all MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 352 of 875

â–¼,QVWHOOHQYDQKHWV\VWHHP
05&&PHW6WRS *RIXQFWLHIXQFWLRQHHUWZDQQHHUDDQDOOHYROJHQGHYRRUZDDUGHQLV
YROGDDQ
•'HULMVQHOKHLGLVDOVYROJW
• (XURSHHVPRGHO
2QJHYHHUNPKWRWNPK
• %HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
2QJHYHHUNPKWRWNPK
•05&&PHW6WRS *RIXQFWLHLVLQJHVFKDNHOG
•+HWUHPSHGDDOLVQLHWLQJHGUXNW
•'HKDQGUHPZRUGWYULMJH]HW LQGLFDWLHODPSMHHOHNWULVFKHSDUNHHUUHP (3% JDDWXLW 
•(ULVJHHQSUREOHHPPHWGH'6&
•$OOHSRUWLHUHQ]LMQJHVORWHQ
•'HYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHULVYDVWJHPDDNW
•'HNHX]HKHQGHOVWDDWLQGHVWDQG ' RIGHVWDQGKDQGPDWLJ 0  KDQGPDWLJHIXQFWLH 
OPMERKING
•In de volgende gevallen wordt het MRCC systeem met Stop & Go-functie geannuleerd
wanneer de auto met een snelheid van 30 km/h of lager rijdt en in de
multi-informatiedisplay “Mazda Radar Cruise Control uitgeschakeld onder 30 km/h”
wordt weergegeven.
•De vooruitrijcamera (FSC) kan doelobjecten niet detecteren (er is een probleem met de
vooruitrijcamera (FSC) of de voorruit is vuil).
•Er is een probleem met de in-stilstandpositie-houden regeling.
•Er is een probleem met de elektrische handrem (EPB).
•Het is wellicht niet mogelijk MRCC met Stop & Go-functie direct na het starten van de
motor in te stellen terwijl de werking van de DSC wordt gecontroleerd.
•(Met selectief katalytisch reductiesysteem (SCR))
Het is niet mogelijk het MRCC systeem met Stop & Go-functie in te stellen wanneer de
rijsnelheden door het Selectief katalytisch reductiesysteem (SCR) wordt beperkt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 360 of 875

â–¼.UXLVVQHOKHLGVUHJHODDUIXQFWLH
7HUZLMOGH]HIXQFWLHLQZHUNLQJLVZRUGW
GHYROJDIVWDQGUHJHOLQJXLWJHVFKDNHOGHQ
ZHUNWDOOHHQGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDUIXQFWLH
'HULMVQHOKHLGNDQRSKRJHUGDQRQJHYHHU
NPKZRUGHQLQJHVWHOG
*HEUXLNGHNUXLVVQHOKHLGVUHJHODDUIXQFWLH
RSVQHOZHJHQHQRYHULJHDXWRZHJHQ
ZDDUELMQLHWYHHOKHUKDDOGHDFFHOHUDWLHHQ
VQHOKHLGVPLQGHULQJYHUHLVWLV
:$$56&+8:,1*
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie
niet in de volgende locaties:
Anders kan dit een ongeluk tot gevolg
hebben.
¾Wegen met scherpe bochten en met druk
verkeer waar er onvoldoende ruimte is
tussen de voertuigen. (Rijden onder deze
omstandigheden met gebruik van de
kruissnelheidsregelaarfunctie is niet
mogelijk)
¾Steile afdalingen (het is mogelijk dat de
ingestelde snelheid wordt overschreden
omdat niet voldoende op de motor kan
worden afgeremd)
¾Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw
bedekte wegen (de banden kunnen gaan
slippen waardoor u de macht over het
stuur kunt verliezen).
Rijd altijd voorzichtig:
De waarschuwingen en remregeling zullen
na het uitschakelen van de
volgafstandregeling niet functioneren en
het systeem wordt overgeschakeld naar
alleen de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Trap het rempedaal in om snelheid te
minderen overeenkomstig de
verkeerssituatie en houd een veiliger
afstand aan ten opzichte van uw
voorligger en rijd altijd voorzichtig.
2YHUVFKDNHOHQQDDUGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDUIXQFWLH
:DQQHHUGH02'(VFKDNHODDUZRUGW
LQJHGUXNWWRWGDWKHWV\VWHHPRYHUVFKDNHOW
QDDUGHKRRIGLQGLFDWLHYDQGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDU ZLW WHUZLMO05&&
PHW6WRS *RIXQFWLHLVLQJHVFKDNHOG
VFKDNHOWKHWV\VWHHPRYHUQDDUGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDUIXQFWLH
:DQQHHUKHWV\VWHHPRYHUVFKDNHOWQDDUGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDUIXQFWLHVWHOWGH
LQGLFDWRUHQPXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\GH
EHVWXXUGHUDOVYROJWRSGHKRRJWH
•'HLQVWHOLQGLFDWLH JURHQ YDQ05&&
PHW6WRS *RIXQFWLHRIGH
KRRIGLQGLFDWLH ZLW YDQ05&&PHW
6WRS *RIXQFWLHJDDWXLWHQGH
KRRIGLQGLFDWLHYDQGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDU ZLW OLFKWRS
•(UYHUVFKLMQWHHQEHULFKWLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 364 of 875

:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op het LAS en LDWS systeem:
¾Het LAS en LDWS systeem is geen automatisch rijsysteem. Daarnaast is het systeem niet
bedoeld ter compensatie van onvoorzichtig rijgedrag van de bestuurder en kan blindelings
vertrouwen op het systeem ongelukken veroorzaken.
¾De detectiemogelijkheid van het LAS en LDWS systeem is beperkt. Blijf altijd uw baan
aanhouden met behulp van het stuurwiel en rijd voorzichtig.
Gebruik het LAS en LDWS systeem niet in de volgende gevallen:
De kans bestaat dat het systeem niet adequaat reageert op de werkelijke rijomstandigheden,
waardoor ongelukken veroorzaakt kunnen worden.
¾Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
¾Bij het rijden onder slechte weersomstandigheden (regen, mist en sneeuw).
¾Gladde wegen, zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen.
¾Wegen met druk verkeer en onvoldoende afstand tussen voertuigen.
¾Wegen met geen witte (gele) rijstrookstrepen.
¾Wegversmallingen als gevolg van wegwerkzaamheden of afgesloten rijstroken.
¾Bij het rijden op een tijdelijke rijstrook of een weggedeelte met een afgesloten rijstrook als
gevolg van wegwerkzaamheden waar mogelijk meerdere witte (gele) rijstrookstrepen zijn
of waar deze zijn onderbroken.
¾Auto rijdt op andere wegen dan snelwegen of hoofdwegen.
¾Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.
¾Wanneer banden van een andere dan de voorgeschreven maat worden gebruikt, zoals een
noodreservewiel.
23*(/(7
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht zodat het LAS en LDWS systeem normaal
kan functioneren.
¾Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen.
¾Gebruik altijd velgen van het voorgeschreven type en formaat voor de voor- en
achterwielen. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur, voor het vervangen van de banden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 366 of 875

•Wanneer de verlichting van de koplampen afgezwakt is als gevolg van verontreiniging
of afwijking van de optische as.
•Wanneer de voorruit verontreinigd of beslagen is.
•De voorruit, camera is beslagen (waterdruppels).
•Wanneer achterverlichting vanaf het wegdek reflecteert.
•Wanneer het wegdek nat en glimmend is na regen, of als er plassen op de weg zijn.
•Wanneer een schaduw van de vangrail parallel aan een witte (gele) rijstrookstreep op
de weg valt.
•De breedte van de rijstrook is smal of breed.
•Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
•Wanneer de weg buitengewoon oneffen is.
•Wanneer de auto schokt na een hobbel in de weg.
•Wanneer er twee of meer naast elkaar gelegen witte (gele) rijstrookstrepen zijn.
•Wanneer er wegmarkeringen of rijstrookmarkeringen van diverse vormen zijn in de
buurt van een kruising.
â–¼*HEUXLNYDQKHWV\VWHHP
&RQWUROHHURIKHW/$6HQ/':62))
LQGLFDWLHODPSMHLQGHLQVWUXPHQWHQJURHS
XLWLV:DQQHHUKHW/$6HQ/':62))
LQGLFDWLHODPSMHJDDWEUDQGHQGH
VFKDNHODDULQGUXNNHQHQFRQWUROHUHQRIKHW
LQGLFDWLHODPSMHXLWJDDW
'HLQGLFDWLH ZLW YDQKHW/$6HQ/':6
V\VWHHPZRUGWZHHUJHJHYHQLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQKHWV\VWHHP
JDDWRYHURSVWDQGE\
\(W
5LMGPHWKHWV\VWHHPRSVWDQGE\QDDUKHW
PLGGHQYDQGHULMVWURRN:DQQHHUDDQDOOH
RQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQLVYROGDDQ
ZRUGWGHLQGLFDWLHYDQKHW/$6HQ/':6
V\VWHHP JURHQ ZHHUJHJHYHQLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQZRUGWKHW
V\VWHHPEHGULMIVNODDU
\(Groen\)
•:DQQHHUGHPRWRUGUDDLW
•'HULMVQHOKHLGLVRQJHYHHUNPKRI
KRJHU
•+HWV\VWHHPEHVSHXUWZLWWH JHOH
ULMVWURRNVWUHSHQDDQ]RZHOGHOLQNHUDOV
GHUHFKWHU]LMGH
•'HEHVWXXUGHUEHGLHQWKHWVWXXUZLHO
•'HULMVWURRNLVQLHWVPDORIEUHHG

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 367 of 875

OPMERKING
De indicatie van het LAS en LDWS
systeem is wit wanneer het systeem enkel
een witte (gele) streep aan de linker- of
rechterzijde bespeurt; de indicatie
verandert naar groen wanneer het systeem
witte (gele) strepen aan zowel de linker-
als de rechterzijde bespeurt.
B
linkB
link
\(W
+HW/$6HQ/':6V\VWHHPJDDWLQGH
YROJHQGHJHYDOOHQRYHUQDDU
VWDQGE\VWDWXV
•+HWV\VWHHPNDQGHZLWWH JHOH
ULMVWURRNVWUHSHQQLHWEHVSHXUHQ
•'HULMVQHOKHLGLVPLQGHUGDQRQJHYHHU
NPK
•+HW$%67&6LVLQEHGULMI
•+HW7&6LVXLWJHVFKDNHOG
$OVKHW7&6ZRUGWXLWJHVFKDNHOG
WHUZLMOKHWV\VWHHPRSHUDWLRQHHOLV
NOLQNWHUHHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUHQ
JDDWKHWV\VWHHPRYHUQDDUGH
VWDQGE\VWDWXV
•'HDXWRPDDNWHHQVFKHUSHERFKW
•+HWUHPSHGDDOLVLQJHGUXNW
•+HWVWXXUZLHOZRUGWDEUXSWJHGUDDLG
•:DQQHHUGHULMVWURRNEXLWHQJHZRRQ
VPDORIEUHHGLV
OPMERKING
•(Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Laat”)
•Het LAS en LDWS systeem
functioneert niet totdat het systeem
witte (gele) rijstrookstrepen aan de
linker of rechterzijde bespeurt.
•Wanneer het systeem een witte (gele)
rijstrookstreep enkel aan één zijde
bespeurt, zal het systeem de
besturingsassistentie en de
waarschuwing niet activeren voor de
rijstrookstreep aan de zijde die niet
bespeurd wordt. De
besturingsassistentie en de
waarschuwing zijn enkel voor de
rijstrookafwijking aan de zijde die
bespeurd wordt.
•(Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Vroeg”)
•Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Vroeg”, functioneert het LAS en
LDWS systeem niet totdat het systeem
links en rechts witte (gele)
rijstrookstrepen bespeurt. Het tijdstip
van de besturingsassistentie werkt
alleen onder de “Laat” conditie
wanneer het systeem een witte (gele)
rijstrookstreep aan de linker- of de
rechterzijde bespeurt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 385 of 875

23*(/(7
Schakel in de volgende gevallen het systeem uit om abusievelijk functioneren te voorkomen:
¾De auto wordt gesleept of sleept een ander voertuig.
¾De auto staat op een rollenbank.
¾Bij het rijden op slechte wegen of op plaatsen met dicht gras of off-road.
Zie Stopzetten van de werking van de geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced
SCBS) op pagina 4-211 voor het uitschakelen van het Advanced SCBS-systeem.
OPMERKING
•Het Advanced SCBS-systeem functioneert onder de volgende omstandigheden.
•Wanneer de motor draait.
•Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) brandt niet.
•(Object is voorliggend voertuig)
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 4 en 80 km/h.
•(Object is een voetganger)
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 10 en 80 km/h.
•Het Advanced SCBS-systeem wordt niet uitgeschakeld.
•Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat het Advanced SCBS-systeem niet
normaal functioneert:
•Het Advanced SCBS-systeem zal niet functioneren als de bestuurder opzettelijk gebruik
maakt van de rijbedieningsorganen (gaspedaal en stuurwiel).
•Als er de kans bestaat op gedeeltelijk contact met een voorliggend voertuig.
•Bij het rijden op een glad wegdek, zoals op natte wegen of met sneeuw of ijzel overdekte
wegen.
•Het remvermogen wordt nadelig beïnvloed als gevolg van lage temperaturen of natte
remmen.
•De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.
•Het gaspedaal ingetrapt wordt.
•Het rempedaal is ingedrukt.
•Het stuurwiel gedraaid wordt.
•De keuzehendel bediend wordt.
•In de volgende gevallen kan het Advanced SCBS-systeem functioneren.
•Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.
•Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijstrook
passeren.
•Bij het rijden door een tolhek.
•Bij het rijden door lage of smalle poorten, autowasinstallaties of tunnels.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 389 of 875

23*(/(7
Schakel in de volgende gevallen het systeem uit om abusievelijk functioneren te voorkomen:
¾De auto wordt gesleept of sleept een ander voertuig.
¾De auto staat op een rollenbank.
¾Bij het rijden op slechte wegen of op plaatsen met dicht gras of off-road.
Raadpleeg Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) op
pagina 4-215 voor informatie over het uitschakelen van de stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F).
OPMERKING
•Het SCBS F systeem functioneert onder de volgende omstandigheden.
•Wanneer de motor draait.
•Het Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje (oranje) brandt niet.
•(Waarschuwing kop-staartbotsing)
De rijsnelheid is tussen ongeveer 4 en 80 km/h.
•(Rembesturing (stadsverkeer-remassistent (SCBS)))
De rijsnelheid is tussen ongeveer 4 en 30 km/h.
•Het SCBS F systeem wordt niet uitgeschakeld.
•Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat het SCBS F systeem niet normaal
functioneert:
•Het SCBS F systeem zal niet functioneren als de bestuurder opzettelijk gebruikmaakt
van de rijbedieningsorganen (gaspedaal en stuurwiel).
•Als er de kans bestaat op gedeeltelijk contact met een voorliggend voertuig.
•Bij het rijden op een glad wegdek, zoals op natte wegen of met sneeuw of ijzel overdekte
wegen.
•Het remvermogen wordt nadelig beïnvloed als gevolg van lage temperaturen of natte
remmen.
•De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.
•Het gaspedaal ingetrapt wordt.
•Het rempedaal is ingedrukt.
•Het stuurwiel gedraaid wordt.
•De keuzehendel bediend wordt.
•In de volgende gevallen bepaalt de vooruitrijcamera (FSC) dat er een voorliggend
voertuig is en is het mogelijk dat het SCBS F systeem in werking treedt.
•Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 390 of 875

•Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijstrook
passeren.
•Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.
•Bij het rijden door een tolhek.
•Bij het rijden door lage of smalle poorten, autowasinstallaties of tunnels.
•Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.
•2-wielers, voetgangers, dieren of bomen.
•Wanneer wordt gereden terwijl sommige van de banden buitengewoon versleten zijn.
•(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) tot stilstand wordt
gebracht en het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
â–¼,QGLFDWLHODPSMHYDQ
VWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
5RRG
$OVGHVWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW 6&%6
LQZHUNLQJLVJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH
URRG NQLSSHUHQ

â–¼:DDUVFKXZLQJYRRUERWVLQJ
$OVHUGHNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJPHW
HHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJNOLQNWHU
RQDIJHEURNHQHHQ]RHPWRRQHQZRUGWHHQ
ZDDUVFKXZLQJDDQJHJHYHQLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\RIGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
OPMERKING
De werkingsafstand en het volume van de
botsingwaarschuwing kan veranderd
worden. Zie Gebruikersinstellingen op
pagina 9-13.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 393 of 875

Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, bestaat de kans dat de SCBS R
niet juist functioneert omdat deze obstakels niet correct kan bespeuren.
Oefen geen grote kracht uit op de ultrasonische sensoren (achter):
Spuit bij het wassen van de auto geen water onder hoge druk tegen een ultrasonische sensor
(achter) en er niet met kracht over wrijven. Let er verder op bij het in- en uitladen van lading
niet met kracht tegen de achterbumper te stoten. Anders bestaat de kans dat de sensoren de
obstakels niet correct bespeuren, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R systeem niet
normaal functioneert of abusievelijk functioneert.
23*(/(7
¾Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of bladeren, wordt het aanbevolen het SCBS R
systeem uit te schakelen.
¾Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat en van hetzelfde merk, soort en
profielpatroon op alle 4 wielen. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Anders bestaat de kans dat het
SCBS R systeem niet normaal functioneert.
¾Als zich een laag ijs of sneeuw op de ultrasonische sensoren (achter) heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk van de omstandigheden obstakels niet correct kunnen
bespeuren. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat het systeem de regelingen niet correct
kan uitvoeren. Rijd altijd voorzichtig en let op de achterzijde van de auto.
OPMERKING
•De stand van de auto verandert afhankelijk van het gebruik van het gaspedaal, rempedaal
en stuurwiel, wat voor het systeem de herkenning van een obstakel kan bemoeilijken of
wat tot onnodige detectie kan leiden. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat de SCBS R
niet functioneert.
•Het SCBS R systeem functioneert onder de volgende omstandigheden.
•Wanneer de motor draait.
•De versnellingshendel (voertuig met handgeschakelde versnellingsbak) of keuzehendel
(voertuig met automatische transmissie) staat in de stand R (achteruit).
•“Storing in SCBS achteruit” wordt niet getoond in de multi-informatiedisplay.
•Bij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot 8 km/h.
•De SCBS R wordt niet uitgeschakeld.
•Het DSC systeem is niet defect.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 394 of 875

•De SCBS R functioneert met behulp van ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels
aan de achterzijde bespeuren door middel van het uitzenden van ultrasonische golven en
vervolgens de terugkerende golven die door de obstakels weerkaatst worden weer
opvangen.
•In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
•Lage obstakels, zoals lage muren of vrachtwagens met lage laadbakken.
•Hoge obstakels, zoals vrachtwagens met hoge laadbakken.
•Kleine obstakels.
•Dunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.
•Obstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.
•De buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet verticaal ten opzichte van de auto.
•Zachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.
•Onregelmatig gevormde obstakels.
•Obstakels die zich uiterst dichtbij bevinden.
•In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) obstakels niet correct
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
•Er zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).
•Het stuurwiel wordt scherp gedraaid, of het rem- of gaspedaal wordt bediend.
•Nabij een obstakel bevindt zich een ander obstakel.
•Tijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
•Hoge of lage vochtigheid.
•Hoge of lage temperaturen
•Harde wind.
•Het wegtraject is niet vlak.
•Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.
•Objecten zoals een draadloze antenne, mistlamp of verlichte kentekenplaat zijn in de
buurt van een ultrasonische sensor (achter) gemonteerd.
•De richting van een ultrasonische sensor (achter) wijkt af als gevolg van bijvoorbeeld
een botsing.
•De auto staat blootgesteld aan andere geluidsgolven, zoals die van de claxon,
motorgeluiden of de ultrasonische sensor van een ander voertuig.
•In de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter) iets
abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R
systeem in werking treedt.
•Rijden op een steile helling.
•Wielblokken.
•Hangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.
•Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 170 next >