sensor MAZDA MODEL MX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 45 of 679

Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
passagiersstoel gevaarlijk (Met inzittende passagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor. Ook al is uw auto uitgerust
met een inzittende passagier detectiesensor, als u de passagiersstoel moet gaan gebruiken
voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een kinderzitje op de passagiersstoel
onder de volgende omstandigheden het gevaar toe dat de passagiersairbag wordt
geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk letsel oploopt.
¾Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag gaat niet branden
wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het kinderzitje is
geïnstalleerd.
¾De zitting is afgewassen.
¾Er is vloeistof op de zitting gemorst.
¾De passagiersstoel is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de passagiersstoel en de
bestuurdersstoel.
¾Er is een elektrisch apparaat op de passagiersstoel geplaatst.
¾Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de passagiersstoel
geïnstalleerd.
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen de zijruit leunen van een auto met
zij-airbags:
Het is gevaarlijk als iemand op of tegen de zijruit, het gedeelte van de passagiersstoel van
waaruit de zij-airbags worden opgeblazen leunt, ook als een kinderzitje wordt gebruikt. De
schok van een zij-airbag die wordt opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan
een kind dat niet goed op zijn plaats zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het
portier de zij- airbags geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende
beveiliging ongedaan gemaakt worden. Laat een kind niet op of tegen de zijruit leunen, ook
niet als het kind zich in een kinderzitje bevindt, aangezien de zij-airbag vanuit de buitenste
schouder van de zitting wordt opgeblazen.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 62 of 679

Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een zij-airbag geactiveerd
wordt:
Het bevestigen van voorwerpen aan de zitting op zodanige manier dat de buitenste zijde van
de zitting op enigerlei wijze wordt afgedekt, is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het voorwerp
de werking van de zij-airbag welke vanuit de buitenste zijde van de zittingen wordt
opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de aanvullende beveiliging van het
zij-airbagsysteem ongedaan gemaakt wordt of de airbag in een richting kunnen sturen die
gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de airbag opengesneden wordt en dat het gas
ontsnapt.
Hang geen opbergnetten, kaartzakjes of rugzakken met riemen aan de zittingen. Gebruik
nooit zittinghoezen op de zittingen. Houd de zij-airbagmodules in uw zittingen steeds vrij van
obstakels, zodat de zij-airbags bij een botsing vanaf de zijkant ongehinderd in werking
kunnen treden.
Raak nadat de airbags zijn opgeblazen de onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem niet aan:
Aanraken van de onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem nadat de airbags zijn
opgeblazen is gevaarlijk. Onmiddellijk na het opblazen zijn deze bijzonder heet. Hierdoor
bestaat de kans op brandwonden.
Monteer dus nooit uitrusting aan de voorzijde van uw wagen:
Monteren van uitrusting aan de voorzijde van de wagen, zoals een frontale crashbar
(kangoeroe crashbar, vee crashbar, aanduwstang, of dergelijke), sneeuwploeg of lieren is
gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed hebben op het systeem van de airbag crash sensoren.
Hierdoor zouden de airbags onvoorzien geactiveerd kunnen worden of wordt verhinderd dat
de airbags tijdens een aanrijding worden opgeblazen. De inzittenden zouden als gevolg
hiervan ernstig letsel kunnen oplopen.
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Wijzigen van de vering van de wagen is gevaarlijk. Als de hoogte van de wagen of de vering
veranderd wordt, zal de wagen een botsing niet meer correct kunnen registreren, hetgeen een
onjuiste of onverwachte activering van de airbag tot gevolg kan hebben waarbij de kans
bestaat op ernstig letsel.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 63 of 679

