brake sensor MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 158 of 719

4–2*Bepaalde modellen.
i-ACTIVSENSE............................... 4-112
i-ACTIVSENSE * ........................ 4-112
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)
* ........................................ 4-115
Koplampregelsysteem (HBC) * ... 4-116

Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
* ...................................... 4-119
Dodehoekmonitorsysteem
(BSM)
* ....................................... 4-125
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS)
* ...................................... 4-133
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
* ..................................... 4-137
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
* ...................................... 4-141
Afstelbare snelheidsbegrenzer * ... 4-151
Stadsverkeer-remassistent
(SCBS) * ...................................... 4-156
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS)
* ......................................... 4-162
Vooruitrijcamera (FSC) * ............. 4-165
Radarsensor (Voor) * ................... 4-168
Lasersensor (Voor) * .................... 4-171
Radarsensoren (Achter) * ............ 4-173

Kruissnelheidsregelaar ................... 4-175
Kruissnelheidsregelaar
* .............. 4-175

Bandenspanningcontrolesysteem ... 4-181
Bandenspanningcontrolesysteem * ... 4-181

Dieseldeeltjes¿ lter
(SKYACTIV-D 1.5) ......................... 4-185
Dieseldeeltjes¿ lter
(SKYACTIV-D 1.5) ................... 4-185

Achteruitkijkmonitor...................... 4-186
Achteruitkijkmonitor
* ................ 4-186
Parkeersensorsysteem ..................... 4-196
Parkeersensorsysteem * ............... 4-196


Page 269 of 719

4–113
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Anti-botsingtechnologie
De anti-botsingtechnologie is ontworpen om de bestuurder te helpen botsingen te
voorkomen of de ernst daarvan te verminderen in situaties waar deze niet voorkomen
kunnen worden.
Vermindering van de ernst van een botsing bij lage snelheden
Vooruit rijden




Stadsverkeer-remassistent (SCBS) ..................................................................................4-156
Vermindering van de ernst van een botsing bij gemiddelde/hoge snelheden
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) ..................................................................4-162
Camera en Sensoren
V o o r u i t r i j c a m e r a ( F S C )
De vooruitrijcamera (FSC) bepaalt de omstandigheden aan de voorzijde van de auto bij het
rijden in het donker en herkent rijbanen. De volgende systemen maken ook gebruik van de
vooruitrijcamera (FSC).
 


 Koplampregelsysteem (HBC)



 Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De vooruitrijcamera (FSC) is ingebouwd aan de bovenzijde van de voorruit nabij de
achteruitkijkspiegel.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina 4-165 .
Radarsensor (voor)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig en vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen. De volgende
systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter de radiateurgrille.
Zie Radarsensor (Voor) op pagina 4-168 .


Page 270 of 719

4–114
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Lasersensor (voor)
De lasersensor (voor) zendt een nabij-infrarood laserstraal uit en vangt de straal op die
weerkaatst wordt door het reÀ ecterende oppervlak van een voorliggend voertuig. De
gedetecteerde straal wordt vervolgens voor de meting gebruikt. De volgende systemen
maken eveneens gebruik van de lasersensor (voor).
 


 Stadsverkeer-remassistent (SCBS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De lasersensor (voor) is ingebouwd aan de bovenzijde van de voorruit nabij de
achteruitkijkspiegel.
Zie Lasersensor (Voor) op pagina 4-171 .
Radarsensoren (achter)
De radarsensoren (achter) detecteren de radiogolven die door de radarsensoren worden
uitgezonden en op hun beurt weerkaatst worden door een voertuig dat van achteren nadert
of door een obstakel. De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensoren
(achter).
 


 Dodehoekmonitorsysteem (BSM)



 Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
De radarsensoren (achter) zijn ingebouwd in de achterbumper, één aan de rechterzijde en
één aan de linkerzijde.
Zie Radarsensoren (Achter) op pagina 4-173 .


