all MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 276 of 875

OPMERKING
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, werkt de
AUTOHOLD en blijven de remmen
geactiveerd.
•Het contact wordt op ON gezet (motor
draait of wordt gestopt door i-stop).
•De auto wordt stopgezet.
•Het rempedaal wordt ingetrapt.
•Het indicatielampje AUTOHOLD actief
gaat branden.
•Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
•De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
•Het bestuurdersportier is gesloten.
•Er is geen probleem met de
AUTOHOLD functie.
•De handrem is vrijgegeven.
•Er is geen probleem met de elektrische
handrem (EPB).
•(Voertuig met automatische
transmissie)
De keuzehendel staat in een andere
stand dan stand R, of de auto kantelt
naar voren met de keuzehendel in stand
R.
$872+2/'YULMJHYHQHQJDDQULMGHQ
$OVXHHQYDQGHYROJHQGHKDQGHOLQJHQ
XLWYRHUWRPULMGHQPHWGHDXWRWH
KHUYDWWHQZRUGHQGHUHPPHQDXWRPDWLVFK
YULMJH]HWHQJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH
$872+2/'DFWLHIXLW
• 9RHUWXLJPHWKDQGJHVFKDNHOGH
YHUVQHOOLQJVEDN
*HHIKHWNRSSHOLQJVSHGDDOYULMPHWGH
YHUVQHOOLQJVKHQGHOLQHHQDQGHUHVWDQG
GDQGHQHXWUDDOVWDQG
• 9RHUWXLJPHWDXWRPDWLVFKH
WUDQVPLVVLH
•+HWJDVSHGDDOLQJHWUDSWZRUGW
•'HDXWRNDQWHOWDFKWHUZDDUWVRIGH
NHX]HKHQGHOZRUGWYHUSODDWVWQDDUGH
VWDQG5RSHHQKRUL]RQWDOH
RQGHUJURQG
OPMERKING
•Als de schakelaar van de elektrische
handrem (EPB) wordt aangetrokken
terwijl de AUTOHOLD functie actief is,
wordt de handrem aangetrokken en de
AUTOHOLD functie vrijgegeven. Als de
handrem onder deze omstandigheden
wordt vrijgezet, houdt de AUTOHOLD
functie de remmen geactiveerd.
•Onder de volgende omstandigheden
wordt de handrem automatisch
aangetrokken en wordt de AUTOHOLD
functie vrijgegeven. De AUTOHOLD
functie wordt weer geactiveerd wanneer
de omstandigheden voorafgaand aan
vrijgave van de AUTOHOLD functie
weer van toepassing zijn.
•De veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgegespt.
•Het bestuurdersportier is open.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 277 of 875

•Wanneer ongeveer 10 minuten of meer
zijn verstreken sinds de AUTOHOLD
functie werd geactiveerd, wordt de
handrem automatisch aangetrokken.
Aangezien de AUTOHOLD functie
opnieuw wordt geactiveerd wanneer de
handrem wordt vrijgezet, worden de
remmen weer door de AUTOHOLD
functie geactiveerd.
•(Voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak)
Wanneer u de auto op een aflopende
helling vooruit of achteruit rijdt,
koppelingspedaal intrappen, de
versnellingshendel naar de gepaste
stand voor het rijden in de gewenste
richting verplaatsen en vervolgens het
gaspedaal intrappen om de
AUTOHOLD-functie vrij te geven.
▼$872+2/'V\VWHHPLV
XLWJHVFKDNHOG
7UDSKHWUHPSHGDDOLQHQGUXNYHUYROJHQV
GH$872+2/'VFKDNHODDULQ'H
$872+2/'IXQFWLHZRUGWXLWJHVFKDNHOG
HQKHWLQGLFDWLHODPSMH$872+2/'
VWDQGE\JDDWXLW
Indicatielampje
AUTOHOLD stand-by
OPMERKING
•Wanneer het rempedaal niet wordt
ingetrapt, zoals bij het rijden, kan de
AUTOHOLD functie alleen worden
uitgeschakeld door de AUTOHOLD
schakelaar in te drukken.
•(Zonder multi-informatiedisplay)
Als de AUTOHOLD schakelaar wordt
ingedrukt zonder dat het rempedaal
wordt ingetrapt terwijl de AUTOHOLD
functie actief is (indicatielampje
AUTOHOLD actief brandt), gaat het
indicatielampje rempedaalbediening
vereist (groen) in de instrumentengroep
branden om de bestuurder erop te
wijzen dat het rempedaal moet worden
ingetrapt.
(Groen)
(Met multi-informatiedisplay)
Als de AUTOHOLD schakelaar wordt
ingedrukt zonder dat het rempedaal
wordt ingetrapt terwijl de AUTOHOLD
functie actief is (indicatielampje
AUTOHOLD actief brandt in
instrumentengroep), wordt de melding
“Rempedaal moet worden ingetrapt om
Auto-Hold systeem vrij te zetten”
weergegeven in de
multi-informatiedisplay om de
bestuurder erop te wijzen dat het
rempedaal moet worden ingetrapt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 278 of 875