Breng geen wijzigingen aan een portier aan en laat geen beschadigingen onhersteld. Laat
een beschadigd portier altijd door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan een portier of het niet herstellen van beschadigingen is
gevaarlijk. Elk van de portieren is voorzien van een zij-impactsensor welke onderdeel vormt
van het aanvullend beveiligingssysteem. Als gaten worden geboord in een portier, een
portierluidspreker blijvend wordt verwijderd, of een beschadigd portier niet wordt hersteld,
kan de werking van de sensor nadelig beïnvloed worden zodat deze de druk van de impact
van een zijdelingse botsing niet meer correct kan bespeuren. Als een sensor een zijdelingse
botsing niet correct kan bespeuren, bestaat de kans dat de zij-airbags en de voorspanner van
de veiligheidsgordel niet normaal functioneren waardoor de inzittenden ernstig letsel kunnen
oplopen.
Breng geen wijzigingen aan in het aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de onderdelen of de bedrading van het aanvullend
beveiligingssysteem is gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in werking stellen of buiten gebruik
stellen. Breng geen enkele wijziging aan in het aanvullend beveiligingssysteem. Hieronder
vallen het aanbrengen van stuurbekleding, etiketten of wat dan ook op de airbagmodules.
Hieronder valt ook het installeren van extra elektrische apparatuur op of nabij de onderdelen
en de bedrading van het systeem. Een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur kan de speciale aandacht besteden die bij het uitbouwen en inbouwen van de
zittingen nodig is. Het is van belang de bedrading en de aansluitingen van de airbag te
beschermen om er voor te zorgen dat de airbags niet per ongeluk in werking treden en dat de
airbag-aansluiting van het inzittende passagier detectiesysteem en de zittingen
onbeschadigd blijft.
Plaatsen geen bagage of overige voorwerpen onder de zittingen:
Het plaatsen van bagage of overige voorwerpen onder de zittingen is gevaarlijk. De kans
bestaat dat onderdelen die essentieel zijn voor de werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd worden en in het geval van een botsing aan de zijkant is het
mogelijk dat de bijbehorende airbags niet geactiveerd worden, hetgeen ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg kan hebben. Om beschadiging van onderdelen die essentieel zijn voor de
werking van het aanvullend beveiligingssysteem te voorkomen, geen bagage of andere
voorwerpen onder de zittingen plaatsen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 64 of 679

Rijd niet met een auto met beschadigde onderdelen van het systeem van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanners:
Geactiveerde of beschadigde componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem dienen na elke botsing waarbij deze geactiveerd of
beschadigd werden te worden vernieuwd. Alleen een getrainde deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda-reparateur kan deze systemen volledig beoordelen om te zien of
deze bij een volgend ongeval zullen functioneren. Rijden met een geactiveerde of
beschadigde airbag of voorspannermodule geeft u verminderde beveiliging bij een volgend
ongeval, waardoor de kans bestaat op ernstig of dodelijk letsel.
De airbagonderdelen in het interieur niet verwijderen:
Het verwijderen van componenten zoals de zittingen, het voordashboard of het stuurwiel die
airbagonderdelen of sensoren bevatten, is gevaarlijk. In deze onderdelen zijn belangrijke
airbagcomponenten ingebouwd. De airbag zou onvoorzien geactiveerd kunnen worden en
daardoor ernstig letsel kunnen veroorzaken. Laat deze onderdelen altijd door een officiële
Mazda reparateur verwijderen.
Ruim het airbagsysteem op de juiste wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen van een airbag of slopen van een auto met airbags die
onder stroom staan, kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel kan het gevolg zijn wanneer niet
alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Laat een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur het airbagsysteem veilig opruimen of een auto
uitgerust met een airbagsysteem slopen.
OPMERKING
xDe activering van een airbag gaat gepaard met een hard opblaasgeluid en enige
rookontwikkeling. Beide veroorzaken echter geen letsel, alhoewel de weefselstructuur van
de airbags als gevolg van wrijving lichte huidverwondingen kan veroorzaken op
lichaamsdelen die niet door kleding beschermd zijn.
xIn het geval u uw Mazda gaat verkopen, dient u de nieuwe eigenaar te informeren omtrent
de aanwezigheid van de aanvullende beveiligingssystemen en hem/haar aan te raden zich
op de hoogte te stellen van de verband houdende instructies, zoals beschreven in het
instructieboekje.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 76 of 679

:$$56&+8:,1*
Laat niet een inzittende op de passagiersstoel plaatsnemen in een houding die het voor de
inzittende passagier detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te detecteren:
Zitten op de passagiersstoel in een houding die het voor de inzittende passagier
detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te bespeuren is gevaarlijk. Als de
inzittende passagier detectiesensor de inzittende die zich op de passagierszitting bevindt niet
correct kan bespeuren, is het mogelijk dat de voor- en zij-airbags van de passagiersstoel en
het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner niet in werking treden (niet-geactiveerd)
worden of dat deze abusievelijk in werking treden (geactiveerd) worden. De passagier heeft
dan niet de aanvullende beveiliging van de airbags of het abusievelijk in werking treden
(activering) van de airbags zou ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken.
Onder de volgende condities kan de inzittende passagier detectiesensor een passagier die
zich op de passagiersstoel bevindt niet correct bespeuren en kan de activering/niet-activering
van de airbags niet geregeld worden zoals aangegeven in de tabel voor de aan/uit conditie
van het airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de passagiersairbag. Bijvoorbeeld:
¾Een passagier zit zoals getoond in de volgende afbeelding:
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 77 of 679

