MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 301 of 875

9RRUFDPHUD]LMFDPHUD
VDFKWHUXLWULMFDPHUD
'HYRRUFDPHUD]LMFDPHUD

Page 302 of 875

$DQSDVEDDU
YRRUYHUOLFKWLQJVV\VWHHP
$)6

+HWDDQSDVEDDUYRRUYHUOLFKWLQJVV\VWHHP
$)6 VWHOWGHOLFKWEXQGHOVYDQGH
NRSODPSHQDXWRPDWLVFKQDDUOLQNVRI
UHFKWVDILQVDPHQKDQJPHWGHEHGLHQLQJ
YDQKHWVWXXUZLHOQDGDWGHNRSODPSHQ]LMQ
LQJHVFKDNHOG
OPMERKING
•Koplampen die weggebruikers die
vanuit tegemoetkomende richting
naderen niet verblinden, ongeacht aan
welke kant van de weg u geacht wordt te
rijden (links of rechts verkeer). Het is
dus niet nodig de optische as van de
koplampen af te stellen wanneer u
tijdelijk naar rijden aan de andere kant
van de weg moet omschakelen (links of
rechts verkeer).
•De functie van het aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS) kan
overgeschakeld worden naar
geactiveerd/niet-geactiveerd met
gebruik van de
gebruikersinstellingenfunctie.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 303 of 875

.RSODPSUHJHOV\VWHHP +%&
+HW+%&EHSDDOWPHWEHKXOSYDQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& GHRPVWDQGLJKHGHQDDQGH
YRRU]LMGHYDQGHDXWRELMKHWULMGHQLQKHWGRQNHUHQVFKDNHOWKHWOLFKWYDQGHNRSODPSHQ
DXWRPDWLVFKRYHUWXVVHQJURRWOLFKWHQGLPOLFKW
=LH9RRUXLWULMFDPHUD )6& RSSDJLQD
%LMKHWULMGHQPHWHHQVQHOKHLGYDQRQJHYHHUNPKRIPHHUZRUGHQGHNRSODPSHQRS
JURRWOLFKWLQJHVWHOGZDQQHHUHUJHHQYRHUWXLJHQYyyUXULMGHQRIJHHQWHJHQOLJJHUVQDGHUHQ
+HWV\VWHHPVFKDNHOWLQGHYROJHQGHJHYDOOHQGHNRSODPSHQRYHURSGLPOLFKW
•+HWV\VWHHPEHVSHXUWHHQYRHUWXLJRIGHNRSODPSHQOLFKWHQYDQHHQYRHUWXLJGDWYDQXLW
WHJHQRYHUJHVWHOGHULFKWLQJQDGHUW
•%LMKHWULMGHQRSZHJHQPHWVWUDDWYHUOLFKWLQJRIRSZHJHQLQJRHGYHUOLFKWHVWHGHQHQ
GRUSHQ
•'HULMVQHOKHLGLVPLQGHUGDQRQJHYHHUNPK
Vooruitrijcamera
(FSC) De herkenningsafstand van de
vooruitrijcamera (FSC) varieert
afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
+HWZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDWEUDQGHQDOVKHWV\VWHHPGHIHFWLV
=LH³&RQWDFWRSQHPHQPHWHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUHQGHDXWRODWHQLQVSHFWHUHQ´RS
SDJLQD
23*(/(7
¾De hoogte van de auto niet afstellen, de koplampeenheden niet wijzigen en de camera niet
verwijderen, anders zal het systeem niet normaal functioneren.
¾Vertrouw niet uitsluitend en alleen op het HBC en rijd met voldoende aandacht voor de
veiligheid. Schakel de koplampen indien nodig handmatig over tussen grootlicht en
dimlicht.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 304 of 875

OPMERKING
Het moment waarbij het systeem de koplampen overschakelt verandert onder de volgende
omstandigheden. Als het systeem de koplampen niet juist overschakelt, handmatig tussen
grootlicht en dimlicht overschakelen, overeenkomstig het zicht en de
verkeersomstandigheden.
•Wanneer er lichtbronnen in het gebied zijn, zoals straatlantaarns, verlichte aanwijsborden
en verkeerslichten.
•Wanneer er lichtweerkaatsende voorwerpen in de omgeving zijn, zoals lichtweerkaatsende
platen en borden.
•Wanneer het zicht verminderd is tijdens regen, sneeuw of mist.
•Bij het rijden op wegen met scherpe bochten of in heuvelachtig gebied.
•Wanneer de koplampen/achterlichten van voertuigen vóór u of op de tegenovergestelde
rijstrook niet duidelijk zichtbaar of onverlicht zijn.
•Wanneer het onvoldoende donker is, zoals bij zonsopgang of schemering.
•Wanneer de bagageruimte beladen is met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
•Wanneer het zicht verminderd is doordat spatwater van de banden van een voertuig vóór
u op uw voorruit terechtkomt.
▼*HEUXLNYDQKHWV\VWHHP
+HW+%&VFKDNHOWKHWOLFKWYDQGH
NRSODPSHQDXWRPDWLVFKRYHUWXVVHQ
JURRWOLFKWHQGLPOLFKWQDGDWKHWFRQWDFWRS
21LVJH]HWHQGHNRSODPSVFKDNHODDULQ
GHVWDQG$872HQJURRWOLFKWVWDDW
+HW+%&EHSDDOWGDWKHWEXLWHQGRQNHULV
RSEDVLVYDQGHKHOGHUKHLGYDQGH
RPJHYLQJ7HJHOLMNHUWLMGJDDWKHW+%&
LQGLFDWLHODPSMH JURHQ LQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSEUDQGHQ

+HW+%&EHSDDOWGDWKHWEXLWHQGRQNHULV
RSEDVLVYDQGHKHOGHUKHLGYDQGH
RPJHYLQJ
OPMERKING
•Bij een rijsnelheid van ongeveer 30
km/h of meer, worden de koplampen
automatisch op grootlicht ingesteld
wanneer er geen voertuigen vóór u
rijden of geen tegenliggers naderen.
Wanneer de rijsnelheid minder dan
ongeveer 20 km/h is, schakelt het HBC
de koplampen over op dimlicht.
•Het is mogelijk dat bij het maken van
een bocht het dimlicht niet naar
grootlicht overschakelt.
•De werking van het HBC kan
uitgeschakeld worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-13.
▼+DQGPDWLJRYHUVFKDNHOHQ
2YHUVFKDNHOHQQDDUGLPOLFKW
=HWGHKHQGHOLQGHVWDQGYRRUGLPOLFKW
+HW+%&LQGLFDWLHODPSMH JURHQ JDDWXLW
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 305 of 875

2YHUVFKDNHOHQQDDUJURRWOLFKW
'UDDLGHNRSODPSVFKDNHODDUQDDUGHVWDQG

+HW+%&LQGLFDWLHODPSMH JURHQ JDDWXLW
HQ
JDDWEUDQGHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 306 of 875

$GDSWLHYH/('NRSODPSHQ $/+
'H$/+]LMQHHQV\VWHHPGDWJHEUXLNPDDNWYDQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& RPWLMGHQVKHW
ULMGHQLQKHWGRQNHUGHVLWXDWLHYDQHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJRIYDQHHQYRHUWXLJGDWXLW
WHJHQRYHUJHVWHOGHULFKWLQJQDGHUWWHEHSDOHQHQKHWYHUOLFKWLQJVEHUHLNYDQGHNRSODPSHQKHW
YHUOLFKWLQJVJHELHGRIGHYHUOLFKWLQJVKHOGHUKHLGDXWRPDWLVFKRYHUVFKDNHOW
=LH9RRUXLWULMFDPHUD )6& RSSDJLQD
+HWJURRWOLFKWHQGLPOLFKWYDQGH$/+ZRUGHQYRRUHHQRSWLPDDO]LFKWYDQGHEHVWXXUGHU
DOVYROJWRSWLPDDOJHUHJHOG]RQGHUYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJHQRIYRHUWXLJHQGLHXLW
WHJHQRYHUJHVWHOGHULFKWLQJQDGHUHQWHYHUEOLQGHQ
1LHWYHUEOLQGHQGJURRWOLFKW
'H]HIXQFWLHGLPWHQNHOGHEXQGHOJURRWOLFKWGLHRSKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJVFKLMQW
%LMKHWULMGHQPHWHHQVQHOKHLGYDQRQJHYHHUNPKRIKRJHUZRUGWKHWJURRWOLFKWJHGLPG
:DQQHHUGHULMVQHOKHLGPLQGHULVGDQRQJHYHHUNPKZRUGHQGHNRSODPSHQRSGLPOLFKW
RYHUJHVFKDNHOG
OPMERKING
Wanneer het grootlicht is ingeschakeld gaat het grootlichtindicatielampje branden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 307 of 875

*URRWKRHNGLPOLFKW
'H]HIXQFWLHYHUJURRWKHWYHUOLFKWLQJVEHUHLNYDQGHOLFKWEXQGHOYDQKHWGLPOLFKWELMKHW
ULMGHQPHWHHQVQHOKHLGYDQPLQGHUGDQRQJHYHHUNPK
6QHOZHJVWDQG
'H]HIXQFWLHYHUSODDWVWGHYHUOLFKWLQJVKRHNYDQGHOLFKWEXQGHOYDQGHNRSODPSHQRPKRRJ
ELMKHWULMGHQRSVQHOZHJHQ
'HDIVWDQGZDDURYHUGH$/+REMHFWHQNXQQHQKHUNHQQHQYDULHHUWDIKDQNHOLMNYDQGH
RPJHYLQJVRPVWDQGLJKHGHQ
23*(/(7
¾Breng geen wijziging aan de wielophanging of koplampeenheden aan en verwijder de
camera niet. Anders bestaat de kans dat de ALH niet normaal functioneren.
¾Vertrouw niet uitsluitend op de ALH en rijd met voldoende aandacht voor de veiligheid.
Schakel de koplampen indien nodig handmatig over tussen grootlicht en dimlicht.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de ALH onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt. Schakel
handmatig over tussen grootlicht en dimlicht al naargelang het zicht en de weg- en
verkeerssituatie.
•Wanneer er andere lichtbronnen in het gebied zijn, zoals straatlantaarns, verlichte
aanwijsborden en verkeerslichten.
•Wanneer er lichtweerkaatsende voorwerpen in de omgeving zijn, zoals lichtweerkaatsende
platen en borden.
•Wanneer het zicht verminderd is tijdens regen, sneeuw of mist.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 308 of 875

•Bij het rijden op wegen met scherpe bochten of golvingen.
•Wanneer de koplampen/achterlichten van voorliggende voertuigen of van voertuigen op
de tegenovergestelde rijbaan niet duidelijk zichtbaar of onverlicht zijn.
•Wanneer het onvoldoende donker is, zoals bij zonsopgang of schemering.
•Wanneer de bagageruimte beladen is met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
•Wanneer het zicht verminderd is doordat spatwater van de banden van een voorliggend
voertuig op uw voorruit terechtkomt.
▼*HEUXLNYDQKHWV\VWHHP
+HWV\VWHHPVFKDNHOWGHNRSODPSHQRYHU
QDDUJURRWOLFKWQDGDWKHWFRQWDFWRS21LV
JH]HWHQGHNRSODPSVFKDNHODDULQGHVWDQG
VWDDW7HJHOLMNHUWLMGJDDWKHW$/+
LQGLFDWLHODPSMH JURHQ LQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSEUDQGHQ
'H$/+EHSDOHQGDWKHWEXLWHQGRQNHULV
RSEDVLVYDQGHKHOGHUKHLGYDQGH
RPJHYLQJ
+HWV\VWHHPZRUGWXLWJHVFKDNHOGZDQQHHU
GHNRSODPSVFKDNHODDULQHHQDQGHUHVWDQG
GDQ
JH]HWZRUGWGHNRSODPSHQ
KDQGPDWLJRSGLPOLFKWZRUGHQ
RYHUJHVFKDNHOGRIPHWJURRWOLFKWHHQ
NQLSSHUOLFKWVLJQDDOJHJHYHQZRUGW
OPMERKING
Het systeem kan zodanig worden gewijzigd
dat de ALH niet werken.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-
13.
▼+DQGPDWLJRYHUVFKDNHOHQ
2YHUVFKDNHOHQQDDUGLPOLFKW
=HWGHKHQGHOLQGHVWDQGYRRUGLPOLFKW
+HW$/+LQGLFDWLHODPSMH JURHQ JDDWXLW
2YHUVFKDNHOHQQDDUJURRWOLFKW
'UDDLGHNRSODPSVFKDNHODDUQDDUGHVWDQG

+HW$/+LQGLFDWLHODPSMH JURHQ JDDWXLW
HQ
JDDWEUDQGHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 309 of 875

'RGHKRHNPRQLWRU %60
'H%60LVEHGRHOGRPGHEHVWXXUGHUWHKHOSHQELMKHWFRQWUROHUHQYDQKHWJHELHGDDQGH
DFKWHU]LMGHYDQGHDXWRDDQEHLGHNDQWHQWLMGHQVKHWZLVVHOHQYDQULMVWURRNGRRUGH
EHVWXXUGHUWHDWWHQGHUHQRSGHDDQZH]LJKHLGYDQYRHUWXLJHQGLHRSHHQQDDVWJHOHJHQ
ULMVWURRNYDQDFKWHUHQQDGHUHQ
'H%60GHWHFWHHUWYRHUWXLJHQGLHYDQDFKWHUHQQDGHUHQELMKHWULMGHQLQYRRUZDDUWVH
ULFKWLQJPHWHHQVQHOKHLGYDQNPKRIKRJHUHQDWWHQGHHUWGHEHVWXXUGHUGRRUKHW
RSOLFKWHQYDQKHW%60ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHHQKHWZHHUJHYHQYDQKHW
YRHUWXLJGHWHFWLHVFKHUP YRHUWXLJHQPHWPXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQ$FWLYH'ULYLQJ
'LVSOD\ 
$OVGHULFKWLQJDDQZLM]HUKHQGHOZRUGWEHGLHQGYRRUKHWDDQJHYHQYDQHHQ
ULMVWURRNYHUDQGHULQJLQGHULFKWLQJZDDULQKHW%60ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHRSOLFKW
HQKHWQDGHUHQGHYRHUWXLJZRUGWJHGHWHFWHHUGDWWHQGHHUWGH%60GHEHVWXXUGHURSHHQ
PRJHOLMNJHYDDUGRRUKHWRSOLFKWHQYDQKHW%60ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHKHW
DFWLYHUHQYDQHHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLGHQGHZHHUJDYHYDQHHQZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHRS
KHWVFKHUP YRHUWXLJHQPHWPXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQ$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\ 
+HWGHWHFWLHJHELHGYDQGLWV\VWHHPEHVODDWGHULMVWURNHQDDQEHLGH]LMGHQYDQGHDXWRHQ
YDQDIGHDFKWHU]LMGHYDQEHLGHYRRUSRUWLHUHQWRWRQJHYHHUPDFKWHUGHDXWR
Detectiegebieden Uw auto
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 310 of 875

:$$56&+8:,1*
Controleer altijd visueel de omgeving alvorens de rijstrookverandering daadwerkelijk uit te
voeren:
Het systeem is enkel bedoeld om bij het maken van een rijstrookverandering u te helpen op
achteropkomende voertuigen te controleren. Als gevolg van bepaalde beperkingen ten
aanzien van de werking van dit systeem, bestaat de kans dat het BSM
waarschuwingsindicatielampje, het waarschuwingsgeluid en de weergave van een
waarschuwingsindicatie op het scherm niet of met vertraging wordt geactiveerd, alhoewel er
zich een voertuig in de naastgelegen rijstrook bevindt. Neem het als bestuurder altijd tot uw
verantwoordelijkheid te controleren op achteropkomend verkeer.
OPMERKING
•De BSM functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
•Het contact op ON wordt gezet.
•Het BSM OFF indicatielampje in de instrumentengroep is uit.
•De rijsnelheid is ongeveer 30 km/h of hoger.
•De BSM zal onder de volgende omstandigheden niet functioneren.
•De rijsnelheid valt terug tot beneden ongeveer 25 km/h alhoewel het BSM OFF
indicatielampje uit is.
•De versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak)/keuzehendel (automatische
transmissie) wordt in stand R gezet en de auto rijdt achteruit.
•Bij een kleine draaicirkel (maken van een scherpe bocht, afslaan op kruisingen).
•In de volgende gevallen gaat het BSM OFF indicatielampje branden en wordt de werking
van het systeem stopgezet. Laat de auto zo spoedig mogelijk door een officiële
Mazda-reparateur inspecteren als het BSM OFF indicatielampje blijft branden.
•Er wordt een probleem in het systeem bespeurd, inclusief de BSM
waarschuwingsindicatielampjes.
•Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).
•Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper nabij
een radarsensor (achter). Verwijder alle sneeuw, ijs of modder van de achterbumper.
•Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
•De temperatuur in de buurt van de radarsensoren (achter) is buitengewoon hoog als
gevolg van het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
•De accuspanning is afgenomen.
•Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 880 next >