ECO mode MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 90 of 759

Constante controle
▼Constante controle
De volgende onderdelen van de
aanvullende beveiligingssystemen
worden door een diagnosesysteem
gecontroleerd:

xVoorste airbagsensorsxImpactsensoren en diagnosemodule
(SAS eenheid)
xZij-impactsensorsxAirbagmodulesxVoorspanners van veiligheidsgordelsxWaarschuwingslampje voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels
xAanverwante bedrading
xBestuurdersstoelpositiesensor*
(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
xDeactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag
xAirbag-uitgeschakeld indicatielampje
van de voorpassagiersairbag

De diagnosemodule controleert
constant of het systeem bedrijfsklaar is.
Dit begint zodra het contact op ON is
gezet en gaat door terwijl er met de
auto wordt gereden.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-70*Bepaalde modellen.

Page 96 of 759

Vergrendeltoets
Druk voor het vergrendelen van de
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de brandstoftankdop op
de vergrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt eenmaal een pieptoon
gegeven.
OPMERKING
xWanneer op de vergrendeltoets
wordt gedrukt terwijl een portier of
de achterklep geopend is, kunnen
gesloten portieren worden
vergrendeld. Sluit elk open portier en
de achterklep om deze te
vergrendelen.
xControleer of na het indrukken van
de toets alle portieren, de achterklep
en de afsluitklep van de
brandstoftankdop vergrendeld zijn.
x(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Door de vergrendeltoets binnen 3
seconden tweemaal in te drukken
wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd.
Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-14.
x(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
Wanneer op de vergrendeltoets
wordt gedrukt terwijl alle portieren
en de achterklep gesloten zijn, gaan
de waarschuwingsknipperlichten
knipperen en wordt het anti-diefstal
beveiligingssysteem geactiveerd.
Ontgrendeltoets
Ty p e A
Druk voor het ontgrendelen van het
bestuurdersportier en de afsluitklep
van de brandstoftankdop op de
ontgrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt tweemaal een pieptoon
gegeven.

Voor het ontgrendelen van alle
portieren en de achterklep, de
ontgrendeltoets nogmaals binnen 5
seconden indrukken.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt tweemaal een pieptoon
gegeven.
Ty p e B
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de brandstoftankdop op
de ontgrendeltoets en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er wordt tweemaal een pieptoon
gegeven.
OPMERKING
x(Met 2-traps ontgrendelingsfunctie)
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-6

Page 97 of 759

xHet systeem kan worden ingesteld
op het ontgrendelen van alle
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de
brandstoftankdop wanneer
eenmaal op de ontgrendeltoets
wordt gedrukt.
xHet systeem kan worden ingesteld
op het ontgrendelen van het
bestuurdersportier en de
afsluitklep van de
brandstoftankdop door op de
ontgrendeltoets op de zender te
drukken, en op het ontgrendelen
van de overige portieren en de
achterklep door binnen 5
seconden nogmaals de
ontgrendeltoets in te drukken.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Automatische
hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen met behulp van
de sleutel zullen alle portieren, de
achterklep en de afsluitklep van de
brandstoftankdop automatisch
vergrendeld worden als een van de
volgende handelingen niet binnen
ongeveer 30 seconden wordt
uitgevoerd. Als uw auto uitgerust is
met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
xEen portier of de achterklep wordt
geopend.
xHet contact in een andere stand
dan uit wordt gezet.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de zender terwijl
het anti-diefstal beveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal knipperen om aan te
geven dat het systeem uitgeschakeld
is.
Knop elektrisch bediende achterklep
*
Houd om de achterklep te openen/
sluiten gedurende één seconde of
langer de knop voor de elektrisch
bediende achterklep ingedrukt als de
achterklep geheel gesloten/geopend
is.
De waarschuwingsknipperlichten
zullen tweemaal knipperen en de
achterklep opent/sluit nadat de
pieptonen hebben geklonken.
Raadpleeg Elektrisch bediende
achterklep op pagina 3-26 voor
informatie over de werking van de
elektrisch bediende achterklep.
Ty p e A
Ty p e B
Annuleertoets van inbraaksensor*
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het
anti-diefstal beveiligingssysteem)
binnen 20 seconden na het indrukken
van de vergrendeltoets op de
annuleertoets van de inbraaksensor en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
3 maal knipperen.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.3-7

Page 104 of 759

▼Ontgrendelen met de hulpsleutel
Alleen het bestuurdersportier kan met
behulp van de hulpsleutel ontgrendeld
worden.
Zie Sleutels op pagina 3-2.
Plaats de hulpsleutel terwijl aan de
kruk van het bestuurdersportier wordt
getrokken en draai de sleutel naar de
ontgrendelzijde. Draai de hulpsleutel
terug naar de oorspronkelijke stand
alvorens deze te verwijderen.
OPMERKING
Als u probeert het bestuurdersportier
te openen met een ongeautoriseerde
hulpsleutel, zal het slotcilinder draaien
maar wordt het portier niet
ontgrendeld.
▼Dubbel
portiervergrendelingssysteem*
Het dubbele
portiervergrendelingssysteem
voorkomt dat iemand die in uw auto
heeft ingebroken de portieren vanaf de
binnenzijde kan openen.

Raadpleeg een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) in het geval u
problemen heeft met het dubbele
portiervergrendelingssysteem.
WAARSCHUWING
Nooit het dubbele
portiervergrendelingssysteem in
werking stellen wanneer er zich nog
passagiers, vooral kinderen, in de
wagen bevinden:
Het is gevaarlijk als het systeem wordt
geactiveerd terwijl er zich passagiers,
vooral kinderen, in de wagen
bevinden. De passagiers kunnen de
portieren niet vanaf de binnenzijde
openen. Zij zouden opgesloten raken
en blootgesteld kunnen worden aan
extreme temperaturen. Dit kan ernstig
letsel, mogelijk met dodelijke
afloop
tot gevolg hebben.
Activeren van het systeem
1. Zet het contact uit en neem de
sleutel met u mee.
2. Sluit alle portieren en de
achterklep.
3. Druk binnen 3 seconden tweemaal
op de vergrendeltoets op de
zender. Telkens wanneer de toets
wordt ingedrukt, knipperen de
waarschuwingsknipperlichten 1
keer.
OPMERKING
x(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
U kunt het systeem ook activeren
door het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling binnen 3
seconden tweemaal aan te raken.
Telkens wanneer het
detectiegebied wordt aangeraakt,
knipperen de
waarschuwingsknipperlichten 1
keer.
4. Het indicatielampje gaat gedurende
ongeveer 3 seconden branden om
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-14*Bepaalde modellen.

Page 106 of 759

xU raakt tegelijkertijd het
detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling en het
detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portierontgrendeling aan.
xU raakt het detectiegebied van de
aanraaksensor aan terwijl u
handschoenen draagt.
xVreemde bestanddelen zoals
sneeuw of ijs hebben zich aan het
detectiegebied van de
aanraaksensor vastgehecht.
xU trekt aan de portierkruk direct
nadat u het detectiegebied van de
aanraaksensor hebt aangeraakt.
xHet systeem kan in werking treden
wanneer de portierkruk aan de
buitenzijde of een voorportier wordt
bespat met water in een
autowasinstallatie of door regen
terwijl de zender binnen
werkingsbereik is.
xAls het systeem niet functioneert
terwijl u het detectiegebied van de
aanraaksensor goed hebt
aangeraakt, laat u de aanraaksensor
eenmaal los en raakt u na ongeveer
3 seconden het detectiegebied van
de aanraaksensor weer aan.
Vergrendelen
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling aan terwijl aan
alle onderstaande voorwaarden
voldaan is om te vergrendelen.
xHet contact is op OFF gezet.xAlle portieren zijn gesloten.xU draagt de zender bij u.
De volgende locaties worden
vergrendeld door het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portiervergrendeling aan te raken.
xAlle portierenxAfsluitklep van brandstoftankdopxAchterklep
Bij het vergrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
branden.
(Behalve Europese modellen)
Er klinkt eenmaal een zoemtoon.
Ontgrendelen
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portierontgrendeling aan terwijl aan
alle onderstaande voorwaarden
voldaan is om te ontgrendelen.
xHet contact is op OFF gezet.xHet bestuurdersportier is
vergrendeld.
xEr zijn 3 seconden of meer
verstreken sinds de portieren werden
vergrendeld.
xU draagt de zender bij u.
Ty p e A
(Ontgrendelen vanuit het
bestuurdersportier)
De volgende locaties worden
ontgrendeld door het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portierontgrendeling van het
bestuurdersportier aan te raken.
xBestuurdersportierxAfsluitklep van brandstoftankdop
OPMERKING
xDe te ontgrendelen locatie kan
worden gewijzigd.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-16

