display MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 377 of 759

xEen voertuig dat uit de
tegengestelde richting nadert op
een steile helling.
1. Uw auto

xDirect nadat het SBS-RC systeem
in werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
xOntvangststoring door een
radarsensor op een voertuig dat
dichtbij is geparkeerd.
xSchakel het SBS-RC systeem uit
wanneer u een aanhanger trekt of
wanneer u hulpuitrusting zoals een
fietsdrager aan de achterzijde van de
auto hebt geïnstalleerd. Anders
zullen de radiogolven die door de
radar worden uitgezonden
geblokkeerd raken waardoor het
systeem niet meer normaal zal
functioneren.
xIn de volgende gevallen is het
mogelijk dat een achterste radar en
achtercamera iets abusievelijk als
een doelobstakel bespeuren, wat tot
gevolg kan hebben dat het SBS-RC
systeem in werking treedt.
xHangende gordijnen, poortpalen,
zoals bij tolpoorten en
spoorwegovergangen.
xBij het rijden nabij objecten zoals
gebladerte, geluidswanden,
voertuigen, muren en hekken langs
wegen.
xBij het offroad rijden op plaatsen
met gras en hooi.
xBij het rijden door lage poorten,
smalle poorten, autowasinstallaties
en tunnels.
xEr wordt een aanhanger getrokken.xEen heldere lichtbron, zoals
zonlicht, valt op de achtercamera.
xDe omgeving is donker.x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van het
SBS-RC systeem tot stilstand wordt
gebracht en het koppelingspedaal
niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
xWanneer het systeem in werking is,
wordt de gebruiker op de hoogte
gesteld door de
multi-informatiedisplay.
xWanneer het SBS-RC systeem rem in
werking is, klinkt met tussenpozen
de botsingwaarschuwingszoemer.
xAls de auto door de werking van het
SBS-RC systeem tot stilstand is
gebracht en het rempedaal niet
wordt ingetrapt, getoond in meter
“Noodremwerking geactiveerd. Trap
rempedaal in om stil te blijven
staan”, wordt het SBS-RC systeem
rem na ongeveer 2 seconden
automatisch vrijgezet.
xWanneer een originele Mazda
trekhaak wordt gebruikt, dan wordt
het SBS-RC systeem automatisch
uitgeschakeld.
▼Waarschuwing voor botsing
Wanneer er een kans bestaat op een
botsing , is onafgebroken het
botsingswaarschuwingsgeluid
hoorbaar en wordt een waarschuwing
getoond op de Active Driving Display
en de multi-informatiedisplay.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-207

Page 378 of 759

Multi-informatiedisplay
1. De melding “REM!” wordt
weergegeven

Active Driving Display
1. De melding “REM!” wordt
weergegeven
▼Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support [Rear
Crossing] (SBS-RC)
remhulpsysteem
Het SBS-RC systeem kan buiten
werking worden gesteld.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
Wanneer de
SBS-RC wordt
geannuleerd, gaat het SBS OFF
indicatielampje branden.
OPMERKING
xWanneer het contact uit wordt gezet
terwijl de SBS-RC is geannuleerd,
wordt de SBS-RC de volgende keer
dat het contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld.
xWanneer de SBS-RC wordt
geannuleerd, wordt de Smart Brake
Support [Rear] (SBS-R) ook
geannuleerd.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-208