¾Het zitkussen van de passagiersstoel wordt omhoog geduwd door bagage of andere
voorwerpen die zijn geplaatst onder de passagiersstoel of tussen de passagiersstoel en de
bestuurdersstoel.
¾Er is een voorwerp, zoals een kussen, geplaatst op de passagierszitting of tussen de rug van
de passagier en de rugleuning.
¾Er is een zittinghoes over de passagierszitting geplaatst.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het kinderzitje is
geïnstalleerd.
¾De zitting is afgewassen.
¾Er is vloeistof op de zitting gemorst.
¾De passagiersstoel is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de passagiersstoel en de
bestuurdersstoel.
¾Er is een elektrisch apparaat op de passagierszitting geplaatst.
¾Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de passagiersstoel
geïnstalleerd.
De systemen van voor- en zij-airbags van de passagiersstoel en de
veiligheidsgordelvoorspanner worden uitgeschakeld als het airbag-uitgeschakeld
OFF-indicatielampje van de passagiersairbag gaat branden.
23*(/(7
¾Om er zeker van te zijn dat de voor-airbag juist wordt geactiveerd en beschadiging van de
sensor in de zitting wordt voorkomen:
¾Plaats geen scherpe voorwerpen op de zitting en laat er geen zware bagage op achter.
¾Mors geen
vloeistoffen op of onder de stoelen.
¾Let altijd op de volgende punten om er voor te zorgen dat de sensoren goed kunnen
functioneren:
¾Zet de stoelen zover mogelijk naar achteren, ga altijd rechtop tegen de rugleuningen te
zitten en maak op de juiste wijze gebruik van de veiligheidsgordels.
¾Als u uw kind meeneemt op de passagiersstoel, het kinderzitje goed vastmaken en de
passagiersstoel zover mogelijk naar achteren schuiven binnen de positie waarin het
kinderzitje kan worden geïnstalleerd.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 80 of 679

9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQDFWLHYHPRWRUNDS
,QKHWRQZDDUVFKLMQOLMNHJHYDOGDWHHQYRHWJDQJHUGRRUGHDXWR]RXZRUGHQDDQJHUHGHQHQ
RSGHYRRU]LMGHYDQGHDXWRHHQEHSDDOGHLPSDFWZRUGWXLWJHRHIHQGZRUGWGHLPSDFWWHJHQ
KHWKRRIGYDQGHYRHWJDQJHUDOVGLWWHJHQGHPRWRUNDS]RXVWRWHQYHUPLQGHUGGRRUGDWKHW
DFKWHUVWHJHGHHOWHYDQGHPRWRUNDSRQPLGGHOOLMNRPKRRJJDDWYRRUKHWDDQKRXGHQYDQHHQ
EUHGHUXLPWHWXVVHQGHPRWRUNDSHQGHRQGHUGHOHQLQGHPRWRUUXLPWH$OVGHVHQVRUGLHDDQ
GHDFKWHU]LMGHYDQYRRUEXPSHUJHPRQWHHUGLVHHQEHSDDOGHLPSDFWEHVSHXUWDOVJHYROJYDQ
HHQERWVLQJPHWHHQYRHWJDQJHURIDQGHUREVWDNHOHQGHULMVQHOKHLGYROGRHQGHLVRPKHW
V\VWHHPWHDFWLYHUHQZRUGWKHWV\VWHHPJHDFWLYHHUGHQJDDWGHPRWRUNDSRPKRRJ
Actuator
Actuator
Sensor Actieve motorkap
waarschuwingslampje
Elektronische
regeleenheid
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
$FWLHYHPRWRUNDS

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 110 of 679

23*(/(7
¾GEBRUIK UITSLUITEND LOODVRIJE BRANDSTOF.
Loodhoudende brandstof is schadelijk voor de katalysator en de zuurstofsensors en leidt tot
verminderde werking van het uitlaatgasreinigingssysteem en/of defecten.
¾Het gebruik van E10 brandstof met 10% ethanol in Europa is veilig voor uw auto. Schade
aan uw auto kan optreden wanneer de hoeveelheid ethanol hoger is dan hier aanbevolen.
¾Voorzie het brandstofsysteem nooit van toevoegingen, aangezien het
uitlaatgasreinigingssysteem daardoor beschadigd kan worden. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur, voor bijzonderheden.
▼.OHSSHQUHLQLJHU
%LMDXWR

Page 117 of 679

OPMERKING
Voer bij de handbediende dag/nacht
spiegel de afstelling uit met de dag/nacht
hendel in de dagstand.
9HUPLQGHUHQYDQYHUEOLQGLQJGRRU
NRSODPSHQ
+DQGEHGLHQGHGDJQDFKWVSLHJHO
'XZELMKHWULMGHQRYHUGDJGHGDJQDFKW
KHQGHOQDDUYRUHQ7UHNGHKHQGHOQDDU
DFKWHUHQRPYHUEOLQGLQJGRRUGH
NRSODPSHQYDQDFKWHURSNRPHQGH
YRHUWXLJHQWHYHUPLQGHUHQ

