key MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 98 of 875

•:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
VOHXWHOXLWDXWRYHUZLMGHUG
=LH:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
VOHXWHOXLWDXWRYHUZLMGHUGRSSDJLQD

,QJHYDOXSUREOHPHQKHHIWPHWGHIXQFWLHV
YDQGHVOHXWHOUDDGSOHHJWXHHQ
GHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQ
RIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXU

$OVXZVOHXWHOYHUORUHQLVJHUDDNWRI
JHVWROHQLV]RVSRHGLJPRJHOLMNFRQWDFW
RSQHPHQPHWHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXUYRRUHHQQLHXZHVOHXWHO
HQGHYHUORUHQRIJHVWROHQVOHXWHO
RQEUXLNEDDUODWHQPDNHQ
23*(/(7
Veranderingen of
modificaties die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de
compliantie kunnen de garantie op de
apparatuur ongeldig maken.
OPMERKING
•De werking van het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem kan als
gevolg van plaatselijke omstandigheden
variëren.
•Het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem is volledig
operationeel (portier/achterklep
vergrendelen/ontgrendelen) wanneer het
contact uit gezet is. Het systeem
functioneert niet als het contact in een
andere stand dan uit wordt gezet.
•Indien de sleutel niet functioneert
wanneer u een toets indrukt of de
gebruiksafstand te klein wordt, is de
batterij mogelijk bijna uitgeput. Zie voor
het plaatsen van een nieuwe batterij
Vervangen van de sleutelbatterij (pagina
6-43).
•De levensduur van de batterij is
ongeveer 1 jaar. Vervang de batterij
door een nieuwe als het KEY
indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep gaat knipperen (bij
voertuigen met type A
instrumentengroep (pagina 4-50),
worden berichten getoond in de
instrumentengroep). Het wordt
aanbevolen de batterij ongeveer
eenmaal per jaar te vernieuwen, omdat
de kans bestaat dat het KEY
waarschuwingslampje/indicatielampje
niet gaat branden of knipperen,
afhankelijk van hoe snel de batterij
uitgeput is geraakt.
•Extra sleutels zijn verkrijgbaar bij een
officiële Mazda reparateur. Per auto
kunnen in totaal 6 sleutels met de
afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties gebruikt
worden. Breng wanneer u extra sleutels
nodig heeft alle sleutels naar een
officiële Mazda reparateur.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
6OHXWHOV


Page 184 of 875

23*(/(7
Als het KEY waarschuwingslampje
(rood) brandt of het indicatielampje
van de startdrukknop (oranje) knippert,
kan dit duiden op een probleem in het
motorstartsysteem. Dit kan het starten
van de motor of het op ACC of ON
zetten van het contact verhinderen (bij
voertuigen met een type A
instrumentengroep (pagina 4-50),
worden berichten in de
instrumentengroep getoond). Laat uw
auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur,
inspecteren.
OPMERKING
•Onder de volgende omstandigheden
gaat na het indrukken van de
startdrukknop het KEY
waarschuwingslampje (rood)
knipperen. Dit informeert de
bestuurder dat de startdrukknop bij
indrukken vanuit de uit-stand niet op
ACC kan worden gezet (bij
voertuigen met een type A
instrumentengroep (pagina 4-50),
worden berichten in de
instrumentengroep getoond).
•De sleutelbatterij is uitgeput.
•De sleutel bevindt zich buiten het
werkingsbereik.
•De sleutel bevindt zich op plaatsen
waar het moeilijk is voor het
systeem het signaal te ontvangen
(pagina 3-8).
•Er bevindt zich een sleutel van een
andere fabrikant in het
werkingsbereik die op de sleutel
lijkt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 185 of 875

•(Methode van geforceerd starten
van de motor)
Als het KEY waarschuwingslampje
(rood) brandt of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit aangeven
dat de motor niet met gebruik van de
normale startmethode gestart kan
worden (bij voertuigen met type A
instrumentengroep (pagina 4-50),
worden de berichten getoond in de
instrumentengroep). Laat uw auto zo
spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur,
inspecteren. In dit geval kan de
motor geforceerd gestart worden.
Houd de startdrukknop ingedrukt
totdat de motor start. Voor het
starten van de motor zijn overige
procedures zoals het aanwezig zijn
van de sleutel in de cabine en het
intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of het rempedaal (automatische
transmissie) vereist.
•Wanneer de motor geforceerd gestart
wordt, blijft het KEY
waarschuwingslampje (rood) (indien
voorzien) branden en blijft het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen.
•(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de
neutraalstand (N) staat, branden het
KEY indicatielampje (groen) (indien
voorzien) en het
startdrukknopindicatielampje
(groen) niet.
 'UXNRSGHVWDUWGUXNNQRSQDGDW]RZHO
KHW.(<LQGLFDWLHODPSMH JURHQ
LQGLHQYRRU]LHQ LQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSDOVKHW
VWDUWGUXNNQRSLQGLFDWLHODPSMH JURHQ
]LMQJDDQEUDQGHQ
OPMERKING
•Na het starten van de motor, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) uit en schakelt het contact
over naar de stand ON.
•(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de motor
start is het werkingsgeluid van de
brandstofpompmotor van nabij de
brandstoftank hoorbaar, echter dit
duidt niet op een defect.
•(SKYACTIV-D 2.2)
•De startmotor draait niet rond
totdat het
voorgloei-indicatielampje is
uitgegaan.
•Als u nadat de gloeibougies zijn
opgewarmd het contact gedurende
langere tijd in de stand ON laat
staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk
opnieuw opgewarmd en gaat het
voorgloei-indicatielampje
branden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 187 of 875

▼0RWRUVWDUWIXQFWLHZDQQHHU
VOHXWHOEDWWHULMXLWJHSXWLV
23*(/(7
Wanneer de motor gestart wordt door de
zender boven de startdrukknop te houden
als gevolg van een uitgeputte
sleutelbatterij of een defecte sleutel, er voor
zorgen het volgende te voorkomen, omdat
anders het signaal van de sleutel niet
correct wordt ontvangen en de kans
bestaat dat de motor niet start.
¾Metalen delen van andere sleutels of
metalen voorwerpen komen in
aanraking met de sleutel.
¾Reservesleutels of sleutels voor andere
voertuigen die uitgerust zijn met een
start-blokkeersysteem komen in
aanraking met of in de buurt van de
sleutel.
¾Elektronische betaalpassen of
doorlaatpassen komen in aanraking met
of in de buurt van de sleutel.
$OVGHPRWRUQLHWJHVWDUWNDQZRUGHQ
RPGDWGHEDWWHULMYDQGHVOHXWHOLVXLWJHSXW
NDQGHPRWRUPHWEHKXOSYDQRQGHUVWDDQGH
SURFHGXUHJHVWDUWZRUGHQ
 %OLMIKHWUHPSHGDDOVWHYLJLQWUDSSHQ
WRWGDWGHPRWRUYROOHGLJJHVWDUWLV
 +DQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN
%OLMIKHWNRSSHOLQJVSHGDDOVWHYLJ
LQWUDSSHQWRWGDWGHPRWRUYROOHGLJ
JHVWDUWLV
 &RQWUROHHURIKHW
VWDUWGUXNNQRSLQGLFDWLHODPSMH JURHQ
NQLSSHUW
 5DDNGHVWDUWGUXNNQRSDDQPHWEHKXOS
YDQGHDFKWHU]LMGHYDQGHVOHXWHO ]RDOV
JHWRRQG WHUZLMOKHW
VWDUWGUXNNQRSLQGLFDWLHODPSMH JURHQ
NQLSSHUW

Startdrukknop
Indicatielampje
KEY
OPMERKING
Bij het aanraken van de startdrukknop
met behulp van de achterkant van de
sleutel zoals getoond in de afbeelding,
de startdrukknop aanraken met de
zijde met de vergrendelschakelaar van
de sleutel omhoog gericht.
 &RQWUROHHURIKHW
VWDUWGUXNNQRSLQGLFDWLHODPSMH JURHQ
JDDWEUDQGHQ
 'UXNRSGHVWDUWGUXNNQRSRPGHPRWRU
WHVWDUWHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 189 of 875

6WRS]HWWHQYDQGHPRWRU
:$$56&+8:,1*
De motor niet tijdens het rijden stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van de
motor om een andere reden dan in een
noodgeval is gevaarlijk. Wanneer de motor
tijdens het rijden wordt stopgezet heeft dit
door het verlies van de rembekrachtiging
een vermindering van remvermogen tot
gevolg wat een ongeluk en ernstig letsel
kan veroorzaken.
 %UHQJGHDXWRYROOHGLJWRWVWLOVWDQG
 +DQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN
6FKDNHORYHUQDDUGHQHXWUDDOVWDQGHQ
WUHNGHKDQGUHPKHQGHODDQ
$XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
=HWGHNHX]HKHQGHOLQGHVWDQG3HQ
WUHNGHKDQGUHPKHQGHODDQ
 'UXNRSGHVWDUWGUXNNQRSRPGHPRWRU
VWRSWH]HWWHQ'HFRQWDFWVWDQGLVXLW
23*(/(7
¾Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
¾(SKYACTIV-D 2.2)
Als de motor bij herhaling wordt gestart
en gestopt voordat deze is opgewarmd,
kan de motor versnellen terwijl de auto is
gestopt om de motor intern te reinigen.
Zet de motor pas uit wanneer de motor
op normale snelheid draait.
OPMERKING
•(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
Het is mogelijk dat de koelventilator in de
motorruimte gedurende enkele minuten
nadat het contact vanuit ON op OFF gezet
is gaat draaien, ongeacht of de
airconditioning aan of uit is, voor het snel
koelen van de motorruimte.
•Als het systeem bespeurt dat de resterende
batterijcapaciteit van de sleutel laag is
wanneer het contact van ON op ACC of
OFF wordt gezet, wordt het volgende
aangegeven.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar wordt.
Zie Vervangen van de sleutelbatterij op
pagina 6-43.
(Voertuig uitgerust met type A
instrumentengroep)
Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
(Voertuig uitgerust met type B
instrumentengroep)
Het KEY indicatielampje (groen) knippert
gedurende ongeveer 30 seconden.
Zie Waarschuwings-/indicatielampjes op
pagina 4-50.
•(Automatische transmissie)
Als de motor wordt stopgezet terwijl de
keuzehendel in een andere stand dan P
staat, zal het contact overschakelen naar
ACC.
▼0RWRUQRRGVWRS
:DQQHHUWHUZLMOGHPRWRUGUDDLWRIWLMGHQV
KHWULMGHQGHVWDUWGUXNNQRSFRQWLQX
LQJHGUXNWZRUGWJHKRXGHQRIHHQDDQWDO
PDOHQDFKWHUHHQVQHOZRUGWLQJHGUXNW]DO
GHPRWRURQPLGGHOOLMNZRUGHQVWRSJH]HW
+HWFRQWDFWVFKDNHOWRYHUQDDU$&&
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS