MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 371 of 719

5–13
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indicatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Bediening van de automatische
airconditioning
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
AUTO stand.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit).
OPMERKING
Als de stand voor recirculerende lucht
gedurende langere tijd wordt gebruikt bij
koud weer of hoge vochtigheid, bestaat
de kans dat de voorruit gemakkelijker
beslaat.
3. Zet de aanjagerregelknop in de AUTO
stand.
4. Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in werking te stellen
(indicatielampje brandt).
5. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
6. Zet de aanjagerregelknop in de stand 0
om het systeem uit te schakelen.



Page 372 of 719

5–14
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPMERKING
  Wanneer de temperatuur op
maximum warm of koud wordt
ingesteld, zal de gewenste
temperatuur niet sneller worden
verkregen.
  Bij het kiezen van hete lucht, zal het
systeem de luchtstroom beperken
totdat deze is opgewarmd om te
voorkomen dat koude lucht uit de
luchtroosters wordt geblazen.
 (Europees model)  Stel voor een optimale
interieurtemperatuur de temperatuur
in op om en nabij 22,0. Stel af op de
gewenste temperatuur indien nodig.
 (Behalve Europees model)  Stel voor een optimale
interieurtemperatuur de temperatuur
in op om en nabij 25,0. Stel af op de
gewenste temperatuur indien nodig.
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
Zet de functiekeuzeregelaar in de stand
en draai de aanjagerregelknop naar de
gewenste snelheid.
In deze stand wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen en
wanneer de aanjagerregelknop op ON
staat wordt de airconditioning automatisch
ingeschakeld. De airconditioning voert dan
ontvochtig de lucht naar de voorruit en de
zijruiten (pagina 5-4 ). De hoeveelheid
luchtstroming zal toenemen.
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht ( stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom
te verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.


Page 373 of 719

5–15
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Zonlicht/Temperatuursensor
Het airconditioningsysteem meet
de binnen- en buitentemperatuur en
het zonlicht. Op basis hiervan wordt
vervolgens de temperatuur van het
interieur ingesteld.
OPGELET
Zorg er voor dat geen van de sensors
gehinderd wordt, anders zal het
airconditioningsysteem niet juist
functioneren.


Interieurtemperatuursensor


Zonlichtsensor



Page 374 of 719

5–16
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
*Bepaalde modellen.
A n t e n n e
Ty p e A *
De antenne is in het ruitglas ingebouwd.
OPGELET
Gebruik voor het reinigen van de
binnenzijde van een ruit met een
antenne een zachte doek bevochtigd met
lauw water en veeg de antennedraden
voorzichtig af.
Het gebruik van ruitreinigingsmiddelen
kan beschadiging van de antenne
veroorzaken.
Ty p e B

Antenne

Bedieningstips voor
audio-installatie
WAARSCHUWING
Stel de audio-installatie enkel af
wanneer de auto stilstaat:
Stel de bedieningstoetsen van de
audio-installatie niet tijdens het rijden
af. Afstellen van de audio-installatie
tijdens het rijden is gevaarlijk,
aangezien u hierdoor van de besturing
van de auto kan worden afgeleid,
waardoor een ernstig ongeluk kan
ontstaan.
Ook al zijn de
audiobedieningsschakelaars op het
stuurwiel aanwezig, is het de bedoeling
dat u leert de schakelaars te bedienen
zonder er naar te kijken, zodat u tijdens
het rijden uw maximale aandacht op de
weg kunt houden.
OPGELET
Stel voor veilig rijden het audiovolume
af op een niveau waarbij de geluiden
van buiten de auto voor u goed
hoorbaar blijven, zoals bijvoorbeeld
autoclaxons en vooral sirenes van
hulpverleningsvoertuigen.


Page 375 of 719

5–17
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
OPMERKING
  Om te voorkomen dat de accu
uitgeput raakt, de audio-installatie
niet gedurende langere tijd aan laten
staan terwijl de motor niet draait.
  Als een mobiele telefoon of een CB
radio in of bij de auto wordt gebruikt,
kan dit tot gevolg hebben dat de
audio-installatie storing te horen
geeft, dit duidt er echter niet op dat
de installatie defect is.
Geen vloeistof op de audio-installatie
morsen.


Geen andere voorwerpen dan CD's naar
binnen in de gleuf steken.


Radio-ontvangst
AM karakteristieken
AM signalen buigen rondom obstakels als
gebouwen en bergen en worden door de
ionosfeer weerkaatst.
Dit is de reden waarom deze signalen
langere afstanden kunnen overbruggen dan
FM signalen.
Echter dit kan ook tot gevolg hebben
dat twee zenders tegelijk op dezelfde
frequentie ontvangen worden.

Zender 2 Zender 1 Ionosfeer
FM karakteristieken
Het bereik van een FM zender strekt
zich gewoonlijk uit over een afstand
van ongeveer 40—50 km vanaf de bron.
Aangezien voor FM stereo-uitzendingen
een extra codering nodig is om het geluid
in twee kanalen te splitsen, is het bereik
ervan zelfs nog korter dan dat van mono
(niet-stereo) FM uitzendingen.

