display MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 476 of 663

6–12
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
U kunt instellingen in de instellingsdisplay als volgt naar eigen voorkeur instellen:
Tabblad Onderwerp Verklaring
Gepland Instellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Tijd (maanden)
Toont de tijd of de afstand tot aan de volgende onderhoudsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de onderhoudsperiode.
De moersleutelindicatie/indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden wanneer de resterende afstand minder is dan 1.000 km
of het resterende aantal dagen minder is dan 15 (al naargelang wat
zich het eerst voordoet).
Afstand (mijl of km)
Reset Stelt de tijd en afstand terug op de beginwaarden.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens
wanneer onderhoud wordt uitgevoerd worden teruggesteld.
Bandenrotatie Instellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km)
Toont de afstand tot aan de volgende beurt voor het onderling
verwisselen van de banden.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand voor het
onderling verwisselen van de banden.
De moersleutelindicatie/indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden wanneer de resterende afstand minder is dan 1.000 km.
Reset Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens na
het onderling verwisselen van de banden worden teruggesteld.
Olie verversen Instellingen
*1 Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km)
Toont de afstand tot aan de volgende olieverversingsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand tot aan de
volgende olieverversingsbeurt.
De moersleutelindicatie/indicatielampje in de instrumentengroep
gaat branden wanneer de resterende afstand minder is dan 1.000 km.
Reset Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens na
het verversen van de motorolie worden teruggesteld.
* 1 E r i s e e n À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie beschikbaar (alleen bepaalde
modellen). Raadpleeg een of¿ ciële Mazda reparateur voor details.
Wanneer de À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie is geselecteerd, ziet u
de volgende items in de display. De auto berekent de resterende gebruiksduur van de olie op basis van de
gebruiksomstandigheden van de motor en u wordt op de hoogte gesteld wanneer een olieverversingsbeurt nodig
is door het oplichten van het moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep.
Tabblad Onderwerp Verklaring
Olie verversen Olie periode (%) Toont de gebruiksduur van de motorolie tot aan de volgende
olieverversingsbeurt.
De moersleutelindicatie/indicatielampje in de
instrumentengroep gaat branden wanneer de resterende afstand
voor de oliegebruiksduur minder is dan 1.000 km of het
resterende aantal dagen minder is dan 15 (al naargelang wat
zich het eerst voordoet).
Reset Stelt de resterende oliegebruiksduur terug naar 100 %.
Na het verversen van de motorolie moet het systeem steeds
worden teruggesteld.


Page 539 of 663

7–1*Bepaalde modellen.7–1
7Als er zich een probleem voordoet
Nuttige informatie over wat u kunt doen als er zich een probleem
voordoet met de auto.
Parkeren in noodgevallen ................... 7-2
Parkeren in noodgevallen ............... 7-2
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
* ............................ 7-3
Lekke band .......................................... 7-4
Lekke band
* .................................... 7-4
Opbergplaats voor gereedschap ..... 7-6
Lekke band noodreparatieset
* ........ 7-8
Verwisselen van een band ............ 7-15
Accu is uitgeput ................................. 7-22
Starten met een hulpaccu ............. 7-22
Starten in noodgevallen .................... 7-25
Starten van een verzopen
motor ............................................ 7-25
Starten door aanduwen ................. 7-25
Oververhitting ................................... 7-26
Oververhitting .............................. 7-26
Wanneer de afsluitklep van de
brandstofvuldop niet kan worden
geopend .............................................. 7-28
Wanneer de afsluitklep van de
brandstofvuldop niet kan worden
geopend ........................................ 7-28
Slepen in noodgevallen ..................... 7-29
Sleepmethoden ............................. 7-29
Sleephaken ................................... 7-30 Waarschuwings-/indicatielampjes en
waarschuwingszoemers .................... 7-33
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen ................... 7-33
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay
* ........................ 7-51
Berichten die verschijnen op de
display
* ......................................... 7-52
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd ................................... 7-54
Wanneer het kofferdeksel niet geopend
kan worden ........................................ 7-61
Wanneer het kofferdeksel niet
geopend kan worden .................... 7-61
Wanneer het dak niet gesloten kan
worden ................................................ 7-67
Wanneer het dak niet gesloten kan
worden .......................................... 7-67


Page 571 of 663

7–33
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen
Als een van de waarschuwingslampjes gaat branden/knipperen, voor het betreffende lampje
de juiste actie ondernemen. Er is geen probleem als het lampje uit gaat, echter als het lampje
niet uit gaat of opnieuw gaat branden/knipperen, een of¿ ciële Mazda reparateur raadplegen.
(Voertuigen met type B/type C audio)
De gegevens van de betreffende waarschuwing kunnen op de middendisplay gecontroleerd
worden.
1. Als het waarschuwingslampje gaat branden, selecteer dan het
pictogram op het
thuisscherm voor het weergeven van het toepassingenscherm.
2. Selecteer “Monitor voertuigstatus”.
3. Selecteer “Waarschuwing” voor het weergeven van de huidige waarschuwingen.
4. Selecteer de betreffende waarschuwing voor het tonen van de details van de
waarschuwing.


Page 576 of 663

7–38
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Neem contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur en laat de auto
inspecteren
Als een van de volgende waarschuwingslampjes of het indicatielampje gaat branden/
knipperen, is er mogelijk een defect in het systeem. Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur, om uw auto te laten inspecteren.
Signaal Waarschuwing
Hoofdwaarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje*
Type A instrumentengroep
(Hoofdwaarschuwingsindicatie)
Wordt getoond wanneer melding van de systeemdefecten vereist is.
Controleer het bericht dat wordt aangegeven op de display en raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
(Hoofdwaarschuwingslampje)
Het hoofdwaarschuwingslampje gaat branden wanneer er een
waarschuwingsbericht verschijnt.
Dit duidt op een defect in het voertuigsysteem. Controleer het bericht dat
wordt aangegeven op de display en raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
Zie voor bijzonderheden de verklaringen voor de waarschuwings-/
indicatielampjes in het hoofdstuk waarschuwings-/indicatielampjes, welke
overeenkomen met het symbool in het bovenste gedeelte van de display.
Als er geen bericht wordt aangegeven op de display, op de INFO schakelaar
drukken om het “Waarschuwing” scherm te tonen.
Zie Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay en INFO
schakelaar op pagina 4-35 .
Type B instrumentengroep
Het lampje gaat in de volgende gevallen continu branden. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
Er is een defect in het accubeheersysteem. Er is een defect in de remschakelaar.
(Oranje)
Waarschuwingslampje elektrische
vacuümpomp Het lampje gaat branden als er een probleem is met het systeem van de
elektrische vacuümpomp. Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.


Page 581 of 663

7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
FLAT TIRE
waarschuwingslampje*
Als een runÀ at band lek raakt, gaat het FLAT TIRE waarschuwingslampje in
de instrumentengroep branden en klinkt er gedurende ongeveer 30 seconden
een zoemtoon.
Rijd voorzichtig met de auto onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde Mazda
reparateur en laat de lekke band verwisselen.
Zie Voertuigen met runÀ at banden op pagina 7-4 .
WAARSCHUWING
Laat zo spoedig mogelijk de banden controleren of de juiste reparatie
uitvoeren door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur:
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt gegeven,
is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te
manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het
stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt gegeven,
onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren en
remmen vermijden.
(Rood)
KEY waarschuwingsindicatie *
“Storing in Keyless systeem” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een probleem is met de geavanceerde
afstandbediende portiervergrendeling & startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
OPGELET
Als het bericht wordt aangegeven of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor
niet gestart kan worden, deze proberen te starten met behulp van de
noodprocedure voor het starten van de motor en de auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-11 .
(Oranje)
KEY waarschuwingsindicatie *
“Zet contactslot op UIT” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer het bestuurdersportier wordt geopend
zonder het contact uit te zetten.
“Sleutel niet gevonden” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer een van de volgende handelingen wordt
uitgevoerd wanneer de sleutel buiten het werkingsbereik is of zich op plaatsen
in de cabine bevindt waar de sleutel moeilijk bespeurd kan worden.
De startdrukknop wordt ingedrukt terwijl het contact uit staat Het contact wordt aan gezet Alle portieren zijn gesloten zonder dat het contact is uitgezet


Page 589 of 663

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay *
Als er een melding is van het voertuig, verschijnt een bericht op de multi-informatiedisplay.
Controleer de informatie en neem de noodzakelijke maatregel.
(Displayvoorbeeld)
Als het waarschuwingslampje gelijktijdig gaat branden/knipperen of een symbool op de
display wordt aangegeven, de informatie betreffende het waarschuwingslampje of symbool
controleren. (pagina 4-46 )
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt terwijl
de keuzehendel niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in de stand P.
Wordt aangegeven wanneer een
veiligheidsgordel niet is aangegespt en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de i-stop functie in werking is. Druk nogmaals op de startdrukknop om
de motor te starten. Zet bij voertuigen
met automatische transmissie de
keuzehendel in stand P alvorens de
motor te starten.)
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het rempedaal. Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het koppelingspedaal. Trap het koppelingspedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer het
stuurwiel is geblokkeerd. Zet de stuurvergrendeling vrij.


Page 590 of 663

7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Berichten die verschijnen op de display *
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (type B/type C audio), overeenkomstig
het getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).
(Displayvoorbeeld)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (type B/type C audio), is er
mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur.
Display Aangegeven toestand
Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.
Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.


Page 591 of 663

7–53
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Controleer displaygegevens
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Het volgende bericht wordt getoond wanneer de
temperatuur rondom de middendisplay te hoog is
opgelopen.
Verlaging van de temperatuur in het interieur of van
de temperatuur rondom de middendisplay wordt
aanbevolen door direct zonlicht te vermijden.


Page 596 of 663

7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
i-stop waarschuwingszoemer *
 














 Als het stationair draaien van de motor
is gestopt en het bestuurdersportier
wordt geopend, klinkt er een
waarschuwingstoon om de bestuurder
te attenderen dat het stationair draaien
is gestopt. Dit stopt wanneer het
bestuurdersportier wordt gesloten.
 


 De waarschuwingszoemer klinkt als
de motor gestopt is en de volgende
handelingen worden uitgevoerd. In
dergelijke gevallen herstart de motor
om veiligheidsredenen niet automatisch.
Start de motor met behulp van de
normale methode.
 

 
(Europees model)
 De veiligheidsgordel van de bestuurder
is losgemaakt en het bestuurdersportier
wordt geopend.
 

 
(Behalve Europees model)



 
(Handgeschakelde versnellingsbak)
 Wanneer de versnellingshendel
in een andere stand dan neutraal
staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
 

 
(Automatische transmissie)
 Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
Rijsnelheidsalarm *
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen.
120 km/h waarschuwingszoemer *
Als de rijsnelheid hoger wordt dan 120
km/h, klinkt er gedurende 5 seconden een
pieptoon.
Buitentemperatuurwaarschuwingszoemer*
Waarschuwt de bestuurder voor de
mogelijkheid van gladde wegen wanneer
de buitentemperatuur laag is.
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer 4 °C, wordt er eenmaal
een pieptoon gegeven en gaat de
buitentemperatuurdisplay gedurende
ongeveer tien seconden knipperen.
(Type A instrumentengroep)
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-40 .
(Type B instrumentengroep)
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-30 .
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging
Als er een defect is in de
stuurbekrachtiging, gaat het
waarschuwingslampje voor defecte
stuurbekrachtiging branden of knipperen
en klinkt tegelijkertijd de zoemer.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampjes op pagina 4-46 .


Page 598 of 663

7–60
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid*
Als terwijl het systeem in werking is
bepaald wordt dat de auto op het punt
staat de rijstrook te verlaten, wordt er een
waarschuwingsgeluid gegeven.
OPMERKING
  Het volume van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
  Het type van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer *
Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met ongeveer 3 km/h of
meer overschrijdt, klinkt er continu
een waarschuwingspieptoon. De
waarschuwingspieptoon klinkt totdat de
rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid
of lager vermindert.
OPGELET
Als de ingestelde snelheid ten opzichte
van de huidige ingestelde rijsnelheid
verlaagd wordt door het indrukken van
de SET
of RESUME/ schakelaar,
wordt de waarschuwingszoemer
gedurende ongeveer 30 seconden niet
geactiveerd als de rijsnelheid 3 km/h
sneller is dan de nieuw ingestelde
snelheid. Wees voorzichtig de ingestelde
snelheid niet te overschrijden.
OPMERKING
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
geannuleerd door het volledig
intrappen van het gaspedaal, toont de
afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay de
annuleringsdisplay. Als de rijsnelheid
de ingestelde snelheid met ongeveer
3 km/h of meer overschrijdt terwijl de
annuleringsdisplay wordt getoond, gaat
de ingestelde snelheid display knipperen
maar wordt er geen waarschuwingstoon
gegeven.


Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 next >