MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 401 of 875

Het beeldbereik van de camera’s en het detectiebereik van de sensoren zijn beperkt. De
diagonale lijnen aan de voor- en achterzijde van het beeld van de auto en de randen waar de
beelden van de camera’s samenkomen zijn blinde vlekken waar een obstakel bijvoorbeeld
mogelijk niet zichtbaar is. De verruimde voertuigbreedtelijnen en verwachte rijlijnen worden
alleen ter referentie gebruikt, en de beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke
omstandigheden.
23*(/(7
¾Gebruik de 360° rondomkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden.
¾Bij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.
¾Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.
¾De voorportieren of de achterklep zijn niet volledig gesloten.
¾Wanneer de auto op een helling staat.
¾De portierspiegels zijn ingeklapt.
¾Stoot niet met kracht tegen de voor-/achtercamera, voorbumper en portierspiegels. De
montagepositie of montagehoek van de camera kan daardoor verschuiven.
¾De camera’s hebben een waterdichte constructie. Demonteer, wijzig of verwijder de camera
niet.
¾De behuizing van de camera is van hard plastic, breng daarom geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings aan. Als een van dit soort middelen op de
behuizing komt, dit onmiddellijk met een zachte doek afvegen.
¾Veeg niet krachtig de lens van de camera en reinig deze niet met een schuurmiddel of harde
borstel. Anders kan de lens beschadigen en een negatieve invloed op de beelden hebben.
¾Raadpleeg een officiële Mazda reparateur voor reparatie, spuiten of vervangen van de
voor-/achtercamera, voorbumper en portierspiegels.
¾Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht zodat de 360° rondomkijkmonitor
normaal functioneert.
¾Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen.
¾Gebruik altijd velgen van het voorgeschreven type en formaat voor de voor- en
achterwielen. Raadpleeg voor het vervangen van de banden een officiële Mazda
reparateur.
¾Wanneer de display koud is, kunnen beelden strepen vertonen of kan het scherm donkerder
zijn dan normaal, waardoor de omgeving van de auto moeilijker te controleren is.
Inspecteer tijdens het rijden altijd visueel of de voorzijde en het gedeelte rondom de auto
veilig is.
¾De methode voor parkeren/stopzetten van de auto met behulp van de 360°
rondomkijkmonitor verschilt afhankelijk van de wegsituatie en de voertuigcondities.
Wanneer en hoe ver u het stuurwiel draait verschilt per situatie. Controleer daarom altijd de
omgeving van de auto rechtstreeks visueel bij gebruik van het systeem.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 402 of 875

Let er ook op voordat u het systeem gaat gebruiken dat er voldoende ruimte is om de auto
op de parkeer-/stopplaats te parkeren/stop te zetten.
OPMERKING
•Als waterdruppels, sneeuw of modder op de cameralens is terechtgekomen, dit afvegen
met behulp van een zachte doek. Als de cameralens bijzonder vuil is, deze afvegen met een
zacht schoonmaakmiddel.
•Als het gedeelte waar de camera is gemonteerd, zoals de achterklep of portierspiegels, bij
een botsing zijn beschadigd, bestaat de kans dat de camera (positie, montagehoek)
verschoven is. Raadpleeg voor het laten inspecteren van uw auto altijd een officiële
Mazda reparateur.
•Als de camera is blootgesteld aan grote temperatuurwisselingen, zoals bij het gieten van
warm water op de camera tijdens koud weer, bestaat de kans dat de 360°
rondomkijkmonitor niet normaal functioneert.
•Als de accuspanning laag is of de motor opnieuw gestart wordt door de i-stop functie, is
het scherm mogelijk tijdelijk moeilijk zichtbaar, dit duidt echter niet op een probleem.
•De 360° rondomkijkmonitor heeft beperkingen. Objecten onder de bumper of nabij beide
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
•Obstakels boven het beeldbereik van de camera worden niet weergegeven.
•Onder de volgende omstandigheden kan het scherm moeilijk zichtbaar zijn, dit duidt
echter niet op een defect.
•De temperatuur nabij de lens is hoog/laag.
•Regenweer, waterdruppels op de camera of hoge vochtigheid.
•Modder of vreemde bestanddelen nabij de camera.
•Extreem helder licht, zoals zonlicht of het licht van koplampen dat rechtstreeks op de
cameralens valt.
•Omdat de camera van de 360° rondomkijkmonitor gebruikmaakt van een speciale lens,
verschilt de afstand weergegeven op het scherm van de werkelijke afstand.
•Obstakels die worden weergegeven in het scherm kunnen anders worden voorgesteld dan
werkelijk het geval is. (Obstakels kunnen gevallen, groter of langer lijken dan werkelijk
het geval is.)
•Plak geen stickers op de camera of het gedeelte eromheen. Monteer bovendien geen
accessoires of een verlichte nummerplaat op het gedeelte rondom een camera. Anders
bestaat de kans dat de camera de omgevingsomstandigheden niet juist weergeeft.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 403 of 875

▼6RRUWHQYDQEHHOGHQGLHRSKHWVFKHUPZRUGHQZHHUJHJHYHQ
%RYHQDDQ]LFKWYRRUDDQ]LFKW
*HHIWKHWEHHOGZHHUYDQKHWJHGHHOWHURQGRPGHDXWRHQGHYRRU]LMGHYDQGHDXWR
V
B

*URRWKRHNYRRUDDQ]LFKW
7RRQWKHWEHHOGYDQKHWJHGHHOWHURQGRPGHDXWRHQGHYRRU]LMGHYDQGHDXWR
JURRWKRHNDDQ]LFKW 

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 404 of 875

=LMDDQ]LFKW
7RRQWKHWEHHOGYDQKHWJHGHHOWHURQGRPGHDXWRHQGHOLQNHUHQUHFKWHU]LMGHYDQGHDXWR

%RYHQDDQ]LFKWDFKWHUDDQ]LFKW
7RRQWKHWEHHOGYDQKHWJHGHHOWHURQGRPGHDXWRHQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWR
Achteraanzichtscherm
B

*URRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKW
7RRQWKHWEHHOGYDQKHWJHGHHOWHURQGRPGHDXWRHQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWR
JURRWKRHNDDQ]LFKW 
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 405 of 875

▼*HEUXLNYDQKHWV\VWHHP
%RYHQDDQ]LFKWYRRUDDQ]LFKWJURRWKRHNYRRUDDQ]LFKW]LMDDQ]LFKW
$DQGXLGLQJ
(UZRUGHQEHHOGHQRSKHWVFKHUPZHHUJHJHYHQZDQQHHUGH

Page 406 of 875

2YHUVFKDNHOHQYDQGHVFKHUPZHHUJDYH
7LMGHQVGHZHHUJDYHYDQKHWERYHQDDQ]LFKWYRRUDDQ]LFKWJURRWKRHNYRRUDDQ]LFKWRI
]LMDDQ]LFKWNDQKHWJHWRRQGHVFKHUPZRUGHQJHZLM]LJGGRRUKHWLQGUXNNHQYDQGH
FRPPDQGHUNQRSRIGRRUKHWDDQUDNHQYDQKHWFDPHUDRYHUVFKDNHOHQSLFWRJUDPRSKHW
VFKHUP
BCamera
pictogram
Gro
Zijaanzicht
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 407 of 875

OPMERKING
•Wanneer de versnellingshendel/keuzehendel in stand R staat, schakelt het getoonde
scherm niet over naar het bovenaanzicht/vooraanzicht, groothoekvooraanzicht of
zijaanzicht.
•Ook wanneer aan de displaycondities is voldaan, stopt de weergave van het
bovenaanzicht/vooraanzicht, groothoekvooraanzicht of zijaanzicht in de volgende
gevallen.
•Wanneer een schakelaar rondom de commanderknop wordt ingedrukt.
•(Handgeschakelde versnellingsbak)
De handrem is aangetrokken.
•(Automatische transmissie)
De keuzehendel wordt in stand P gezet (wordt getoond wanneer de keuzehendel in een
andere stand dan stand P staat).
•(Wordt getoond wanneer de rijsnelheid ongeveer 15 km/h of lager is)
•4 minuten en 30 seconden zijn verstreken.
•De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
•(Wordt getoond wanneer de rijsnelheid ongeveer 15 km/h of hoger is)
•De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger nadat acht seconden is verstreken sinds
de 360° rondomkijkmonitorschakelaar is ingedrukt.
•8 seconden na het bedienen van de 360° rondomkijkmonitorschakelaar zijn 4 minuten
en 22 seconden verstreken vanaf het moment dat de rijsnelheid minder was dan
ongeveer 15 km/h.
•De 360° rondomkijkmonitor toont het eerder weergegeven scherm.
•De instellingen van de 360° rondomkijkmonitor kunnen als volgt worden gewijzigd.
Zie “Gebruikersinstellingen” op pagina 9-13.
•Automatische weergave van de 360° rondomkijkmonitor wanneer de ultrasonische
sensor een obstakel bespeurt.
•Automatische weergave van de 360° rondomkijkmonitor wanneer het contact op ON
gezet wordt.
%RYHQDDQ]LFKWDFKWHUDDQ]LFKWHQJURRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKW
'HFRPELQDWLHYDQERYHQDDQ]LFKWDFKWHUDDQ]LFKWHQJURRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKWZRUGW
ZHHUJHJHYHQZDQQHHUDDQDOOHRQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQZRUGWYROGDDQ
•+HWFRQWDFWRS21ZRUGWJH]HW
•9HUVQHOOLQJVKHQGHONHX]HKHQGHOVWDDWLQVWDQG5
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 408 of 875

2YHUVFKDNHOHQYDQGHVFKHUPZHHUJDYH
7LMGHQVGHZHHUJDYHYDQKHWERYHQDDQ]LFKWDFKWHUDDQ]LFKWHQJURRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKWNDQ
KHWJHWRRQGHVFKHUPZRUGHQRYHUJHVFKDNHOGGRRUGHFRPPDQGHUNQRSLQWHGUXNNHQRIGRRU
KHWFDPHUDRYHUVFKDNHOHQSLFWRJUDPRSKHWVFKHUPDDQWHUDNHQ
B
Camera
pictogram
OPMERKING
•Het bovenaanzicht/achteraanzicht en groothoekachteraanzicht wordt automatisch
weergegeven wanneer de versnellingshendel/keuzehendel in stand R wordt gezet,
ongeacht of de 360° rondomkijkmonitorschakelaar aan of uit is.
•Voor het controleren van de voorzijde van de auto tijdens het file parkeren kan de
instelling worden gewijzigd voor het weergeven van het bovenaanzicht/vooraanzicht bij
het overschakelen vanuit achteruit naar een vooruitversnelling zonder gebruik van de
360° rondomkijkmonitorschakelaar.
Zie “Gebruikersinstellingen” op pagina 9-13.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 409 of 875

6FKHUPEHGLHQLQJSLFWRJUDP
:$$56&+8:,1*
Breng de auto altijd tot stilstand voordat u de beeldkwaliteit van de 360° rondomkijkmonitor
afstelt.
Stel de beeldkwaliteit van de 360° rondomkijkmonitor niet af tijdens het rijden. Als u tijdens
het rijden de beeldkwaliteit van de 360° rondomkijkmonitor afstelt (zoals helderheid,
contrast, toon en kleurdichtheid), kan dat tot ongelukken leiden.
\(Displa
:HHUJDYHSLFWRJUDP ,QKRXG
$DQ]LFKWVWDWXVSLFWRJUDP *HHIWDDQZHONEHHOGZRUGWZHHUJHJHYHQELMYRRUDDQ]LFKW
JURRWKRHNYRRUDDQ]LFKW]LMDDQ]LFKWDFKWHUDDQ]LFKWJURRWKRH
NDFKWHUDDQ]LFKW
3LFWRJUDPSDUNHHUVHQVRUVWDWXV *HHIWDDQGDWGHSDUNHHUVHQVRUHHQSUREOHHPKHHIWRIXLWJH
VFKDNHOGLV
3LFWRJUDPVWDWXVDFKWHUXLWULMZDDUVFKX
ZLQJVV\VWHHP 5&7$ *HHIWDDQGDWGHUDGDUVHQVRU DFKWHU HHQSUREOHHPKHHIWRI
XLWJHVFKDNHOGLV
&DPHUDRYHUVFKDNHOHQSLFWRJUDP 7HONHQVZDQQHHUKHWVFKHUPZRUGWDDQJHUDDNWVFKDNHOWKHW
VFKHUPRYHU
,QVWHOOLQJSLFWRJUDP 'HEHHOGNZDOLWHLWYRRUGH

Page 410 of 875

▼%RYHQDDQ]LFKWYRRUDDQ]LFKW
*HEUXLNELMKHWZHJULMGHQQDHHQVWRSXLWHHQSDUNHHUSODDWVRIYDQXLWVWLO]HWWHQKHW
ERYHQDDQ]LFKWYRRUDDQ]LFKWDOVKXOSELMKHWFRQWUROHUHQYDQGHYHLOLJKHLGYDQGHRPJHYLQJ
:HHUJDYHEHUHLN
(Werkelijke conditie)
(Schermdisplay)
Doelobject
OPMERKING
•In het bovenaanzichtscherm zijn de diagonale lijnen aan de voor- en achterzijde van het
beeld van de auto en de randen waar de beelden van de camera’s samenkomen blinde
vlekken.
•Omdat de beelden in het bovenaanzichtscherm op informatie van alle camera’s zijn
gebaseerd, kan dit het beeld in het bovenaanzichtscherm op de volgende manieren
beïnvloeden.
•Als een beeld met een object met een opvallende kleur door een van de camera’s wordt
gedetecteerd, kan dat invloed hebben op het gehele scherm waardoor het mogelijk in
die kleur wordt getoond.
•Obstakels die worden weergegeven in het vooraanzicht worden mogelijk niet getoond in
het bovenaanzichtscherm.
•Als de positie of hoek van elke camera verandert doordat de auto schuin staat, kan het
beeld vervormd zijn.
•Strepen op de weg kunnen bij de randen vervormen waar de beelden van de camera’s
samenkomen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 431-440 441-450 ... 880 next >