FM zender
40—50 km



Page 376 of 719

5–18
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
De signalen van FM zenders zijn
vergelijkbaar met lichtstralen, aangezien
deze niet om hoeken kunnen buigen
maar wel weerkaatst kunnen worden. In
tegenstelling tot AM signalen, kunnen FM
signalen niet verder reiken dan de horizon.
Dit is de reden waarom FM zenders geen
grote afstanden kunnen overbruggen,
hetgeen AM zenders wel kunnen.

AM golf FM golf
FM golf
100—200 km Ionosfeer

Atmosferische omstandigheden kunnen
eveneens van invloed zijn op de FM
ontvangst. Een hoge vochtigheid kan
slechte ontvangst veroorzaken. Echter op
bewolkte dagen kan de ontvangst beter
zijn dan op heldere dagen.
Vervorming van het signaal door
weerkaatsing
Aangezien FM signalen door obstakels
weerkaatst kunnen worden, bestaat de
kans dat het rechtstreekse signaal en het
weerkaatste signaal gelijktijdig ontvangen
worden. Hierdoor wordt de ontvangst
enigszins vertraagd, waardoor een
ongelijkmatig of vervormd geluid ontstaat.
Dit probleem kan zich ook voordoen bij
ontvangst dicht in de buurt van de zender.

Weerkaatste golf
Direct
Trillend/overspringend geluid
FM signalen bewegen zich voort in
rechte lijnen en worden afgezwakt in
valleien, tussen hoge gebouwen, bergen
en dergelijke. De ontvangst op dit soort
plaatsen kan langzaam wegvallen en kan
hinderlijke storende geluiden veroorzaken.


Storing als gevolg van een te zwak
signaal
In sommige stedelijke gebieden is de
ontvangst zwak, aangezien de zender
zich op een te grote afstand bevindt. De
ontvangst in dergelijke randgebieden
wordt gekenmerkt door het uiteenvallen
van het geluid.




Page 377 of 719

5–19
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Storing als gevolg van een te sterk
signaal
Zendsignalen dicht in de buurt van een
zender zijn buitengewoon krachtig.
Storing en het uiteenvallen van het geluid
kan dan de ontvangst hinderen.


Storing als gevolg van ontvangst van
twee zenders met nagenoeg identieke
frequenties
In een gebied waar twee krachtige zenders
op nagenoeg identieke frequenties
uitzenden, is het mogelijk dat de
oorspronkelijk afgestemde zender tijdelijk
verdwijnt en dat de tweede zender wordt
ontvangen. Dit zal eveneens storing tijdens
de ontvangst veroorzaken.

Zender 2
88,3 MHz Zender 1
88,1 MHz

Bedieningstips voor de CD speler
Condensvorming
Onmiddellijk na het inschakelen van de
verwarming wanneer de auto koud is,
bestaat de kans dat de CD of de optische
onderdelen (prisma en lens) in de CD
speler overdekt raken met een laagje
condens. In dat geval zal de CD zodra
deze in het apparaat wordt gestoken
onmiddellijk worden uitgeworpen.
Wanneer een CD met een laagje condens
overdekt is, kan dit verholpen worden
door de disc eenvoudig met een zachte
doek af te vegen. Condensvorming op
optische onderdelen zal natuurlijkerwijs
in ongeveer een uur verdwijnen. Wacht
totdat normale bediening weer mogelijk
is, alvorens te proberen het apparaat te
gebruiken.


Page 378 of 719

5–20
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Behandeling van de CD speler
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
 


 Gebruik geen vervormde of gebarsten
CD's. De kans bestaat dat de disc niet
wordt uitgeworpen en dat de installatie
defect raakt.

 


 Gebruik geen onconventionele discs
zoals hartvormige of achtkantige discs,
enz. De kans bestaat dat de disc niet
wordt uitgeworpen en dat de installatie
defect raakt.

 


 Als het geheugengedeelte van de CD
doorzichtig of doorschijnend is, de disc
niet gebruiken.

Doorzichtig
 


 Het is mogelijk bij nieuwe CD's dat
de binnenste en buitenste randen
enigszins ruw zijn. Als een disc met
ruwe randen wordt gebruikt, kan deze
niet goed geplaatst worden met als
gevolg dat de CD speler de CD niet
afspeelt. Bovendien bestaat de kans dat
de disc niet wordt uitgeworpen en dat
de installatie defect raakt. Verwijder
tevoren de ruwe randen met behulp
van een balpen of een potlood, zoals
hieronder afgebeeld. Wrijf voor het
verwijderen van de ruwe randen, de
zijkant van de pen of het potlood tegen
de binnenste en buitenste rand van de
CD.

 


 Bij het rijden over oneffenheden
verspringt het geluid.

 


 CD's die voorzien zijn van het logo
dat in de afbeelding wordt aangegeven
kunnen worden afgespeeld. Er kunnen
geen andere discs worden weergegeven.