Dag/nacht hendel
Dag Nacht
$XWRPDWLVFKHGLPVSLHJHO
'HDXWRPDWLVFKHGLPVSLHJHOYHUPLQGHUW
DXWRPDWLVFKYHUEOLQGLQJGRRUGH
NRSODPSHQYDQDFKWHURSNRPHQGH
YRHUWXLJHQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS21
VWDDW

'UXNRSGH212))WRHWV
RPGH
DXWRPDWLVFKHGLPIXQFWLHXLWWHVFKDNHOHQ
+HWLQGLFDWLHODPSMHJDDWXLW
'UXNYRRUKHWRSQLHXZLQVFKDNHOHQYDQGH
DXWRPDWLVFKHGLPIXQFWLHRSGH212))
WRHWV
+HWLQGLFDWLHODPSMHJDDWEUDQGHQ

ON/OFF toets Indicatielampje
OPMERKING
Gebruik geen glasreiniger en hang geen
voorwerpen op of rondom de lichtsensor.
Anders wordt de gevoeligheid van de
lichtsensor verminderd en kan deze niet
normaal functioneren.

Lichtsensor
De automatische dimfunctie wordt
geannuleerd wanneer het contact op ON
staat en de versnellingshendel/
keuzehendel in de stand achteruit (R)
staat.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
6SLHJHOV


Page 137 of 679

23*(/(7
Let op de volgende punten om de
inbraaksensor normaal te kunnen laten
functioneren:
¾Hang geen kleding of voorwerpen op
aan een hoofdsteun.
¾Plaats de zonnekleppen in hun
oorspronkelijke posities terug.
¾De inbraaksensor niet afschermen door
deze af te dekken of er voorwerpen voor
te hangen.
¾Laat de inbraaksensor niet vuil worden
en deze niet met een vloeistof afvegen.
¾De inbraaksensor of het
inbraaksensorsierstuk niet blootstellen
aan schokken of stoten.
¾Breng geen zittingen aan die geen
originele Mazda producten zijn.
¾Om afscherming van de inbraaksensor te
voorkomen, geen voorwerpen of lading
hoger dan de hoofdsteunen in de buurt
van de inbraaksensor plaatsen.

Inbraaksensor en
inbraaksensorsierstuk
▼▼:HUNLQJ
*HYDOOHQZDDUELMGHFOD[RQVLUHQH
ZRUGWLQJHVFKDNHOG
'HVLUHQHFOD[RQZRUGWPHWWXVVHQSR]HQ
LQJHVFKDNHOGHQGH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ]XOOHQ
JHGXUHQGHRQJHYHHUVHFRQGHQ
NQLSSHUHQZDQQHHUKHWV\VWHHPGRRUHHQ
YDQRQGHUVWDDQGHRRU]DNHQLQZHUNLQJ
ZRUGWJHVWHOG
x2QWJUHQGHOHQYDQHHQSRUWLHUPHWHHQ
ELQQHQYHUJUHQGHONQRS
x2SHQIRUFHUHQYDQHHQSRUWLHUGH
PRWRUNDSRIKHWNRIIHUGHNVHO
x2SHQHQYDQGHPRWRUNDSPHWEHKXOS
YDQGHPRWRUNDSRQWJUHQGHOKHQGHO
x+HWFRQWDFWRS21]HWWHQ]RQGHUGH
VWDUWGUXNNQRSWHJHEUXLNHQ
x 0HWLQEUDDNVHQVRU
'HLQEUDDNVHQVRUUHJLVWUHHUWHHQ
EHZHJLQJLQGHDXWR
+HWV\VWHHP]DORSQLHXZLQZHUNLQJ
JHVWHOGZRUGHQ LQWRWDDONHHU DOVHHQ
YDQGHKLHUERYHQDDQJHJHYHQFRQGLWLHV
EOLMIWYRRUWEHVWDDQ
x 0HWLQEUDDNVHQVRU
/RVPDNHQYDQGHDFFXYHUELQGLQJ GH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQNQLSSHUHQ
QLHW 
+HWV\VWHHP]DORQJHYHHUPDDOLQ
ZHUNLQJJHVWHOGZRUGHQ
OPMERKING
xHet kofferdeksel kan niet worden
geopend terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ingeschakeld.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%HYHLOLJLQJVV\VWHHP


Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >