ESP MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 525 of 663

6–61
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Krassen kunnen ontstaan op de laklaag,
wanneer:
 


 De auto wordt gewassen zonder dat vuil
en overige vreemde bestanddelen eerst
afgespoeld worden.
 


 De auto wordt gewassen met een ruwe,
droge of vuile doek.
 


 De auto wordt gewassen in een auto-
wasinstallatie waarvan de borstels vuil
of te hard zijn.
 


 Wanneer er een reinigingsmiddel of
was gebruikt wordt die polijstmiddelen
bevat.
OPMERKING
  Mazda stelt zich niet
verantwoordelijk voor krassen
die veroorzaakt worden door
automatische auto-wasinstallaties
of door een verkeerde manier van
wassen.
  Krassen zijn duidelijker
waarneembaar op auto's met donkere
kleuren.
Voor het minimaal houden van de kans op
het ontstaan van krassen op de laklaag:
 


 Alvorens de auto te wassen, eerst alle
vuil of vreemde bestanddelen afspoelen
met behulp van lauw of koud water.
 


 Gebruik bij het wassen van de auto een
ruime hoeveelheid lauw of koud water
en een zachte doek. Gebruik geen nylon
doek.
 


 Tijdens het wassen of drogen van de
auto de laklaag voorzichtig wrijven.
 


 Breng uw auto uitsluitend naar een
autowasinstallatie waarvan de borstels in
goede staat van onderhoud zijn.
 


 Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen
of was die polijstmiddelen bevat.
OPGELET
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen
of sterke reinigingsmiddelen welke
in hoge mate alkali of bijtende
bestanddelen bevatten op onderdelen
van chroom of geanodiseerd
aluminium. Dit kan beschadiging van
de beschermlaag tot gevolg hebben
alsmede verkleuring of aantasting van
de laklaag.
Besteed speciale aandacht aan het
verwijderen van opeenhopingen van zout,
vuil, modder of andere substanties van de
onderzijde van de spatborden. Let er op
dat de afvoergaten in de benedenranden
van de portieren en drempelkokers schoon
zijn.
Beschadiging van de lak kan veroorzaakt
worden door kleine opeenhopingen van
teer, industriële neerslag, boomhars,
insecten en uitwerpselen van vogels,
indien deze substanties niet direct
verwijderd worden. Wanneer het
onmiddellijk afspoelen met enkel
water geen effect heeft, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken dat speciaal
bestemd is voor auto's.
Na het wassen, de auto grondig met lauw
of koud water afspoelen. Laat de zeep niet
op het oppervlak van de kap drogen.
Na het wassen de auto afdrogen met
een schone zeem om de vorming van
watervlekken te voorkomen.


Page 581 of 663

7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
FLAT TIRE
waarschuwingslampje*
Als een runÀ at band lek raakt, gaat het FLAT TIRE waarschuwingslampje in
de instrumentengroep branden en klinkt er gedurende ongeveer 30 seconden
een zoemtoon.
Rijd voorzichtig met de auto onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde Mazda
reparateur en laat de lekke band verwisselen.
Zie Voertuigen met runÀ at banden op pagina 7-4 .
WAARSCHUWING
Laat zo spoedig mogelijk de banden controleren of de juiste reparatie
uitvoeren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur:
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt gegeven,
is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te
manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het
stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt gegeven,
onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren en
remmen vermijden.
(Rood)
KEY waarschuwingsindicatie *
“Storing in Keyless systeem” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een probleem is met de geavanceerde
afstandbediende portiervergrendeling & startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
OPGELET
Als het bericht wordt aangegeven of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor
niet gestart kan worden, deze proberen te starten met behulp van de
noodprocedure voor het starten van de motor en de auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-11 .
(Oranje)
KEY waarschuwingsindicatie *
“Zet contactslot op UIT” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer het bestuurdersportier wordt geopend
zonder het contact uit te zetten.
“Sleutel niet gevonden” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer een van de volgende handelingen wordt
uitgevoerd wanneer de sleutel buiten het werkingsbereik is of zich op plaatsen
in de cabine bevindt waar de sleutel moeilijk bespeurd kan worden.
De startdrukknop wordt ingedrukt terwijl het contact uit staat Het contact wordt aan gezet Alle portieren zijn gesloten zonder dat het contact is uitgezet


Page 584 of 663

7–46
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Maatregelen nemen
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje gaat
branden als de bestuurdersstoel of passagierszitting
bezet is en de veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of
passagier niet aangegespt is (alleen wanneer de
passagierszitting bezet is) en de snelheid van de
auto hoger is dan ongeveer 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen. Na een korte tijd
stopt het waarschuwingslampje met knipperen,
maar blijft branden. Als een veiligheidsgordel niet
aangegespt blijft, gaat het waarschuwingslampje
opnieuw voor een bepaalde tijd knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder
of passagier niet aangegespt wordt nadat het
waarschuwingslampje is gaan branden en
de rijsnelheid hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje opnieuw knipperen.
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
Geen extra zitkussen op de passagierszitting
plaatsen om er voor te zorgen dat de
inzittende passagier detectiesensor juist
kan functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat het extra
zitkussen de werking van de sensor zou
kunnen hinderen.
(Zonder inzittende passagier
detectiesysteem)
Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de passagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de passagierszitting geactiveerd
worden, afhankelijk van het gewicht van
het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
passagierszitting plaatsen en er niet op
gaan zitten om er voor te zorgen dat
de passagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat het
extra zitkussen de werking van de sensor
zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de passagierszitting
meerijdt, bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt.
Maak de veiligheidsgordels vast.


Page 588 of 663

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
KEY indicatie (Wit)/waarschuwingslampje (Rood) *
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Wit)
KEY indicatie *
De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina
6-33 ).
(Rood)
(Knippert)
K E Y
waarschuwingslampje
*
(Rood)
(Knippert)
K E Y
waarschuwingslampje
*
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-9 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.


Page 589 of 663

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay *
Als er een melding is van het voertuig, verschijnt een bericht op de multi-informatiedisplay.
Controleer de informatie en neem de noodzakelijke maatregel.
(Displayvoorbeeld)
Als het waarschuwingslampje gelijktijdig gaat branden/knipperen of een symbool op de
display wordt aangegeven, de informatie betreffende het waarschuwingslampje of symbool
controleren. (pagina 4-46 )
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt terwijl
de keuzehendel niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in de stand P.
Wordt aangegeven wanneer een
veiligheidsgordel niet is aangegespt en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de i-stop functie in werking is. Druk nogmaals op de startdrukknop om
de motor te starten. Zet bij voertuigen
met automatische transmissie de
keuzehendel in stand P alvorens de
motor te starten.)
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het rempedaal. Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het koppelingspedaal. Trap het koppelingspedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer het
stuurwiel is geblokkeerd. Zet de stuurvergrendeling vrij.


Page 637 of 663

8–21
Informatie voor de eigenaar
Inzamelen/opruimen van afgedankte apparatuur/gebruikte batterijen
Informatie voor gebruikers betreffende het inzamelen
en opruimen van afgedankte apparatuur en gebruikte
batterijen
Zie voor het opruimen van uw oude batterijen onderstaande informatie.
Informatie over opruimen in de Europese Unie
Deze afbeelding van een doorgekruiste afvalbak op producten, verpakking, en/of
bijbehorende documenten betekent dat gebruikte elektronische producten en batterijen
niet samen met ongesorteerd huishoudafval mogen worden afgedankt. Voor een juiste
verwerking, hergebruik en recycling van afgedankte producten en gebruikte batterijen,
brengt u deze naar de aangewezen inzamelpunten, overeenkomstig uw nationale wetgeving
en de richtlijnen 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen op correcte wijze op te ruimen, helpt u waardevolle
natuurlijke hulpbronnen te behouden en voorkomt u mogelijk negatieve effecten op de
gezondheid en het milieu die anders het gevolg zouden kunnen zijn van een onjuiste
afvalverwerking.
Neem contact op met uw plaatselijke gemeente, afvalverwerkingsbedrijf of verkooppunt
waar u de producten heeft gekocht voor meer informatie over inzameling en hergebruik van
afgedankte producten en batterijen.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de onderstaande twee letters gebruikt worden in combinatie met de
afbeelding van de doorgekruiste afvalbak. In dit geval voldoet deze aan de eis welke
bepaald is door de richtlijn voor de betreffende chemische stof.
“Pb” en “Cd” betekenen respectievelijk lood en cadmium.