Page 379 of 719

5–21
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
 


 Gebruik discs die legaal geproduceerd
zijn. Als illegaal gekopiëerde discs
zoals onwetmatig geproduceerde discs
gebruikt worden, bestaat de kans dat het
systeem niet correct functioneert.
 


 Let er op bij het gebruik van CD's nooit
het signaaloppervlak aan te raken. Pak
de CD vast door deze bij de buitenste
rand of bij de rand van het gat en de
buitenste rand vast te houden.

 


 Plak geen papier of plakband op de
CD. Voorkom het bekrassen van de
achterzijde (de zijde zonder label).
De kans bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.
 


 Stof, vingerafdrukken en vuil kunnen
de hoeveelheid licht dat door het
signaaloppervlak weerkaatst wordt
verminderen, hetgeen een nadelige
invloed op de geluidskwaliteit heeft.
Indien de CD verontreinigd mocht
raken, deze voorzichtig met een zachte
doek vanaf het midden van de CD tot
aan de rand afvegen.
 


 Gebruik geen reinigings-sprays voor
grammofoonplaten, anti-statische
reinigingsmiddelen of huishoudelijke
spray-reinigers. Vluchtige chemische
middelen zoals benzine en terpentijn
kunnen het oppervlak van de CD
eveneens beschadigen en mogen dus
niet worden gebruikt. Alle middelen
die plastic aantasten, doen kromtrekken
of dof maken mogen nooit voor het
reinigen van CD's worden gebruikt.
 


 De CD speler werpt de CD uit als de
CD ondersteboven wordt ingestoken.
Verontreinigde en/of defecte CD's
kunnen ook uitgeworpen worden.
 


 Geen reinigingsdiscs in de CD speler
gebruiken.
 


 Geen disc insteken die voorzien is van
een etiket of sticker.
 


 De kans bestaat dat deze installatie
bepaalde CD-R/CD-RW's die gemaakt
zijn met een computer of een muziek
CD recorder niet kan afspelen als gevolg
van disckarakteristieken, krassen,
vlekken, vuil, enz., of als gevolg van
stof of condensvorming op de lens
binnen in het apparaat.
 


 Als CD's bewaard worden in de auto
wanneer deze aan direct zonlicht of hoge
temperaturen is blootgesteld, kunnen
de CD-R/CD-RW's zodanig beschadigd
worden dat ze niet meer afspeelbaar
zijn.
 


 Een CD-R/CD-RW van meer dan 700
MB kan niet worden afgespeeld.
 


 De kans bestaat dat deze installatie
bepaalde discs die gemaakt zijn
met behulp van een computer niet
kan afspelen als gevolg van de
instelling van de gebruikte toepassing
(schrijfsoftware). (Raadpleeg voor
bijzonderheden de plaats van aankoop
van de toepassing.)
 


 Het is mogelijk dat bepaalde
tekstgegevens, zoals titels die
opgenomen zijn op een CD-R/CD-
RW niet getoond worden wanneer
muziekgegevens (CD-DA) afgespeeld
worden.
 


 De tijdsduur vanaf wanneer een CD-
RW wordt ingestoken tot het moment
waarop deze met afspelen begint is
langer dan bij een normale CD of CD-R.


Page 380 of 719

5–22
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
 


 Lees de bedieningshandleiding en
voorzorgsmaatregelen voor CD-R/CD-
RW's volledig.
 


 Gebruik geen discs waarop plakband
is aangebracht, met gedeeltelijk
losgeraakte labels of kleefmateriaal
dat van de randen van het CD label
naar buiten steekt. Gebruik ook
geen discs waarop een in de handel
verkrijgbaar CD-R label is aangebracht.
De kans bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.

Bedieningstips voor MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3,
een gestandaardiseerde stemcompressie,
zoals bepaald door de ISO
*1 werkgroep
(MPEG).
Met behulp van MP3 kunnen
audiogegevens gecomprimeerd worden tot
ongeveer een-tiende van het formaat van
de brongegevens.
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensie (.mp3) weer als MP3 bestanden.

*1 Internationale Organisatie voor
Standaardisering

OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
OPMERKING
Levering van dit product verleent
enkel een licentie voor privé, niet-
commercieel gebruik en verleent geen
licentie en geen recht voor het gebruik
van dit product in een commerciële
(d.w.z. inkomsten genererende) real-time
uitzending (via land, satelliet, kabel en/
of andere media), uitzending/streaming
via het internet, intranetwerken of
andere netwerken en/of in overige
distributiesystemen met elektronische
inhoud, zoals betaal-audio of audio-op-
aanvraag toepassingen. Voor dergelijk
gebruik is een onafhankelijke licentie
vereist. Kijk voor nadere bijzonderheden
op http://www.mp3licensing.com.
 


 Deze audio-installatie kan MP3
bestanden afspelen die zijn opgenomen
op CD-R/CD-RW/CD-ROM's.
 


 Bij het benamen van een MP3
bestand, er voor zorgen een MP3
bestandsextensie (.mp3) achter de
bestandsnaam toe te voegen.
 


 Het aantal tekens dat getoond kan
worden is beperkt.



Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 720 next >