MAZDA MODEL CX-5 2015 Beknopte handleiding (in Dutch)

Page 1 of 29

1
2
5
24
25
Beknopte handleiding Beknopte handleiding
Het doel van deze Beknopte handleiding is een eenvoudige uitleg te geven van het gebruik
van bepaalde voorzieningen waarmee uw CX-5 is uitgerust.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Alvorens te gaan rijden
Tijdens het rijden
Interieurvoorzieningen
Onderhoud en verzorging
De betekenis van elk van de symbolen die in de Beknopte handleiding gebruikt worden is als volgt:
Gedetailleerde verklaring ten aanzien van bepaalde informatie.
26 Als er zich een probleem voordoet
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 2 of 29

1
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Voor het hoger zetten van de hoofdsteun, deze tot in de gewenste positie omhoog
trekken.
Hoofdsteunen Gebruik van de zittingen
Voor de handbediende en elektrische zittingafstelling zijn onderstaande
zittingafstelfuncties beschikbaar.
Lengteverstelling
Afstelling van de hoogte
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 2, “Zittingen”.
Rugleuningverstelling
Afstellen van de hoogte
van de voorzijde van
het zitkussen
(Bestuurdersstoel)
Afstelling van de
lendesteun
(Bestuurdersstoel)
Voor het omlaag zetten van de hoofdsteun, de ontgrendeling indrukken en
vervolgens de hoofdsteun omlaag drukken.
Stel de hoofdsteun zodanig af dat het midden daarvan op gelijke hoogte is met de
bovenzijde van de oren van de passagier.
Elektrische bediening
Regelknop
type
Hendel type
Buitenste zitting
van voorzittingBuitenste zitting
van achterzittingMiddelste zitting
van achterzitting
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 3 of 29

Verzoekschakelaar
Alvorens te gaan rijden
Werkingsbereik
Het geavanceerde afstandbediende portiervergrendelingssysteem werkt uitsluitend
wanneer de bestuurder zich in de auto of binnen het werkingsbereik bevindt en de
geavanceerde sleutel bij zich heeft.
Alle portieren en de achterklep kunnen vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren in te drukken wanneer u de sleutel bij u draagt.
Vergrendelen, ontgrendelen met de verzoekschakelaar
Afstelling van het stuurwiel
1. Breng de auto tot stilstand en trek vervolgens de
ontgrendelhendel onder de stuurkolom naar beneden.
3. Probeer alvorens te gaan rijden het stuurwiel
omhoog en omlaag te duwen om te controleren
of dit vergrendeld is. 2. Verander de hoek van het stuurwiel en/of stel de
lengte van de stuurkolom af tot in de gewenste
posities en duw vervolgens de hendel omhoog om
de stuurkolom te vergrendelen.
2
Voorportieren
(Vergrendelen/Ontgrendelen)Achterklep (Alleen vergrendelen)
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelings- en startsysteem”, “Portieren en sloten” of “Stuurwiel”.
De verzoekschakelaar op de achterklep kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de achterklep.
Buitenantenne
Alleen vergrendelen
Werkingsbereik 80 cm 80 cm
Verzoekschakelaar
Ontgrendelhendel
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 4 of 29

3
Alvorens te gaan rijden
ON/OFF toets
Indikatielampje
Sluiten
Openen
Buitenspiegels
1. Draai de spiegelschakelaar naar links of
rechts voor het kiezen van de linker of
de rechter zijspiegel.
2. Druk de spiegelschakelaar in de
gewenste richting.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Spiegels” of “Ruiten”.
Binnenspiegel
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel vermindert automatisch
verblinding door de koplampen van achteropkomende
voertuigen wanneer het contact op ON staat.
Druk op de ON/OFF toets om de automatische
dimfunctie uit te schakelen. Het indikatielampje gaat uit.
Druk voor het opnieuw inschakelen van de automatische
dimfunctie op de ON/OFF toets. Het indikatielampje
gaat branden.
Werking van de elektrische ruitbediening
Elke passagiersruit kan ook bediend worden via het gebruik van de
hoofdbedieningsschakelaars van de elektrische ruitbediening op het bestuurdersportier.
Duw voor het openen van de ruit tot in de gewenste positie de schakelaar licht omlaag.
Duw voor het sluiten van de ruit tot in de gewenste positie de schakelaar licht omhoog.
SpiegelschakelaarMiddenpositie
Hoofdbedieningsschakelaars
Ruit rechtsachter Ruit linksachter
VoorpassagiersruitBestuurdersruit
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 5 of 29