Page 643 of 663

9–5
Technische gegevens
Technische gegevens
Aanbevolen smeermiddelen
Smeermiddel Classi¿ catie
Europa Behalve Europa
Motorolie
*1
Aanbevolen olies *2 Oliekwaliteit
Originele Mazda Olie Supra 0W-20
API SG/SH/SJ/SL/SM/SN of
ILSAC GF-II/GF-III/GF-IV/GF-V Originele Mazda Olie Ultra 5W-30
Alternatieve oliekwaliteit
*3
API SL/SM/SN of
ACEA A3/A5 0W-20
5W-30
Koelvloeistof Type FL-22
Handgeschakelde
versnellingsbakolie Originele Mazda Long Life Gear Oil IS
*4
Automatische
transmissievloeistof JWS3309
Achterdifferentieelolie Mazda Long Life Hypoïde Tandwielolie SG1
Rem/koppelingsvloeistof SAE J1703 of FMVSS116 DOT-3 of DOT-4
*1 Zie Aanbevolen olie op pagina 6-18 .
Gebruik geen olie die niet voldoet aan de hierboven vermelde speci¿ caties of vereisten. Gebruik van
ongeschikte olie kan motorschade veroorzaken welke niet door de Mazda garantie wordt gedekt.
*2 Originele Mazda olie is speciaal bestemd/getest voor de respectievelijke motor. Voor optimale prestaties wordt
het aanbevolen altijd gebruik te maken van originele Mazda olie.
*3 Als er geen originele Mazda olie beschikbaar is, kunt u ook gebruik maken van alternatieve olie die
overeenkomt met de aangegeven speci¿ catie.
*4 Originele Mazda Long Life Gear Oil IS is een hoogwaardige olie voor optimaal schakelcomfort. Gebruik van
originele Mazda Long Life Gear Oil IS wordt aanbevolen.
Als originele Mazda Long Life Gear Oil IS niet verkrijgbaar is, gebruik dan standaard olie (API Service GL-4
(SAE 75W-90)). Echter het schakelen bij zeer lage temperaturen kan dan moeilijker worden.


Page 653 of 663

10–3
Index
Automatische transmissie ................... 4-56
Actieve Aangepaste Overschakeling
(AAS) ............................................ 4-59
Directe modus ............................... 4-68
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-61
Ontgrendelpal van
overschakelblokkering .................. 4-60
Rijtips ............................................ 4-68
Schakelblokkeersysteem ............... 4-59
Schakelstandindicatie .................... 4-57
Transmissiestanden ....................... 4-57
Waarschuwingslampje ................... 4-57
B
Banden ................................................ 6-36
Bandenspanning ............................ 6-36
Lekke band ...................................... 7-4
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-37
Sneeuwbanden............................... 3-72
Sneeuwkettingen ........................... 3-72
Technische gegevens ....................... 9-8
Vernieuwen van een band.............. 6-39
Vernieuwen van een velg .............. 6-40
Bandenspanningcontrolesysteem
(
Voertuig met conventionele banden) ... 4-152
Bandenspanningcontrolesysteem
(Voertuig met runÀ at banden) ........... 4-157
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................... 4-52
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-105
Bekerhouder ...................................... 5-127
Berichten die verschijnen op de
display ................................................. 7-52
Berichten die verschijnen op de
multi-informatiedisplay ....................... 7-51
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal beveiligingssysteem ... 3-61
Start-blokkeersysteem ................... 3-59 Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek .................................... 7-3
Binnenspiegel ...................................... 3-37
Bluetooth
® ........................................... 5-89
Bluetooth® audio ......................... 5-108
Bluetooth® handsfree ..................... 5-98
Oplossen van problemen ............. 5-119
Boordcomputer ................................... 4-31
Brandstof
Meter .................................... 4-28, 4-39
Tankinhoud ...................................... 9-6
Tankklep en -dop ........................... 3-32
Vereisten ........................................ 3-28
Brandstofbesparing en
milieubescherming .............................. 3-67
Brandstofverbruikdisplay .................. 4-104
Brandstofverbruikmonitor ................. 4-103
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-105
Brandstofverbruikdisplay ............ 4-104
Eindschermweergave .................. 4-106
Energiebesparingsdisplay ............ 4-106
Buitenspiegels ..................................... 3-35
Buitentemperatuurdisplay .......... 4-30, 4-40
C
Canvasdak ........................................... 3-43
Claxon ................................................. 4-87
Consolevak ........................................ 5-133
Contact
Schakelaar ....................................... 4-4
Controleren van het
motorkoelvloeistofniveau ................... 6-21
Controle van het motoroliepeil ........... 6-21
Controle van het niveau van de rem/
koppelingsvloeistof ............................. 6-23
Controle van het
sproeiervloeistofniveau ....................... 6-24


Page 654 of 663

10–4
Index
D
Dagteller ..................................... 4-26, 4-37
Display van afstelbare
snelheidsbegrenzer .............................. 4-31
Display van ingestelde rijsnelheid van
kruissnelheidsregelaar ......................... 4-31
Display van
omgevingstemperatuur ............... 4-30, 4-40
Dodehoekmonitor (BSM) ................. 4-122
Dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar .................................... 4-127
Dodehoekmonitorsysteem (BSM)
waarschuwingszoemer ........................ 7-59
Doorwaden van water ......................... 3-74
Drie-knipperingen richtingaanwijzer ... 4-79
Drive-selectie .................................... 4-107
Dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) .................................................. 4-97
DSC OFF indicatielampje ............. 4-98
DSC OFF schakelaar ..................... 4-99
TCS/DSC indicatielampje ............. 4-98
E
Eindschermweergave ........................ 4-106
Elektrische ruitbediening .................... 3-39
Energiebesparingsdisplay.................. 4-106
Essentiële informatie ............................. 6-2
G
Garantie ................................................. 8-2
Geavanceerde sleutel
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem ....... 3-10
Werkingsbereik.............................. 3-11
Gebruikersinstellingen ........................ 9-10
Gloeilampen
Technische gegevens ....................... 9-7
Vernieuwen .................................... 6-42
H
Handrem .............................................. 4-90
Hellingwegrijsysteem (HLA) .............. 4-93
Hoofdsteun ............................................ 2-8
I
i-ACTIVSENSE ................................ 4-110
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-112
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-129
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-133
Camera en sensoren..................... 4-110
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-122
Koplampregelsysteem (HBC) ..... 4-113
Radarsensoren (achter) ................ 4-143
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ....................................... 4-116
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-140
i-ELOOP ........................................... 4-100
Bedrijfstoestanddisplay ............... 4-102
i-ELOOP indicatielampje ............ 4-102
i-stop ................................................... 4-14
Hellingstopfunctie ......................... 4-23
i-stop OFF schakelaar ................... 4-22
Indicatielampje (Groen) ................ 4-19
Waarschuwingslampje (Oranje) .... 4-19
i-stop waarschuwingszoemer .............. 7-58


Page 657 of 663

10–7
Index
N
Noodstopsignaalsysteem ..................... 4-92
O
Onderhoudsmonitor ............................ 6-11
Onderhoudspunt
Informatie ........................................ 6-2
Periodiek ......................................... 6-3
Opbergvakken ................................... 5-133
Consolevak .................................. 5-133
Opbergvak van achterbekleding ... 5-134
Zijopbergvak van zitting ............. 5-133
Opbergvak van achterbekleding........ 5-134
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ...................................................... 3-70
Oververhitting ..................................... 7-26
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-162
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-164
Sensordetectiebereik ................... 4-164
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-3
Plafondlampen .................................. 5-123
Portiersloten ........................................ 3-12
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-22
Lekke band ...................................... 7-4
Oververhitting ............................... 7-26
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-29
Starten in noodgevallen ................. 7-25
Wanneer de afsluitklep van de
brandstofvuldop niet kan worden
geopend ......................................... 7-28
Wanneer het dak niet gesloten kan
worden ........................................... 7-67
Wanneer het kofferdeksel niet geopend
kan worden .................................... 7-61
R
Radarsensoren (Achter) .................... 4-143
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Handrem ........................................ 4-90
Pro¿ elslijtage-indicator ................. 4-91
Rembekrachtiging ......................... 4-92
Voetrem ......................................... 4-89
Waarschuwingslampje ................... 4-91
Richtingaanwijzers .............................. 4-78
Rijden in de winter .............................. 3-71
Rijsnelheidsalarm ................................ 7-58
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-60
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-116
LDWS schakelaar........................ 4-119
Rijtips
Automatische transmissie.............. 4-68
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-67
Doorwaden van water ................... 3-74
Inrijden .......................................... 3-67
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-68
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-70
Rijden in de winter ........................ 3-71
Vloermat ........................................ 3-69
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-39
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-26


Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100