ESP MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 435 of 875

•De afstand tussen uw auto en het
voorliggende voertuig is
buitengewoon kort.
•Een voertuig komt plotseling dichtbij
zoals bij het snijden in de rijstrook.
•Gebruik om onjuiste werking van het
systeem te voorkomen banden van
dezelfde voorgeschreven maat,
fabrikant, merk en profiel op alle vier
wielen. Bovendien geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen of bandenspanningen
op dezelfde auto gebruiken (inclusief
het noodreservewiel).
•Als de accucapaciteit zwak is, bestaat
de kans dat het systeem niet correct
functioneert.
•Bij het rijden op wegen met weinig
verkeer en weinig voorliggende
voertuigen of obstakels voor de
radarsensor (voor) om te bespeuren,
bestaat de kans dat “Radar voor
geblokkeerd” tijdelijk wordt getoond.
Dit duidt echter niet op een probleem.
•De radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land
waarin met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 437 of 875

•Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
•Stilstaande objecten op of langs de weg, zoals kleine, tweewielige voertuigen, fietsen,
voetgangers, dieren en winkelwagens.
•Voertuigen met vormen die radargolven niet goed weerkaatsen, zoals lege opleggers
met een lage voertuighoogte en sportauto's.
•Bij het verlaten van de fabriek is bij alle voertuigen de richting van de radarsensoren
(achter) afgesteld voor een voertuig in beladen toestand, zodat de radarsensoren (achter)
naderende voertuigen correct kunnen bespeuren. Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur laten inspecteren als de richting
van de radarsensoren (achter) om een bepaalde reden is afgeweken.
•Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor
reparatie of vervanging van de radarsensoren (achter), of bumperreparaties,
lakherstellingen en vervanging van onderdelen in de buurt van de radarsensoren.
•Schakel het systeem uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals
een fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven die door de radar worden uitgezonden geblokkeerd raken waardoor het
systeem niet meer normaal zal functioneren.
•De radarsensoren zijn onderhevig aan de betreffende radiogolfbepalingen van het land
waarin met de auto wordt gereden. Als de auto in het buitenland wordt gebruikt, is er
mogelijk goedkeuring vereist van het land waarin met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 448 of 875

23*(/(7
¾Elke band, inclusief het reservewiel (indien voorzien), dient maandelijks in koude toestand
gecontroleerd te worden en op de bandenspanning gebracht te worden welke wordt
aanbevolen door de autofabrikant op het voertuiginformatieplaatje of
bandenspanningslabel. (Als uw auto banden van een verschillende maat heeft dan de
maat die op het voertuiginformatieplaatje of bandenspanningslabel staat aangegeven,
dient u de juiste bandenspanning voor deze banden te bepalen.)
Bij wijze van extra veiligheidsvoorziening is uw auto uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) dat een verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning laat branden wanneer de bandenspanning van één of meerdere van uw
banden beduidend laag is. Wanneer dus het verklikkerlichtje voor lage bandenspanning
gaat branden, dient u te stoppen en uw banden zo spoedig mogelijk te controleren en deze
op de juiste spanning te brengen. Rijden met een band waarvan de bandenspanning
beduidend laag is, kan oververhit raken van de band en bandenpech veroorzaken. Te lage
bandenspanning verhoogt ook het brandstofverbruik, leidt tot snellere slijtage van het
bandenprofiel en kan de bestuurbaarheid en remweg nadelig beïnvloeden.
Houd er rekening mee dat het TPMS systeem geen remedie biedt voor een onjuist
bandenonderhoud en het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder de juiste
bandenspanning te handhaven, ook als een te lage bandenspanning nog niet het niveau
heeft bereikt dat het TPMS verklikkerlichtje voor lage bandenspanning gaat branden.
Uw auto is ook uitgerust met een TPMS storingsindicator om aan te geven wanneer het
systeem niet correct functioneert.
De TPMS storingsindicator is gecombineerd met het verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning. Wanneer het systeem een storing bespeurt, gaat het verklikkerlichtje
gedurende ongeveer één minuut knipperen en blijft vervolgens continu branden. Deze
volgorde blijft voortduren telkens wanneer de auto opnieuw gestart wordt voor zolang als
de storing blijft bestaan. Wanneer de storingsindicator brandt, bestaat de kans dat het
systeem een lage bandenspanning niet zoals bedoeld kan opsporen of melden. Storingen in
het TPMS systeem kunnen zich voordoen om uiteenlopende redenen, zoals het vervangen
of verwisselen van banden of velgen op de auto welke verhinderen dat het TPMS systeem
juist kan functioneren. Controleer steeds de TPMS storingsindicator na het vervangen van
één of meer banden of velgen op uw auto om er zeker van te zijn dat na het vervangen of
verwisselen van banden en velgen het TPMS systeem juist blijft functioneren.
¾Om foutieve aflezingen te voorkomen neemt het systeem gedurende een korte tijd
steekproeven alvorens een probleem te melden. Als gevolg zal een band die snel leegloopt
of plotseling lek is geraakt niet onmiddellijk door het systeem gemeld worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP


Page 473 of 875

•Wanneer de auto buitengewoon scheef staat.
•Onder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.
•Wanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met gras
bedekte wegen wordt gereden.
•Alles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van een
andere auto, het motorgeluid van een motorfiets, het luchtremgeluid van een
vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
•Wanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden die
opspattend water veroorzaken.
•Wanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor
zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
•Wanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.
•Wanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt.
•Hindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Obstakels die lager zijn
dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel gedetecteerd maar
worden naarmate de auto deze dichter nadert niet meer gedetecteerd.
•Het is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet opgespoord worden:
•Dunne voorwerpen zoals kabel of touw
•Materialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuw
•Hoekvormige voorwerpen
•Bijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijde
•Kleine, korte voorwerpen
•Laat het systeem altijd inspecteren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur als de bumpers een schok of stoot hebben gekregen, ook bij
een klein ongeluk. Als de sensoren een afwijking hebben, kunnen ze hindernissen niet
opsporen.
•Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon niet werkt of als het
indicatielampje niet brandt wanneer de parkeerhulpsensorsschakelaar wordt
ingeschakeld. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur.
•Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon die een systeemstoring
aangeeft gehoord wordt en als het indicatielampje knippert. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur.
•Het is mogelijk dat de zoemer die een storing in het systeem aangeeft niet wordt gehoord
als de omgevingstemperatuur buitengewoon laag is, of als er zich modder, ijs of sneeuw
aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het
sensorgedeelte.
•Raadpleeg bij het monteren van een trekhaak een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP


Page 497 of 875

OPMERKING
•De airconditioning werkt wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt, ook als
de airco uit is.
•De A/C ECO functie is bedoeld voor een
energiebesparend gebruik van het
klimaatregelsysteem. “A/C ECO” wordt
getoond om aan te geven dat het
klimaatregelsysteem optimaal is
ingesteld.
•Wanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
/XFKWLQODDWNHX]HVFKDNHODDU
'HVWDQGHQYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW
RIUHFLUFXOHUHQGHOXFKWNXQQHQZRUGHQ
JHNR]HQ'UXNRSGHVFKDNHODDUYRRUKHW
NLH]HQYDQGHVWDQGYRRUDDQYRHUYDQ
EXLWHQOXFKWRIUHFLUFXOHUHQGHOXFKW
6WDQGYRRUUHFLUFXOHUHQGHOXFKW

'HDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKWLVDIJHVORWHQ
*HEUXLNGH]HVWDQGELMKHWULMGHQGRRU
WXQQHOVELMKHWULMGHQLQGUXNYHUNHHU
SODDWVHQPHWKRJHFRQFHQWUDWLHVYDQ
XLWODDWJDVVHQ RIZDQQHHUVQHOOHNRHOLQJ
JHZHQVWLV
6WDQGYRRUDDQYRHUYDQEXLWHQOXFKW


%XLWHQOXFKWZRUGWKHWLQWHULHXU
ELQQHQJHODWHQ*HEUXLNGH]HVWDQGYRRU
YHQWLODWLHRIRQWGRRLHQYDQGHYRRUUXLW
:$$56&+8:,1*
Bij koud of regenachtig weer de stand
niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk aangezien
dit het beslaan van de ruiten veroorzaakt.
Uw uitzicht wordt dan belemmerd,
hetgeen een ernstig ongeluk tot gevolg kan
hebben.
'8$/VFKDNHODDU
*HEUXLNGH'8$/VFKDNHODDUYRRUKHW
YHUDQGHUHQYDQGHPRGXVWXVVHQGH
LQGLYLGXHOH EHVWXXUGHUHQSDVVDJLHU
EHGLHQLQJVPRGXVHQGHJHNRSSHOGH
VLPXOWDQH PRGL
,QGLYLGXHOHEHGLHQLQJVPRGXV
LQGLFDWLHODPSMHEUDQGW
'HWHPSHUDWXXULQVWHOOLQJNDQYRRUGH
EHVWXXUGHUHQYRRUSDVVDJLHULQGLYLGXHHO
JHUHJHOGZRUGHQ
*HNRSSHOGHPRGXV LQGLFDWLHODPSMHLV
XLW
'HWHPSHUDWXXULQVWHOOLQJYRRUGH
EHVWXXUGHUHQYRRUSDVVDJLHUZRUGW
JHOLMNWLMGLJJHUHJHOG
9RRUUXLWRQWZDVHPLQJVVFKDNHODDU
'UXNRSGHVFKDNHODDUYRRUKHW
RQWZDVHPHQYDQGHYRRUUXLWHQGH
YRRUSRUWLHUUXLWHQ
=LH2QWGRRLHQHQRQWZDVHPHQYDQGH
YRRUUXLWRSSDJLQD
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 523 of 875

 'UXNYRRUKHWDQQXOHUHQYDQGH
ZHHUJDYHLQZLOOHNHXULJHYROJRUGHQD
VHFRQGHQQRJPDDOVRSGHWRHWV
$OEXPZLOOHNHXULJ
 'UXNRSGHZLOOHNHXULJHZHHUJDYHWRHWV
 WLMGHQVZHHUJDYHHQGUXN
YHUYROJHQVELQQHQVHFRQGHQ
QRJPDDOVRSGHWRHWVRPGHVSRUHQRS
GHL3RGLQZLOOHNHXULJHYROJRUGHZHHU
WHJHYHQ³$/%805'0´ZRUGW
JHWRRQG
ZRUGWJHWRRQGQDDVW5'0
DDQGHRQGHUNDQWYDQKHW
GLVSOD\JHGHHOWH 
 'UXNQRJPDDOVRSGHWRHWVRPGH
ZHHUJDYHLQZLOOHNHXULJHYROJRUGHXLW
WHVFKDNHOHQ
OPMERKING
Het spoornummer dat willekeurig wordt
afgespeeld is in de volgorde van de iPod
shuffletabel.
▼2YHUVFKDNHOHQYDQGHGLVSOD\
7HONHQVZDQQHHUWLMGHQVZHHUJDYHRSGH
WHNVWWRHWV  ZRUGWJHGUXNWYHUDQGHUWGH
LQIRUPDWLHGLHRSGHDXGLRGLVSOD\ZRUGW
JHWRRQGDOVYROJW
7R H W V,QIRUPDWLHGLHRSGH
DXGLRGLVSOD\ZRUGWJH
WRRQG
%HVWDQGVQXPPHU
9HUVWUHNHQWLMG
%HVWDQGVQXPPHU
&DWHJRULHQDDP
$UWLHVWQDDP
$OEXPQDDP
0X]LHNVWXNQDDP
OPMERKING
•De informatie (artiestnaam,
muzieknaam) wordt enkel getoond
wanneer de iPod informatie bevat die
getoond kan worden.
•Bepaalde tekens kunnen op deze
installatie niet getoond worden.
Niet-toonbare tekens worden
aangegeven door een sterretje (
).
'LVSOD\VFUROOHQ
OHWWHUWHNHQVNXQQHQJHOLMNWLMGLJZRUGHQ
JHWRRQG+RXGYRRUKHWWRQHQYDQGHUHVW
YDQGHOHWWHUWHNHQVYDQHHQODQJHWLWHOGH
WHNVWWRHWV  LQJHGUXNW'HGLVSOD\WRRQW
GHYROJHQGHOHWWHUWHNHQV+RXGGH
WHNVWWRHWV  QRJPDDOVLQJHGUXNWQDGDWGH
ODDWVWHOHWWHUWHNHQVJHWRRQG]LMQRP
WHUXJWHNHUHQQDDUKHWEHJLQYDQGHWLWHO
OPMERKING
Het aantal tekens dat getoond kan worden
is beperkt.
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
$XGLRVHW>7\SH$ QLHWDDQUDDNVFKHUP @


Page 560 of 875

3UREOHHP 2RU]DDN 2SORVVLQJVPHWKRGH
:RUGWQLHWDXWRPDWLVFKYHUERQGHQ
ZDQQHHUGHPRWRUJHVWDUWZRUGW'HSDULQJLQIRUPDWLHZRUGWELMJH
ZHUNWZDQQHHUKHWEHVWXULQJVV\V
WHHPYDQKHWDSSDUDDWZRUGWELMJH
ZHUNW9RHUSDULQJQRJPDDOVXLW

 ,QVWHOOLQJGLHGHDDQZH]LJKHLGRSVSRRUWYDQDSSDUDWXXUEXLWHQGH%OXHWRRWKŠHHQKHLG
OPMERKING
•Bij het updaten van het besturingssysteem van de apparatuur bestaat de kans dat de
paringinformatie gewist wordt. Herprogrammeer in dit geval de paringinformatie in de
Bluetooth
® eenheid.
•Als u uw telefoon koppelt die reeds in het verleden meerdere malen aan uw auto is
gekoppeld, dient u “Mazda” op uw mobiele apparaat te wissen. Voer vervolgens de
Bluetooth
® zoekprocedure nogmaals op uw mobiele apparaat uit en paar dit aan een
nieuw opgespoorde “Mazda”.
•Controleer alvorens u uw apparaat paart, dat Bluetooth® op zowel uw telefoon als op de
auto “AAN” zijn.
•Als met Bluetooth® uitgeruste apparatuur op de volgende plaatsen of omstandigheden
wordt gebruikt, is verbinding via Bluetooth
® wellicht niet mogelijk.
•Het apparaat bevindt zich op een plaats die verborgen is voor de eenheid, zoals achter
of onder een zitting of in de handschoenenkast.
•Het apparaat komt in contact met of wordt afgedekt door een metalen voorwerp of
behuizing.
•Het apparaat is ingesteld op de energiebesparingsmodus.
•Voor Bluetooth® handsfree en Bluetooth® audio kan diverse met Bluetooth® uitgeruste
apparatuur worden gebruikt. Bijvoorbeeld, apparaat A kan worden aangesloten als een
Bluetooth
® handsfree apparaat en apparaat B kan worden aangesloten als een
Bluetooth
® audio-apparaat. Echter als deze tegelijkertijd worden gebruikt, kan zich het
volgende voordoen.
•De Bluetooth® verbinding van het apparaat wordt verbroken.
•Er doet zich storing voor in de handsfree audio.
•Handsfree werkt langzaam.
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
$XGLRVHW>7\SH$ QLHWDDQUDDNVFKHUP @


