all MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 22 of 875

9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQELMJHEUXLNYDQGH]LWWLQJHQ
:$$56&+8:,1*
Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van een zitting op hun plaats vergrendeld zijn:
Niet goed vergrendelde afstelbare zittingen en rugleuningen zijn gevaarlijk. Bij plotseling
stoppen of een botsing kan de zitting of de rugleuning in beweging komen, hetgeen letsel kan
veroorzaken. Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van de zittingen goed op hun plaats
vergrendeld zijn door te proberen de zitting naar voren en naar achteren te schuiven en de
rugleuningen heen en weer te duwen.
Laat kinderen nooit een zitting afstellen:
Toestaan dat kinderen een zitting afstellen is gevaarlijk, aangezien dit ernstig letsel kan
veroorzaken wanneer de handen of voeten van het kind tussen de zitting beklemd raken.
Niet rijden met ontgrendelde rugleuning:
Alle rugleuningen spelen een belangrijke rol bij uw bescherming in een auto. Het niet
vergrendelen van de rugleuning is gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling afremmen of een
botsing passagiers van hun plaats geslingerd kunnen worden en inzittenden door bagage
geraakt kunnen worden, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Duw telkens na het afstellen
van de rugleuning, ook als er geen overige passagiers zijn, de rugleuning even heen en weer
om te controleren of deze goed op zijn plaats vergrendeld is.
Een stoel uitsluitend afstellen wanneer de auto tot stilstand gebracht is:
Als de stoel tijdens het rijden wordt afgesteld, kan de zitpositie onstabiel worden en kan deze
onverwacht bewegen. Dit kan ongelukken veroorzaken.
De voorzittingen niet wijzigen of vervangen:
Het aanbrengen van wijzigingen of het vernieuwen van de voorzittingen zoals het
vernieuwen van de bekleding of het losdraaien van bouten is gevaarlijk. De voorzittingen
bevatten airbagcomponenten die van essentieel belang zijn voor het aanvullend
beveiligingssysteem. Het aanvullend beveiligingssysteem kan door dergelijke wijzigingen
beschadigd worden, hetgeen tot ernstig letsel kan leiden. Raadpleeg een officiële Mazda
reparateur als uitbouwen of opnieuw inbouwen van de voorzittingen om een of andere reden
noodzakelijk is.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
=LWWLQJHQ


Page 29 of 875

 $XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
&RQWUROHHUGDWGHNHX]HKHQGHOLQGH
VWDQG3VWDDW
 6WDUWGHPRWRU
 6WHOGHVWRHOHQGH$FWLYH'ULYLQJ
'LVSOD\DILQGHJHZHQVWHULMSRVLWLH
 'UXNRSGHWRHWV6(7RSGH]LWWLQJ
WRWGDWXHHQPDDOHHQSLHSWRRQKRRUW
 0DDNELQQHQVHFRQGHQQDKHW
YROWRRLHQYDQVWDSKLHUERYHQHHQYDQ
GHYROJHQGHLQVWHOOLQJHQ
•3URJUDPPHUHQPHWEHKXOSYDQ
HHQWRHWVDDQGH]LMNDQWYDQGH
VWRHO
'UXNRSGHWRHWVGLHXZLOW
SURJUDPPHUHQWRHWVRIWRWGDWX
HHQPDDOHHQSLHSWRRQKRRUW
•3URJUDPPHUHQPHWEHKXOSYDQGH
VOHXWHO
'UXNRSGHVOHXWHO
WRHWVWRWGDWX
HHQPDDOHHQSLHSWRRQKRRUW
OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort, wordt
de bediening geannuleerd.
9HUVWHOOHQYDQGHULMSRVLWLHQDDUHHQ
JHSURJUDPPHHUGHSRVLWLH
0HWEHKXOSYDQHHQWRHWVDDQGH
]LMNDQWYDQGHVWRHO
 =RUJHUYRRUGDWGHKDQGUHP
DDQJHWURNNHQLV
 $XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
&RQWUROHHUGDWGHNHX]HKHQGHOLQGH
VWDQG3VWDDW
 6WDUWGHPRWRU
 'UXNRSGHSURJUDPPHHUWRHWVYRRUGH
ULMSRVLWLHGLHXZLOWRSURHSHQ WRHWV
RI 
 8KRRUWHHQSLHSWRRQZDQQHHUGH
DIVWHOOLQJYDQGHULMSRVLWLHYROWRRLGLV
OPMERKING
•Als de rijpositie niet veranderd wordt,
klinkt enkel de pieptoon.
•Een zittingpositie kan opgeroepen
worden ook als de motor niet draait.
•De afstelling van de rijpositie wordt in
de volgende gevallen geannuleerd:
•Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
•De toets SET wordt ingedrukt.
•Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
•De sleutel toets of toets wordt
bediend.
•Wanneer de auto begint te rijden.
•De Active Driving Display wordt
afgesteld.
0HWEHKXOSYDQHHQJHSURJUDPPHHUGH
VOHXWHO
 2QWJUHQGHOGHSRUWLHUHQGRRUKHW
LQGUXNNHQYDQHHQYHU]RHNVFKDNHODDU
RIGHVOHXWHO
WRHWV
 1DKHWRQWJUHQGHOHQYDQGHSRUWLHUHQ
EHJLQWGHDIVWHOOLQJYDQGH
]LWWLQJSRVLWLHELQQHQVHFRQGHQQD
KHWRSHQHQYDQKHWEHVWXXUGHUVSRUWLHU
HQNOLQNWHUHHQSLHSWRRQZDQQHHUGH
DIVWHOOLQJYROWRRLGLV
 =RUJHUYRRUGDWGHKDQGUHP
DDQJHWURNNHQLV
 $XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
&RQWUROHHUGDWGHNHX]HKHQGHOLQGH
VWDQG3VWDDW
 6WDUWGHPRWRU
 'HDIVWHOOLQJYDQGH$FWLYH'ULYLQJ
'LVSOD\EHJLQW
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
=LWWLQJHQ


Page 30 of 875

OPMERKING
•Als er geen verandering in de rijpositie
nodig is, hoort u geen pieptoon.
•De afstelling van de rijpositie wordt in
de volgende gevallen geannuleerd:
•Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
•De toets SET wordt ingedrukt.
•Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
•De sleutel toets of toets wordt
bediend.
•Wanneer de auto begint te rijden.
•De Active Driving Display wordt
afgesteld.
:LVVHQYDQGHJHSURJUDPPHHUGH
ULMSRVLWLHV
:LVVHQYDQGHULMSRVLWLHVGLHRSGH
VOHXWHOJHSURJUDPPHHUG]LMQ
 =HWKHWFRQWDFWRS2))
 'UXNRSGHWRHWV6(7RSGH]LMNDQWYDQ
GHVWRHOWRWGDWXHHQPDDOHHQSLHSWRRQ
KRRUW
 'UXNQDKHWNOLQNHQYDQGHSLHSWRRQ
GHVOHXWHO
WRHWVELQQHQVHFRQGHQLQ
WRWGDWXHHQPDDOHHQSLHSWRRQKRRUW
OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort, wordt
de bediening geannuleerd.
$FKWHU]LWWLQJ
▼▼$I]RQGHUOLMNQHHUNODSEDDU
'RRUKHWQHHUNODSSHQYDQGHUXJOHXQLQJHQ
YDQGHDFKWHU]LWWLQJNDQGHEDJDJHUXLPWH
XLWJHEUHLGZRUGHQ
:$$56&+8:,1*
Maak lading in de bagageruimte stevig
vast wanneer deze vervoerd wordt met de
rugleuningen neergeklapt:
Rijden zonder lading en bagage stevig vast
te zetten is gevaarlijk omdat dit van zijn
plaats kan schuiven en bij plotseling
afremmen of een botsing de besturing kan
hinderen, waardoor ongelukken
veroorzaakt kunnen worden.
23*(/(7
Als de rugleuning niet handmatig
ondersteund wordt, kan deze onverwacht
verschuiven en letsel veroorzaken.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
=LWWLQJHQ


Page 39 of 875

9RRUKHWKRJHU]HWWHQYDQGHKRRIGVWHXQ
GH]HWRWLQGHJHZHQVWHSRVLWLHRPKRRJ
WUHNNHQ
9RRUKHWRPODDJ]HWWHQYDQGHKRRIGVWHXQ
GHRQWJUHQGHOLQJLQGUXNNHQHQYHUYROJHQV
GHKRRIGVWHXQRPODDJGUXNNHQ
%XLWHQVWH]LWWLQJYDQYRRU]LWWLQJ

%XLWHQVWH]LWWLQJYDQDFKWHU]LWWLQJ

0LGGHOVWH]LWWLQJYDQDFKWHU]LWWLQJ

▼▼9HUZLMGHUHQSODDWVHQ
9RRUKHWYHUZLMGHUHQYDQGHKRRIGVWHXQ
GHRQWJUHQGHOLQJLQGUXNNHQHQGH
KRRIGVWHXQRPKRRJWUHNNHQ
6WHHNYRRUKHWSODDWVHQYDQGHKRRIGVWHXQ
GHSRRWMHVLQGHJDWHQWHUZLMOXGH
RQWJUHQGHOLQJLQGUXNW
:$$56&+8:,1*
Rijd wanneer zittingen gebruikt worden
steeds met de hoofdsteunen ingestoken en
zorg ervoor dat ze goed geïnstalleerd zijn:
Rijden zonder dat de hoofdsteunen zijn
geïnstalleerd is gevaarlijk. Als u geen steun
achter uw hoofd heeft, kan in het geval van
een botsing uw nek ernstig letsel oplopen.
Na het aanbrengen van een hoofdsteun,
deze proberen omhoog te trekken om er
zeker van te zijn dat de hoofdsteun goed
vast zit:
Rijden met een niet goed bevestigde
hoofdsteun is gevaarlijk, aangezien de
hoofdsteun dan niet de juiste bescherming
kan bieden en tot gevolg kan hebben dat
de hoofdsteun onverwachts van de zitting
losraakt.
23*(/(7
¾Let er op bij het installeren van een
hoofdsteun dat deze correct geplaatst
wordt met de voorzijde van de
hoofdsteun naar voren gericht. Als de
hoofdsteun niet correct geplaatst wordt,
kan deze tijdens een botsing van de
zitting losraken en letsel veroorzaken.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
=LWWLQJHQ


Page 41 of 875

9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQELMJHEUXLNYDQGH
YHLOLJKHLGVJRUGHOV
9HLOLJKHLGVJRUGHOVKHOSHQGHNDQVRSHUQVWLJOHWVHOWLMGHQVRQJHYDOOHQHQSORWVHOLQJVWRSSHQ
WHYHUPLQGHUHQ+HWZRUGWGRRU0D]GDDDQJHUDGHQGDWGHEHVWXXUGHUHQSDVVDJLHUVWHDOOHQ
WLMGHJHEUXLNPDNHQYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOV
$OOH]LWWLQJHQ]LMQYRRU]LHQYDQKHXSVFKRXGHUJRUGHOV'H]HJRUGHOV]LMQRRNXLWJHUXVWPHW
RSURODXWRPDWHQPHWWUDDJKHLGVYHUJUHQGHOLQJGLHHUYRRU]RUJHQGDWGHJRUGHOVJHHQKLQGHU
YRUPHQZDQQHHU]HQLHWJHEUXLNWZRUGHQ'HYHUJUHQGHOLQJHQPDNHQKHWPRJHOLMNGDWGH
JRUGHOVVRHSHOHQFRPIRUWDEHORPKHWOLFKDDPVOXLWHQPDDU]XOOHQRSKHWPRPHQWYDQHHQ
DDQULMGLQJLQSRVLWLHEORNNHUHQ
:$$56&+8:,1*
Draag altijd uw veiligheidsgordel en let er op dat alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de
juiste wijze omgedaan hebben:
Het niet dragen van veiligheidsgordels is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden die tijdens een
botsing geen veiligheidsgordels dragen kunnen tegen iemand anders of tegen objecten in de
auto geslingerd worden. Zij kunnen daardoor ernstig letsel mogelijk met dodelijke afloop
oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de inzittenden die wel gebruik van de veiligheidsgordels
maken aanzienlijk minder letsel oplopen.
Draag nooit veiligheidsgordels die verdraaid zitten:
Veiligheidsgordels die verdraaid zitten zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de volle breedte
van de gordel dan niet beschikbaar om de schok van de botsing op te vangen. Dit leidt er toe
dat er een grotere druk op de botten onder de gordel wordt uitgeoefend, waardoor botbreuk
of overig ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als uw veiligheidsgordel verdraaid is,
moet u de gordel recht trekken en de verdraaiingen er uit halen zodat de veiligheidsgordel
over de volledige breedte gebruikt kan worden.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 42 of 875

Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen beschadigd
raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur de voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags inspecteren. Juist
zoals de airbags functioneren de voorspanners en drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
slechts eenmaal en moeten deze na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden
vernieuwd. Als de voorspanners van de veiligheidsgordels en drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds voor
dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek wordt geplaatst,
maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de schok
van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag deze zo laag
mogelijk om de heupen.

Bij een botsing waarbij de auto over de kop slaat is er bij een persoon die geen
veiligheidsgordel draagt een beduidend grotere kans op overlijden dan bij een persoon die
wel een veiligheidsgordel draagt.

%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 48 of 875

Breng nooit wijzigingen aan de onderdelen
of de bedrading aan en gebruik nooit
elektronische testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals bijvoorbeeld
het gebruik van elektronische
testapparatuur is gevaarlijk. De kans
bestaat dat het systeem dan per ongeluk
geactiveerd of onbruikbaar gemaakt
wordt, waardoor dit tijdens een ongeval
niet in werking kan treden. De kans bestaat
dan dat bestuurder, voorpassagier of
monteurs ernstig letsel oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de juiste
wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen van het
voorspannersysteem of het slopen van een
auto waarvan het voorspannersysteem
niet eerst onklaar is gemaakt, is gevaarlijk.
Ernstig letsel kan het gevolg zijn wanneer
niet alle veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda
reparateur het voorspannersysteem veilig
opruimen of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
OPMERKING
•Het is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet functioneert,
afhankelijk van het type botsing. Zie
voor bijzonderheden, Criteria voor SRS
airbag activering (pagina 2-63).
•Bij het in werking treden van de airbags
en de voorspanners zal er enige rook
(een niet-toxisch gas) vrijkomen. Dit
duidt echter niet op brand. Dit gas heeft
normaal geen effect op de inzittenden,
echter bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of van
het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in de
ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 52 of 875

Vermijd het plaatsen van een voorwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting
tenzij dit niet te vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk letsel
aan het kind toebrengen. Als het installeren van een voorwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden is, de voorpassagierszitting zover mogelijk naar
achteren schuiven en het zitkussen (hoogte-afstelbaar zitkussen) in de hoogste stand zetten
waarbij de veiligheidsgordel waarmee het kinderzitje is bevestigd stevig is aangetrokken.
Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
voorpassagierszitting gevaarlijk (met Inzittende voorpassagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende voorpassagier detectiesensor. Ook al is uw auto
uitgerust met de inzittende voorpassagier detectiesensor, als u de voorpassagierszitting moet
gaan gebruiken voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een kinderzitje op de
voorpassagierszitting onder de volgende omstandigheden het gevaar toe dat de
voorpassagiersairbag wordt geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk letsel oploopt.
¾Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag brandt niet
wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het kinderzitje is
geïnstalleerd.
¾Een achterpassagier of bagage drukt tegen de rugleuning van de voorpassagierszitting aan
of trekt deze naar beneden.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de rugleuning geplaatst of aan de hoofdsteun
gehangen.
¾De zitting is afgewassen.
¾Er is vloeistof op de zitting gemorst.
¾De voorpassagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
¾De rugleuning van de voorpassagierszitting raakt de achterzitting.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de voorpassagierszitting en de
bestuurdersstoel.
¾Er is een elektrisch apparaat op de voorpassagierszitting geplaatst.
¾Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
voorpassagierszitting geïnstalleerd.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 53 of 875

De aangegeven posities met veiligheidsgordels op de achterzittingen zijn de veiligste plekken
voor kinderen. Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes.
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen een zijruit leunen van een auto met zij- en
gordijn-airbags:
Toestaan dat iemand op of tegen de zijruit leunt, tegen het gedeelte van de
voorpassagierszitting, de stijlen van de voor- en achterruit en de dakrand van waaruit langs
beide zijden de zij- en gordijn-airbags opgeblazen worden is gevaarlijk, ook als er gebruik
gemaakt wordt van een kinderzitje. De schok van een zij- of gordijn-airbag die wordt
opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan een kind dat niet goed op zijn plaats
zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het voorportier de zij- en gordijn-airbags
geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende beveiliging ongedaan
gemaakt worden. Bij een voor-airbag en de extra zij-airbag die uit de voorstoelrugleuning
komt, is de achterzitting altijd de beste plaats voor kinderen. Let er in het bijzonder op dat een
kind niet op of tegen de zijruit leunt, ook niet als het kind zich in een kinderzitje bevindt.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje:
Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk zoals die
door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen omstandigheden
mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging van veiligheidsgordels voor
volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere voorwerpen of uitrusting aan de auto.
Verwijder altijd de hoofdsteun en installeer het kinderzitje (behalve bij het installeren van een
verstevigingszitje):
Het installeren van een kinderzitje zonder de hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk. Het
kinderzitje kan dan niet correct geïnstalleerd worden waardoor het kind bij een botsing letsel
kan oplopen, mogelijk met dodelijke afloop.
23*(/(7
Een veiligheidsgordel of een kinderzitje kan tijdens warm weer in een afgesloten auto
bijzonder heet worden. Om te voorkomen dat u of uw kind zich branden, deze controleren
alvorens u of uw kind deze aanraken.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 56 of 875

%DE\]LWMH
*HOLMNDDQ*URHSHQ
YDQGH81(&(
EHSDOLQJ

3HXWHU]LWMH
*HOLMNDDQ*URHSYDQGH81(&(
EHSDOLQJ

-XQLRUHQ]LWMH
*HOLMNDDQ*URHSHQYDQGH81(&(
EHSDOLQJ

Installeer bij gebruik van een
verstevigingszitje, altijd de hoofdsteun
van de auto op de zitting waarop het
verstevigingszitje wordt geïnstalleerd.
Verstevigingszitje*1
*1
2YHULJHODQGHQ
+RXGXDDQGHLQXZODQGJHOGHQGH
ZHWWHOLMNHEHSDOLQJHQEHWUHIIHQGHKHW
JHEUXLNYDQNLQGHU]LWMHV
▼▼,QVWDOODWLHSRVLWLHYDQEDE\]LWMH
(HQEDE\]LWMHZRUGWXLWVOXLWHQGLQGH
DFKWHUZDDUWVJHULFKWHSRVLWLHJHEUXLNW

=LHGHWDEHO³*HVFKLNWKHLGYDQ
NLQGHU]LWMHVYRRUGLYHUVH]LWSRVLWLHV

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 170 next >