4
Alvorens te gaan rijden
Openen
Sluiten
Vereiste brandstof en Inhouden
Afsluitklep van brandstoftankdop
Trek aan de interieur-ontgrendelknop voor
de afsluitklep van de brandstoftankdop om
de afsluitklep te openen.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 3, “Brandstof en emissie”.
Afsluitklep van brandstoftankdop en brandstoftankdop
Brandstoftankdop
Draai voor het verwijderen van de
brandstoftankdop deze linksom.
Bevestig de verwijderde dop aan de
binnenzijde van de afsluitklep.
Draai voor het sluiten van de brandstoftankdop
deze rechtsom totdat u een klik hoort.Loodvrije super brandstof
(overeenkomstig EN 228
en binnen E10)
*1
*1 Europa Brandstof
Oktaangetal
(RON) Inhoud
95 of hoger
2WD : 56,0 liter SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5
Uw Mazda zal efficiënt functioneren op diesel
met specificatie EN590 of gelijkwaardig.
Bij het tanken altijd tenminste 10 liter brandstof bijvullen. Brandstof
Inhoud
2WD : 56,0 liter SKYACTIV-D 2.2 Normale loodvrije
brandstof
90 of hoger 92 of hoger
4WD : 58,0 liter4WD : 58,0 liter
Ontgrendeling voor
afsluitklep brandstoftankdop
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 6 of 29

Tijdens het rijden
5
Starten van de motor
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
(SKYACTIV-D 2.2)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indikatielampje is uitgegaan.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indikatielampje in de instrumentengroep uitgaat, na het indrukken van
de startdrukknop.
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen totdat de
motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren). Als u de
motor moet starten wanneer de auto in beweging is,
dient u de keuzehendel in stand N (neutraal) te zetten.
4. Druk op de startdrukknop nadat zowel het KEY indikatielampje
(groen) (indien voorzien) in de instrumentengroep als het
startdrukknopindikatielampje (groen) zijn gaan branden.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken
om de motor te starten.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd
in de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indikatielampje branden.
Startdrukknop
Indikatielampje
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 7 of 29

6
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Gebruik van de i-stop functie
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een
verkeerslicht stil staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de
motor automatisch om het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een
verminderd brandstofverbruik, minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid
van het stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
• Het i-stop indikatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
• Wanneer de motor gestopt is.
• Het i-stop indikatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de
neutraalstand. De motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt. 1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het
koppelingspedaal in te trappen.
Automatische transmissie
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal
nogmaals wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd
met het oog op de veiligheid wanneer de motor gestopt is tijdens het
verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.) 1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt
(behalve tijdens het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede
versnelling) en de auto tot stilstand is gebracht. Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de
motor is voldaan. • (Behalve Europees model)
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 8 of 29

7
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
i-stop OFF schakelaar
Door de schakelaar in te drukken totdat een
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie
uitgeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep branden. Door de schakelaar
nogmaals in te drukken totdat de zoemer klinkt,
wordt de i-stop functie ingeschakeld en gaat het
i-stop waarschuwingslampje (oranje) uit.
i-stop waarschuwingszoemer
Als het stationair draaien van de motor is gestopt en het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt er een waarschuwingstoon om de bestuurder te attenderen dat het
stationair draaien is gestopt. Dit stopt wanneer het bestuurdersportier wordt gesloten.
i-stop indikatielampje (groen)/waarschuwingslampje (oranje)
i-stop indikatielampje (groen)
• Wanneer de motor gestopt is.
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het
stoppen van de motor is voldaan.
• Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON
wordt gezet en gaat uit wanneer de motor gestart wordt. i-stop waarschuwingslampje (oranje)
• Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF schakelaar
wordt ingedrukt en het systeem wordt uitgeschakeld.
• (Behalve Europees model)
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 9 of 29

8
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Waarschuwings/indikatielampjes
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes
1
2
3
4
7
8
9
10
11
12Remwaarschuwingslampje Hoofdwaarschuwingslampje
Waarschuwingslampje van
anti-blokkeer remsysteem (ABS)
Laadsysteemwaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje
Motoroliewaarschuwingslampje
Motorwaarschuwingslampje
Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood)
i-stop waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)
14
17
18
19Waarschuwingsindikatie voor
automatische transmissie
Stuurbekrachtiging defect indikatie
20Waarschuwingslampje voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
21
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
22
2327
28
29
35
36
38
40Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
KEY indikatie
Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)
TCS/DSC indikatielampje
TCS OFF indikatielampje
Indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur (Blauw)
41
42
43
44
45Schakelstandindikatie
Grootlichtindikatielampje
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten
indikatielampjes
Beveiligingssysteemindikatielampje
49
Hoofdindikatielampje van kruissnelheidsregelaar
(Oranje)/Indikatielampje voor ingestelde kruissnelheid (Groen)
Verlichting-aan indikatielampje
51Indikatielampje voor mistvoorlicht
Indikatielampje voor mistachterlicht
52Signaal Waarschuwings/indikatielampjes
Waarschuwing (Displayaanduiding)
Sommige waarschuwings/indikatielampjes worden in de instrumentengroep getoond.
Ga de betekenis van de waarschuwing na onder Waarschuwing (Displayaanduiding)
als een waarschuwings/indikatielampje in de instrumentengroep getoond wordt.
Voorgloei-indikatielampje
Dieseldeeltjesfilterindikatie
Moersleutelindikatie31
32
33
Rijsnelheidwaarschuwingsindikatie
34Waarschuwingsindikatie voor lage
omgevingstemperatuur
Waarschuwingsindikatie voor laag
sproeiervloeistofniveau 25
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen)46
24
Indikatielampje elektrische handrem
Waarschuwingslampje elektrische handrem
Rijstrookassistentindikatie
Rijstrookassistent OFF indikatie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) indikatie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF indikatie
4WD waarschuwingsindikatie
Open-portier waarschuwingsindikatie
Open-achterklep
waarschuwingsindikatie
Adaptieve LED koplampen waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)
Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS) OFF indikatielampje
Waarschuwingsindikatie van
stadsverkeer-remassistent (SCBS)
i-ELOOP indikatie
Keuzemodusindikatie
Dodehoekmonitor (BSM) OFF indikatie
LED koplampwaarschuwingslampje 5
6
13
15
1630
37
39
47
48
50120 km/h waarschuwingslampje
26
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 10 of 29

Tijdens het rijden
9
Bedieningsorganen van de automatische transmissie
Diverse blokkeringen:
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen het rempedaal moet
intrappen en de ontgrendeltoets
ingedrukt moet houden (het contact
dient op ON te staan).
Geeft aan dat de keuzehendel vrij
naar elke stand verplaatst kan worden.
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen de ontgrendeltoets
ingedrukt moet houden.
Drive-keuzeschakelaar
Drive-selectie
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer
de sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een
krachtigere respons. Gebruik de sportstand wanneer een krachtigere respons van de
auto vereist is, zoals bij het invoegen op een snelweg of het accelereren bij inhalen.
2. Trek voor het annuleren van de sportstand
de drive-keuzeschakelaar naar de zijde
(naar achteren).
1. Druk voor het selecteren van de sportstand de
drive-keuzeschakelaar naar de zijde
(naar voren).
Keuzemodusindikatielampje
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd, gaat de
keuzemodusindikatie in de instrumentengroep branden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Transmissie”, “Drive-selectie”.
Ontgrendeltoets
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page:   1-10 11-20 21-30 next >