Page 585 of 875

3LFWRJUDP )XQFWLH
*DDWYHUGHUQDDUKHWEHJLQYDQKHWYROJHQGHPX]LHNVWXN
/DQJLQGUXNNHQYRRUVQHOYRRUXLWVSRHOHQ
7RRQWGHJHOXLGVLQVWHOOLQJHQYRRUKHWDIVWHOOHQYDQKHWDXGLRNZDOLWHLWVQLYHDX
=LH9ROXPH'LVSOD\*HOXLGVUHJHODDUVRSSDJLQD
OPMERKING
•Als een bestandsnaam in het USB geheugen te lang is, kan dit bedieningsproblemen
veroorzaken zoals bijvoorbeeld dat nummers niet kunnen worden afgespeeld.
(Aanbevolen: Minder dan 80 tekens)
•De albumillustratie wordt mogelijk niet weergegeven. Dit hangt van de grootte van de
albumillustratie.
•Verplaats de schuifregelaar die de weergavetijd aangeeft om over te gaan naar de
gewenste locatie op het nummer.
•Het aanzicht van de pictogrammen voor herhalen en shuffle veranderen afhankelijk van
de soort bedieningsopdracht waarbij de functie wordt gebruikt.
&DWHJRULHOLMVW
6HOHFWHHUKHW
SLFWRJUDPYRRUKHWWRQHQYDQGHYROJHQGHFDWHJRULHOLMVW
6HOHFWHHUHHQJHZHQVWHFDWHJRULHHQLWHP
&DWHJRULH )XQFWLH
$IVSHHOOLMVW

7RRQWGHSOD\OLVWVRSKHWDSSDUDDW
$UWLHVW7RRQWGHDUWLHVWQDDPOLMVW
$OOHQXPPHUVRIGHQXPPHUVYDQHONDOEXPYDQGHJHVHOHFWHHUGHDUWLHVWNXQQHQZRUGHQ
DIJHVSHHOG
$OEXP 7RRQWGHDOEXPQDDPOLMVW
0X]LHN $OOHQXPPHUVLQKHWDSSDUDDWZRUGHQJHWRRQG
*HQUH7RRQWGHJHQUHOLMVW
$OOHQXPPHUVRIQXPPHUVSHUDOEXPRIDUWLHVWLQKHWJHVHOHFWHHUGHJHQUHNXQQHQZRUGHQ
DIJHVSHHOG
$XGLRERHN

7RRQWGHDXGLRERHNOLMVW
+RRIGVWXNNHQNXQQHQZRUGHQJHVHOHFWHHUGHQDIJHVSHHOG
3RGFDVW

7RRQWGH3RGFDVWOLMVW
(SLVRGHQNXQQHQZRUGHQJHVHOHFWHHUGHQDIJHVSHHOG
0DS

7RRQWGHOLMVWPHWPDSSHQEHVWDQGHQ

 3OD\OLVWPDSSHQYDQ$SSOHDSSDUDWXXUZRUGHQQLHWRQGHUVWHXQG

 $OOHHQ$SSOHDSSDUDWXXU

 $OOHHQ86%VWLFNVHQ86%$QGURLG

Page 586 of 875

9RRUEHHOGYDQJHEUXLN DIVSHOHQYDQ
DOOHQXPPHUVLQHHQ86%DSSDUDDW
0HWKRGH
 6HOHFWHHU
YRRUKHWWRQHQYDQGH
FDWHJRULHOLMVW
 6HOHFWHHU

$OOHQXPPHUVLQKHW86%DSSDUDDW
ZRUGHQJHWRRQG
 6HOHFWHHUHHQJHZHQVWQXPPHU
+HWJHVHOHFWHHUGHQXPPHUZRUGW
DIJHVSHHOG$OOHQXPPHUVLQKHW86%
DSSDUDDWNXQQHQZRUGHQDIJHVSHHOG
GRRUFRQWLQXHZHHUJDYH
OPMERKING
Alleen de nummers in de gewenste
categorie geselecteerd in stap 2 worden
afgespeeld.
0HWKRGH


 6HOHFWHHUYRRUKHWWRQHQYDQGH
FDWHJRULHOLMVW
 6HOHFWHHU

$OOHPDSSHQLQKHW86%DSSDUDDW
ZRUGHQJHWRRQG
 6HOHFWHHU

$OOHQXPPHUVLQKHW86%DSSDUDDW
ZRUGHQJHWRRQG
 6HOHFWHHUHHQJHZHQVWQXPPHU
+HWJHVHOHFWHHUGHQXPPHUZRUGW
DIJHVSHHOG$OOHQXPPHUVLQKHW86%
DSSDUDDWNXQQHQZRUGHQDIJHVSHHOG
GRRUFRQWLQXHZHHUJDYH

