alarm MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 156 of 875

OPMERKING
•De achterklep kan niet worden geopend
terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ingeschakeld.
•Bij auto’s met elektrisch bediende
achterklep kan de achterklep zelfs
worden geopend wanneer het
anti-diefstal beveiligingssysteem is
ingeschakeld door op de knop voor de
elektrisch bediende achterklep op de
zender te drukken of op de schakelaar
van de elektrische achterklepopener
terwijl u de sleutel bij u draagt.
•Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in staat
van paraatheid is, zal de sirene/claxon
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichten gaan
knipperen wanneer de accu geladen of
vervangen wordt.
▼,QVWDDWYDQSDUDDWKHLGEUHQJHQYDQ
KHWV\VWHHP
 'HUXLWHQHQKHWVFKXLIGDN
JRHG
VOXLWHQ
OPMERKING
(Met inbraaksensor)
Ook als een ruit of het schuifdak
* is
open blijven staan, kan het systeem in
staat van paraatheid gebracht worden,
echter zelfs het gedeeltelijk open laten
staan van de ruiten en het schuifdak
*
kan een uitnodiging zijn tot diefstal, en
wind die in de auto blaast zou het
alarm kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor kan
ook geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraaksensor
(Met inbraaksensor) op pagina 3-63.
 =HWKHWFRQWDFWRS2))
 =RUJHUYRRUGDWGHPRWRUNDSGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSJHVORWHQ
]LMQ
 'UXNRSGHYHUJUHQGHOWRHWVRSGH
]HQGHURIYHUJUHQGHOKHW
EHVWXXUGHUVSRUWLHUYDQDIGHEXLWHQ]LMGH
PHWGHKXOSVOHXWHO
'HZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ
]XOOHQHHQPDDONQLSSHUHQ
0HWJHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH
'UXNRSHHQYHU]RHNVFKDNHODDU

+HWYHLOLJKHLGVLQGLFDWLHODPSMHLQKHW
LQVWUXPHQWHQSDQHHOJDDWJHGXUHQGH
VHFRQGHQWZHHPDDOSHUVHFRQGH
NQLSSHUHQ

 1DVHFRQGHQLVKHWV\VWHHPYROOHGLJ
LQVWDDWYDQSDUDDWKHLG
OPMERKING
•Het anti-diefstal beveiligingssysteem
kan ook in staat van paraatheid
gebracht worden door het activeren
van de automatische
hervergrendelfunctie terwijl alle
portieren, de achterklep en de
motorkap gesloten zijn.
Zie Zender op pagina 3-5.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%HYHLOLJLQJVV\VWHHP

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 211 of 875

OPMERKING
•Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van het
land/de stad waarin de auto wordt
gebruikt. Controleer daarnaast altijd de
rijsnelheid door naar de snelheidsmeter
te kijken.
•De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250 km/h.
7LMGHQVKHWULMGHQ
,QVWUXPHQWHQJURHSHQGLVSOD\


Page 221 of 875

▼'LVSOD\YDQLQJHVWHOGHULMVQHOKHLG
YDQNUXLVVQHOKHLGVUHJHODDU

'HULMVQHOKHLGGLHPHWEHKXOSYDQGH
NUXLVVQHOKHLGVUHJHODDULVLQJHVWHOGZRUGW
ZHHUJHJHYHQ

=LH.UXLVVQHOKHLGVUHJHODDURSSDJLQD

▼▼'LVSOD\YDQDIVWHOEDUH
VQHOKHLGVEHJUHQ]HU $6/

'HLQVWHOOLQJVWDWXVYDQGHDIVWHOEDUH
VQHOKHLGVEHJUHQ]HU $6/ ZRUGWJHWRRQG

=LH$IVWHOEDUHVQHOKHLGVEHJUHQ]HU $6/
RSSDJLQD
▼▼5LMVQHOKHLGVDODUP
,QGH]HPRGXVZRUGWGHKXLGLJHLQVWHOOLQJ
YRRUKHWULMVQHOKHLGVDODUPJHWRRQG8NXQW
GHLQVWHOOLQJYDQGHULMVQHOKHLGZDDUELMGH
ZDDUVFKXZLQJZRUGWJHJHYHQYHUDQGHUHQ
OPMERKING
De display van het rijsnelheidsalarm
wordt gelijktijdig geactiveerd met het
klinken van de pieptoon. De ingestelde
rijsnelheid knippert herhaalde malen.
+HWULMVQHOKHLGVDODUPNDQZRUGHQ
LQJHVWHOGPHWEHKXOSYDQGH
PLGGHQGLVSOD\
OPMERKING
•Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van het
land/de stad waarin de auto wordt
gebruikt. Controleer daarnaast altijd de
rijsnelheid door naar de snelheidsmeter
te kijken.
•De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250 km/h.
7LMGHQVKHWULMGHQ
,QVWUXPHQWHQJURHSHQGLVSOD\

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 321 of 875

:DDUVFKXZLQJDFWLYHULQJVWLMG
•$OVGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGLQGHGLVSOD\RYHUVFKULMGWZRUGWGH
ZDDUVFKXZLQJWHKRJHVQHOKHLGJHDFWLYHHUG
•$OVGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGLQGHGLVSOD\PHWNPKRYHUVFKULMGW
ZRUGWGHZDDUVFKXZLQJWHKRJHVQHOKHLGJHDFWLYHHUG
•$OVGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGLQGHGLVSOD\PHWNPK
RYHUVFKULMGWZRUGWGHZDDUVFKXZLQJWHKRJHVQHOKHLGJHDFWLYHHUG
OPMERKING
•De functie van de waarschuwing te hoge snelheid stopt in de volgende gevallen.
•De rijsnelheid is lager dan de snelheid van het maximumsnelheidbord dat wordt
weergegeven. (Als de activeringstijd voor de waarschuwing te hoge snelheid in de
gebruikersinstellingen wordt gewijzigd, stopt de functie van de waarschuwing te hoge
snelheid zodra de rijsnelheid lager is dan de gewijzigde rijsnelheid.
•De maximumsnelheidsbord indicatie is bijgewerkt en de rijsnelheid is lager dan de
bijgewerkte indicatie.
•Weergave van maximumsnelheidbord stopt.
•De waarschuwingsindicatie wordt weergegeven op hetzelfde moment dat de
waarschuwing te hoge snelheid wordt geactiveerd als de rijsnelheid de snelheid
aangegeven op het maximumsnelheidbord overschrijdt.
Zie In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer geactiveerd op pagina 7-
59.
•Het verkeersbordherkenningsysteem (TSR) kan een maximumsnelheidsbord met een
onderbord herkennen en dit weergeven, echter het kan niet de aanduiding op het
onderbord bepalen (zoals periodieke beperkingen, afslagbeperkingen, einde sectie). De
waarschuwing te hoge snelheid wordt dus geactiveerd wanneer de rijsnelheid het
maximumsnelheidbord dat wordt weergegeven overschrijdt, ook als de voorwaarden
aangegeven op het onderbord niet op de auto van toepassing zijn.
•Als de vooruitrijcamera (FSC) een maximumsnelheidsbord onjuist herkent met lagere
snelheid, zal ook als de auto met de wettelijke toegestane snelheid rijdt het alarm voor
overmatige snelheid geactiveerd worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 368 of 875

•De besturingsassistentie wordt
uitgevoerd zodat de auto om en nabij
het midden van de rijstrook blijft
rijden, echter, afhankelijk van
omstandigheden zoals bochten in de
weg, hellingsgraad, golvingen en
rijsnelheid, bestaat de kans dat het
systeem de auto niet bij het midden
van de rijstrook kan houden.
•Als de bestuurder zijn of haar handen
van het stuurwiel afneemt (het stuurwiel
niet vasthoudt), wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en
wordt een alarmmelding aangegeven in
de multi-informatiedisplay of de Active
Driving Display.
Active Driving Displa Multi-inf
\(T
\(T
Als u het stuurwiel licht vasthoudt, is het
mogelijk dat het systeem afhankelijk van
de rijomstandigheden bespeurt dat u het
stuurwiel heeft losgelaten (het stuurwiel
niet langer vasthoudt) ook al is dit niet
het geval en dat er een bericht in de
multi-informatiedisplay of de Active
Driving Display verschijnt.
•Het tijdstip waarbij de waarschuwing
voor rijstrookafwijking wordt
geactiveerd en de besturingsassistentie
wordt uitgevoerd varieert.
•De volgende instellingen voor het LAS
en LDWS systeem kunnen worden
gewijzigd. Zie Gebruikersinstellingen op
pagina 9-13.
•Besturingsassistentie in werking/
buiten werking
•Uitschakelgevoeligheid
(waarschijnlijkheid van
besturingsassistentie)
5LMVWURRNVWUHSHQGLVSOD\
:DQQHHUKHW/$6HQ/':6V\VWHHP
YDQXLWGHVWDQGE\VWDQGRSHUDWLRQHHO
ZRUGWZRUGHQGHULMVWURRNVWUHSHQ
ZHHUJHJHYHQLQGHPXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\
HQGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\,QGH
GLVSOD\YDQGHULMVWURRNVWUHSHQGLHGH
EHGULMIVWRHVWDQGDDQJHHIWYHUDQGHUWGH
NOHXUYDQGHULMVWURRNVWUHSHQGLHZRUGHQ
EHVSHXUGQDDUZLW
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(