sensor MAZDA MODEL MX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 278 of 679

0HWDFKWHUXLWNLMNPRQLWRU
'HZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHYDQKHW5&7$LQGHDFKWHUXLWNLMNPRQLWRUZHUNWRRN
V\QFKURRQPHWKHWGRGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHRSGH
SRUWLHUVSLHJHOV
(Met achteruitkijkmonitor)
:$$56&+8:,1*
Controleer altijd visueel de directe omgeving alvorens daadwerkelijk uw auto in de achteruit
te zetten:
Het systeem is enkel bedoeld om u bij het achteruitrijden te helpen op achteropkomende
voertuigen te controleren. Als gevolg van bepaalde beperkingen ten aanzien van de werking
van dit systeem, bestaat de kans dat de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes niet of met vertraging knipperen alhoewel er zich een
voertuig achter uw auto bevindt. Neem het als bestuurder altijd tot uw verantwoordelijkheid
te controleren op achteropkomend verkeer.
OPMERKING
xIn de volgende gevallen gaat het dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje branden
en wordt de werking van het systeem stopgezet. Laat de auto zo spoedig mogelijk bij een
officiële Mazda-dealer inspecteren als het dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje
blijft branden.
xEr heeft zich een probleem in het systeem voorgedaan, inclusief de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingsindicatielampjes.
xEr is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).
xEr heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper nabij
een radarsensor (achter).
xRijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 279 of 679

xDe temperatuur in de buurt van de radarsensoren is buitengewoon hoog als gevolg van
het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
xDe accuspanning is afgenomen.
xOnder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
xDe rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 10 km/h of hoger.
xHet detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije muur
of geparkeerd voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied van de
radarsensor niet meer gehinderd wordt.)
Uw auto
xEr nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.
Uw auto
xDe auto staat op een helling geparkeerd.
Uw auto
xDirect nadat het dodehoekmonitorsysteem (BSM) in werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
xOntvangststoring door een radarsensor op een voertuig dat dichtbij is geparkeerd.
xIn de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien
branden/knipperen.
xDe portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs.
xWanneer de portierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 297 of 679

6WDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW>$FKWHUXLW@ 6&%65
6&%65LVHHQV\VWHHPGDWEHVWHPGLVRPVFKDGHLQKHWJHYDOYDQHHQERWVLQJWHEHSHUNHQ
GRRUKHWLQZHUNLQJVWHOOHQYDQGHUHPEHVWXULQJ 6&%6UHP ZDQQHHUGHXOWUDVRQLVFKH
VHQVRUHQYDQKHWV\VWHHPHHQKLQGHUQLVDDQGHDFKWHU]LMGHYDQKHWYRHUWXLJEHVSHXUHQELM
HHQULMVQHOKHLGWXVVHQRQJHYHHUWRWNPKHQKHWV\VWHHPEHSDDOWGDWHHQERWVLQJQLHWWH
YHUPLMGHQLV
Terugspoelen
Ultrasonische sensor (achter)
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op het SCBS R systeem:
¾Het SCBS R systeem is enkel bestemd om in het geval van een botsing schade te
verminderen. Wanneer u overmatig op het systeem vertrouwt en daardoor het gaspedaal
of rempedaal per ongeluk intrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken.
¾Neem voor de juiste werking van de SCBS R de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Breng geen stickers aan op de ultrasonische sensoren (achter) (inclusief doorzichtige
stickers). Anders bestaat de kans dat de ultrasonische sensor (achter) voertuigen of
obstakels niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken kan veroorzaken.
¾De ultrasonische sensoren (achter) niet demonteren.
¾Als er barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt van een
ultrasonische sensor (achter) zichtbaar zijn, onmiddellijk met het gebruik van de SCBS R
stoppen en uw auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur, laten inspecteren. Als u met barsten of krassen in de buurt van een
ultrasonische sensor met de auto blijft doorrijden, bestaat de kans dat het systeem
abusievelijk in werking treedt en een ongeluk veroorzaakt wordt.
Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) op
pagina 4-150.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur, voor
het vervangen van de achterbumper.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 298 of 679

Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, bestaat de kans dat de SCBS R
niet juist functioneert omdat deze obstakels niet correct kan bespeuren.
Oefen geen grote kracht uit op de ultrasonische sensoren (achter):
Spuit bij het wassen van de auto geen water onder hoge druk tegen een ultrasonische sensor
(achter) en er niet met kracht over wrijven. Let er verder op bij het in- en uitladen van lading
niet met kracht tegen de achterbumper te stoten. Anders bestaat de kans dat de sensoren de
obstakels niet correct bespeuren, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R systeem niet
normaal functioneert of abusievelijk functioneert.
23*(/(7
¾Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of bladeren, wordt het aanbevolen het SCBS R
systeem uit te schakelen.
¾Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat en van hetzelfde merk, soort en
profielpatroon op alle 4 wielen. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Anders bestaat de kans dat het
SCBS R systeem niet normaal functioneert.
¾Als zich een laag ijs of sneeuw op de ultrasonische sensoren (achter) heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk van de omstandigheden obstakels niet correct kunnen
bespeuren. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat het systeem de regelingen niet correct
kan uitvoeren. Rijd altijd voorzichtig en let op de achterzijde van de auto.
OPMERKING
xDe stand van de auto verandert afhankelijk van het gebruik van het gaspedaal, rempedaal
en stuurwiel, wat voor het systeem de herkenning van een obstakel kan bemoeilijken of
wat tot onnodige detectie kan leiden. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat de SCBS R
niet functioneert.
xHet SCBS R systeem functioneert onder de volgende omstandigheden.
xWanneer de motor draait.
xDe versnellingshendel (handgeschakelde auto) of keuzehendel (voertuig met
automatische transmissie) staat in de stand R (achteruit).
x“Storing in SCBS achteruit” wordt niet getoond in de multi-informatiedisplay.
xBij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot 8 km/h.
xDe SCBS R wordt niet uitgeschakeld.
xHet DSC systeem is niet defect.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 299 of 679

xDe SCBS R functioneert met behulp van ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels
aan de achterzijde bespeuren door middel van het uitzenden van ultrasonische golven en
vervolgens de terugkerende golven die door de obstakels weerkaatst worden weer
opvangen.
xIn de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
xLage obstakels, zoals lage muren of vrachtwagens met lage laadbakken.
xHoge obstakels, zoals vrachtwagens met hoge laadbakken.
xKleine obstakels.
xDunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.
xObstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.
xDe buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet verticaal ten opzichte van de auto.
xZachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.
xOnregelmatig gevormde obstakels.
xObstakels die zich uiterst dichtbij bevinden.
xIn de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) obstakels niet correct
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
xEr zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).
xHet stuurwiel wordt scherp gedraaid, of het rem- of gaspedaal wordt bediend.
xNabij een obstakel bevindt zich een ander obstakel.
xTijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
xHoge of lage vochtigheid.
xHoge of lage temperaturen
xHarde wind.
xHet wegtraject is niet vlak.
xWanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.
xObjecten zoals een draadloze antenne, mistlamp of verlichte kentekenplaat zijn in de
buurt van een ultrasonische sensor (achter) gemonteerd.
xDe richting van een ultrasonische sensor (achter) wijkt af als gevolg van bijvoorbeeld
een botsing.
xDe auto staat blootgesteld aan andere geluidsgolven, zoals die van de claxon,
motorgeluiden of de ultrasonische sensor van een ander voertuig.
xIn de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter) iets
abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R
systeem in werking treedt.
xRijden op een steile helling.
xWielblokken.
xHangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.
xBij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 307 of 679

5DGDUVHQVRUHQ $FKWHU
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU 'HYROJHQGHV\VWHPHQPDNHQHYHQHHQV
JHEUXLNYDQGHUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU 
x'RGHKRHNPRQLWRU %60
x$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$
'HUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU GHWHFWHUHQGHUDGLRJROYHQGLHGRRUGHUDGDUVHQVRUZRUGHQ
XLWJH]RQGHQHQRSKXQEHXUWZHHUNDDWVWZRUGHQGRRUHHQYRHUWXLJGDWYDQDFKWHUHQQDGHUWRI
GRRUHHQREVWDNHO
Radarsensoren (achter)
'HUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU ]LMQLQJHERXZGLQGHDFKWHUEXPSHUppQDDQGHUHFKWHU]LMGHHQ
ppQDDQGHOLQNHU]LMGH
+RXGKHWRSSHUYODNYDQGHDFKWHUEXPSHULQGHEXXUWYDQGHUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU DOWLMG
VFKRRQ]RGDWGHUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU QRUPDDONXQQHQIXQFWLRQHUHQ%UHQJRRNJHHQ
YRRUZHUSHQ]RDOVVWLFNHUVDDQ
=LH9HU]RUJLQJYDQGHFDUURVVHULHRSSDJLQD
23*(/(7
Als de achterbumper een zware impact ontvangt, is het mogelijk dat het systeem niet meer
normaal functioneert. Zet het systeem onmiddellijk stop en laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur, inspecteren.
OPMERKING
xDe detectiecapaciteit van de radarsensoren (achter) heeft beperkingen. In de volgende
gevallen bestaat de kans dat de detectiecapaciteit is verminderd en dat het systeem niet
normaal functioneert.
xDe achterbumper in de buurt van de radarsensoren (achter) is vervormd geraakt.
xNabij de radarsensoren (achter) op de achterbumper heeft zich sneeuw, ijs of modder
verzameld.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 308 of 679

