MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 781 of 805

qZekeringen
Zie Zekeringen op pagina 6-68.
qRemmen
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur, als u
informatie nodig heeft betreffende de slijtagelimiet-specificaties voor de remschijfplaten en
de meetmethode. De informatie is vrij beschikbaar gesteld.
Technische gegevens
9-13

Page 782 of 805

Gebruikersinstellingen
De volgende gebruikersinstellingen kunnen ingesteld of gewijzigd worden door een officiële Mazda reparateur.
Raadpleeg een officiële Mazda reparateur voor details.
Sommige van de gebruikersinstellingen kunnen ook door de klant gewijzigd worden, afhankelijk van de instelling.
Gebruikersinstellingen die gewijzigd kunnen worden verschillen afhankelijk van de bestemming en de specificatie.
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van het middendisplayscherm.Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van de schakelaars van het voertuig.Instellingen kunnen gewijzigd worden door een officiële Mazda reparateur.
9-14
Gebruikersinstellingen

Page 783 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
Veiligheid
Stadsver-
keer-remas-
sistent
(SCBS)
Zie
Stadsver-
keer-remas-
sistent
[Vooruit]
(SCBS F) op
pagina
4-199.
Zie
Stadsver-
keer-remas-
sistent
[Achteruit]
(SCBS R)
op pagina
4-205.Het systeem kan zodanig
gewijzigd worden dat de
Stadsverkeer-remassistent
(SCBS) niet functioneert.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.
Zie
Stadsver-
keer-re-
massistent
[Vooruit]
(SCBS F)
op pagina
4-199.
Zie
Stadsver-
keer-re-
massistent
[Achter-
uit]
(SCBS R)
op pagina
4-205.―
Smart Brake
Support
remhulpsys-
teem (SBS)
Zie Smart
Brake
Support
remhulpsys-
teem (SBS)
op pagina
4-211.Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat het Smart
Brake Support remhulpsysteem
(SBS) niet functioneert.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De afstand waarbij de
botsingwaarschuwing wordt
geactiveerd kan worden
veranderd.VlakbijVlakbij/
Ve rZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het volume van de
botsingwaarschuwing kan
veranderd worden.HoogHoog/
Laag/UitZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-15

Page 784 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
Veiligheid
Rijstrookaf-
wijkingwaar-
schuwings-
systeem
(LDWS)
Zie
Rijstrookaf-
wijkingwaar-
schuwings-
systeem
(LDWS) op
pagina
4-149.Het waarschuwingsgeluid voor
het
rijstrookafwijkingwaarschu-
wingssysteem (LDWS) kan
veranderd worden.
*2
RibbelPieptoon/
Ribbel
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het volume van het
waarschuwingsgeluid
voor het
rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem
(LDWS) kan veranderd
worden.Ribbel LaagHoog/
Midden/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
PieptoonLaagHoog/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De gevoeligheid van de
waarschuwing voor het
rijstrookafwijkingwaarschu-
wingssysteem (LDWS) kan
veranderd worden.MediumVaak/
Medium/
ZeldzamZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het tijdstip van de
waarschuwing waarop het
rijstrookafwijkingwaarschu-
wingssysteem (LDWS) bepaalt
dat de auto van zijn rijstrook
afwijkt kan veranderd worden.AdaptiefAdaptief/
Vroeg/
Medium/
Laat
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
9-16
Gebruikersinstellingen

Page 785 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
VeiligheidRijstrookassistent
Zie
Rijstrookas-
sistent op
pagina
4-185.Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat de
besturingsassistentie niet werkt.Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Wan-
neer de
bestu-
ringsas-
sisten-
tie is
inge-
scha-
keldHet tijdstip van de
waarschuwing waarop
de rijstrookassistent
bepaalt dat de auto van
zijn rijstrook afwijkt
kan worden gewijzigd.LaatVroeg/
Laat
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De gevoeligheid van
de besturingsassistentie
voor de
rijstrookassistent kan
worden gewijzigd.HoogHoog/
Medium/
LaagZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het systeem kan
zodanig worden
gewijzigd dat de
rijstrookassistentwaar-
schuwing niet wordt
geactiveerd.Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Wan-
neer de
bestu-
ringsas-
sisten-
tie is
uitge-
scha-
keldHet tijdstip van de
waarschuwing waarop
de rijstrookassistent
bepaalt dat de auto van
zijn rijstrook afwijkt
kan worden gewijzigd.LaatAdaptief/
Vroeg/
Medium/
Laat
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De gevoeligheid van
de waarschuwing voor
de rijstrookassistent
kan worden gewijzigd.MediumVaak/
Medium/
ZeldzamZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het type
rijstrookassistentwaarschuwing
kan gewijzigd worden.TrillingTrilling/
Pieptoon/
RibbelZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-17

Page 786 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
VeiligheidRijstrookassistent
Zie
Rijstrookas-
sistent op
pagina
4-185.De intensiteit/volume
van de waarschuwing
van de
rijstrookassistent kan
gewijzigd worden.Trilling LaagHoog/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
PieptoonLaagHoog/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Ribbel LaagHoog/
Midden/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Dodehoek-
monitorsys-
teem (BSM)
Zie
Dodehoek-
monitorsys-
teem (BSM)
op pagina
4-155.Het volume van de
dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer kan
gewijzigd worden.
*3HoogHoog/
Laag/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Afstandher-
kenning-
hulpsysteem
(DRSS)
Zie
Afstandher-
kenning-
hulpsysteem
(DRSS) op
pagina
4-162.Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat het
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) niet functioneert.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De afstand waarbij de
voorliggend voertuig indikator
in de display knippert kan
gewijzigd worden.VlakbijVer/
Medium/
VlakbijZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
9-18
Gebruikersinstellingen

Page 787 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
VeiligheidVermoeidheids-
waarschuwing
Zie
Vermoei-
dheidswaar-
schuwing op
pagina
4-166.Het systeem kan zodanig
gewijzigd worden dat de
vermoeidheidswaarschuwing
niet werkt.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
AutoCentrale
portierver-
grendeling
Zie
Automati-
sche
vergrendel-/
ontgrendel-
functie op
pagina 3-19.Verandert de instelling van de
automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctie
voor alle portieren
overeenkomstig de rijsnelheid,
de stroomvoorzieningstoestand
van de auto en de stand van de
keuzehendel.Dicht:
Rijden
Open:
Contact
aanVergrende-
len: rijden
Ongrende-
len:
parkeren/
Dicht: uit
P-stand.
Open: In
P-stand/
Slot: Van
de
parkeer-
stand
zetten/
Dicht:
Rijden
Open:
Contact
aan/Ver-
grendelen:
Tijdens
het
rijden/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.
Zie
Automati-
sche
vergren-
del-/ont-
grendel-
functie op
pagina
3-19.
Afstandbe-
diende
portierver-
grendeling
Zie
Afstandbe-
diende
portierver-
grendeling
op pagina
3-4.De tijd die nodig is om de
portieren automatisch opnieuw
te laten vergrendelen nadat deze
met de zender zijn ontgrendeld
kan gewijzigd worden.
30 seconden90 seconden/
60 seconden/
30 seconden
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-19

Page 788 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
AutoGeavanceerd
afstandbe-
diend
portierver-
grendelings-
systeem
Zie
Geavanceer-
de
afstandbe-
diende
portierver-
grendeling
op pagina
3-10.Het volume van de
antwoord-terug
pieptoon tijdens het
gebruik van het
geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelings-
systeem kan veranderd
worden.
Europese
modellenUit
Hoog/
Medium/
Laag/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.
Zie voor
Vergrende-
len,
ontgrende-
len met de
verzoek-
schakelaar
(Met ge-
avanceer-
de afstand-
bediende
portierver-
grende-
lingsfunc-
tie) op
pagina
3-16.
Behalve
Europese
modellenMedium
De functie die de portieren
automatisch vergrendelt
wanneer u de auto verlaat
terwijl u de sleutel bij u draagt
kan veranderd worden.Uit Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De tijd die nodig is om de
portieren automatisch opnieuw
te laten vergrendelen nadat deze
met de
verzoekschakelaar/zender zijn
ontgrendeld kan gewijzigd
worden.
30 seconden90 seconden/
60 seconden/
30 seconden
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
InstapverlichtingZie
Instapver-
lichtingssys-
teem op
pagina
5-162.De tijd die nodig is voor het
automatisch uitschakelen van de
interieurverlichting kan
gewijzigd worden
(voorkomt het uitgeput raken
van de accu wanneer een portier
open staat/niet goed gesloten
is).
30 minuten60 minuten/
30 minuten/
10 minuten
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De tijd die nodig is voor het
automatisch uitschakelen van de
interieurverlichting nadat alle
portieren gesloten zijn kan
gewijzigd worden.
15 seconden60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 seconden
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
9-20
Gebruikersinstellingen

Page 789 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
AutoAutomati-
sche
ruitenwisser-
regeling
Zie
Voorruiten-
wissers en
ruitensproei-
er op pagina
4-103.De regelfunctie van de
automatische ruitenwisser kan
veranderd worden.Aan Aan/Uit
*4Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
DagverlichtingZie
Dagverlich-
ting op
pagina 4-97.De functie van de
dagverlichting kan veranderd
worden.Aan Aan/Uit――
Automati-
sche
verlichtings-
regeling
Zie
Koplampen
op pagina
4-91.De aan/uit gevoeligheid van de
koplampverlichting kan
gewijzigd worden op basis van
de lichtheid/donkerte van de
omgeving.MediumLicht/
Half licht/
Medium/
Half don./
Donker
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Koplampre-
gelsysteem
(HBC)
Zie
Koplampre-
gelsysteem
(HBC) op
pagina
4-142.De functie van het
koplampregelsysteem (HBC)
kan veranderd worden.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Adaptieve
LED
koplampen
Zie
Adaptieve
LED
koplampen
op pagina
4-145.De functie van de adaptieve
LED koplampen kan gewijzigd
worden.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-21

Page 790 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
AutoAanpasbaar
voorverlich-
tingssysteem
(AFS)
Zie
Aanpasbaar
voorverlich-
tingssysteem
(AFS) op
pagina
4-141.De functie van het aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS)
kan gewijzigd worden.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Waarschu-
wing voor
niet-uitge-
schakelde
verlichting
Zie
Waarschu-
wing voor
niet-uitge-
schakelde
verlichting
op pagina
7-52.Het volume van het
waarschuwingsalarm voor
niet-uitgeschakelde verlichting
kan gewijzigd worden.HoogHoog/
Laag/
Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Thuiskomstver-
lichtingsysteem
Zie
Thuiskomst-
verlichting-
systeem op
pagina 4-96.De tijd die nodig is voor het
uitschakelen van de koplampen
nadat alle portieren gesloten
zijn kan gewijzigd worden.30 seconden
120 seconden/90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Vertrekverlichting-
systeem
Zie
Vertrekver-
lichtingsys-
teem op
pagina 4-96.De functie van het
vertrekverlichtingsys-
teem kan gewijzigd
worden.
Europese
modellenAan
Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Behalve
Europese
modellenUit
9-22
Gebruikersinstellingen

Page:   < prev 1-10 ... 741-750 751-760 761-770 771-780 781-790 791-800 801-810 next >