Page 318 of 719

4–162
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) *
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indicator en een
waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15 km/h of sneller en
de radarsensor (voor) van het systeem bepaalt dat uw auto met een voorliggend voertuig in
botsing kan komen. Als verder de radarsensor (voor) bepaalt dat een botsing onvermijdelijk
is, wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Bovendien, wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, werken de remmen sneller om de
bestuurder te hulp te komen (voertuigen met remvloeistofvoorvulling).
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd altijd
voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen, niet om ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid
voor het bespeuren van een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel,
weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) uitschakelen om verkeerde bediening te voorkomen.


Page 319 of 719

4–163
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.



 De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.



 De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15
km/h of hoger.
 


 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet. 

 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
 


 Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.



 De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het stuurwiel gedraaid wordt.



 De keuzehendel bediend wordt.



 De richtingaanwijzer gebruikt wordt.



 Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
 


 Wanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC)/lasersensor (voor), in de middendisplay
worden getoond.
 
 Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor (voor) de volgende objecten bespeurt, bepaalt
dat deze obstakels zijn en het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) activeert.
 


 Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).



 Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of
het maken van een bocht.
 


 Bij het rijden over een smalle brug.



 Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.



 Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.



 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.



 Tweewielige voertuigen zoals motor¿ etsen of ¿ etsen.



 Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen.


Page 324 of 719

4–16 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Radarsensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.

Radarsensor (voor)

Als het Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
waarschuwingslampje (oranje) brandt, bestaat de kans dat het gedeelte rondom de
radarsensor vuil is. Zie “Waarschuwingsbegeleiding” in de middendisplay (Type C/Type D
audio).
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-38 .


Page 326 of 719

4–170
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de radarsensor (voor)
voorliggende voertuigen of obstakels niet correct kan bespeuren en dat de systemen
niet normaal functioneren.
 


 De radiogolven worden door de achterzijde van een voorliggend voertuig niet
effectief weerkaatst, zoals bij een ongeladen aanhanger of een auto met een laadbak
die door een canvaszeil is afgedekt, voertuigen met een achterklep van hard plastic
en voertuigen met ronde vormen.
 


 Voorliggende voertuigen die laag zijn met dus een kleiner gebied voor het
weerkaatsen van radiogolven.
 


 Het uitzicht wordt verminderd als gevolg van het opspatten van water, sneeuw of
zand van de banden van een voorliggend voertuig op uw voorruit.
 


 Wanneer de bagageruimte beladen is met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
 


 IJs, sneeuw of verontreiniging op de voorzijde van het voorembleem aanwezig is.



 Tijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw of zandstormen.



 Bij het rijden in de buurt van faciliteiten of objecten die krachtige radiogolven
uitzenden.


 Onder de volgende omstandigheden is het mogelijk dat de radarsensor (voor)
voorliggende voertuigen of obstakels niet kan bespeuren.
 


 Het begin en het einde van een bocht.



 Continu bochtige wegen.



 Wegen met smalle rijstroken als gevolg van wegwerkzaamheden of afgesloten
rijstroken.
 


 Het voorliggende voertuig komt in de dode hoek van de radarsensor.



 Het voorliggende voertuig rijdt abnormaal als gevolg van een ongeluk of schade.



 Wegen met herhaalde op- en aÀ opende hellingen.



 Rijden op slechte wegen of onverharde wegen.



 De afstand tussen uw auto en het voorliggende voertuig is buitengewoon kort.



 Een voertuig komt plotseling dichtbij zoals bij het snijden in de rijstrook. 

 Gebruik om onjuiste werking van het systeem te voorkomen banden van dezelfde
voorgeschreven maat, fabrikant, merk en pro¿ el op alle vier wielen. Bovendien geen
banden met duidelijk zichtbaar verschillende slijtagepatronen of bandenspanningen op
dezelfde auto gebruiken (inclusief het noodreservewiel).
  Als de accucapaciteit zwak is, bestaat de kans dat het systeem niet correct functioneert. 
 Bij het rijden op wegen met weinig verkeer en weinig voorliggende voertuigen
of obstakels voor de radarsensor (voor) om te bespeuren, bespeurt de sensor dat
de radarsensor (voor) vuil is en bestaat de kans dat het Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) waarschuwingslampje
(oranje) tijdelijk gaat branden. Dit duidt echter niet op een defect.


Page 327 of 719

4–171
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Lasersensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een lasersensor (voor). De lasersensor (voor) is geplaatst nabij de
achteruitkijkspiegel en wordt gebruikt door de volgende systemen.
 


 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)



 Stadsverkeer-remassistent (SCBS)

Lasersensor (voor)

OPGELET
Neem voor de juiste werking van het systeem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. 

 Zorg er voor dat de voorruit altijd schoon is. 
 Breng geen stickers aan op de voorruit (ook geen doorzichtige stickers). 
 Als er barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt van
de lasersensor (voor) zichtbaar zijn, onmiddellijk met het gebruik van het systeem
stoppen en uw auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur laten inspecteren.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-14 voor de manier om het systeem uit te
schakelen.
  Breng geen coating op de voorruit aan. 
 Raadpleeg voor het vervangen van de voorruitenwissers of de voorruit een of¿ ciële
Mazda reparateur.
  De sensor nooit verwijderen. 
 Een verwijderde sensor voldoet niet aan de bepalingen voor een klasse 1M laser onder
de IEC 60825-1 speci¿ catie en derhalve kan oogveiligheid niet gegarandeerd worden.

 Kijk niet rechtstreeks in de sensor met gebruik van optische instrumenten met een
vergrotingsfunctie zoals vergrootglazen en microscoop- en objectieÀ enzen binnen een
afstand van 100 mm van de sensor.


Page 650 of 719

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel

(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Smart
Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-
remassistent (SBS/
SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit of
de radarsensor vuil zijn of als er een defect
is in het systeem.
(Voertuigen met type C/type D audio)
Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay (pagina 7-38 ).
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er andere
redenen zijn.
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen. Laat de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur controleren als
er andere redenen zijn.


KEY waarschuwingslampje
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.

Signaal Oorzaak Te nemen maatregel


(Rood)
(Knippert) De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-41 ).
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-8 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.



Page 708 of 719

10–4
Index
D
Dagteller ..................................... 4-27, 4-29
Dakconsole ........................................ 5-162
Dieseldeeltjes¿ lter ............................. 4-185
Directe modus
Automatische transmissie.............. 4-63
Display van ingestelde rijsnelheid van
kruissnelheidsregelaar ......................... 4-34
Display van omgevingstemperatuur ... 4-34
Dodehoekmonitor (BSM) ................. 4-125
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
waarschuwingszoemer ........................ 7-58
Doorwaden van water ......................... 3-63
Drive-selectie .................................... 4-107
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) .................................................. 4-96
TCS/DSC indicatielampje ............. 4-97
E
Eindscherm ....................................... 4-106
Elektrische ruitbediening .................... 3-42
Energiebesparingsdisplay.................. 4-106
Essentiële informatie ............................. 6-2
F
Fleshouder ......................................... 5-161
G
Garantie ................................................. 8-2
Geavanceerde sleutel
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem ....... 3-10
Werkingsbereik.............................. 3-11
Gebruikersinstellingen ........................ 9-14
Gloeilampen
Technische gegevens ....................... 9-9
Vernieuwen .................................... 6-50
H
Handrem .............................................. 4-88
Handschoenenkast ............................. 5-162
Hellingwegrijsysteem (HLA) .............. 4-91
Hoofdsteun .......................................... 2-10
I
i-ACTIV AWD werking .................... 4-109
i-ACTIVSENSE ................................ 4-112
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-115
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-137
Actieve
rijondersteuningstechnologie ...... 4-112
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ........................................ 4-133
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-151
Anti-botsingtechnologie .............. 4-113
Camera en sensoren..................... 4-113
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-125
Koplampregelsysteem (HBC) ..... 4-116
Lasersensor .................................. 4-171
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem ........................................ 4-141
Radarsensoren (Achter) ............... 4-173
Radarsensor (voor) ...................... 4-168
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-119
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-162
Stadsverkeer-remassistent
(SCBS) ........................................ 4-156
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-165
i-ELOOP ............................................. 4-98
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-100
i-ELOOP indicatielampje ............ 4-100