xBij slechte weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw en mist.
xOnder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
xStilstaande objecten op of langs de weg, zoals kleine, tweewielige voertuigen, fietsen,
voetgangers, dieren en winkelwagens.
xVoertuigen met vormen die radargolven niet goed weerkaatsen, zoals lege opleggers
met een lage voertuighoogte en sportauto's.
xBij het verlaten van de fabriek is bij alle voertuigen de richting van de radarsensoren
(achter) afgesteld voor een voertuig in beladen toestand, zodat de radarsensoren (achter)
naderende voertuigen correct kunnen bespeuren. Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur laten inspecteren als de richting
van de radarsensoren (achter) om een bepaalde reden is afgeweken.
xRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor
reparatie of vervanging van de radarsensoren (achter), of bumperreparaties,
lakherstellingen en vervanging van onderdelen in de buurt van de radarsensoren.
xSchakel het systeem uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals
een fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven die door de radar worden uitgezonden geblokkeerd raken waardoor het
systeem niet meer normaal zal functioneren.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan de betreffende radiogolfbepalingen van het land
waarin met de auto wordt gereden. Als de auto in het buitenland wordt gebruikt, is er
mogelijk goedkeuring vereist van het land waarin met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 309 of 679

8OWUDVRQLVFKHVHQVRU $FKWHU
'HXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ DFKWHU ]HQGHQXOWUDVRQLVFKHJROYHQXLWGLHZHHUNDDWVWZRUGHQ
GRRUREVWDNHOVDDQGHDFKWHU]LMGHHQGLHYHUYROJHQVZHHUGRRUGHXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ
DFKWHU ZRUGHQRSJHYDQJHQ
Achterste sensor
'HXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ DFKWHU ]LMQJHPRQWHHUGLQGHDFKWHUEXPSHU
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 318 of 679

▼6\VWHHPIRXWDFWLYHULQJ
$OVKHW7306ZDDUVFKXZLQJVODPSMH
NQLSSHUWLVHUPRJHOLMNHHQGHIHFWLQKHW
V\VWHHP5DDGSOHHJHHQRIILFLsOH
0D]GDGHDOHU
(HQV\VWHHPIRXWDFWLYHULQJNDQ]LFK
YRRUGRHQLQGHYROJHQGHJHYDOOHQ
x:DQQHHUHU]LFKXLWUXVWLQJRIDSSDUDWXXU
LQGHEXXUWYDQGHDXWREHYLQGWGLH
JHEUXLNPDDNWYDQGH]HOIGH
UDGLRIUHTXHQWLHDOVGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUHQ
x:DQQHHUHHQPHWDOHQYRRU]LHQLQJ]RDOV
HHQQLHWRULJLQHHOQDYLJDWLHV\VWHHP
ZRUGWJHwQVWDOOHHUGQDELMKHWPLGGHQYDQ
KHWLQVWUXPHQWHQSDQHHONXQQHQ
GDDUGRRUGHUDGLRVLJQDOHQYDQGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUQDDUGH
RQWYDQJHUJHEORNNHHUGZRUGHQ
x%LMJHEUXLNYDQGHYROJHQGHDSSDUDWXXU
LQGHDXWRGLHUDGLRVWRULQJPHWGH
RQWYDQJHUNDQYHURRU]DNHQ
x'LJLWDOHDSSDUDWXXU]RDOVHHQSHUVRQDO
FRPSXWHU
x(HQVSDQQLQJVRPYRUPHU]RDOVHHQ
'&$&RPYRUPHU
x:DQQHHUHU]LFKEXLWHQJHZRRQYHHOLMV
RIVQHHXZDDQGHDXWRKHHIWYDVWJH]HW
YRRUDOURQGRPGHYHOJHQ
x:DQQHHUGHEDWWHULMHQYDQGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUXLWJHSXW]LMQ
x%LMJHEUXLNYDQHHQYHOJZDDURSJHHQ
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRULVJHPRQWHHUG
x%LMJHEUXLNYDQEDQGHQPHW
VWDDOGUDDGYHUVWHYLJLQJLQGH]LMZDQGHQ
x%LMJHEUXLNYDQVQHHXZNHWWLQJHQ
▼%DQGHQHQYHOJHQ
23*(/(7
Bij het inspecteren of afstellen van de
bandenspanning, geen overmatige druk
uitoefenen op het ventielgedeelte van de
velg. De kans bestaat dat het
ventielgedeelte beschadigd wordt.
9HUZLVVHOHQYDQEDQGHQHQYHOJHQ
9LDRQGHUVWDDQGHSURFHGXUHNDQKHW7306
V\VWHHPGHXQLHNH,'VLJQDDOFRGHYDQHHQ
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUKHUNHQQHQWHONHQV
ZDQQHHUEDQGHQRIYHOJHQYHUZLVVHOG
ZRUGHQ]RDOVELMKHWYHUZLVVHOHQYDQHQ
QDDUZLQWHUEDQGHQ
OPMERKING
Elke bandenspanningsensor heeft een
unieke ID signaalcode. De signaalcode
moet in het TPMS systeem geregistreerd
worden alvorens dit kan functioneren. De
gemakkelijkste manier om dit te doen is
om uw banden door een officiële Mazda
dealer te laten verwisselen en de
registratie van de ID signaalcode te laten
voltooien.
:DQQHHUXEDQGHQGRRUHHQRIILFLsOH
0D]GDGHDOHUODDWYHUZLVVHOHQ
:DQQHHUGHEDQGHQYDQXZDXWRGRRUHHQ
RIILFLsOH0D]GDGHDOHUZRUGHQYHUZLVVHOG
]XOOHQ]LMGHUHJLVWUDWLHYDQGH,'
VLJQDDOFRGHYDQGHEDQGHQVSDQQLQJVHQVRU
YROWRRLHQ

