display MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 14 of 719

1–4
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met links stuur)
Interieuruitrusting (Aanzicht B)


SRS airbags ........................................................................................................ pagina 2-43

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-38

Klimaatregelsysteem ............................................................................................ pagina 5-2

Achterruitverwarmingsschakelaar ..................................................................... pagina 4-84

Audio-installatie ................................................................................................. pagina 5-16

DVD/CD speler .................................................................................................. pagina 5-16

Stekkerbussen voor accessoires ....................................................................... pagina 5-159

Ingangsaansluiting voor externe apparatuur ...................................................... pagina 5-73

Commanderschakelaar ....................................................................................... pagina 5-47

Drive-keuzeschakelaar ..................................................................................... pagina 4-108

Versnellingshendel/Keuzehendel ..............................................................pagina 4-48 , 4-51

Zekeringenblok (Linkerzijde) ............................................................................ pagina 6-59
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend


Page 18 of 719

1–8
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met rechts stuur)
Interieuruitrusting (Aanzicht B)


SRS airbags ........................................................................................................ pagina 2-43

Audio-installatie ................................................................................................. pagina 5-16

Klimaatregelsysteem ............................................................................................ pagina 5-2

Achterruitverwarmingsschakelaar ..................................................................... pagina 4-84

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-38

DVD/CD speler .................................................................................................. pagina 5-16

Stekkerbussen voor accessoires ....................................................................... pagina 5-159

Ingangsaansluiting voor externe apparatuur ...................................................... pagina 5-73

Commanderschakelaar ....................................................................................... pagina 5-47

Drive-keuzeschakelaar ..................................................................................... pagina 4-108

Versnellingshendel/Keuzehendel ..............................................................pagina 4-48 , 4-51

Zekeringenblok (Linkerzijde) ............................................................................ pagina 6-59
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend


Page 157 of 719

4–1*Bepaalde modellen.4–1
4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen

Motor start/stop................................... 4-4
Contactschakelaar .......................... 4-4
Starten van de motor ...................... 4-6
Stopzetten van de motor ............... 4-13
i-stop
* ........................................... 4-14

Instrumentengroep en display ......... 4-25
Meters en tellers ........................... 4-25
Actief rijden display
* .................... 4-38
Waarschuwings/indicatielampjes ... 4-41

Transmissie ........................................ 4-48
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ............................ 4-48
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............. 4-51

Schakelaars en regelaars .................. 4-65
Verlichtingsregelaar ..................... 4-65
Voormistlichten
* ........................... 4-73
Achtermistlicht * ............................ 4-74
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering ....................... 4-76
Voorruitenwissers en
ruitensproeier ............................... 4-78
Achterruitenwisser en
ruitensproeier
* .............................. 4-82
Koplampsproeier * ......................... 4-83
Achterruitverwarming .................. 4-84
Claxon .......................................... 4-85
Waarschuwingsknipperlichten ..... 4-86
Remmen ............................................. 4-87
Remsysteem ................................. 4-87
Noodstopsignaalsysteem .............. 4-90
Hellingwegrijsysteem (HLA)
* ..... 4-91

ABS/TCS/DSC ................................... 4-93
Anti-blokkeer remsysteem
(ABS) ........................................... 4-93
Anti-wielspin regeling (TCS) ...... 4-94
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) ........................................... 4-96

i-ELOOP ............................................ 4-98
i-ELOOP
* ..................................... 4-98

Brandstofverbruikmonitor ............. 4-101
Brandstofverbruikmonitor
* ........ 4-101

Drive-selectie ................................... 4-107
Drive-selectie
* ............................ 4-107

i-ACTIV AWD ................................. 4-109
i-ACTIV AWD werking
* ............ 4-109

Stuurbekrachtiging .......................... 4-111
Stuurbekrachtiging ..................... 4-111



Page 176 of 719

4–20
Tijdens het rijden
Motor start/stop
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/i-stop indicatielampje (Groen)

Voor een veilig en comfortabel gebruik van de auto controleert het i-stop systeem
constant de handelingen van de bestuurder, de omgeving binnen en buiten de auto,
alsmede de bedrijfstoestand van de auto en informeert met behulp van het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) en het i-stop indicatielampje (groen) de bestuurder over
diverse voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
OPMERKING
Bij voertuigen uitgerust met de middendisplay, wordt de bedrijfstoestand van het i-stop
systeem getoond in de brandstofverbruikcontroledisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina 4-103 .
i-stop waarschuwingslampje (oranje)
Wanneer het lampje brandt
 




 Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON wordt gezet en gaat uit wanneer de
motor gestart wordt.
 


 Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF schakelaar wordt ingedrukt en het
systeem wordt uitgeschakeld.
 


 Het lampje gaat branden als de motor gestopt is en de volgende handelingen worden
uitgevoerd. In dergelijke gevallen herstart de motor om veiligheidsredenen niet
automatisch. Start de motor met behulp van de normale methode.
 

 
 De motorkap geopend wordt.


 
 (Europees model) 
 De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het bestuurdersportier wordt
geopend.
 

 
 (Behalve Europees model) 


 
 (Handgeschakelde versnellingsbak) 
 Wanneer de versnellingshendel in een andere stand dan neutraal staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt
geopend.
 

 
 (Automatische transmissie) 
 Wanneer de keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) staat, de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.





Page 181 of 719

4–25
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Meters en tellers


Stuurwielschakelaar
Bepaalde
modellen.
Type A Digitaal type snelheidsmeter
Analoog type snelheidsmeter
Type B
Instrumentengroep



Page 182 of 719

4–26
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
 Snelheidsmeter ................................................................................................... pagina 4-27

Kilometerteller, dagteller en dagtellerkeuzeschakelaar ..................................... pagina 4-27

Toerenteller ........................................................................................................ pagina 4-32

Brandstofmeter ................................................................................................... pagina 4-32

Instrumentenpaneelverlichting ........................................................................... pagina 4-33

Buitentemperatuurdisplay .................................................................................. pagina 4-34

Display van ingestelde rijsnelheid van kruissnelheidsregelaar .......................... pagina 4-34

Actief rijden display ........................................................................................... pagina 4-38

Boordcomputer en INFO schakelaar.................................................................. pagina 4-35

Snelheidseenheidkeuzeschakelaar ..................................................................... pagina 4-27

Kilometerteller, dagteller, boordcomputer en dagtellerkeuzeschakelaar ........... pagina 4-29


Page 183 of 719

4–27
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
de auto aan.
OPMERKING
(Analoog type snelheidsmeter)
Als na het uitschakelen van het contact
enkele seconden zijn verstreken, kan de
naald afwijken. Dit duidt echter niet op
een probleem.
Snelheidseenheidkeuzeschakelaar
(Digitaal type snelheidsmeter) *
In bepaalde landen kan het noodzakelijk
zijn de snelheidseenheden te veranderen
van km/h naar mph (mijlen per uur).
Houd de snelheidseenheidkeuzeschakelaar
gedurende 1,5 seconden of langer
ingedrukt.
De snelheidseenheden voor de
snelheidsmeter zullen veranderen van
km/h naar mph (mijlen per uur).


Snelheidsmeter
Snelheidseenheidkeuzeschakelaar

Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar *
Door het indrukken van de
keuzeschakelaar kan de displayaanduiding
beurtelings veranderd worden van
kilometerteller naar dagteller A naar
dagteller B en vervolgens terug naar
kilometerteller wanneer een van deze
wordt getoond. De gekozen functie zal dan
op de display worden aangegeven.


Druk op de
keuzeschakelaar Druk op de
keuzeschakelaar
Druk op de
keuzeschakelaar Kilometerteller
Dagteller A
Dagteller BKeuzeschakelaar




Page 184 of 719

4–28
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
Wanneer het contact op ACC of uit
gezet wordt, kunnen de kilometerteller
of dagtellers niet getoond worden,
echter in de volgende gevallen kunnen
gedurende een periode van ongeveer
10 minuten door het indrukken van de
keuzeschakelaar de dagtellers onbedoeld
overgeschakeld of op nul teruggesteld
worden:
 
 Nadat het contact vanuit ON op uit is
gezet.
  Nadat het bestuurdersportier geopend
is.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De dagteller registreert de totale afgelegde
afstand van twee ritten. De ene rit wordt
geregistreerd in dagteller A en de andere in
dagteller B.

Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.

Wanneer dagteller A wordt gekozen, zal
wanneer de keuzeschakelaar binnen één
seconde opnieuw wordt ingedrukt naar
dagteller B overgeschakeld worden.

Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.
De dagteller registreert de totale door
de auto afgelegde afstand, totdat de
meter weer op nul teruggesteld wordt.
Zet de meter terug op “0.0” door de
keuzeschakelaar één seconde of langer
ingedrukt te houden. Gebruik deze meter
voor het meten van reisafstanden en voor
het berekenen van het brandstofverbruik.
OPMERKING
  (Voertuigen met type C/type D
audio)
 Als de brandstofverbruikgegevens
worden teruggesteld met behulp
van de brandstofverbruikmonitor,
of dagteller A wordt teruggesteld
met behulp van de dagteller
wanneer de functie die de
brandstofverbruikmonitor
aan de dagteller koppelt is
ingeschakeld, worden de
brandstofverbruikgegevens en
dagteller A gelijktijdig teruggesteld.
 Zie Brandstofverbruikmonitor op
pagina 4-101 .

 Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
  De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
 


 De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
 
 De gereden afstand 9999,9 km
overschrijdt.


Page 185 of 719

4–29
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Kilometerteller, dagteller,
boordcomputer en
dagtellerkeuzeschakelaar
*
Door het indrukken van de
keuzeschakelaar kan de displayaanduiding
beurtelings veranderd worden van
dagteller A naar dagteller B wanneer een
van deze wordt getoond. De gekozen
functie zal dan op de display worden
aangegeven.

Keuzeschakelaar
Huidige brandstofverbruikmodus
Modus voor afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Dagteller B Dagteller A Kilometerteller

OPMERKING
Wanneer het contact op ACC of uit
gezet wordt, kunnen de kilometerteller
of dagtellers niet getoond worden,
echter in de volgende gevallen kunnen
gedurende een periode van ongeveer
10 minuten door het indrukken van de
keuzeschakelaar de dagtellers onbedoeld
overgeschakeld of op nul teruggesteld
worden:
 
 Nadat het contact vanuit ON op uit is
gezet.
  Nadat het bestuurdersportier geopend
is.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De dagteller registreert de totale afgelegde
afstand van twee ritten. De ene rit wordt
geregistreerd in dagteller A en de andere in
dagteller B.
Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.
Wanneer dagteller A wordt gekozen, zal
wanneer de keuzeschakelaar binnen één
seconde opnieuw wordt ingedrukt naar
dagteller B overgeschakeld worden.
Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.


Page 186 of 719

4–30
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
De dagteller registreert de totale door
de auto afgelegde afstand, totdat de
meter weer op nul teruggesteld wordt.
Zet de meter terug op “0.0” door de
keuzeschakelaar 1 seconde of langer
ingedrukt te houden. Gebruik deze meter
voor het meten van reisafstanden en voor
het berekenen van het brandstofverbruik.
OPMERKING
  (Voertuigen met type C/type D
audio)
 Als de brandstofverbruikgegevens
worden teruggesteld met behulp
van de brandstofverbruikmonitor,
of dagteller A wordt teruggesteld
met behulp van de dagteller
wanneer de functie die de
brandstofverbruikmonitor
aan de dagteller koppelt is
ingeschakeld, worden de
brandstofverbruikgegevens en
dagteller A gelijktijdig teruggesteld.
 Zie Brandstofverbruikmonitor op
pagina 4-101 .
  Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
  De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
 


 De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
 
 De gereden afstand 9999,9 km
overschrijdt.
Boordcomputer
Terwijl het contact op ON staat kan door
het indrukken van de keuzeschakelaar de
volgende informatie worden geselecteerd.
 


 Geschatte afstand die u kunt aÀ eggen
met de voorradige brandstof
 


 Huidige brandstofverbruik
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
indien u problemen heeft met de
boordcomputer.
Modus voor afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Bij gebruik van deze functie wordt de
afstand (bij benadering) berekend die u
met de voorradige brandstof kunt aÀ eggen,
gebaseerd op het brandstofverbruik.
De afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd wordt
berekend en zal elke seconde worden
getoond.




Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 140 next >