MAZDA MODEL MX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 679

Breng nooit wijzigingen aan de onderdelen
of de bedrading aan en gebruik nooit
elektronische testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals bijvoorbeeld
het gebruik van elektronische
testapparatuur is gevaarlijk. De kans
bestaat dat het systeem dan per ongeluk
geactiveerd of onbruikbaar gemaakt
wordt, waardoor dit tijdens een ongeval
niet in werking kan treden. De kans bestaat
dan dat bestuurder, voorpassagier of
monteurs ernstig letsel oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de juiste
wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen van het
voorspannersysteem of het slopen van een
auto waarvan het voorspannersysteem
niet eerst onklaar is gemaakt, is gevaarlijk.
Ernstig letsel kan het gevolg zijn wanneer
niet alle veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda
reparateur het voorspannersysteem veilig
opruimen of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet functioneert,
afhankelijk van het type botsing. Zie
voor bijzonderheden, Criteria voor SRS
airbag activering (pagina 2-51).
xBij het in werking treden van de airbags
en de voorspanners zal er enige rook
(een niet-toxisch gas) vrijkomen. Dit
duidt echter niet op brand. Dit gas heeft
normaal geen effect op de inzittenden,
echter bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of van
het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in de
ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 42 of 679

9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQELMJHEUXLNYDQHHQNLQGHU]LWMH
+HWZRUGWGRRU0D]GDWHQVWHUNVWHDDQEHYROHQJHEUXLNWHPDNHQYDQNLQGHU]LWMHVYRRU
NLQGHUHQGLHNOHLQJHQRHJ]LMQRPHUJHEUXLNYDQWHNXQQHQPDNHQ

0D]GDUDDGWKHWJHEUXLNDDQYDQHHQRULJLQHHO0D]GDNLQGHU]LWMHRIHHQGLHYROGRHWDDQGH
815

RI815EHSDOLQJ1HHPFRQWDFWRSPHWHHQRIILFLsOH0D]GDGHDOHULQKHW
JHYDOXHHQRULJLQHHO0D]GDNLQGHU]LWMHGHQNWDDQWHVFKDIIHQ
&RQWUROHHUXZSODDWVHOLMNHODQGHOLMNHRISURYLQFLDOHZHWJHYLQJYRRUVSHFLILHNHEHSDOLQJHQ
EHWUHIIHQGHGHYHLOLJKHLGYDQNLQGHUHQGLHLQXZDXWRPHHULMGHQ

 815VWDDWYRRU5HJOHPHQWYDQGH9HUHQLJGH1DWLHV 8QLWHG1DWLRQV5HJXODWLRQ 

+RXGELMKHWVHOHFWHUHQYDQHHQNLQGHU]LWMHUHNHQLQJPHWGHOHHIWLMGHQGHJURRWWHYDQKHW
NLQGHQOHWHURSGDWKHWNLQGHU]LWMHYROGRHWDDQGHJHOGHQGHEHSDOLQJHQ9ROJGHELMKHW
NLQGHU]LWMHEHKRUHQGHLQVWUXFWLHV

(HQNLQGGDWWHJURRWLVYRRUNLQGHU]LWMHVGLHQWJHEUXLNWHPDNHQYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOV
]RZHOKHXSDOVVFKRXGHUJRUGHO$OVGHVFKRXGHUJRUGHOGHQHNRIKHWJH]LFKWNUXLVWKHWNLQG
YHUGHUQDDUKHWPLGGHQYDQGHDXWRYHUSODDWVHQ

(HQQDDUDFKWHUHQJHULFKWNLQGHU]LWMHPDJ122,7RSGHSDVVDJLHUVVWRHOZRUGHQJHEUXLNW
ZDQQHHUKHWDLUEDJV\VWHHPLQJHVFKDNHOGLV

0HWLQ]LWWHQGHSDVVDJLHUGHWHFWLHV\VWHHP
2PGHNDQVRSOHWVHOELMGHDFWLYHULQJYDQGHSDVVDJLHUVDLUEDJWHYHUPLQGHUHQIXQFWLRQHHUW
GHLQ]LWWHQGHSDVVDJLHUGHWHFWLHVHQVRUDOVRQGHUGHHOYDQKHWDDQYXOOHQGEHYHLOLJLQJVV\VWHHP
'LWV\VWHHPGHDFWLYHHUWGHYRRUHQ]LMDLUEDJVYDQGHSDVVDJLHUVVWRHOHQRRNKHWV\VWHHP
YDQGHYRRUVSDQQHUYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHSDVVDJLHUVVWRHOZDQQHHUKHW
DLUEDJXLWJHVFKDNHOG2))LQGLFDWLHODPSMHYDQGHSDVVDJLHUVDLUEDJEUDQGW

:DQQHHUHHQSHXWHURINOHLQNLQGRSGHSDVVDJLHUVVWRHOSODDWVQHHPWVFKDNHOWKHWV\VWHHPGH
YRRUHQ]LMDLUEDJVHQKHWV\VWHHPYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOYRRUVSDQQHUYDQGH
SDVVDJLHUVVWRHOXLWGXVFRQWUROHHUGDWKHWDLUEDJXLWJHVFKDNHOG2))LQGLFDWLHODPSMHYDQGH
SDVVDJLHUVDLUEDJEUDQGW

=LHYRRUELM]RQGHUKHGHQ

Page 43 of 679

:$$56&+8:,1*
Gebruik een kinderzitje van de juiste maat:
Voor een effectieve beveiliging bij botsingen en plotseling afremmen dienen kinderen gebruik
te maken van veiligheidsgordels of een kinderzitje afhankelijk van de leeftijd en de grootte. Zo
niet, dan bestaat de kans dat het kind bij een ongeluk ernstig of zelfs dodelijk letsel oploopt.
Volg de instructies van de fabrikant en houd het kinderzitje steeds op zijn plaats verankerd:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een aanrijding zou
het kinderzitje van zijn plaats kunnen schuiven en ernstig letsel, mogelijk met dodelijke
afloop, aan het kind of andere inzittenden kunnen toebrengen. Zorg ervoor dat het kinderzitje
dat u gebruikt goed op zijn plaats bevestigd wordt volgens de instructies van de fabrikant van
het kinderzitje. Wanneer u het kinderzitje niet gebruikt, dit uit de auto verwijderen of met een
veiligheidsgordel bevestigen of dit aan BEIDE Isofix-ankers en de bijbehorende
spanriemverankering vastzetten.
Zet een kind steeds in een geschikt kinderzitje vast:
Het in uw armen vasthouden van een kind tijdens het rijden is buitengewoon gevaarlijk.
Ongeacht hoe sterk de persoon is, zal hij of zij tijdens plotseling afremmen of een botsing het
kind niet kunnen blijven vasthouden, waardoor het kind of de overige inzittenden ernstig of
dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Zelfs bij een gematigde botsing kan het kind blootgesteld
worden aan de kracht van een airbag, waardoor het kind ernstig of dodelijk letsel zou kunnen
oplopen, of het kind zou tegen een volwassene kunnen slaan en zowel zelf letsel kunnen
oplopen als ook aan de volwassene letsel kunnen toebrengen.
Controleer bij gebruik van een kinderzitje altijd dat het airbag-uitgeschakeld
OFF-indicatielampje van de passagiersairbag brandt (Met inzittende passagier
detectiesysteem):
Het vervoeren van een kind in een kinderzitje dat op de passagiersstoel is geïnstalleerd terwijl
het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag niet brandt is uiterst
gevaarlijk. Bij een ongeluk bestaat de kans dat een airbag wordt opgeblazen en ernstig letsel,
mogelijk met dodelijk afloop, aan het kind toebrengt dat in het kinderzitje vervoerd wordt.
Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag
brandt.
Zie Inzittende passagier detectiesysteem op pagina 2-54.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de passagiersstoel
met een airbag die geactiveerd zou kunnen worden:
Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde door
een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 44 of 679

Bij auto’s met een passagiersairbag is er een waarschuwingslabel zoals hieronder
aangegeven aangebracht. Dit waarschuwingslabel is aangebracht overeenkomstig de
bepalingen.

(Behalve Taiwan) (Taiwan)
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag geraakt
worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind ernstig of dodelijk
letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto is uitgerust met een inzittende passagier
detectiesysteem, altijd controleren dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
passagiersairbag brandt wanneer u een naar achteren gericht kinderzitje op de
passagiersstoel installeert.

Alvorens u een kinderzitje op de passagiersstoel gaat installeren, de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk letsel
aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag
brandt.

%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 45 of 679

Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
passagiersstoel gevaarlijk (Met inzittende passagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor. Ook al is uw auto uitgerust
met een inzittende passagier detectiesensor, als u de passagiersstoel moet gaan gebruiken
voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een kinderzitje op de passagiersstoel
onder de volgende omstandigheden het gevaar toe dat de passagiersairbag wordt
geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk letsel oploopt.
¾Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag gaat niet branden
wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het kinderzitje is
geïnstalleerd.
¾De zitting is afgewassen.
¾Er is vloeistof op de zitting gemorst.
¾De passagiersstoel is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de passagiersstoel en de
bestuurdersstoel.
¾Er is een elektrisch apparaat op de passagiersstoel geplaatst.
¾Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de passagiersstoel
geïnstalleerd.
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen de zijruit leunen van een auto met
zij-airbags:
Het is gevaarlijk als iemand op of tegen de zijruit, het gedeelte van de passagiersstoel van
waaruit de zij-airbags worden opgeblazen leunt, ook als een kinderzitje wordt gebruikt. De
schok van een zij-airbag die wordt opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan
een kind dat niet goed op zijn plaats zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het
portier de zij- airbags geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende
beveiliging ongedaan gemaakt worden. Laat een kind niet op of tegen de zijruit leunen, ook
niet als het kind zich in een kinderzitje bevindt, aangezien de zij-airbag vanuit de buitenste
schouder van de zitting wordt opgeblazen.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 46 of 679

Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje:
Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk zoals die
door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen omstandigheden
mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging van veiligheidsgordels voor
volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere voorwerpen of uitrusting aan de auto.
23*(/(7
Een veiligheidsgordel of een kinderzitje kan tijdens warm weer in een afgesloten auto
bijzonder heet worden. Om te voorkomen dat u of uw kind zich branden, deze controleren
alvorens u of uw kind deze aanraken.
OPMERKING
(Europees model)
Uw Mazda is uitgerust met Isofix-ankers voor de bevestiging van Isofix-kinderzitjes. Zie
“Gebruik van Isofix-ankers”, wanneer u deze ankers voor de bevestiging van een kinderzitje
gebruikt (pagina 2-35).
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 47 of 679

,QVWDOODWLHYDQNLQGHU]LWMHV
▼&DWHJRULHsQNLQGHU]LWMHV
OPMERKING
Vraag bij aankoop de fabrikant van het kinderzitje welk type kinderzitje voor uw kind en
voertuig het meest in aanmerking komt.
(XURSDHQODQGHQGLHYROGRHQDDQGH815HQ815EHSDOLQJ
.LQGHU]LWMHVZRUGHQRQGHUYHUGHHOGLQGHYROJHQGHJURHSHQRYHUHHQNRPVWLJGH815
EHSDOLQJ
*URHS /HHIWLMG *HZLFKW*URRWWHNODVVH3UR
ILHO &5)
 7RWRQJHYHHUPDDQGHQRXG 7RWNJ/
/
5

7RWRQJHYHHUMDDURXG 7RWNJ5
5
5
2QJHYHHUPDDQGHQWRWMDDU
RXGNJ

Page 48 of 679

xAls gevolg van de verschillen in ontwerp
van kinderzitjes, autostoelen en
veiligheidsgordels, zijn niet alle
kinderzitjes geschikt voor gebruik in alle
zitposities. Alvorens een kinderzitje aan
te schaffen dient dit getest te worden of
dit geschikt is voor de specifieke
zitpositie (of posities) in de auto waar u
van plan bent dit te gebruiken. Als een
voorheen aangeschaft kinderzitje niet
past, is het wellicht nodig een ander aan
te schaffen dat wel past.
%DE\]LWMH
*HOLMNDDQ*URHSHQ
YDQGH815
HQ815EHSDOLQJ

3HXWHU]LWMH
*HOLMNDDQ*URHSYDQGH815HQ
815EHSDOLQJ

-XQLRUHQ]LWMH
*HOLMNDDQ*URHSHQYDQGH815
HQ815EHSDOLQJ

2YHULJHODQGHQ
+RXGXDDQGHLQXZODQGJHOGHQGH
ZHWWHOLMNHEHSDOLQJHQEHWUHIIHQGHKHW
JHEUXLNYDQNLQGHU]LWMHV
▼▼,QVWDOODWLHSRVLWLHYDQEDE\]LWMH
(HQEDE\]LWMHZRUGWXLWVOXLWHQGLQGH
DFKWHUZDDUWVJHULFKWHSRVLWLHJHEUXLNW
=LHGHWDEHO³*HVFKLNWKHLGYDQ
NLQGHU]LWMHVYRRUGLYHUVH]LWWLQJSRVLWLHV´
YRRUGHLQVWDOODWLHSRVLWLHYDQHHQEDE\]LWMH
SDJLQD 
:$$56&+8:,1*
Installeer altijd een babyzitje op de juiste
zitplaats:
Het installeren van een babyzitje zonder
eerst de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” te
raadplegen is gevaarlijk. Een babyzitje dat
op de verkeerde zitting wordt geïnstalleerd
kan niet op de juiste wijze worden
bevestigd. Bij een botsing zou het kind iets
of iemand in de auto kunnen raken en
ernstig letsel kunnen oplopen, mogelijk
met dodelijke afloop.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 49 of 679

Gebruik dus nooit een achterwaarts gericht
kinderzitje op een passagierszitting die
door een airbag beveiligd wordt:
Uiterst gevaarlijk! Gebruik geen
achterwaarts gericht kinderzitje op een
zitting die aan de voorzijde door een airbag
beveiligd is!
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt worden.
Een kind dat zich in het zitje bevindt zou
dan ernstig gewond kunnen raken of zelfs
om het leven kunnen komen. Als uw auto is
uitgerust met een inzittende passagier
detectiesysteem, altijd controleren dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt als het
installeren van een achterwaarts gericht
kinderzitje op de passagierszitting niet te
vermijden is.
▼▼,QVWDOODWLHSRVLWLHYDQSHXWHU]LWMH
(HQSHXWHU]LWMHZRUGWJHEUXLNWLQGHQDDU
YRUHQHQQDDUDFKWHUHQJHULFKWHSRVLWLHV
DIKDQNHOLMNYDQGHOHHIWLMGHQGHJURRWWH
YDQKHWNLQG9ROJELMKHWLQVWDOOHUHQGH
LQVWUXFWLHVYDQGHIDEULNDQWLQ
RYHUHHQVWHPPLQJPHWGHEHWUHIIHQGH
OHHIWLMGHQJURRWWHYDQKHWNLQGDOVPHGH
GHULFKWLQJHQYRRUKHWLQVWDOOHUHQYDQKHW
NLQGHU]LWMH
=LHGHWDEHO

Page 50 of 679

Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt worden.
Een kind dat zich in het zitje bevindt zou
dan ernstig gewond kunnen raken of zelfs
om het leven kunnen komen. Als uw auto is
uitgerust met een inzittende passagier
detectiesysteem, altijd controleren dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt als het
installeren van een naar achteren gericht
kinderzitje op de passagiersstoel niet te
vermijden is.


1DDUYRUHQJHULFKWW\SH
:$$56&+8:,1*
Nooit een naar voren gericht peuterzitje op
de verkeerde zitting installeren:
Het installeren van een naar voren gericht
peuterzitje zonder eerst de tabel
“Geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zittingposities” te raadplegen is gevaarlijk.
Een naar voren gericht peuterzitje dat op
de verkeerde zitting wordt geïnstalleerd
kan niet op de juiste wijze worden
bevestigd. Bij een botsing zou het kind iets
of iemand in de auto kunnen raken en
ernstig letsel kunnen oplopen, mogelijk
met dodelijke afloop.
Controleer altijd dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt.

Alvorens u een kinderzitje op de
passagiersstoel gaat installeren, de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt.

▼▼,QVWDOODWLHSRVLWLHYDQMXQLRUHQ]LWMH
(HQMXQLRUHQ]LWMHZRUGWXLWVOXLWHQGLQGH
YRRUZDDUWVJHULFKWHSRVLWLHJHEUXLNW

=LHGHWDEHO³*HVFKLNWKHLGYDQ
NLQGHU]LWMHVYRRUGLYHUVH]LWSRVLWLHV

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 680 next >