7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP


Page 319 of 679

:DQQHHUX]HOIEDQGHQYHUZLVVHOW
$OVXRILHPDQGDQGHUVGHEDQGHQ
YHUZLVVHOWNXQQHQGHVWDSSHQYRRUKHW
YROWRRLHQYDQGHUHJLVWUDWLHYDQGH,'
VLJQDDOFRGHLQKHW7306V\VWHHPRRN
GRRUX]HOIRILHPDQGDQGHUVXLWJHYRHUG
ZRUGHQ
 =HWQDGDWGHEDQGHQ]LMQYHUZLVVHOG
KHWFRQWDFWRS21HQYHUYROJHQVWHUXJ
RS$&&RI2))
 :DFKWRQJHYHHUPLQXWHQ
 *DQDRQJHYHHUPLQXWHQPHWGH
DXWRULMGHQPHWHHQVQHOKHLGYDQ
WHQPLQVWHNPKJHGXUHQGHRQJHYHHU
PLQXWHQHQGH,'VLJQDDOFRGHYDQ
GHEDQGHQVSDQQLQJVHQVRU]DO
DXWRPDWLVFKZRUGHQJHUHJLVWUHHUG
OPMERKING
Als er na minder dan ongeveer 15 minuten
na het verwisselen van de banden met de
auto gereden wordt, zal het
waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaan
knipperen omdat de ID signaalcode van de
bandenspanningsensor dan nog niet
geregistreerd is. Parkeer in dit geval de
auto gedurende ongeveer 15 minuten,
waarna de ID signaalcode van de sensor
geregistreerd zal worden wanneer er
gedurende 10 minuten met de auto wordt
gereden.
9HUZLVVHOHQYDQEDQGHQHQYHOJHQ
23*(/(7
¾Bij het vervangen/repareren van banden
of velgen of beide, het werk door een
officiële Mazda dealer laten uitvoeren,
omdat anders de kans bestaat dat de
bandenspanningsensoren beschadigd
worden.
¾De velgen waarmee uw Mazda is
uitgerust zijn speciaal ontworpen voor
het monteren van de
bandenspanningsensoren. Gebruik geen
niet-originele velgen, omdat het anders
misschien niet mogelijk is de
bandenspanningsensoren te monteren.
=RUJHUYRRUGDWWHONHQVZDQQHHUGH
EDQGHQRIYHOJHQYHUQLHXZGZRUGHQGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUHQZRUGHQ
JHPRQWHHUG
:DQQHHUXHHQEDQGRIYHOJRIEHLGHODDW
YHUQLHXZHQ]LMQGHYROJHQGHPDQLHUHQ
YRRUKHWPRQWHUHQYDQGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUPRJHOLMN
x'HEDQGHQVSDQQLQJVHQVRUZRUGW
YHUZLMGHUGYDQGHRXGHYHOJHQRSGH
QLHXZHJHPRQWHHUG
x'H]HOIGHEDQGHQVSDQQLQJVHQVRUZRUGW
JHEUXLNWPHWGH]HOIGHYHOJ(QNHOGH
EDQGZRUGWYHUQLHXZG
x(UZRUGWHHQQLHXZH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRURSHHQQLHXZH
YHOJJHPRQWHHUG
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >