaande instrukties om
beschadiging van de sleutel (zender)
te voorkomen:
 


 Laat de sleutel niet vallen.



 Laat de sleutel niet nat worden.



 De sleutel niet demonteren.



 Stel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals het
dashboard of de motorkap, onder
direct zonlicht.
 


 Stel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
 


 Geen zware voorwerpen op de
sleutel plaatsen.
 


 De sleutel niet in een ultrasonisch
reinigingsapparaat plaatsen.
 


 Geen magnetische voorwerpen in
de buurt van de sleutel brengen.
Het codenummer van de sleutels is
ingeponst op het plaatje dat aan de
sleutelset bevestigd is; maak dit plaatje los
en bewaar dit op een veilige plaats (niet
in de auto) voor het geval u een nieuwe
sleutel moet bestellen (hulpsleutel).
Noteer ook het codenummer en bewaar
dit op een aparte veilige en handige plaats,
echter niet in de auto.
Indien u uw sleutel (hulpsleutel) heeft
verloren, uw codenummer opzoeken en
een offi ciële Mazda reparateur raadplegen.
OPMERKING

 De bestuurder dient de sleutel bij
zich te dragen om er voor te zorgen
dat het systeem correct werkt.
  Houd steeds een reservesleutel bij
de hand voor het geval er een sleutel
verloren raakt. Raadpleeg in het
geval van verlies van een sleutel zo
spoedig mogelijk een offi ciële Mazda
reparateur.
Hulpsleutel Zender
Plaatje met sleutelcodenummer
Voor gebruik van de hulpsleutel, op de
knop drukken en de sleutel (zender) naar
buiten trekken.
Knop
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 129 of 707

3–47
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
Aanbrengen van
wijzigingen en aanvullende
apparatuur
Mazda kan niet garant staan voor de juiste
werking van het startblokkeersysteem
en het anti-diefstal beveiligingssysteem
als er wijzigingen aan het systeem
zijn aangebracht of als er aanvullende
apparatuur is aangesloten.
OPGELET
Om beschadiging van de auto te
voorkomen, geen wijzigingen aan het
systeem aanbrengen of aanvullende
apparatuur op het startblokkeersysteem
en het anti-diefstal beveiligingssysteem
of de auto aansluiten.
Start-blokkeersysteem
Het start-blokkeersysteem zorgt ervoor
dat de motor enkel kan worden gestart met
een sleutel die door het systeem herkend
wordt.
Als iemand probeert de motor te starten
met een sleutel die niet wordt herkend, zal
de motor niet starten, hetgeen autodiefstal
helpt voorkomen.
Neem contact op met een offi ciële Mazda
reparateur indien u een probleem heeft
met het start-blokkeersysteem of met de
sleutel.
OPGELET
  Veranderingen of modifi caties die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de partij die verantwoordelijk
is voor de compliantie kunnen de
garantie op de apparatuur ongeldig
maken.
  Volg onderstaande instrukties om
beschadiging van de sleutel te
voorkomen:
 


 Laat de sleutel niet vallen.



 Laat de sleutel niet nat worden.



 Stel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
 


 Stel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals het
dashboard of de motorkap, onder
direct zonlicht.
 
 Als de motor niet met de correcte
sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje
blijft branden of knipperen, is er
mogelijk een defect in het systeem.
Raadpleeg een offi ciële Mazda
reparateur.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 352 of 707

5–4
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Kiezen van de luchtstroomfunctie
Dashboardluchtroosters
Dashboard- en vloerluchtroosters
VloerluchtroostersOntwasemings- en vloerluchtroosters
Ontwasemingsluchtroosters
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 580 of 707

6–72
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
 


 Als plastic onderdelen zoals de bumpers
onvoorzien in aanraking komen met
chemicaliën of vloeistoffen zoals
benzine, olie, motorkoelvloeistof of
accuvloeistof, kan dit verkleuring,
vlekken of afbladdering van de
laklaag veroorzaken. Veeg dergelijke
chemicaliën of vloeistoffen onmiddellijk
af met behulp van een zachte doek.
 


 Er zijn autowasinrichtingen die
werken met hoge watertemperatuur
en hoge waterdruk, afhankelijk van
het type hogedruk-autowasinstallatie.
Als het sproeiermondstuk van de
autowasinrichting te dicht bij de auto
wordt gehouden, of als deze gedurende
langere tijd op één plaats gericht blijft,
kunnen plastic onderdelen vervormd
raken of kan de laklaag beschadigd
worden.
 


 Gebruik geen was die schuurmiddelen
bevat (polijstmiddel). Anders kan
dit beschadiging van de laklaag
veroorzaken.
 


 Gebruik verder ook geen elektrisch
of persluchtgereedschap voor het
aanbrengen van was. Anders kunnen
door de opgewekte wrijvingswarmte
plastic onderdelen vervormd raken of
kan de laklaag beschadigd worden.
Verzorging van het
interieur
WAARSCHUWING
Spuit geen water in de cabine:
Het is gevaarlijk wanneer water op
elektrische onderdelen zoals de audio-
installatie en schakelaars terechtkomt,
aangezien dit defecten of brand kan
veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen betreffende
het dashboard
Voorkom dat bijtende oplossingen zoals
parfum en cosmetische olie in aanraking
komt met het instrumentenpaneel. Deze
veroorzaken beschadiging en verkleuring
van het instrumentenpaneel. Indien deze
stoffen met het dashboard in aanraking
komen, deze onmiddellijk afvegen.
OPGELET
Indien deze stoffen met het dashboard
in aanraking komen, deze onmiddellijk
afvegen.
Glansmiddelen bevatten ingrediënten
die verkleuring, rimpeling, scheurtjes en
afschilfering kunnen veroorzaken.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 697 of 707

10–9
Index
Verzoekschakelaar-buiten-werking
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-55
Verzorging van de carrosserie ............. 6-65
Bescherming van holle ruimten .... 6-70
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-70
Chassiscoating ............................... 6-71
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-71
Onderhoud van de lak ................... 6-67
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-71
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-70
Verzorging van het interieur ................ 6-72
Onderhoud van de actief rijden
display ........................................... 6-75
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-75
Reinigen van de zittingen en de
interieurbekleding ......................... 6-73
Reinigen van het materiaal van de
heup/schoudergordels .................... 6-75
Voorzorgsmaatregelen betreffende het
dashboard ...................................... 6-72
Vierwielaandrijving, gebruik ............ 4-104
Vloeistof
Rem/koppeling .............................. 6-31
Ruitensproeier ............................... 6-32
Vloeistoffen
Classifi catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-57
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................... 4-82
Voorruitensproeier ............................... 4-77
Voorruitenwissers ................................ 4-74
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-157
Voorzitting ............................................. 2-5
W
Waarschuwingen van Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem ................... 7-56
Waarschuwingsgeluid
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................... 7-57
Waarschuwingsknipperlichten ............ 4-81
Waarschuwingslampjes ....................... 4-40
Waarschuwingspieptoon
buitentemperatuur ............................... 7-57
Waarschuwingspieptoon elektronische
stuurvergrendeling .............................. 7-57
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer .............................. 7-57
Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) ............. 7-54
Waarschuwingszoemer motortoerental ... 7-58
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging ............................... 7-58
Waarschuwingszoemer voor
bandenspanning ................................... 7-56
Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels ............................... 7-53
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel ................................. 7-54
Waarschuwing voor botsing ................ 7-57
Waarschuwing voor niet-uitgeschakelde
verlichting ........................................... 7-53
Z
Zekeringen .......................................... 6-59
Beschrijving van het paneel .......... 6-62
Vernieuwen .................................... 6-59
Zelf uit te voeren onderhoud
Openen van de motorkap .............. 6-19
Overzicht van de motorruimte ...... 6-21
Sluiten van de motorkap................ 6-20
Vernieuwen van de sleutelbatterij ... 6-41
Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden .......... 6-17
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC