display MAZDA MODEL CX-5 2015 Beknopte handleiding (in Dutch)

Page 9 of 29

8
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Waarschuwings/indikatielampjes
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes
1
2
3
4
7
8
9
10
11
12Remwaarschuwingslampje Hoofdwaarschuwingslampje
Waarschuwingslampje van
anti-blokkeer remsysteem (ABS)
Laadsysteemwaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje
Motoroliewaarschuwingslampje
Motorwaarschuwingslampje
Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood)
i-stop waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)
14
17
18
19Waarschuwingsindikatie voor
automatische transmissie
Stuurbekrachtiging defect indikatie
20Waarschuwingslampje voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
21
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
22
2327
28
29
35
36
38
40Waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
KEY indikatie
Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)
TCS/DSC indikatielampje
TCS OFF indikatielampje
Indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur (Blauw)
41
42
43
44
45Schakelstandindikatie
Grootlichtindikatielampje
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten
indikatielampjes
Beveiligingssysteemindikatielampje
49
Hoofdindikatielampje van kruissnelheidsregelaar
(Oranje)/Indikatielampje voor ingestelde kruissnelheid (Groen)
Verlichting-aan indikatielampje
51Indikatielampje voor mistvoorlicht
Indikatielampje voor mistachterlicht
52Signaal Waarschuwings/indikatielampjes
Waarschuwing (Displayaanduiding)
Sommige waarschuwings/indikatielampjes worden in de instrumentengroep getoond.
Ga de betekenis van de waarschuwing na onder Waarschuwing (Displayaanduiding)
als een waarschuwings/indikatielampje in de instrumentengroep getoond wordt.
Voorgloei-indikatielampje
Dieseldeeltjesfilterindikatie
Moersleutelindikatie31
32
33
Rijsnelheidwaarschuwingsindikatie
34Waarschuwingsindikatie voor lage
omgevingstemperatuur
Waarschuwingsindikatie voor laag
sproeiervloeistofniveau 25
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen)46
24
Indikatielampje elektrische handrem
Waarschuwingslampje elektrische handrem
Rijstrookassistentindikatie
Rijstrookassistent OFF indikatie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) indikatie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF indikatie
4WD waarschuwingsindikatie
Open-portier waarschuwingsindikatie
Open-achterklep
waarschuwingsindikatie
Adaptieve LED koplampen waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)
Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS) OFF indikatielampje
Waarschuwingsindikatie van
stadsverkeer-remassistent (SCBS)
i-ELOOP indikatie
Keuzemodusindikatie
Dodehoekmonitor (BSM) OFF indikatie
LED koplampwaarschuwingslampje 5
6
13
15
1630
37
39
47
48
50120 km/h waarschuwingslampje
26
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 15 of 29

Tijdens het rijden
14 Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand al
naargelang de rijsnelheid met behulp van een radarsensor die de afstand ten opzichte
van een voorliggend voertuig meet en door het voorprogrammeren van de rijsnelheid
tussen 30 km/h en 145 km/h hoeft de bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet
meer constant te gebruiken.
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.
Vertrouw niet volledig op het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
en rijd altijd voorzichtig:
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem heeft beperkingen voor wat betreft
de mogelijkheid tot het bespeuren van voorliggende voertuigen, afhankelijk van de
weersomstandigheden en de toestand van de weg.
Verder is het mogelijk dat het systeem niet in staat is voldoende af te remmen
om een botsing met het voorliggende voertuig te vermijden als het voorliggende
voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in de rijstrook snijdt, waardoor
een ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer de veiligheid van de omgeving
en let goed op de afstand tussen uw auto en de voorliggende en achteropko-
mende voertuigen.
WAARSCHUWING
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet op de
volgende plaatsen. Anders kan dit een ongeluk tot gevolg hebben:
• Wegen met scherpe bochten, druk verkeer of wegen waarbij herhaalde en
veelvuldige acceleratie vereist is.
• Bij op- en afritten van knooppunten en pleisterplaatsen van snelwegen.
• Gladde wegen, zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen.
• Lange, aflopende hellingen.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld
het voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een
waarschuwingsgeluid en een waarschuwingsindikatie op de display geactiveerd om
u te waarschuwen voldoende afstand tussen de voertuigen te bewaren.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 16 of 29

15
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Displayindikatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem Instellen van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het is mogelijk dat het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem tijdens
regen, mist, sneeuw of andere slechte weersomstandigheden geannuleerd wordt,
of wanneer de voorkant van de radiateurgrille vuil is.
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden wordt de werking van het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem tijdelijk geannuleerd, wordt er op de display van
de instrumentengroep een annuleringsindikatie getoond en gaat tegelijkertijd het
MRCC indikatielampje (groen) uit.
• De CANCEL schakelaar wordt ingedrukt of het rempedaal wordt ingetrapt.
De status van de instelling van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
wordt aangegeven in de display in de instrumentengroep.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
• De handrem is aangetrokken.
• De keuzehendel staat in de stand P, N, of R (alleen stand R bij voertuigen
met handgeschakelde versnellingsbak).
• De rijsnelheid neemt af tot minder dan 25 km/h.
• Het DSC, Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS),
of de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is in werking.
• Er wordt een defect in het systeem bespeurd.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Voorliggend-voertuig display
MRCC Ingestelde rijsnelheid
MRCC Afstand-tussen-
voertuigen display
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 17 of 29

Tijdens het rijden
16
schakelaar
schakelaar
OFF schakelaar
RES schakelaar
Kruissnelheidsregelaar
SET+/SET- schakelaar CANCEL schakelaar
ON schakelaar
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Instellen van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Instellen van de snelheid Wanneer de ON schakelaar wordt ingedrukt, kan de rijsnelheid en de afstand tussen
voertuigen bij het rijden met volgafstandregeling ingesteld worden. De indikatie van
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem wordt getoond in de display van
de instrumentengroep.
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET + of SET - schakelaar wordt
ingedrukt. De ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld
met witte lijnen wordt getoond.
RijstatusTijdens het rijden met
constante snelheidTijdens het rijden met
volgafstandregeling
Display
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 18 of 29

Tijdens het rijden
17 Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Instellen van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld
door het indrukken van de schakelaar. De afstand-tussen-voertuigen kan
ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden, kort en extreem korte afstand.
Indikatie op
display
Lang
(ongeveer 50 m)
Midden
(ongeveer 40 m)
Kort
(ongeveer 30 m)
Buitengewoon
kort
(ongeveer 25 m)
Wijzig de ingestelde rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid met behulp van de SET + / SET - schakelaar
Houd de SET + of SET - schakelaar ingedrukt om de ingestelde rijsnelheid in
stappen van 10 km/h af te stellen.
De ingestelde rijsnelheid kan ook afgesteld worden in stappen van 1 km/h
(Europese modellen) of 5 km/h (Behalve Europese modellen) door het indrukken
en onmiddellijk loslaten van de SET + of SET - schakelaar.
Accelereren met behulp van het gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET + of SET - schakelaar bij de gewenste snelheid
in en laat deze los. Als een schakelaar niet gebruikt kan worden, keert het systeem
terug naar de ingestelde snelheid wanneer u uw voet van het gaspedaal afhaalt.
Waarschuwing voor korte volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig snel nadert omdat het
voertuig plotseling afremt terwijl u met volgafstandregeling
rijdt, wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en wordt de
remwaarschuwing aangegeven in de display.
Controleer altijd de veiligheid van de omgeving en trap het
rempedaal in terwijl u een veilige afstand ten opzichte van het
voorliggende voertuig aanhoudt. Houd ook altijd een veiliger
afstand aan ten opzichte van achteropkomende voertuigen.
Richtlijn voor
afstand-tussen-voertuigen
(bij een rijsnelheid van
80 km/h)
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 19 of 29

18
Tijdens het rijden
“Laat” functie “Vroeg” functie
Rijstrookassistent
Het systeem van de rijstrookassistent waarschuwt de bestuurder dat de auto niet
binnen zijn rijstrook wordt gehouden en biedt assistentie bij de besturing om de
bestuurder te helpen binnen de rijstrook te blijven.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Rijstrookassistent”.
De stuurwielbediening van de rijstrookassistent heeft “Laat” en “Vroeg” functies
voor instelling van het tijdstip van de besturingsassistentie en de instelling kan
gewijzigd worden. Details worden beschreven in Veranderen van de instelling
(Gebruikersinstellingen) in de betreffende tekst.
Vertrouw niet blindelings op de rijstrookassistent:
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
WAARSCHUWING
• De rijstrookassistent is niet een automatisch besturingsysteem.
• De detectiecapaciteit van de rijstrookassistent is beperkt. Blijf altijd uw
baan aanhouden met behulp van het stuurwiel en rijd voorzichtig.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de rijstrookassistent niet naar verwachting functioneert,
afhankelijk van hoe goed het systeem de witte (gele) rijstrookstrepen of de
wegomstandigheden kan bespeuren, echter dit betekent niet dat er een probleem
is met het systeem.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Inschakelen van het systeem
1. Druk op de rijstrookassistentschakelaar. De rijstrookassistentindikatie (standby)
wordt zichtbaar in de multi-informatiedisplay.
OPMERKING
Als de instelling voor besturingsassistentie is uitgeschakeld, wordt
de rijstrookassistentindikatie (standby) niet aangegeven.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 20 of 29

Tijdens het rijden
19 Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Rijstrookassistent”.
Rijstrookassistent
2. Rijd met het systeem op standby naar het midden van de rijstrook.
3. Het systeem zal beginnen te functioneren wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan.
Overige situaties worden beschreven in de betreffende tekst.
• De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
• Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen.
• Als het systeem enkel een witte (gele) rijstrookstreep aan de linker of rechter
zijde kan bespeuren, zal het systeem niet functioneren als de auto aan de zijde
die niet bespeurd kan worden over de rijstrookstreep gaat en wordt er geen
waarschuwing geactiveerd. Het systeem zal enkel functioneren als de auto over
een rijstrookstreep gaat aan de zijde die bespeurd kan worden en zal enkel in dit
geval de waarschuwing activeren.
• Als u uw handen van het stuurwiel afneemt (het stuurwiel niet vasthoudt),
wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en wordt een alarmmelding
aangegeven in de multi-informatiedisplay.
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent overgaat van de standby naar de bedrijfsklaar
toestand, worden de rijstrookstrepen aangegeven op de rijstrookassistentdisplay en
verandert enkel de kleur van de rijstrookstreep aan de zijde die bespeurd wordt.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 24 of 29

Tijdens het rijden
23 Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)”.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
OPMERKING
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet
onder de volgende omstandigheden:
• Als er de kans bestaat van het botsen tegen enkel een deel van het
voorliggende voertuig.
Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt 4-wielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor de volgende objecten bespeurt, bepaalt dat
deze obstakels zijn en dat het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
geactiveerd wordt.
• Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en
sneeuwbanken).
Als er de kans bestaat op een botsing met een voorliggend
voertuig of obstakel, klinkt er onafgebroken een pieptoon en
wordt een waarschuwing aangegeven op de display.
Waarschuwing voor botsing
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
• De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.
• Het rempedaal, stuurwiel, de keuzehendel of een richtingaanwijzer wordt
bediend.
• Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om
een hoek of het maken van een bocht.
• Bij het rijden over een smalle brug, onder een lage doorgang of door een
tunnel, door een smalle poort, of het binnenrijden van een ondergrondse
parkeergarage.
• Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.
• Tweewielige voertuigen, zoals motorfietsen en fietsen, voetgangers, bomen.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 25 of 29

24
Tijdens het rijden
Accelerator AANAccu
Elektrische stroom
Elektrische componentenMotorcomponentenVoertuigsystemen:Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Variabele
spanning
dynamo Motor
BandCondensatorDC-DC
omzetter
Elektrische componentenMotorcomponentenVoertuigsystemen:Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Accelerator UIT
EnergieregeneratieLadenAccuElektrische stroomMotor
Variabele
spanning
dynamo
Band
CondensatorDC-DC
omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
i-ELOOP systeem
Bij conventionele voertuigen komt de kinetische energie die gegenereerd wordt
wanneer het voertuig snelheid mindert door het in werking stellen van de remmen of
tijdens afremmen op de motor als hitte vrij. Door deze vrijkomende kinetische
energie om te zetten in elektriciteit en deze te gebruiken voor de aandrijving van de
apparatuur en accessoires van het voertuig zoals de airconditioning en de
audio-installatie, kan het brandstofverbruik teruggebracht worden. Mazda's systeem
voor het genereren van elektriciteit uit deze kinetische energie wordt het Regeneratief
Remsysteem (i-ELOOP) genoemd.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ELOOP”.
De regeneratiestatus van het i-ELOOP systeem wordt getoond op de audiodisplay.
Indikatie op display
Bedrijfstoestanddisplay
Bedrijfstoestand
Toont het niveau van de elektriciteit die
opgewekt wordt door regeneratief remmen.
Toont de hoeveelheid elektriciteit die
opgeslagen is in de condensator.
Toont de status van de elektriciteit die wordt
opgeslagen in de condensator en geleverd
wordt aan de elektrische apparatuur (op de
display wordt tegelijkertijd de gehele auto
verlicht weergegeven).
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page 26 of 29

25
Tijdens het rijden
X merkteken Vol Laag
Dieseldeeltjesfilter
Het dieseldeeltjesfilter verzamelt en verwijdert de meeste deeltjes (PM) in de
uitlaatgassen van een dieselmotor.
Inspecteer het motoroliepeil regelmatig (alvorens in de auto te stappen). Als bij het
inspecteren van de motorolie het motoroliepeil dichtbij of hoger is dan het “X”
merkteken op de peilstok, de motorolie verversen.
Telkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de
auto zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindikatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ELOOP”, “Bandenspanningcontrolesysteem”,
“Dieseldeeltjesfilter” of Hoofdstuk 6, “Zelf uit te voeren onderhoud”.
Het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) controleert de bandenspanning van
alle vier wielen. Als de bandenspanning van één of meerdere banden te laag is,
waarschuwt het systeem de bestuurder door middel van het waarschuwingslampje
van het bandenspanningcontrolesysteem in de instrumentengroep en een pieptoon.
In onderstaande gevallen dient het initialiseren van het systeem uitgevoerd te
worden om het systeem normaal te laten functioneren.
• De bandenspanning wordt afgesteld.
• De banden worden onderling uitgewisseld.
• Een band of wiel wordt vernieuwd.
• De accu is vernieuwd of volledig uitgeput.
• Het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem brandt.
Bandenspanningcontrolesysteem
Zie voor het terugstellen van de motorstuureenheid de procedure voor het
terugstellen van de motorstuureenheid of neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
i-ELOOP laaddisplay
Als er met de auto wordt gereden terwijl
“i-ELOOP laadt op” wordt getoond, klinkt er een
pieptoon. Let er op dat het bericht niet langer
getoond wordt alvorens te gaan rijden.
%:A&8&0.A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD

Page:   1-10 11-20 next >