sensor MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 451 of 875

OPMERKING
•De ID signaalcode van de
bandenspanningsensor moet
geregistreerd worden wanneer een
nieuwe bandenspanningsensor wordt
aangeschaft. Raadpleeg een officiële
Mazda dealer voor de aanschaf van een
bandenspanningsensor en de registratie
van de ID signaalcode van de
bandenspanningsensor.
•Bij het opnieuw monteren van een
eerder uitgebouwde
bandenspanningsensor aan een velg, het
doorvoerbuisje (afdichting tussen het
ventielhuis/sensor en velg) van de
bandenspanningsensor vernieuwen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP


Page 459 of 875

OPMERKING
Wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) vanuit de stand achteruit (R) naar een andere stand van de
versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische
transmissie) wordt verplaatst, keert het scherm terug naar de voorgaande display.
▼:HHUJDYHEHUHLNRSKHWVFKHUP
'HEHHOGHQRSKHWVFKHUPNXQQHQDIZLMNHQYDQGHZHUNHOLMNHRPVWDQGLJKHGHQ
(Schermdisplay)
Sierstuk
Bumper
(Werkelijke aanzicht)
Voorwerp
Indicatie voor
obstakeldetectie in
parkeersensorsysteem
OPMERKING
•Het weergavebereik varieert afhankelijk van de auto en de wegsituatie.
•Het weergavebereik is beperkt. Voorwerpen onder de bumper of rondom de
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
•De afstand die verschijnt in het getoonde beeld is verschillend van de werkelijke afstand
omdat de achteruitkparkeercamera uitgerust is met een specifieke lens.
•Beelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
•Het is mogelijk dat bepaalde als optie op de auto gemonteerde accessoires door de
camera worden opgenomen. Monteer geen optionele onderdelen die het uitzicht van de
camera kunnen hinderen, zoals lichtgevende onderdelen of onderdelen gemaakt van
reflecterend materiaal.
•Onder de volgende omstandigheden is het mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar is,
echter dit duidt niet op een defect.
7LMGHQVKHWULMGHQ
$FKWHUXLWNLMNPRQLWRU


Page 472 of 875

3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP
'HSDUNHHUVHQVRUHQPDNHQJHEUXLNYDQXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQGLHREVWDNHOVURQGRPGHDXWR
RSVSRUHQELMKHWULMGHQPHWODJHVQHOKHGHQ]RDOVELMKHWSDUNHUHQLQHHQJDUDJHRIKHWILOH
SDUNHUHQHQGHEHVWXXUGHUZRUGWGRRUHHQ]RHPHUHQHHQGHWHFWLHLQGLFDWRUJHwQIRUPHHUG
RYHUGHDIVWDQG ELMEHQDGHULQJ YDQGHDXWRWRWGHRPOLJJHQGHKLQGHUQLV

Achterste hoeksensor
VAchterste sensor
V
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het parkeersensorsysteem en controleer tijdens het rijden steeds
visueel de veiligheid rondom uw auto:
Het systeem kan de bestuurder assisteren bij de besturing van de auto in voorwaartse en
achterwaartse richting tijdens het parkeren. Het detectiebereik van de sensoren is beperkt,
dus door tijdens het rijden enkel op het systeem te vertrouwen kunnen er ongelukken
veroorzaakt worden. Controleer tijdens het rijden steeds visueel de veiligheid rondom uw
auto.
OPMERKING
•Breng geen accessoires aan binnen het detectiebereik van de sensoren. Dit kan de werking
van het systeem hinderen.
•Afhankelijk van de soort hindernis en de omgevingscondities, kan het detectiebereik van
een sensor verminderd worden, of bestaat de kans dat de sensoren de hindernissen niet
kunnen opsporen.
•Het is mogelijk dat het systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt:
•Wanneer zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht (wanneer
dit wordt verwijderd, werkt het systeem weer normaal).
•Wanneer het sensorgedeelte is bevroren (wanneer het ijs ontdooid is, werkt het systeem
weer normaal).
•Wanneer de sensor met een hand wordt afgedekt.
•Wanneer de sensor aan een krachtige schok is blootgesteld.
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 473 of 875

