key MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 94 of 759

Afstandbediende
portiervergrendeling
▼Afstandbediende
portiervergrendeling
Dit systeem maakt gebruik van de
sleuteltoetsen om op afstand de
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de brandstoftankdop te
vergrendelen en te ontgrendelen en
het openen en sluiten van de
achterklep.
Het systeem kan de motor starten
zonder dat u de sleutel uit uw
portemonnee of zak hoeft te nemen.
Bediening van het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ook mogelijk bij
modellen die voorzien zijn van een
anti-diefstal beveiligingssysteem.
Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingslampjes of pieptonen.
Controleer het getoonde bericht voor
meer informatie en laat de auto indien
nodig nakijken door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) overeenkomstig de
indicatie.
xKEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood)
Zie KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood) op
pagina 7-65.
xWaarschuwingszoemer
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Zie Waarschuwingszoemer
niet-uitgeschakeld contact (STOP) op
pagina 7-77.
xWaarschuwingszoemer
sleutel-uit-auto-verwijderd
Zie Waarschuwingszoemer
sleutel-uit-auto-verwijderd op
pagina 7-78.
In geval u problemen heeft met de
functies van de sleutel, raadpleegt u
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
Als uw sleutel verloren is geraakt of
gestolen is, zo spoedig mogelijk
contact opnemen met een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor een nieuwe
sleutel en de verloren of gestolen
sleutel onbruikbaar laten maken.
OPGELET
Veranderingen of
modificaties die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de
compliantie kunnen de garantie op de
apparatuur ongeldig maken.
OPMERKING
xDe werking van het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem kan als
gevolg van plaatselijke
omstandigheden variëren.
xHet afstandbediende
portiervergrendelingssysteem is
volledig operationeel wanneer het
contact uit gezet is. Het systeem
functioneert niet als het contact in
een andere stand dan uit wordt
gezet.
xIndien de sleutel niet functioneert
wanneer u een toets indrukt of de
gebruiksafstand te klein wordt, is de
batterij mogelijk bijna uitgeput. Zie
voor het plaatsen van een nieuwe
batterij Vervangen van de
sleutelbatterij (pagina 6-44).
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
3-4

Page 95 of 759

xDe levensduur van de batterij is
ongeveer 1 jaar. Vervang de batterij
door een nieuwe als de meldingen in
de instrumentengroep worden
weergegeven. Het wordt aanbevolen
de batterij ongeveer eenmaal per
jaar te vernieuwen, omdat de kans
bestaat dat de KEY
waarschuwingsindicatie niet wordt
getoond, afhankelijk van hoe snel de
batterij uitgeput is geraakt.
xExtra sleutels zijn verkrijgbaar bij een
officiële Mazda reparateur. Per auto
kunnen in totaal 6 sleutels met de
afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties
gebruikt worden. Breng wanneer u
extra sleutels nodig heeft alle sleutels
naar een officiële Mazda reparateur.
▼Zender
1. Bedrijfsindicatielampje
2. Vergrendeltoets (
)
3. Ontgrendeltoets (
)
4. Knop elektrisch bediende
achterklep (
of )*
5. Annuleertoets van inbraaksensor
(
)*
OPMERKING
xDe koplampen worden in-/
uitgeschakeld door bediening van de
zender. Zie Vertrekverlichting op
pagina 4-66.
x(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
op pagina 3-56.
x(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Europese modellen))
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de brandstoftankdop
met behulp van de sleutel
vergrendeld/ontgrendeld worden.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Behalve Europese modellen))
Er klinkt een zoemtoon voor
bevestiging wanneer de portieren,
de achterklep en de afsluitklep van
de brandstoftankdop vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp van
de sleutel. Indien gewenst, kan de
zoemtoon worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
Wanneer de toetsen worden
ingedrukt, gaat het
bedrijfsindicatielampje knipperen.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.3-5

Page 177 of 759

(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P
(parkeren). Als u de motor moet
starten wanneer de auto in
beweging is, dient u de
keuzehendel in stand N (neutraal)
te zetten.
OPMERKING
x(Handgeschakelde
versnellingsbak)
De startmotor zal niet werken als
het koppelingspedaal niet
voldoende wordt ingetrapt.
x(Automatische transmissie)
De startmotor zal niet werken als
de keuzehendel niet in stand P of
N staat en het rempedaal niet
voldoende wordt ingetrapt.
6. Controleer of het
startdrukknopindicatielampje
(groen) gaat branden.
1. Indicatielampje
2. Startdrukknop
OPMERKING
xAls het
startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert, er op letten dat
u de sleutel bij u draagt.
xAls het
startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert terwijl u de
sleutel bij u draagt, de
startdrukknop met de sleutel
aanraken en de motor starten.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op
pagina 4-9.
OPGELET
Als de KEY waarschuwingsindicatie
(rood) wordt getoond of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit duiden
op een probleem in het
motorstartsysteem. Dit kan het
starten van de motor of het op ACC
of ON zetten van het contact
verhinderen.
Zie KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood) op
pagina 7-65.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
OPMERKING
xOnder de volgende
omstandigheden wordt na het
indrukken van de startdrukknop
de KEY waarschuwingsindicatie
(rood) getoond. Dit informeert
de bestuurder dat de
startdrukknop niet naar ACC
overgeschakeld kan worden als
deze vanuit uit wordt ingedrukt
(pagina 7-65).
xDe sleutelbatterij is uitgeput.xDe sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
xDe sleutel bevindt zich op
plaatsen waar het moeilijk is
voor het systeem het signaal te
ontvangen (pagina 3-8).
xEr bevindt zich een sleutel van
een andere fabrikant in het
werkingsbereik die op de
sleutel lijkt.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-7

Page 178 of 759

x(Methode van geforceerd starten
van de motor)
Als de KEY
waarschuwingsindicatie (rood)
wordt getoond of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit erop
duiden dat de motor niet start
met gebruik van de normale
startmethode (pagina 7-65).
Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
In dit geval kan de motor
geforceerd gestart worden. Houd
de startdrukknop ingedrukt totdat
de motor start. Voor het starten
van de motor zijn overige
procedures zoals het aanwezig
zijn van de sleutel in de cabine en
het intrappen van het
koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie)
vereist.
xWanneer de motor geforceerd
gestart wordt, blijft de KEY
waarschuwingsindicatie (rood)
getoond worden en blijft het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen.
x(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de
neutraalstand (N) staat, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(groen) niet branden.
7. Druk de startdrukknop in nadat het
startdrukknopindicatielampje
(groen) is gaan branden.
OPMERKING
xNa het starten van de motor, gaat
het startdrukknopindicatielampje
(oranje) uit en schakelt het
contact over naar de stand ON.
x(SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G
2.5, SKYACTIV-X 2.0)
Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de
motor start is het werkingsgeluid
van de brandstofpompmotor van
nabij de brandstoftank hoorbaar,
echter dit duidt niet op een
defect.
x(SKYACTIV-D 1.8)
xDe startmotor draait niet rond
totdat het
voorgloei-indicatielampje is
uitgegaan.
xAls u nadat de gloeibougies zijn
opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de
stand ON laat staan zonder dat
de motor draait, worden de
gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het
voorgloei-indicatielampje
branden.
xLaat bij het starten van de
motor het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische
transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indicatielampje in de
instrumentengroep uitgaat en
de motor start na het indrukken
van de startdrukknop.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-8

Page 181 of 759

xAls het
startdrukknopindicatielampje
(groen) niet brandt, de procedure
opnieuw vanaf het begin
uitvoeren. Laat de auto door een
deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren
als het indicatielampje niet
brandt.
xVoer voor het overschakelen van
de stand van het contact zonder
de motor te starten de volgende
handelingen uit nadat het
startdrukknopindicatielampje
(groen) is gaan branden.
1. Laat het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische
transmissie) los.
2. Druk de startdrukknop in om
over te schakelen naar de
contactstand. Het contact
schakelt over in de volgorde
van ACC, ON en uit telkens
wanneer de startdrukknop
wordt ingedrukt. Voor het
opnieuw overschakelen naar
de contactstand, de
procedure vanaf het begin
uitvoeren.
▼Noodbediening voor het starten
van de motor
Als de KEY waarschuwingsindicatie
(rood) brandt of het
startdrukknopindicatielampje (oranje)
knippert, kan dit erop duiden dat de
motor niet start met gebruik van de
normale startmethode. Laat uw auto
zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur)
controleren. In dit geval kan de motor
geforceerd gestart worden. Houd de
startdrukknop ingedrukt totdat de
motor start. Voor het starten van de
motor zijn overige procedures zoals
het aanwezig zijn van de sleutel in de
cabine en het intrappen van het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) vereist.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-11

Page 182 of 759

Stopzetten van de motor
▼Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van
de motor om een andere reden dan in
een noodgeval is gevaarlijk. Wanneer
de motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat een
ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2.(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand
en trek de handremhendel aan.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P
en trek de handremhendel aan.
3. Druk op de startdrukknop om de
motor stop te zetten. De
contactstand is uit.
OPGELET
¾Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
¾(SKYACTIV-D 1.8)
Als de motor bij herhaling wordt
gestart en gestopt voordat deze is
opgewarmd, kan de motor
versnellen terwijl de auto is gestopt
om de motor intern te reinigen. Zet
de motor pas uit wanneer de motor
op normale snelheid draait.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
xAls het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt gezet,
wordt het volgende aangegeven.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
Zie Vervangen van de sleutelbatterij
op pagina 6-44.
Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
Zie KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood) op
pagina 7-65.
x(Automatische transmissie)
Als de motor wordt stopgezet terwijl
de keuzehendel in een andere stand
dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
▼Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of
tijdens het rijden de startdrukknop
continu ingedrukt wordt gehouden, of
een aantal malen achtereen snel wordt
ingedrukt, zal de motor onmiddellijk
worden stopgezet. Het contact
schakelt over naar ACC.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-12

Page 206 of 759

Signaal Waarschuwing Zie
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje benzinedeeltjesfil-
ter*1(SKYACTIV-X 2.0)7-62
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje dieseldeeltjesfil-
ter
*1(SKYACTIV-D 1.8)7-63
(Oranje)
*i-stop waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje*17-62
*Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor automatische
transmissie*17-64
*AWD waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje*17-66
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor systeem van air-
bag/veiligheidsgordelvoorspanner*17-64
*Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje*1
Knippert
7-67
Gaat branden
7-70
(Rood)KEY waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje*
17-65
(Oranje)
*Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingsindicatie/waarschu-
wingslampje*17-67
*Adaptieve LED-koplampen (ALH) waarschuwingsindicatie/waar-
schuwingslampje*17-68
i-ACTIVSENSE waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje*17-68
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje buitenverlichting*17-68
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje laag brandstofpeil 7-68
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje motoroliepeil*17-69
*120 km/h waarschuwingslampje*17-67
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-36*Bepaalde modellen.

Page 208 of 759

Signaal Indicatie Zie
(Groen)KEY indicatielampje 4-6
(Groen)
*i-stop indicatielampje4-20
Moersleutelindicatie/indicatielampje*14-41
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 1.8) 4-42
*Schakelstandindicatie4-52
Verlichting-aan indicatielampje 4-62
GrootlichtindicatielampjeKoplampen
grootlicht-dim-
licht
4-65
Koplamplicht-
signaal
4-65
*Indicatielampje mistachterlicht4-67
Indicatielampjes van richtingaanwijzers/waarschuwingsknipperlich-
tenRichtingaan-
wijzers en sig-
nalen voor
rijstrookveran-
dering
4-68
Waarschu-
wingsknipper-
lichten
4-77
Indicatie/indicatielampje elektrische handrem (EPB)*1*27-61
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-38*Bepaalde modellen.

Page 637 of 759

Mazda-reparateur) te raadplegen. Het
systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking
treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de systemen van
airbag/veiligheidsgordelvoorspanners
en laat altijd alle onderhoud en
reparatie door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is gevaarlijk.
De kans bestaat dat een airbag/
voorspanner onvoorzien geactiveerd of
buiten werking gesteld wordt.
▼KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood)
“Afstandbediende portiervergrend.
defect. Laat de auto controleren”
wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een
probleem is met de geavanceerde
afstandbediende portiervergrendeling
en het startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
OPGELET
Als het bericht wordt aangegeven of
het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat
de motor niet start. Als de motor niet
gestart kan worden, probeer deze dan
te starten met behulp van de
noodbediening voor het starten van de
motor en laat de auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
Zie Noodbediening voor het starten
van de motor op pagina 4-11.
“Sleutel niet gevonden” wordt op de
display getoond
xAls aanwezigheid van de sleutel niet
kan worden gedetecteerd (lege
batterij, defecte batterij, geen
sleutel), wordt de indicatie getoond
wanneer wordt geprobeerd de
motor te starten (bediening
startdrukknop, intrappen
rempedaal).
xWordt getoond wanneer wordt
bepaald dat een eerder aanwezige
sleutel uit de auto is verwijderd.
(Waarschuwing sleutel verwijderd.
Anders dan
IG-Off).
▼Beveiligingssysteemindicatielampj
e
Indien het
beveiligingssysteemindicatielampje
tijdens het rijden voortdurend blijft
knipperen, de motor niet stopzetten.
Ga naar een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) en laat het lampje
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
7-65

Page 643 of 759

WAARSCHUWING
Rijd niet met hoge snelheid als het
TPMS waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen:
Met hoge snelheid rijden terwijl het
TPMS waarschuwingslampje brandt of
knippert, is gevaarlijk omdat de
werking van de remmen en het
stuurwiel verminderd zal zijn. Als met
hoge snelheid wordt gereden of de
remmen plotseling worden
geactiveerd, kan dit tot een ongeluk
leiden. Rem geleidelijk om de
rijsnelheid te verminderen.
Een brandend of knipperend TPMS
waarschuwingslampje mag nooit
genegeerd worden:
Blijven rijden terwijl het TPMS
waarschuwingslampje brandt of
knippert is gevaarlijk omdat een band
kan klappen waardoor een ongeluk
kan gebeuren. Neem zo snel mogelijk
gepaste maatregelen.
OPMERKING
Terwijl het TPMS systeem de
bandposities inleert, bijvoorbeeld
direct nadat de positie van een band is
gewijzigd, worden de bandenspanning
en de bandenpositie voorafgaand aan
de wijziging getoond totdat het
systeem de nieuwe status heeft
ingeleerd. Daarom kan de
bandenspanning die wordt getoond
voor de bandenposities verschillen van
de werkelijke bandenspanning op de
bandenposities.
Te nemen maatregel
Stel de bandenspanning af op de juiste
bandenspanning.
Zie Bandenspanning op pagina 6-47.
OPGELET
¾Stel de bandenspanning af wanneer
de banden afgekoeld zijn. Aangezien
de bandenspanning in de banden
schommelt afhankelijk van de
temperatuur moet u de auto een uur
niet gebruiken of alleen een afstand
van maximaal 1,6 km afleggen
voordat u de bandenspanning
afstelt. Wanneer de bandenspanning
wordt afgesteld terwijl de banden
warm zijn, kan de bandenspanning
na het afkoelen afnemen tot onder
de aangegeven spanning waardoor
het waarschuwingslampje kan gaan
branden. Aangezien de
bandenspanning in de banden
afneemt wanneer de
omgevingstemperatuur laag is, kan
een brandende TPMS
waarschuwingslampje uit gaan
wanneer de omgevingstemperatuur
toeneemt. Stel de bandenspanning
altijd af wanneer de banden
afgekoeld zijn.
¾Nadat de bandenspanning is
afgesteld, gaat het TPMS
waarschuwingslampje uit. Wanneer
het TPMS waarschuwingslampje niet
uit gaat, rijdt u 3 minuten of langer
met een snelheid van ongeveer 25
km/h of hoger en controleert u of
het waarschuwingslampje uit gaat.
Als het TPMS waarschuwingslampje
blijft branden, zelfs nadat de
bandenspanning is afgesteld, is een
van de banden mogelijk lek.
▼KEY indicatielampje (Groen)
(Knippert)
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
7-71