Page 135 of 759

Als de buitenspiegels niet
automatisch in- en uitgeklapt
worden, alle ijs en sneeuw
verwijderen en vervolgens de
schakelaar van de inklapbare
buitenspiegel indrukken om de
buitenspiegels in- of uit te klappen.
xDe functie van de automatische
inklapfunctie kan in- of
uitgeschakeld worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
xIn de volgende gevallen klappen de
buitenspiegels niet automatisch uit.
Druk voor het uitklappen van de
buitenspiegels op de schakelaar van
de inklapbare buitenspiegel.
xDrukken op de schakelaar van
inklapbare buitenspiegel om de
buitenspiegels uit te klappen.
*1
xLoskoppelen van de accupolen
nadat de buitenspiegels
automatisch naar binnen zijn
geklapt.
*1 Wanneer de automatische inklapfunctie na
het inklappen van de buitenspiegels wordt
gewijzigd van uit naar aan, klappen de
buitenspiegels automatisch uit.
Gebruik van de buitenspiegels bij
stopgezette motor
De buitenspiegels kunnen gebruikt
worden gedurende ongeveer 40
seconden nadat het contact vanuit ON
op uit is gezet.
Zelfdimmende buitenspiegel aan
bestuurderszijde*
De beweging van de zelfdimmende
buitenspiegel is gekoppeld aan de
zelfdimmende binnenspiegel om
automatisch verblinding door
achteropkomende voertuigen te
verminderen.
Zie Binnenspiegel op pagina 3-45.
OPMERKING
De buitenspiegel aan de
voorpassagierszijde is niet
zelfdimmend.
▼Binnenspiegel
WAARSCHUWING
Stapel nooit lading of voorwerpen
hoger op dan de rugleuningen:
Lading die hoger wordt opgestapeld
dan de rugleuningen is gevaarlijk. Dit
kan uw uitzicht in de binnenspiegel
belemmeren, waardoor het gevaar
bestaat dat u bij het veranderen van
rijbaan een voertuig raakt dat zich
naast u bevindt.
Afstellen van de binnenspiegel
Stel alvorens te gaan rijden de
binnenspiegel af op het midden van
het achteruitzicht door de achterruit.

OPMERKING
Voer bij de handbediende dag/nacht
spiegel de afstelling uit met de dag/
nacht hendel in de dagstand.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
*Bepaalde modellen.3-45

Page 146 of 759

geprogrammeerde sleutel op ON gezet
wordt. Het
beveiligingssysteemindicatielampje
gaat gedurende ongeveer 3 seconden
branden en gaat dan uit.
Als de motor niet met de correcte
sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindicatielampje
blijft branden of knipperen, het
volgende proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen
het werkingsbereik voor
signaaloverdracht bevindt. Zet het
contact uit en start vervolgens de
motor opnieuw. Neem contact op met
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) indien de motor na
3 pogingen of meer niet start.Anti-diefstal
beveiligingssysteem
*
▼Anti-diefstal beveiligingssysteem
Als het anti-diefstal
beveiligingssysteem bespeurt dat
iemand op een onjuiste wijze toegang
probeert te krijgen tot de auto of als de
inbraaksensor beweging binnen in de
auto bespeurt, hetgeen tot gevolg kan
hebben dat de auto (met
inbraaksensor) of de inhoud er van
wordt gestolen, waarschuwt een alarm
de omgeving voor een abnormale
situatie door het laten klinken van de
sirene/claxon en het laten knipperen
van de waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als
dit niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de
auto verlaat, dient u de procedure van
het in staat van paraatheid brengen
dus correct te volgen.
Inbraaksensor
*
De inbraaksensor maakt gebruik van
ultrasonische golven voor het
bespeuren van beweging binnen in de
auto en laat in het geval van inbraak in
de auto een waarschuwingsalarm
afgaan.
De inbraaksensor bespeurt bepaalde
vormen van beweging binnen in de
auto, echter deze kan ook reageren op
gebeurtenissen buiten de auto, zoals
bijvoorbeeld trillingen, harde geluiden,
wind en luchtstromen.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-56*Bepaalde modellen.

Page 148 of 759

xHet contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
Als het systeem opnieuw in werking
wordt gesteld, zal de verlichting en de
claxon geactiveerd worden totdat het
bestuurdersportier of de achterklep
met de zender ontgrendeld wordt.
OPMERKING
xDe achterklep kan niet worden
geopend terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ingeschakeld.
xAls de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de
sirene/claxon geactiveerd worden en
zullen de
waarschuwingsknipperlichten gaan
knipperen wanneer de accu geladen
of vervangen wordt.
▼In staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ruiten en het schuifdak* goed
sluiten.
OPMERKING
(Met inbraaksensor)
Ook als een ruit of het schuifdak* is
open blijven staan, kan het systeem
in staat van paraatheid gebracht
worden, echter zelfs het
gedeeltelijk open laten staan van de
ruiten of het schuifdak
* kan een
uitnodiging zijn tot diefstal, en wind
die in de auto blaast zou het alarm
kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor
kan ook geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraaksensor
(Met inbraaksensor) op pagina
3-59.
2. Zet het contact op OFF.
3. Zorg er voor dat de motorkap, de
portieren en de achterklep gesloten
zijn.
4. Druk op de vergrendeltoets op de
zender.
De waarschuwingsknipperlichten
zullen eenmaal knipperen.
Het anti-diefstal
beveiligingssysteem kan ook als
volgt worden ingeschakeld:
Druk op de
portiervergrendelschakelaar “

terwijl een van de portieren open
staat en sluit vervolgens alle
portieren.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling aan.
Het
beveiligingssysteemindicatielampje
in de instrumentengroep gaat
gedurende 20 seconden tweemaal
per seconde knipperen.
5. Na 20 seconden is het systeem
volledig in staat van paraatheid.
OPMERKING
xHet anti-diefstal
beveiligingssysteem kan ook in
staat van paraatheid gebracht
worden door het activeren van de
automatische
hervergrendelfunctie terwijl alle
portieren, de achterklep en de
motorkap gesloten zijn.
Zie Zender op pagina 3-5.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-58*Bepaalde modellen.

Page 149 of 759

xHet systeem wordt buiten
werking gesteld wanneer binnen
20 seconden na het indrukken
van de vergrendeltoets een van
de volgende handelingen wordt
uitgevoerd:
xOntgrendelen van een van de
portieren.
xOpenen van een van de
portieren.
xOpenen van de motorkap.xWanneer het contact op ON
wordt gezet.
Voor het opnieuw in staat van
paraatheid brengen van het
systeem, de procedure voor het
in staat van paraatheid brengen
nogmaals uitvoeren.
xWanneer de portieren
vergrendeld worden door het
indrukken van de vergrendeltoets
op de zender terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen om aan te
geven dat het systeem in staat van
paraatheid is.
▼Annuleren van de inbraaksensor
(Met inbraaksensor)
Als het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht is wanneer er
sprake is van een van onderstaande
omstandigheden, de inbraaksensor
annuleren om te voorkomen dat het
alarm onnodig geactiveerd wordt.
xWanneer de auto wordt
achtergelaten terwijl er zich een
beweegbaar object, passagiers of
huisdieren in bevinden.
xWanneer u een voorwerp in de auto
achterlaat dat heen en weer kan
rollen, zoals bijvoorbeeld wanneer
de auto bij transport op een schuin
aflopende, onstabiele ondergrond
geplaatst wordt.
xWanneer kleine voorwerpen/
accessoires in de auto zijn
opgehangen, kleding aan een
kledinghaak is opgehangen of
andere voorwerpen zijn aangebracht
die gemakkelijk binnen in de auto
kunnen bewegen.
xBij het parkeren op een plaats waar
zich sterke trillingen of harde
geluiden voordoen.
xBij het gebruik van een hogedruk of
automatische autowasinstallatie.
xWanneer voortdurend schokken en
trillingen van hagel of donder en
bliksem op de auto worden
overgebracht.
xPortieren vergrendeld worden terwijl
een ruit of het schuifdak* is open
blijven staan.
xEen extra verwarming of apparaat
dat luchtstromen en trillingen
produceert in gebruik is, terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid gebracht is.
OPMERKING
Als een portier of de achterklep
gedurende 30 seconden gesloten blijft,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch hervergrendeld worden
en zal het
anti-diefstalbeveiligingssysteem in staat
van paraatheid gebracht worden zelfs
als een ruit en het schuifdak
* is open
blijven staan.
Voor het annuleren van de
inbraaksensor, de toets op de zender
binnen 20 seconden na het indrukken
van de vergrendeltoets indrukken.
De waarschuwingsknipperlichten
zullen 3 maal knipperen.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.3-59

Page 200 of 759

geschakeld. Wanneer op de +
schakelaar wordt gedrukt terwijl de
verlichtingsdimmer is geannuleerd,
wordt een geluid geactiveerd om u
erop te wijzen dat deze is geannuleerd.
Als de zichtbaarheid van de
instrumentengroep als gevolg van
lichtinval van buiten is verminderd, de
verlichtingsdimmer uitschakelen.
OPMERKING
xWanneer de verlichtingsdimmer is
uitgeschakeld, kan de
instrumentengroep niet gedimd
worden, zelfs niet als de verlichting is
ingeschakeld.
xWanneer de verlichtingsdimmer
wordt uitgeschakeld, schakelt het
scherm in de middendisplay over
naar de constante weergave van het
dagscherm.
▼Buitentemperatuurdisplay
Wanneer het contact op ON wordt
gezet, wordt de buitentemperatuur
getoond.

OPMERKING
xOnder de volgende omstandigheden
kan de getoonde buitentemperatuur
afwijken van de werkelijke
buitentemperatuur, afhankelijk van
de directe omgeving en de
omstandigheden waarin de auto zich
bevindt:
xBeduidend lage of hoge
temperaturen.
xPlotselinge veranderingen in
buitentemperatuur.
xDe auto staat geparkeerd.xTijdens het rijden met lage
snelheden.
Wijzigen van de temperatuureenheid
van de buitentemperatuurdisplay
De buitentemperatuureenheid kan
overgeschakeld worden tussen Celsius
en Fahrenheit.
Instellingen kunnen worden gewijzigd
door bediening van het
middendisplayscherm.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
OPMERKING
Wanneer de temperatuureenheid die
wordt aangegeven op de
buitentemperatuurdisplay wordt
gewijzigd, verandert de
temperatuureenheid die wordt
aangegeven op de display van de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
dienovereenkomstig.
Buitentemperatuurwaarschuwing
*
Wanneer de buitentemperatuur laag is,
gaat de indicatie knipperen en klinkt er
een zoemtoon om de bestuurder te
waarschuwen voor de mogelijkheid
van gladde wegen.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, gaat de
buitentemperatuurdisplay en het
symbool gedurende ongeveer 3
seconden knipperen en wordt er
eenmaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
Als de buitentemperatuur lager is
dan -20 °C, werkt de zoemer niet. Het
symbool gaat echter branden.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-30*Bepaalde modellen.

Page:   1-10 11-20 21-30 next >