•Als sprake is van een van de volgende
omstandigheden terwijl de AUTOHOLD
functie actief is (indicatielampje
AUTOHOLD actief brandt), wordt de
handrem automatisch aangetrokken en
wordt de AUTOHOLD functie
uitgeschakeld. Zie Elektrische handrem
(EPB) op pagina 4-93 voor informatie
over de bediening van de elektrische
parkeerrem (EPB).
•Het contact is op OFF gezet.
•Er is een probleem met de
AUTOHOLD functie.
1RRGVWRSVLJQDDOV\VWHHP
:DQQHHUXLQHHQVKHWUHPSHGDDOLQWUDSWELM
HHQVQHOKHLGYDQRQJHYHHUNPKRI
KRJHUZRUGWKHWQRRGVWRSVLJQDDOV\VWHHP
JHDFWLYHHUGHQJDDQGHULFKWLQJDDQZLM]HUV
DXWRPDWLVFKVQHONQLSSHUHQRPGH
EHVWXXUGHUVDFKWHUXWHZDDUVFKXZHQYRRU
KHWSORWVHOLQJUHPPHQ
OPMERKING
•Knippert
Wanneer u uw auto volledig tot stilstand
brengt terwijl alle richtingaanwijzers
snel knipperen, verandert het snel
knipperen van alle richtingaanwijzers
weer terug naar het normale
knipperpatroon. Wanneer de knop van
de waarschuwingsknipperlichten wordt
ingedrukt, worden alle
richtingaanwijzers uitgeschakeld.
•We r k i n g
•Wanneer het ABS actief is, is de kans
dat het noodstopsignaalsysteem in
werking treedt groter. Als het
rempedaal wordt ingetrapt op een
gladde weg, is het hierdoor mogelijk
dat alle richtingaanwijzers gaan
knipperen.
•Het noodstopsignaalsysteem wordt
niet geactiveerd wanneer op de knop
van de waarschuwingsknipperlichten
wordt gedrukt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 282 of 875

•Op gladde oppervlakken zoals verse
sneeuw, zal het onmogelijk zijn een hoog
toerental te bereiken wanneer het TCS
systeem is ingeschakeld.
▼7&62))LQGLFDWLHODPSMH
'LWLQGLFDWLHODPSMHEOLMIWJHGXUHQGHHQNHOH
VHFRQGHQEUDQGHQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS
21JH]HWZRUGW
'LWODPSMHJDDWRRNEUDQGHQZDQQHHURS
GH7&62))VFKDNHODDUZRUGWJHGUXNWHQ
KHW7&6V\VWHHPZRUGWXLWJHVFKDNHOG
=LHGH7&62))VFKDNHODDURSSDJLQD


$OVKHWODPSMHEOLMIWEUDQGHQZDQQHHUKHW
7&6V\VWHHPQLHWLVXLWJHVFKDNHOGXZ
DXWRQDDUHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELM
YRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXU
EUHQJHQ(ULVPRJHOLMNHHQGHIHFWLQKHW
'6&V\VWHHP
▼7&62))VFKDNHODDU
'UXNRSGH7&62))VFKDNHODDURPKHW
7&6V\VWHHPXLWWHVFKDNHOHQ+HW7&6
2))LQGLFDWLHODPSMHLQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSJDDWEUDQGHQ
'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPKHW
7&6V\VWHHPRSQLHXZLQWHVFKDNHOHQ+HW
7&62))LQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW
OPMERKING
•Wanneer het TCS systeem is
ingeschakeld en u probeert de auto vrij
te krijgen wanneer deze vast is komen te
zitten, of wanneer u probeert uit vers
gevallen sneeuw weg te rijden, zal het
TCS systeem (onderdeel van het DSC
systeem) geactiveerd worden. Door het
indrukken van het gaspedaal zal het
motorvermogen niet toenemen zodat het
moeilijk kan zijn de auto vrij te krijgen.
Schakel in dit geval het TCS systeem uit.
•Als het TCS systeem uitgeschakeld is
wanneer de motor wordt stopgezet, zal
dit automatisch geactiveerd worden
wanneer het contact op ON wordt gezet.
•Door het TCS systeem ingeschakeld te
laten wordt de beste aandrijfkracht
verkregen.
•Als de TCS OFF schakelaar gedurende
10 seconden of langer ingedrukt wordt
gehouden, treedt de
defectbeveiligingsfunctie van de TCS
OFF schakelaar in werking en wordt het
TCS systeem automatisch geactiveerd.
Het TCS OFF indicatielampje gaat uit
zodra het TCS systeem geactiveerd
wordt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
$%67&6'6&


Page 293 of 875

'ULYHVHOHFWLH
'ULYHVHOHFWLHLVHHQV\VWHHPGDWGHGULYHVWDQGYDQGHDXWRRYHUVFKDNHOW:DQQHHUGH
VSRUWVWDQGLVJHVHOHFWHHUGJHHIWGHDXWRELMGHEHGLHQLQJYDQKHWJDVSHGDDOHHQNUDFKWLJHUH
UHVSRQV'LW]RUJWYRRUHHQH[WUDVQHOOHDFFHOHUDWLHZDWQRGLJNDQ]LMQYRRUKHWYHLOLJ
XLWYRHUHQYDQPDQRHXYUHV]RDOVKHWZLVVHOHQYDQULMEDDQKHWRSULMGHQYDQVQHOZHJHQRIKHW
LQKDOHQYDQDQGHUHYRHUWXLJHQ
23*(/(7
Gebruik de sportstand niet bij het rijden op gladde wegen zoals natte of met sneeuw bedekte
wegen. Dit kan slippen van de banden veroorzaken.
OPMERKING
•Wanneer de sportstand wordt geselecteerd, wordt er met hogere motortoerentallen
gereden wat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik. Mazda raadt aan dat u bij
normaal rijden de sportstand uitschakelt.
•Onder de volgende omstandigheden kan de drive-stand niet worden overgeschakeld:
•ABS/TCS/DSC is in bedrijf
•Het Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met Stop &
Go-functie) systeem/het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem/de
kruissnelheidsregelaar functioneert.
•Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
7LMGHQVKHWULMGHQ
'ULYHVHOHFWLH

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 303 of 875

.RSODPSUHJHOV\VWHHP +%&
+HW+%&EHSDDOWPHWEHKXOSYDQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6& GHRPVWDQGLJKHGHQDDQGH
YRRU]LMGHYDQGHDXWRELMKHWULMGHQLQKHWGRQNHUHQVFKDNHOWKHWOLFKWYDQGHNRSODPSHQ
DXWRPDWLVFKRYHUWXVVHQJURRWOLFKWHQGLPOLFKW
=LH9RRUXLWULMFDPHUD )6& RSSDJLQD
%LMKHWULMGHQPHWHHQVQHOKHLGYDQRQJHYHHUNPKRIPHHUZRUGHQGHNRSODPSHQRS
JURRWOLFKWLQJHVWHOGZDQQHHUHUJHHQYRHUWXLJHQYyyUXULMGHQRIJHHQWHJHQOLJJHUVQDGHUHQ
+HWV\VWHHPVFKDNHOWLQGHYROJHQGHJHYDOOHQGHNRSODPSHQRYHURSGLPOLFKW
•+HWV\VWHHPEHVSHXUWHHQYRHUWXLJRIGHNRSODPSHQOLFKWHQYDQHHQYRHUWXLJGDWYDQXLW
WHJHQRYHUJHVWHOGHULFKWLQJQDGHUW
•%LMKHWULMGHQRSZHJHQPHWVWUDDWYHUOLFKWLQJRIRSZHJHQLQJRHGYHUOLFKWHVWHGHQHQ
GRUSHQ
•'HULMVQHOKHLGLVPLQGHUGDQRQJHYHHUNPK
Vooruitrijcamera
(FSC) De herkenningsafstand van de
vooruitrijcamera (FSC) varieert
afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
+HWZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDWEUDQGHQDOVKHWV\VWHHPGHIHFWLV
=LH³&RQWDFWRSQHPHQPHWHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUHQGHDXWRODWHQLQVSHFWHUHQ´RS
SDJLQD
23*(/(7
¾De hoogte van de auto niet afstellen, de koplampeenheden niet wijzigen en de camera niet
verwijderen, anders zal het systeem niet normaal functioneren.
¾Vertrouw niet uitsluitend en alleen op het HBC en rijd met voldoende aandacht voor de
veiligheid. Schakel de koplampen indien nodig handmatig over tussen grootlicht en
dimlicht.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 310 of 875