•Wanneer de auto buitengewoon scheef staat.
•Onder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.
•Wanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met gras
bedekte wegen wordt gereden.
•Alles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van een
andere auto, het motorgeluid van een motorfiets, het luchtremgeluid van een
vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
•Wanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden die
opspattend water veroorzaken.
•Wanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor
zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
•Wanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.
•Wanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt.
•Hindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Obstakels die lager zijn
dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel gedetecteerd maar
worden naarmate de auto deze dichter nadert niet meer gedetecteerd.
•Het is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet opgespoord worden:
•Dunne voorwerpen zoals kabel of touw
•Materialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuw
•Hoekvormige voorwerpen
•Bijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijde
•Kleine, korte voorwerpen
•Laat het systeem altijd inspecteren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur als de bumpers een schok of stoot hebben gekregen, ook bij
een klein ongeluk. Als de sensoren een afwijking hebben, kunnen ze hindernissen niet
opsporen.
•Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon niet werkt of als het
indicatielampje niet brandt wanneer de parkeerhulpsensorsschakelaar wordt
ingeschakeld. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur.
•Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon die een systeemstoring
aangeeft gehoord wordt en als het indicatielampje knippert. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur.
•Het is mogelijk dat de zoemer die een storing in het systeem aangeeft niet wordt gehoord
als de omgevingstemperatuur buitengewoon laag is, of als er zich modder, ijs of sneeuw
aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het
sensorgedeelte.
•Raadpleeg bij het monteren van een trekhaak een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP


Page 476 of 875

▼*HEUXLNYDQKHWSDUNHHUKXOSVHQVRUV\VWHHP
:DQQHHUKHWFRQWDFWRS21VWDDWHQGHSDUNHHUVHQVRUVFKDNHODDUZRUGWLQJHGUXNWNOLQNWGH
]RHPHUHQJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMHEUDQGHQ
:DQQHHUGHSDUNHHUVHQVRULVJHDFWLYHHUGHQKHWFRQWDFWRS21ZRUGWJH]HWJDDWKHW
LQGLFDWLHODPSMHEUDQGHQ
'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPKHWV\VWHHPXLWWHVFKDNHOHQ
Indicatielampje
%HGLHQLQJVYRRUZDDUGHQ
+HWSDUNHHUVHQVRUV\VWHHPNDQZRUGHQJHEUXLNWZDQQHHUDDQDOOHRQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQ
LVYROGDDQ
•+HWFRQWDFWRS21ZRUGWJH]HW
•'HSDUNHHUVHQVRUVFKDNHODDULVDDQJH]HW
OPMERKING
•(Voertuig met automatische transmissie)
De detectieindicator en de zoemer van de voorste sensoren/voorste hoeksensoren werken
niet wanneer de keuzehendel in de stand P staat.
•Wanneer de handrem wordt aangetrokken, worden de detectieindicator en de zoemer niet
geactiveerd.
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP


Page 499 of 875

▼6HQVRUYRRUGHELQQHQWHPSHUDWXXU
]RQOLFKW
=RQOLFKWVHQVRU
3ODDWVJHHQYRRUZHUSHQRSGH
]RQOLFKWVHQVRU$QGHUVNDQGHDIVWHOOLQJ
YDQGHLQWHULHXUWHPSHUDWXXUQLHWFRUUHFW
ZRUGHQXLWJHYRHUG
Zonlichtsensor
,QWHULHXUWHPSHUDWXXUVHQVRU
'HLQWHULHXUWHPSHUDWXXUVHQVRUQLHW
DIGHNNHQ$QGHUVNDQGHDIVWHOOLQJYDQGH
LQWHULHXUWHPSHUDWXXUQLHWFRUUHFWZRUGHQ
XLWJHYRHUG
Interieurtemperatuursensor
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
.OLPDDWUHJHOV\VWHHP


Page 686 of 875

6PHULQJYDQGHFDUURVVHULH
$OOHEHZHJHQGHSXQWHQYDQGHFDUURVVHULH
]RDOVGHSRUWLHUPRWRUNDSHQ
NRIIHUGHNVHOVFKDUQLHUHQHQVORWHQPRHWHQ
JHVPHHUGZRUGHQWHONHQVZDQQHHUGH
PRWRUROLHZRUGWYHUYHUVW*HEUXLNELM
NRXGZHHUHHQQLHWEHYULH]HQG
VPHHUPLGGHORSGHVORWHQ

