stop start MAZDA MODEL CX-5 2013 Beknopte handleiding (in Dutch)

Page 6 of 16

Tijdens het rijden
5
Indikatielampje
Starten van de motor
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
(SKYACTIV-D 2.2)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indikatielampje is uitgegaan.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indikatielampje in de instrumentengroep uitgaat, na het indrukken van
de startdrukknop.
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen totdat de
motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren). Als u de
motor moet starten wanneer de auto in beweging is,
dient u de keuzehendel in stand N (neutraal) te zetten.
4. Druk op de startdrukknop nadat zowel het KEY
indikatielampje (groen) (indien voorzien) in de
instrumentengroep als het startdrukknopindikatielampje
(groen) zijn gaan branden.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken
om de motor te starten.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd
in de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indikatielampje branden.
$9@&+%/%@&EJUJPO@2VJDL(VJEFJOEC

Page 7 of 16

6
Tijdens het rijden
Motor stop
Opnieuw starten
Neutraalstand
(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Automatische transmissieAutomatische transmissie
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Gebruik van de i-stop functie
De i-stop (stationair-stop) functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto
bij een verkeerslicht stil staat of in een file komt vast te zitten nadat de motor is
opgewarmd (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5) of in andere gevallen waarbij
de motor niet koud is (SKYACTIV-D 2.2) en start vervolgens de motor automatisch
opnieuw om het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd
brandstofverbruik, minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid van het
stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is stopgezet.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
2. Trap het rempedaal in en vervolgens het koppelingspedaal en breng de auto
volledig tot stilstand.
3. Nadat de auto tot stilstand is gebracht, de keuzehendel in de neutraalstand
zetten en het koppelingspedaal intrappen. De motor wordt automatisch
stopgezet nadat het koppelingspedaal is losgelaten. Terwijl de i-stop functie in
werking is, brandt het i-stop indikatielampje (groen).
4. Voor het opnieuw starten van de motor, het koppelingspedaal intrappen (i-stop
indikatielampje (groen) gaat uit). 1.(Behalve Europees model)
Wanneer tijdens het rijden aan de i-stop voorwaarden wordt voldaan gaat
het i-stop indikatielampje (groen) branden.
Wanneer tijdens het rijden opnieuw aan de i-stop voorwaarden wordt voldaan
gaat het i-stop indikatielampje (groen) branden (behalve Europese modellen).
$9@&+%/%@&EJUJPO@2VJDL(VJEFJOEC

Page 8 of 16

7
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
i-stop OFF schakelaar
De i-stop functie kan uitgeschakeld worden
door het indrukken van de schakelaar totdat de
zoemtoon klinkt en het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep gaat branden.
De i-stop functie kan opnieuw ingeschakeld
worden door de schakelaar opnieuw in te
drukken totdat de zoemtoon klinkt en het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) uit gaat.
Gebruik van de i-stop functie
(Automatische transmissie)
1.(Behalve Europees model)
Wanneer tijdens het rijden aan de i-stop voorwaarden wordt voldaan gaat het
i-stop indikatielampje (groen) branden.
2. De i-stop functie werkt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt
ingetrapt (behalve bij achteruit rijden) en de auto tot stilstand wordt gebracht.
Terwijl de i-stop functie in werking is, brandt het i-stop indikatielampje
(groen) ook.
3. Wanneer het rempedaal wordt losgelaten terwijl de keuzehendel in de stand D/M
staat (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling), wordt de motor
automatisch opnieuw gestart en gaat het i-stop indikatielampje (groen) uit.
Wanneer tijdens het rijden opnieuw aan de i-stop voorwaarden wordt voldaan
gaat het i-stop indikatielampje (groen) branden (behalve Europese modellen)
Wanneer de keuzehendel in de stand N of P staat, zal de motor niet opnieuw
starten als het rempedaal wordt losgelaten. Als het rempedaal opnieuw wordt
ingetrapt, zal de motor opnieuw gestart worden.
$9@&+%/%@&EJUJPO@2VJDL(VJEFJOEC

Page 16 of 16

Als er zich een probleem voordoet
15
Als er zich een probleem voordoet
• Lekke band
Als u een lekke band heeft, langzaam naar een vlak gedeelte rijden en de band op
een plaats buiten het verkeer en op voldoende afstand van de rijbaan verwisselen.
Gebruik in het geval van een lekke band de lekke band noodreparatieset om de
band tijdelijk te repareren of gebruik het noodreservewiel.
• Oververhitting
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Controleer of er koelvloeistof of stoom uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte komt:
Niet te dicht in de buurt van de voorzijde van de auto komen. Zet de motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar buiten komt, open vervolgens de
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor stationair laten draaien om deze geleidelijk te
laten afkoelen.
• Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
• Waarschuwingslampje en waarschuwingszoemer
Controleer op bijzonderheden betreffende het waarschuwingslampje of -geluid
in deze handleiding als een waarschuwingslampje brandt of knippert of een
waarschuwingsgeluid klinkt. Neem contact op met een officiële Mazda
reparateur als het probleem niet opgelost kan worden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 7, “Lekke band”, “Oververhitting”, “Slepen in
noodgevallen” of “Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers”.
$9@&+%/%@&EJUJPO@2VJDL(VJEFJOEC