:$$56&+8:,1*
Controleer altijd visueel de omgeving alvorens de rijstrookverandering daadwerkelijk uit te
voeren:
Het systeem is enkel bedoeld om bij het maken van een rijstrookverandering u te helpen op
achteropkomende voertuigen te controleren. Als gevolg van bepaalde beperkingen ten
aanzien van de werking van dit systeem, bestaat de kans dat het BSM
waarschuwingsindicatielampje, het waarschuwingsgeluid en de weergave van een
waarschuwingsindicatie op het scherm niet of met vertraging wordt geactiveerd, alhoewel er
zich een voertuig in de naastgelegen rijstrook bevindt. Neem het als bestuurder altijd tot uw
verantwoordelijkheid te controleren op achteropkomend verkeer.
OPMERKING
•De BSM functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
•Het contact op ON wordt gezet.
•Het BSM OFF indicatielampje in de instrumentengroep is uit.
•De rijsnelheid is ongeveer 30 km/h of hoger.
•De BSM zal onder de volgende omstandigheden niet functioneren.
•De rijsnelheid valt terug tot beneden ongeveer 25 km/h alhoewel het BSM OFF
indicatielampje uit is.
•De versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak)/keuzehendel (automatische
transmissie) wordt in stand R gezet en de auto rijdt achteruit.
•Bij een kleine draaicirkel (maken van een scherpe bocht, afslaan op kruisingen).
•In de volgende gevallen gaat het BSM OFF indicatielampje branden en wordt de werking
van het systeem stopgezet. Laat de auto zo spoedig mogelijk door een officiële
Mazda-reparateur inspecteren als het BSM OFF indicatielampje blijft branden.
•Er wordt een probleem in het systeem bespeurd, inclusief de BSM
waarschuwingsindicatielampjes.
•Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).
•Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper nabij
een radarsensor (achter). Verwijder alle sneeuw, ijs of modder van de achterbumper.
•Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
•De temperatuur in de buurt van de radarsensoren (achter) is buitengewoon hoog als
gevolg van het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
•De accuspanning is afgenomen.
•Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 311 of 875

•Er bevindt zich een voertuig in het opsporingsgebied aan de achterzijde op een
naastgelegen rijstrook aan de achterzijde, maar dit nadert niet. De BSM beoordeelt de
situatie op basis van radardetectiegegevens.
•Er rijdt gedurende langere tijd een voertuig naast het uwe met nagenoeg dezelfde
snelheid.
•Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.
•Een voertuig op een naastgelegen rijstrook probeert uw auto te passeren.
•Er bevindt zich een voertuig op een naastgelegen rijstrook op een weg met
buitengewoon brede rijstroken. Het detectiegebied van de radarsensoren (achter) is
ingesteld op de breedte van snelwegen.
•In de volgende gevallen bestaat de kans dat het knipperen van het BSM
waarschuwingsindicatielampje, de activering van het waarschuwingsgeluid en de
weergave van de waarschuwingsindicatie op het scherm niet of vertraagd plaatsvindt.
•Een voertuig verandert van de huidige rijstrook naar een naastgelegen rijstrook twee
rijstroken verder.
•Rijden op steile hellingen.
•Rijden over de top van een heuvel of bergpas.
•Wanneer er verschil is in hoogte tussen uw rijstrook en de naastgelegen rijstrook.
•Direct nadat de BSM door het veranderen van de instelling in werking is gesteld.
•Als de weg bijzonder smal is, is het mogelijk dat voertuigen twee rijstroken verder
bespeurd worden. Het detectiegebied van de radarsensoren (achter) is ingesteld
overeenkomstig de breedte van snelwegen.
•Het is mogelijk dat het BSM waarschuwingsindicatielampje gaat branden en dat het
voertuigdetectiescherm in de display wordt weergegeven in reactie op stilstaande objecten
(vangrails, tunnels, zijwanden en geparkeerde voertuigen) op of langs de weg.
Objecten zoals vangrails en betonnen muren
die langs de auto lopen.Plaatsen waar de breedte tussen de vangrails
of muren aan weerszijden van de auto smaller
wordt.
De muren aan de ingang en uitgangen van
tunnels, afritten.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 312 of 875

