MAZDA MODEL CX-5 2015 Beknopte handleiding (in Dutch)

Page 21 of 29

20
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)”,
“Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)”.
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)/Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
Het systeem van de stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) is bestemd
schade in het geval van een botsing te beperken door het in werking stellen van
de rembesturing wanneer de lasersensor (voor) van het systeem een voorliggend
voertuig bespeurt en het systeem bepaalt dat een botsing niet te vermijden is.
Het systeem functioneert terwijl de auto vooruit rijdt met een snelheid tussen de
4 en 30 km/h om schade in het geval van een botsing te beperken.
Een botsing kan mogelijk ook vermeden worden als de relatieve snelheid tussen uw
auto en het voertuig vóór u minder is dan ongeveer 20 km/h.
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) is een systeem dat bestemd is
schade in het geval van een botsing te beperken door het in werking stellen van de
rembesturing wanneer de ultrasonische sensoren van het systeem een voertuig of
een muur aan de achterzijde van de auto bespeuren en het systeem bepaalt dat een
botsing niet te vermijden is.
Het systeem functioneert terwijl de auto achteruit rijdt met een snelheid tussen de
2 en 8 km/h om schade in het geval van een botsing te beperken.
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
Vertrouw niet blindelings op het systeem:
• (Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F))
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, kan het systeem
voorliggende voertuigen niet correct bespeuren. Dit heeft tot gevolg dat de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) niet normaal functioneert of abusievelijk
functioneert wat een ernstig ongeluk kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen: • (Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R))De stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) werkt in reactie op een
voertuig (4-wielig voertuig) vóór uw auto. Werking in reactie op 2-wielige
voertuigen of voetgangers wordt niet gegarandeerd.
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) werkt in reactie op een
voertuig (4-wielig voertuig) achter uw auto of een muur. Werking in reactie
op 2-wielige voertuigen of voetgangers wordt niet gegarandeerd.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 22 of 29

Tijdens het rijden
12
OPMERKING
• (Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F))
• Vrachtwagens met lage laadbodems en voertuigen met een buitengewoon
lage of hoge opbouw.
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)/Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
De stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) bespeurt een voorliggend
voertuig door het uitzenden van een nabij infrarood laserstraal en het
opvangen van de straal die door de reflector van het voorliggend voertuig
weerkaatst wordt en dit vervolgens voor de meting te gebruiken. Als gevolg
bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) onder de
volgende omstandigheden niet functioneert:
• Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
• De ruitensproeier wordt gebruikt of de voorruitenwissers worden niet
gebruikt wanneer het regent.
• Wanneer de voorruit vuil is.
• Het stuurwiel wordt volledig naar links of rechts gedraaid, of u laat de auto
snel accelereren en komt dichtbij het voorliggende voertuig.
• (Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R))
• Kleine obstakels.
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) functioneert met behulp van
ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels aan de achterzijde bespeuren
door middel van het uitzenden van ultrasonische golven en vervolgens de
terugkerende golven die door de obstakels weerkaatst worden weer opvangen.
• Dunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.
• Zachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.
• Onregelmatig gevormde obstakels.
• De buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet vertikaal ten opzichte
van de auto. In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen
obstakels bespeuren en bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R) niet functioneert.
• Obstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.
• Er zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).
• Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen,
muren en hekken langs wegen.
• Bij het off-road rijden op plaatsen met gras en hooi.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)”,
“Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)”.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 23 of 29

22
Tijdens het rijden
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indikator en een
waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15 km/h of
sneller en de radarsensor van het systeem bepaalt dat uw auto met een voorliggend
voertuig in botsing kan komen. Als verder de radarsensor bepaalt dat een botsing
onvermijdelijk is, wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het
geval van een botsing te verminderen.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)”.
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en
rijd altijd voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is enkel bestemd om in het geval van
een botsing schade te verminderen. De mogelijkheid voor het bespeuren van obstakels
is beperkt afhankelijk van het obstakel, weersomstandigheden of verkeerssituaties.
Controleer de veiligheid van de omgeving en let goed op de afstand tussen uw
auto en de voorliggende en achteropkomende voertuigen.
WAARSCHUWING
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 24 of 29

Tijdens het rijden
23 Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)”.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
OPMERKING
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet
onder de volgende omstandigheden:
• Als er de kans bestaat van het botsen tegen enkel een deel van het
voorliggende voertuig.
Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt 4-wielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor de volgende objecten bespeurt, bepaalt dat
deze obstakels zijn en dat het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
geactiveerd wordt.
• Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en
sneeuwbanken).
Als er de kans bestaat op een botsing met een voorliggend
voertuig of obstakel, klinkt er onafgebroken een pieptoon en
wordt een waarschuwing aangegeven op de display.
Waarschuwing voor botsing
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
• De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.
• Het rempedaal, stuurwiel, de keuzehendel of een richtingaanwijzer wordt
bediend.
• Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om
een hoek of het maken van een bocht.
• Bij het rijden over een smalle brug, onder een lage doorgang of door een
tunnel, door een smalle poort, of het binnenrijden van een ondergrondse
parkeergarage.
• Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.
• Tweewielige voertuigen, zoals motorfietsen en fietsen, voetgangers, bomen.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 25 of 29

24
Tijdens het rijden
Accelerator AANAccu
Elektrische stroom
Elektrische componentenMotorcomponentenVoertuigsystemen:Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Variabele
spanning
dynamo Motor
BandCondensatorDC-DC
omzetter
Elektrische componentenMotorcomponentenVoertuigsystemen:Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Accelerator UIT
EnergieregeneratieLadenAccuElektrische stroomMotor
Variabele
spanning
dynamo
Band
CondensatorDC-DC
omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
i-ELOOP systeem
Bij conventionele voertuigen komt de kinetische energie die gegenereerd wordt
wanneer het voertuig snelheid mindert door het in werking stellen van de remmen of
tijdens afremmen op de motor als hitte vrij. Door deze vrijkomende kinetische
energie om te zetten in elektriciteit en deze te gebruiken voor de aandrijving van de
apparatuur en accessoires van het voertuig zoals de airconditioning en de
audio-installatie, kan het brandstofverbruik teruggebracht worden. Mazda's systeem
voor het genereren van elektriciteit uit deze kinetische energie wordt het Regeneratief
Remsysteem (i-ELOOP) genoemd.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ELOOP”.
De regeneratiestatus van het i-ELOOP systeem wordt getoond op de audiodisplay.
Indikatie op display
Bedrijfstoestanddisplay
Bedrijfstoestand
Toont het niveau van de elektriciteit die
opgewekt wordt door regeneratief remmen.
Toont de hoeveelheid elektriciteit die
opgeslagen is in de condensator.
Toont de status van de elektriciteit die wordt
opgeslagen in de condensator en geleverd
wordt aan de elektrische apparatuur (op de
display wordt tegelijkertijd de gehele auto
verlicht weergegeven).
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 26 of 29

25
Tijdens het rijden
X merkteken Vol Laag
Dieseldeeltjesfilter
Het dieseldeeltjesfilter verzamelt en verwijdert de meeste deeltjes (PM) in de
uitlaatgassen van een dieselmotor.
Inspecteer het motoroliepeil regelmatig (alvorens in de auto te stappen). Als bij het
inspecteren van de motorolie het motoroliepeil dichtbij of hoger is dan het “X”
merkteken op de peilstok, de motorolie verversen.
Telkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de
auto zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindikatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ELOOP”, “Bandenspanningcontrolesysteem”,
“Dieseldeeltjesfilter” of Hoofdstuk 6, “Zelf uit te voeren onderhoud”.
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) controleert de bandenspanning van
alle vier wielen. Als de bandenspanning van één of meerdere banden te laag is,
waarschuwt het systeem de bestuurder door middel van het waarschuwingslampje
van het bandenspanningcontrolesysteem in de instrumentengroep en een pieptoon.
In onderstaande gevallen dient het initialiseren van het systeem uitgevoerd te
worden om het systeem normaal te laten functioneren.
• De bandenspanning wordt afgesteld.
• De banden worden onderling uitgewisseld.
• Een band of wiel wordt vernieuwd.
• De accu is vernieuwd of volledig uitgeput.
• Het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem brandt.
Bandenspanningcontrolesysteem
Zie voor het terugstellen van de motorstuureenheid de procedure voor het
terugstellen van de motorstuureenheid of neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
i-ELOOP laaddisplay
Als er met de auto wordt gereden terwijl
“i-ELOOP laadt op” wordt getoond, klinkt er een
pieptoon. Let er op dat het bericht niet langer
getoond wordt alvorens te gaan rijden.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 27 of 29

Interieurvoorzieningen
26
Luchtstromingdisplay Temperatuurinstellingdisplay (bestuurder)
Functiekeuzedisplay
Display van
airconditioningmodus
Temperatuurinstellingdisplay
(passagier)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar(stand voor
recirculerende lucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar(stand voor aanvoer
van buitenlucht) Bestuurderstemperatuurregelknop
AUTO schakelaar
Functiekeuzeregelknop Aanjagerregelschakelaar
OFF
schakelaar
Voorruitontwasemingsschakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
Passagierstemperatuurregelknop
DUAL schakelaar
A/C schakelaar
Klimaatregelsysteem (Volautomatisch type)
Bediening van de automatische airconditioning
1. Druk op de AUTO schakelaar. De keuze van de luchtstroomfunctie,
de luchtinlaatkeuzeschakelaar en het volume van de luchtstroming
wordt automatisch geregeld.
2. Gebruik de temperatuurregelknop voor het kiezen van de gewenste temperatuur.
3. Druk op de OFF schakelaar om het systeem uit te schakelen.
Druk de DUAL schakelaar in of draai de voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het individueel regelen van de temperatuurinstelling voor de bestuurder
en voorpassagier.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 5, “Klimaatregelsysteem”.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 28 of 29

27
Onderhoud en verzorging
Reservoir van voorruitensproeiervloeistof
MotorolievuldopRem/koppelingsvloeistofreservoir
MotoroliepeilstokAccuZekeringenblok
Dop van koelsysteemMotorkoelvloeistofreservoir
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
SKYACTIV-D 2.2
Reservoir van voorruitensproeiervloeistof
MotorolievuldopRem/koppelingsvloeistofreservoir
MotoroliepeilstokAccu
MotorkoelvloeistofreservoirZekeringenblok
Dop van koelsysteem
Voorzorgsmaatregelen betreffende onderhoudswerkzaamheden
Routine-onderhoud
Het wordt ten zeerste aangeraden de volgende punten dagelijks of tenminste
wekelijks te controleren.
• Motoroliepeil
• Motorkoelvloeistofniveau
• Niveau van remvloeistof en koppelingsvloeistof
• Niveau van sproeiervloeistof
• Onderhoud van de accu
• Bandenspanning
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 6, “Zelf uit te voeren onderhoud”.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 29 of 29

Als er zich een probleem voordoet
28
Als er zich een probleem voordoet
• Lekke band
Als u een lekke band heeft, langzaam naar een vlak gedeelte rijden en de band op
een plaats buiten het verkeer en op voldoende afstand van de rijbaan verwisselen.
Gebruik in het geval van een lekke band het noodreservewiel.
• Oververhitting
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Controleer of er koelvloeistof of stoom uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte komt:
Niet te dicht in de buurt van de voorzijde van de auto komen. Zet de motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar buiten komt, open vervolgens de motorkap
en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor stationair laten draaien om deze geleidelijk te
laten afkoelen.
• Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
• Waarschuwingslampje en waarschuwingszoemer
Controleer op bijzonderheden betreffende het waarschuwingslampje of -geluid
in deze handleiding als een waarschuwingslampje brandt of knippert of een
waarschuwingsgeluid klinkt. Neem contact op met een officiële Mazda
reparateur als het probleem niet opgelost kan worden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 7, “Lekke band”, “Oververhitting”, “Slepen in
noodgevallen” of “Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers”.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30