Page 379 of 759

360°
rondomkijkmonitor
*
▼360° rondomkijkmonitor
De 360° rondomkijkmonitor bestaat
uit de volgende functies en helpt de
bestuurder bij het controleren van het
gebied rondom de auto door middel
van indicaties in de middendisplay en
een waarschuwingszoemer tijdens het
rijden met lage snelheden of tijdens
parkeren.
xBovenaanzicht
Het bovenaanzicht toont een beeld
van de auto direct van boven op de
middendisplay door het combineren
van beelden opgenomen door de 4
camera’s opgesteld aan alle zijden
van de auto. Het bovenaanzicht
wordt aan de rechterzijde (stuur
links)/linkerzijde (stuur rechts) van
het scherm getoond wanneer het
vooraanzicht of achteraanzicht wordt
getoond. Het bovenaanzicht helpt
de bestuurder bij het controleren van
het gebied rondom de auto bij het
vooruit of achteruit rijden.
xVooraanzicht/
groothoekvooraanzicht
Het beeld van de voorzijde van de
auto wordt op de middendisplay
getoond.
Het beeld van de voorzijde van de
auto helpt de bestuurder bij het
controleren van de voorzijde van de
auto doordat richtlijnen op het
weergegeven beeld van de voorzijde
worden getoond.
xZijaanzicht
De beelden van de linker- en
rechtervoorzijde van de auto worden
op de middendisplay getoond.
Het zijaanzicht helpt de bestuurder
bij het controleren van de voorzijde
van de auto doordat richtlijnen op
het weergegeven beeld van de
linker- en rechtervoorzijde worden
getoond.
xAchteraanzicht/
groothoekachteraanzicht
Het beeld van de achterzijde van de
auto wordt op de middendisplay
getoond.
Het beeld van de achterzijde van de
auto helpt de bestuurder bij het
controleren van de omgeving
doordat richtlijnen op het
weergegeven beeld van de
achterzijde worden getoond.
xParkeersensor
Als er obstakels in de nabijheid van
de auto zijn terwijl bovenaanzicht/
zijaanzicht wordt weergegeven, gaat
rond de bumper in de
middendisplay een
hindernisdetectieaanduiding
branden.
De parkeersensoren maken gebruik
van ultrasonische sensoren voor het
bespeuren van obstakels rondom de
auto bij het rijden met lage
snelheden, zoals bij het parkeren in
een garage of file parkeren, en
informeert de bestuurder bij
benadering over de afstand van de
auto tot het omliggende obstakel
door middel van een zoemer en een
hindernisdetectieaanduiding.
Zie Parkeersensorsysteem op pagina
4-279.
xVooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA)
Als er kans bestaat op een botsing
met een naderend voertuig terwijl
vooraanzicht/
groothoekvooraanzicht/zijaanzicht
wordt weergegeven, wordt op de
middendisplay een waarschuwing
getoond.
Het Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA) is bedoeld om de bestuurder
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-209

Page 380 of 759

te helpen bij het controleren van
beide zijden van het voertuig
wanneer het voertuig een kruising op
rijdt.
Zie Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA) op pagina 4-140.
xAchteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
Als er kans bestaat op een botsing
met een naderend voertuig terwijl
achteraanzicht/
groothoekachteraanzicht wordt
weergegeven, wordt op de
middendisplay een waarschuwing
getoond.
Het
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) maakt gebruik van achterste
zijradarsensoren voor het bespeuren
van voertuigen die vanaf de linker-
en rechterachterzijde naderen en
helpt de bestuurder bij het
controleren van de achterzijde van
de auto tijdens het achteruitrijden
door het knipperen van de
dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingslampjes en het
activeren van de
waarschuwingszoemer.
Zie
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) op pagina 4-143.
Bereik van de 360°
rondomkijkmonitor
1. Camera’s
2. Ultrasonische sensoren
3. Voorste/achterste zijradarsensoren
WAARSCHUWING
Controleer tijdens het rijden altijd de
veiligheid van de omgeving van de
auto in de spiegels en rechtstreeks
visueel:
De 360° rondomkijkmonitor is een
hulpinrichting die de bestuurder helpt
de veiligheid van de omgeving van de
auto te controleren.
Het beeldbereik van de camera’s en
het detectiebereik van de sensoren zijn
beperkt. De zwarte gebieden aan de
voor- en achterzijde van het beeld van
de auto en de randen waar de beelden
van de camera’s samenkomen zijn
blinde vlekken waar een obstakel
bijvoorbeeld mogelijk niet zichtbaar is.
De verruimde voertuigbreedtelijnen en
verwachte rijlijnen worden alleen ter
referentie gebruikt, en de beelden op
het scherm kunnen afwijken van de
werkelijke omstandigheden.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-210

Page 381 of 759

OPGELET
¾Gebruik de 360° rondomkijkmonitor
niet onder de volgende
omstandigheden.
¾Bij het rijden op wegen die bedekt
zijn met ijs of sneeuw.
¾Wanneer sneeuwkettingen of een
noodreservewiel zijn aangebracht.
¾De voor of achterportieren zijn niet
volledig gesloten.
¾Wanneer de auto op een helling
staat.
¾De portierspiegels zijn ingeklapt.
¾Stoot niet met kracht tegen de
voor-/achtercamera, voorbumper,
achterklep en portierspiegels. De
montagepositie of montagehoek van
de camera kan daardoor
verschuiven.
¾De camera’s zijn waterdicht.
Demonteer, wijzig of verwijder de
camera niet.
¾De behuizing van de camera is van
hard plastic, breng daarom geen
ontvettingsmiddelen, organische
oplosmiddelen, was of ruitcoatings
aan. Als een van dit soort middelen
op de behuizing komt, dit
onmiddellijk met een zachte doek
afvegen.
¾Veeg niet krachtig de lens van de
camera en reinig deze niet met een
schuurmiddel of harde borstel.
Anders kan de lens beschadigen en
een negatieve invloed op de beelden
hebben.
¾Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor reparatie,
spuiten of vervangen van de voor-/
achtercamera, voorbumper,
achterklep en portierspiegels.
¾Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat
de 360° rondomkijkmonitor normaal
functioneert.
¾Verander de wielophanging van de
auto niet en/of verlaag/verhoog
de carrosserie niet.
¾Gebruik voor de voor- en
achterwielen altijd banden van het
voorgeschreven type en formaat.
Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur) voor
het vervangen van de banden.
¾Wanneer de display koud is, kunnen
beelden strepen vertonen of kan het
scherm donkerder zijn dan normaal,
waardoor de omgeving van de auto
moeilijker te controleren is.
Inspecteer tijdens het rijden altijd
visueel of de voorzijde en het
gedeelte rondom de auto veilig is.
¾De methode voor parkeren/
stopzetten van de auto met behulp
van de 360° rondomkijkmonitor
verschilt afhankelijk van de
wegsituatie en de voertuigcondities.
Wanneer en hoe ver u het stuurwiel
draait verschilt per situatie.
Controleer daarom altijd de
omgeving van de auto rechtstreeks
visueel bij gebruik van het systeem.
Let er ook op voordat u het systeem
gaat gebruiken dat er voldoende
ruimte is om de auto op de
parkeer-/stopplaats te parkeren/
stop te zetten.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-211

Page 382 of 759

OPMERKING
xAls waterdruppels, sneeuw of
modder op de cameralens is
terechtgekomen, dit afvegen met
behulp van een zachte doek. Als de
cameralens bijzonder vuil is, deze
afvegen met een zacht
schoonmaakmiddel.
xWanneer de cameralens wordt
aangeraakt of wanneer er vuil op zit,
dan kan dit de schermafbeelding
beïnvloeden. Veeg de lens schoon
met een zachte doek.
xAls het gedeelte waar de camera is
gemonteerd, zoals de voorbumper,
achterklep of portierspiegels, bij een
botsing zijn beschadigd, bestaat de
kans dat de camera (positie,
montagehoek) verschoven is.
Raadpleeg altijd een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) om de auto te
laten inspecteren.
xAls de camera is blootgesteld aan
grote temperatuurwisselingen, zoals
bij het gieten van warm water op de
camera tijdens koud weer, bestaat
de kans dat de 360°
rondomkijkmonitor niet normaal
functioneert.
xAls de accuspanning laag is, is het
scherm mogelijk tijdelijk moeilijk
zichtbaar, dit duidt echter niet op
een probleem.
xDe 360° rondomkijkmonitor heeft
beperkingen. Objecten onder de
bumper of nabij beide
bumperuiteinden kunnen niet
worden weergegeven.
xObstakels boven het beeldbereik van
de camera worden niet
weergegeven.
xOnder de volgende omstandigheden
kan het scherm moeilijk zichtbaar
zijn, dit duidt echter niet op een
defect.
xDe temperatuur nabij de lens is
hoog/laag.
xRegenweer, waterdruppels op de
camera of hoge vochtigheid.
xModder of vreemde bestanddelen
nabij de camera.
xExtreem helder licht, zoals zonlicht
of het licht van koplampen dat
rechtstreeks op de cameralens valt.
xDe omgeving wordt verlicht door
de voertuiglampen,
fluorescentielampen of
LED-lampen (display kan
knipperen).
xEr verschijnen zeer kleine donkere
of witte stippen op het scherm (de
stippen kunnen knipperen).
xOmdat de camera van de 360°
rondomkijkmonitor gebruikmaakt
van een speciale lens, verschilt de
afstand weergegeven op het scherm
van de werkelijke afstand.
xObstakels die worden weergegeven
in het scherm kunnen anders worden
voorgesteld dan werkelijk het geval
is. (Obstakels kunnen gevallen,
groter of langer lijken dan werkelijk
het geval is.)
xPlak geen stickers op de camera of
het gedeelte eromheen. Monteer
bovendien geen accessoires of een
verlichte nummerplaat op het
gedeelte rondom een camera.
Anders bestaat de kans dat de
camera de
omgevingsomstandigheden niet juist
weergeeft.
xInformatie over gratis/open source
software
Dit product bevat gratis/open source
software. Informatie over de licenties
en broncode is beschikbaar op het
volgende adres.
https://www.denso.com/
global/en/opensource/svss/
mazda/
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-212

Page 387 of 759

xDe versnellingshendel/keuzehendel staat in een andere stand dan stand R.

Overschakelen van de schermweergave
Het getoonde scherm kan worden gewijzigd telkens wanneer de 360°
rondomkijkmonitorschakelaar wordt ingedrukt.
1. Bovenaanzicht/vooraanzicht
2. Bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht
3. Zijaanzicht
4. Beginscherm
OPMERKING
xWanneer de versnellingshendel/keuzehendel in stand R staat, schakelt het
getoonde scherm niet over naar het bovenaanzicht/vooraanzicht, bovenaanzicht/
groothoekvooraanzicht of zijaanzicht.
xOok wanneer aan de displaycondities is voldaan, stopt de weergave van het
bovenaanzicht/vooraanzicht, bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht of
zijaanzicht in de volgende gevallen.
xWanneer een schakelaar rondom de commanderknop wordt ingedrukt.x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-217

Page 392 of 759

OPMERKING
De instelling kan zodanig worden gewijzigd dat de verwachte rijlijnen niet worden
getoond.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
Gebruik van de functie voor verwachte rijlijn
1. (Schermdisplay)
2. (Werkelijke conditie)

Controleer of zich binnen de verwachte rijlijnen geen obstakels bevinden.
Rijd vooruit en draai het stuur zo dat er geen obstakels binnen de verwachte rijlijnen
komen.
▼Bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht
Gebruik bij het wegrijden na een stop of bij het oprijden van een T-splitsing en
kruising het bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht als hulp bij het controleren van
de veiligheid van de omgeving.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-222

Page 396 of 759

Weergave/pictogram Inhoud
(2) Parallelrichtlijnen van auto (blauw) Geeft bij benadering de breedte van de auto aan, inclu-
sief de portierspiegels.
(3) Richtlijnen voorste uiteinde van au-
to (blauw)Geeft het punt aan ongeveer 0,25 m vanaf de voorkant
van de auto (voorkant van de bumper).
OPMERKING
De instelling kan zodanig worden gewijzigd dat de verwachte rijlijnen niet worden
getoond.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
Gebruik van de functie voor verwachte rijlijn
1. (Schermdisplay)
2. (Werkelijke conditie)

Controleer of zich binnen de verwachte rijlijnen geen obstakels bevinden.
Draai het stuur zo dat de verwachte rijlijnen binnen het obstakel (A) blijven en rijd
vooruit totdat de auto het obstakel is gepasseerd.
Als de verwachte rijlijnen van de auto in de richting van een obstakel (B) of voorbij
het obstakel (C) zijn, bestaat de kans dat de auto bij een scherpe draaiing in
aanraking komt met het obstakel.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-226

Page 401 of 759

1. Rijd met de auto achteruit de parkeerruimte in door het stuurwiel zodanig te
draaien dat de auto in het midden van de parkeerruimte komt.

1. (Schermdisplay)
2. (Werkelijke conditie)
2. Nadat de auto de parkeerruimte binnen begint te rijden, stoppen en bijsturen
zodat de afstand tussen de voertuigbreedtelijnen en de zijkanten van de
parkeerruimte aan de linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn en blijf dan
langzaam achteruit rijden.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-231

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 170 next >