•De kans bestaat dat een BSM waarschuwingsindicatielampje gaat knipperen of dat de
waarschuwingszoemer en de weergave van een waarschuwingsindicatie op het scherm
enkele malen worden geactiveerd bij het afslaan op een kruising in een stad.
•Schakel de BSM uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals een
fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven van de radar geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal
functioneren.
•In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de BSM waarschuwingsindicatielampjes die
op de portierspiegels zijn aangebracht te zien branden/knipperen.
•Wanneer de portierspiegels bedekt zijn met sneeuw of ijs.
•Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder.
•Het systeem schakelt over naar de functie van het achteruitrijwaarschuwingssysteem
wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de achteruitstand (R) gezet wordt.
Zie Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) op pagina 4-152.
▼'RGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHV'RGHKRHNPRQLWRU
%60 ZDDUVFKXZLQJV]RHPHU
+HW%60RIDFKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$ DWWHQGHHUWGHEHVWXXUGHURSGH
DDQZH]LJKHLGYDQYRHUWXLJHQLQQDDVWJHOHJHQULMVWURNHQRIDDQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWR
PHWEHKXOSYDQKHW%60ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHKHWZDDUVFKXZLQJVJHOXLGHQGH
GLVSOD\LQGLFDWRU YRHUWXLJHQPHWPXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQ$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
%60 ZDQQHHUGHV\VWHPHQRSHUDWLRQHHO]LMQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 315 of 875

9HUNHHUVERUGKHUNHQQLQJV\VWHHP 765
+HW765V\VWHHPKHOSWGHEHVWXXUGHUWHYRRUNRPHQGDWYHUNHHUVERUGHQRYHUKHWKRRIG
ZRUGHQJH]LHQHQELHGWRQGHUVWHXQLQJYRRUYHLOLJULMGHQGRRUWLMGHQVKHWULMGHQRSGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\YHUNHHUVERUGHQWHWRQHQGLHKHUNHQGZRUGHQGRRUGHYRRUXLWULMFDPHUD
)6& RIGLHJHUHJLVWUHHUG]LMQLQKHWQDYLJDWLHV\VWHHP
+HW765V\VWHHPWRRQWGHVQHOKHLGVOLPLHW LQFOXVLHIRQGHUERUGHQ HHQULFKWLQJVERUGHQHQ
SDVVHHUYHUERGVERUGHQ YRRUUXLWW\SH 
$OVJHGXUHQGHKHWULMGHQGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGDDQJHJHYHQLQGH$FWLYH
'ULYLQJ'LVSOD\RYHUVFKULMGWLQIRUPHHUWKHWV\VWHHPGHEHVWXXUGHUGRRUPLGGHOYDQHHQ
LQGLFDWLHLQGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\HQHHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLG
OPMERKING
•In bepaalde landen of regio’s wordt het TSR systeem niet ondersteund. Raadpleeg voor
informatie betreffende de ondersteunde landen of regio’s een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
•Het TSR systeem werkt alleen als de SD kaart van het navigatiesysteem (origineel Mazda)
in de SD kaartgleuf is gestoken. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur, voor bijzonderheden.
Herkend bord Getoond bord
Active Driving Display-aanduiding Active Driving Display-aanduiding
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 170 next >