 .DQJHEUXLNWZRUGHQPHWEHKXOSYDQ
HHQ$QGURLG

Page 593 of 875

*HUHHGPDNHQYDQ
%OXHWRRWK
Š
▼.RSSHOHQYDQDSSDUDWXXU
9RRUKHWJHEUXLNYDQ%OXHWRRWKŠDXGLRHQ
KDQGVIUHHPRHWGHDSSDUDWXXUXLWJHUXVW
PHW%OXHWRRWK
ŠDDQGHKDQGYDQGH
YROJHQGHSURFHGXUHPHWGHHHQKHLG
JHSDDUGZRUGHQ0D[LPDDO]HYHQ
DSSDUDWHQ]RDOV%OXHWRRWK
Š
DXGLRDSSDUDWXXUHQKDQGVIUHHPRELHOH
WHOHIRRQVNXQQHQJHSDDUGZRUGHQ
OPMERKING
•Het is mogelijk dat het Bluetooth®
systeem gedurende 1 of 2 minuten nadat
het contact op ACC of ON is gezet niet
functioneert. Dit duidt echter niet op een
probleem. Controleer dat de Bluetooth
®
instelling op het apparaat in orde is en
probeer het Bluetooth
® apparaat vanaf
de auto opnieuw in te stellen als het
Bluetooth
® systeem na 1 of 2 minuten
niet automatisch verbinding maakt.
•Als met Bluetooth® uitgeruste
apparatuur op de volgende plaatsen of
omstandigheden wordt gebruikt, is
verbinding via Bluetooth
® wellicht niet
mogelijk.
•Het apparaat bevindt zich op een
plaats die verborgen is voor de
middendisplay, zoals achter of onder
een zitting of in de handschoenenkast.
•Het apparaat komt in contact met of
wordt afgedekt door een metalen
voorwerp of behuizing.
•Het apparaat is ingesteld op de
energiebesparingsmodus.
.RSSHOLQJVSURFHGXUH
 6HOHFWHHUKHWSLFWRJUDP
RSKHW
EHJLQVFKHUPYRRUKHWWRQHQYDQKHW
,QVWHOOLQJHQVFKHUP
 6HOHFWHHUKHWWDEEODG

 6HOHFWHHU

 6FKDNHOGH%OXHWRRWK
ŠLQVWHOOLQJLQ
 6HOHFWHHU
RPKHW
EHULFKWWHWRQHQHQRYHUWHVFKDNHOHQ
QDDUJHEUXLNYDQGHDSSDUDWXXU
 9RHUPHWEHKXOSYDQXZDSSDUDWXXU
HHQ]RHNRSGUDFKWYRRUKHW%OXHWRRWK
Š
DSSDUDDW UDQGDSSDUDWXXU XLW
 .LHV0D]GDXLWGHOLMVWPHWDSSDUDWXXU
GLHGRRUGHDSSDUDWXXUZRUGW
DIJH]RFKW
 $SSDUDDWPHW%OXHWRRWK
ŠYHUVLH

9RHUGHJHWRRQGHFLMIHULJH
NRSSHOFRGHRSGHDSSDUDWXXULQ
$SSDUDDWPHW%OXHWRRWK
ŠYHUVLH
RIKRJHU
&RQWUROHHUGDWGHJHWRRQGHFLMIHULJH
FRGHRSGHDXGLRLQVWDOODWLHRRNRSGH
DSSDUDWXXUZRUGWJHWRRQGHQUDDN
DDQ
$IKDQNHOLMNYDQKHWPRELHOHDSSDUDDW
LVKHWPRJHOLMNGDWWRHVWHPPLQJYRRU
YHUELQGLQJHQWHOHIRRQERHNWRHJDQJLV
YHUHLVW
 $OVKHWNRSSHOHQJHOXNWLVZRUGHQGH
IXQFWLHVYDQKHWDSSDUDDWGDW
DDQJHVORWHQLVRS%OXHWRRWK
ŠJHWRRQG
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
$XGLRVHW>7\SH% DDQUDDNVFKHUP @
  

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 next >