/HWHUELMKHWRSHQHQYDQGHSULPDLUH
YHUJUHQGHOLQJYDQGHPRWRUNDSRSGDWGH
VHFXQGDLUHYHUJUHQGHOLQJ GH
³YHLOLJKHLGVKDDN´ GHPRWRUNDSEHOHWRP
YDQ]HOIWHRSHQHQ
5XLWHQZLVVHUEODGHQ
23*(/(7
¾Het is gebleken dat een “hot wax”
behandeling, zoals in automatische
auto-was installaties een nadelige
invloed op de reinigende werking van de
ruitenwissers heeft.
¾Gebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische middelen
in de nabijheid van of op de
ruitenwisserbladen om beschadiging er
van te voorkomen.
¾Wanneer de ruitenwisserhendel in de
stand AUTO staat en het contact op ON
wordt gezet, is het mogelijk dat de
ruitenwissers in de volgende gevallen
automatisch in beweging gezet worden:
¾Als de voorruit boven de regensensor
wordt aangeraakt.
¾Als de voorruit boven de regensensor
met een doek wordt afgeveegd.
¾Als met een hand of ander voorwerp
tegen de voorruit wordt gestoten.
¾Als vanuit het interieur van de auto
met een hand of ander voorwerp tegen
de regensensor wordt gestoten.
Let er op dat uw handen of vingers niet
beklemd raken, aangezien dit letsel kan
veroorzaken of de ruitenwissers kan
beschadigen. Zorg er bij het wassen of
uitvoeren van onderhoud aan uw auto
voor dat de ruitenwisserhendel in de
stand OFF staat.
2QGHUKRXGHQYHU]RUJLQJ
=HOIXLWWHYRHUHQRQGHUKRXG


Page 719 of 875

•Lak die afgeschilferd is kan leiden tot
roestvorming op uw Mazda. Alvorens dit
gebeurt, de schade repareren met behulp
van Mazda bijwerklak overeenkomstig
de instructies in dit hoofdstuk. Wanneer
het betreffende gedeelte niet wordt
gerepareerd kan dit ernstige
roestvorming en dure reparaties tot
gevolg hebben.

9ROJELMJHEUXLNYDQHHQFKHPLVFK
UHLQLJLQJVPLGGHORISRHWVPLGGHODOOH
DDQZLM]LQJHQRSKHWHWLNHWHQGHFRQWDLQHU
/HHVDOOHZDDUVFKXZLQJHQHQ
YRRU]RUJVPDDWUHJHOHQ
▼2QGHUKRXGYDQGHODN
:DVVHQ
23*(/(7
¾Wanneer de ruitenwisserhendel in de
stand
staat en het contact op ON
wordt gezet, is het mogelijk dat de
ruitenwissers in de volgende gevallen
automatisch in beweging gezet worden:
¾Als de voorruit boven de regensensor
wordt aangeraakt of met een doek
wordt afgeveegd.
¾Als vanaf de buitenzijde of binnenzijde
van de auto met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
Houd handen en ruitenkrabbers uit de
buurt van de voorruit wanneer de
ruitenwisserhendel in de stand
staat en het contact op ON gezet is,
aangezien vingers beklemd kunnen
raken of de ruitenwissers en
wisserbladen beschadigd kunnen
worden wanneer de ruitenwissers
automatisch in werking gesteld worden.
Als u de voorruit gaat reinigen, er op
letten dat de ruitenwissers volledig zijn
uitgeschakeld (wanneer de kans het
grootst is dat de motor aan blijft) Šdit is
vooral belangrijk bij het verwijderen van
ijs en sneeuw.
¾Spuit geen water in de motorruimte.
Anders kan dit motorstartproblemen
veroorzaken of beschadiging van de
elektrische onderdelen.
¾Wees voorzichtig bij het wassen en in de
was zetten van het voertuig niet teveel
kracht uit te oefenen op één enkel deel
van het dak van het voertuig. Anders
bestaat de kans op indeuken.
2PGHODNODDJWHJHQDDQWDVWLQJHQ
URHVWYRUPLQJWHEHVFKHUPHQGLHQWXXZ
0D]GDUHJHOPDWLJ WHQPLQVWHppQPDDOSHU
PDDQG JURQGLJPHWODXZRINRXGZDWHUWH
ZDVVHQ

$OVGHDXWRRSGHYHUNHHUGHPDQLHUZRUGW
JHZDVVHQEHVWDDWGHNDQVRSKHWRQWVWDDQ
YDQNUDVVHQRSGHODNODDJ+LHUYROJHQ
HQNHOHYRRUEHHOGHQKRHNUDVVHQNXQQHQ
RQWVWDDQ

2QGHUKRXGHQYHU]RUJLQJ
9HU]RUJLQJYDQKHWXLWHUOLMN


Page 775 of 875

6LJQDDO :DDUVFKXZLQJ
2UDQMH
$GDSWLHYH/('NR
SODPSHQ $/+
ZDDUVFKXZLQJV
ODPSMH

$OVHUHHQVWRULQJLVLQKHWV\VWHHPEOLMIWKHWODPSMHEUDQGHQ/DDWXZDXWRELMHHQGHVNXQ
GLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
OPMERKING
Als het gezichtsveld van de vooruitrijcamera (FSC) beperkt is door slecht weer (zoals re-
gen, mist en sneeuw) en de voorruit vuil is, kan de waarschuwingsindicatie/het waarschu-
wingslampje van de adaptieve LED-koplampen (ALH) worden weergegeven/gaan bran-
den. Dit duidt echter niet op een probleem.
'RGHKRHNPRQLWRU
%60 ZDDUVFKX
ZLQJVLQGLFDWLH

'LWODPSMHJDDWEUDQGHQDOVHUHHQGHIHFWLVLQGHGRGHKRHNPRQLWRU %60 /DDWXZDXWR
GRRUHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig voertui-
gen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert. Dit duidt echter niet op
een defect.
'RGHKRHNPRQLWRU
%60 2))LQGLFD
WLHODPSMH

'HYROJHQGHJHYDOOHQNXQQHQGXLGHQRSHHQVWRULQJLQKHWV\VWHHP
/DDWXZDXWRELMHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXU
FRQWUROHUHQ
•+HWODPSMHJDDWQLHWEUDQGHQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS21ZRUGWJH]HW•+HWODPSMHEOLMIWEUDQGHQRRNZDQQHHUKHWGRGHKRHNPRQLWRUV\VWHHP %60 JHEUXLNW
NDQZRUGHQ
•+HWODPSMHJDDWWLMGHQVKHWULMGHQEUDQGHQ
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig voertui-
gen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert (de dodehoekmonitor
(BSM) OFF indicatielampje in de instrumentengroep gaat branden). Dit duidt echter niet
op een defect.
2UDQMH
:DDUVFKXZLQJVLQGL
FDWLHYHUPRHLGKHLG
EHVWXXUGHU '$$

+HWEHULFKWZRUGWJHWRRQGZDQQHHUHUHHQGHIHFWLVLQKHWV\VWHHP/DDWXZDXWRELMHHQ
GHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
2UDQMH
:DDUVFKXZLQJVLQGL
FDWLHYDQ0D]GD5D
GDU&UXLVH&RQWURO
05&& V\VWHHP

+HWEHULFKWZRUGWJHWRRQGZDQQHHUHUHHQGHIHFWLVLQKHWV\VWHHP/DDWXZDXWRELMHHQ
GHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 778 of 875

6LJQDDO :DDUVFKXZLQJ 7HQHPHQPDDWUHJHO
:DDUVFKXZLQJVODPSMH
YHLOLJKHLGVJRUGHO
YRRU]LWWLQJ +HWYHLOLJKHLGVJRUGHOZDDUVFKXZLQJVODPSMH
JDDWEUDQGHQDOVGHEHVWXXUGHUVVWRHORI
YRRUSDVVDJLHUV]LWWLQJEH]HWLVHQGHYHLOLJ
KHLGVJRUGHOQLHWYDVWJHPDDNWLVWHUZLMOKHW
FRQWDFWRS21VWDDW
$OVGHYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHU
RIGHYRRUSDVVDJLHUQLHWDDQJHJHVSWLV DO
OHHQZDQQHHUGHYRRUSDVVDJLHUV]LWWLQJEH]HW
LV HQGHVQHOKHLGYDQGHDXWRKRJHULVGDQ
RQJHYHHUNPKJDDWKHWZDDUVFKXZLQJV
ODPSMHNQLSSHUHQ1DHHQNRUWHWLMGVWRSW
KHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHPHWNQLSSHUHQ
PDDUEOLMIWEUDQGHQ$OVHHQYHLOLJKHLGVJRU
GHOQLHWDDQJHJHVSWEOLMIWJDDWKHWZDDU
VFKXZLQJVODPSMHRSQLHXZYRRUHHQEHSDDO
GHWLMGNQLSSHUHQ
OPMERKING
•Als de veiligheidsgordel van de bestuurder
of de voorpassagier niet aangegespt wordt
nadat het waarschuwingslampje is gaan
branden en de rijsnelheid hoger is dan 20
km/h, gaat het waarschuwingslampje op-
nieuw knipperen.
•Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de voorpassagierszitting kan de veilig-
heidsgordelwaarschuwingsfunctie van de
voorpassagierszitting geactiveerd worden,
afhankelijk van het gewicht van het voor-
werp.
•Geen extra zitkussen op de voorpassa-
gierszitting plaatsen en gebruiken om er
voor te zorgen dat de voorpassagierge-
wichtsensor juist kan functioneren. De
kans bestaat dat de sensor niet goed func-
tioneert omdat het extra zitkussen de werk-
ing van de sensor zou kunnen hinderen.
•Als een klein kind op de voorpassagierszit-
ting meerijdt, bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt.0DDNGHYHLOLJKHLGVJRUGHOVYDVW
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV


Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 next >