MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 171 of 663

4–11
Tijdens het rijden
Motor start/stop
6. Druk op de startdrukknop om de motor
te starten.
OPMERKING
  De motor kan niet gestart worden
tenzij het koppelingspedaal volledig
is ingetrapt (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
volledig is ingetrapt (automatische
transmissie).
  Als de functie van de
startdrukknop defect is, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen. In dit geval is het
mogelijk dat de motor start, echter
laat de auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) niet brandt, de procedure
opnieuw vanaf het begin uitvoeren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als het
indicatielampje niet brandt.
OPMERKING
  Voer voor het overschakelen
van de stand van het contact
zonder de motor te starten de
volgende handelingen uit nadat het
startdrukknopindicatielampje (groen)
is gaan branden.
1. Laat het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) los.
2. Druk de startdrukknop in om over
te schakelen naar de contactstand.
Het contact schakelt over in de
volgorde van ACC, ON en uit
telkens wanneer de startdrukknop
wordt ingedrukt. Voor het
opnieuw overschakelen naar de
contactstand, de procedure vanaf
het begin uitvoeren.
Noodbediening voor het starten
van de motor
Als het KEY waarschuwingslampje (rood)
brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit erop duiden dat
de motor niet start met gebruik van de
normale startmethode. Laat uw auto zo
spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur inspecteren. In dit geval
kan de motor geforceerd gestart worden.
Houd de startdrukknop ingedrukt totdat
de motor start. Voor het starten van de
motor zijn overige procedures zoals het
aanwezig zijn van de sleutel in de cabine
en het intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische transmissie)
vereist.


Page 172 of 663

4–12
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van
de motor om een andere reden dan in
een noodgeval is gevaarlijk. Wanneer
de motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat
een ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand en
trek de handremhendel aan.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P en
trek de handremhendel aan.
3. Druk op de startdrukknop om de motor
stop te zetten. De contactstand is uit.
OPGELET
Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
OPMERKING
  Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
  Als het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt gezet,
wordt het volgende aangegeven.
 Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
 Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-33 .
(Voertuig uitgerust met type A
instrumentengroep)
 Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
(Voertuig uitgerust met type B
instrumentengroep)
 Het KEY indicatielampje (groen)
knippert gedurende ongeveer 30
seconden.
 Zie Waarschuwings/indicatielampjes
op pagina 4-46 .
 (Automatische transmissie) Als de motor wordt stopgezet
terwijl de keuzehendel in een andere
stand dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.


Page 173 of 663

4–13
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.


Page 174 of 663

4–14
Tijdens het rijden
Motor start/stop
*Bepaalde modellen.
i-stop *
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een verkeerslicht stil
staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de motor automatisch om
het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd brandstofverbruik, minder
uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid van het stationair draaien verdwijnen wanneer
de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
  Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:




 Wanneer de motor gestopt is.



(Behalve Europees model)
 Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de motor is
voldaan.
  Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het koppelingspedaal
in te trappen.
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de neutraalstand. De
motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.


Page 175 of 663

4–15
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Automatische transmissie
1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt (behalve tijdens
het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede versnelling) en de auto tot
stilstand is gebracht.
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals wordt
ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer
de motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal
ingetrapt.)
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer het systeem functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor gestopt en gaat het i-stop indicatielampje (groen)
branden.
 


 Wanneer de motor is warmgedraaid.



 De motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden.



 De motor wordt gestart met de motorkap gesloten.



 De accu is in goede toestand.



 Alle portieren, het kofferdeksel en de motorkap zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



(Handbediende airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in een andere
stand dan (
). 

 
 De luchtstroomhoeveelheid is anders dan de maximale luchtstroomhoeveelheid.




(Volledig automatische airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in een andere
stand dan (
). 

 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in een andere stand dan de stand
voor maximale verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 De interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor de airconditioning is
ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
 


 Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt niet/knippert niet.



 De functies van de afstandbediende portiervergrendeling & startdrukknopsysteem werken
normaal.
 


 Het remvacuüm is voldoende hoog.



 Het stuurwiel wordt niet gedraaid.


Page 176 of 663

4–16
Tijdens het rijden
Motor start/stop
 


(Handgeschakelde versnellingsbak)



 
 De rijsnelheid is 3 km/h of minder.


 
 De keuzehendel staat in de neutraalstand.


 
 Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.




(Automatische transmissie)



 
 De auto wordt stopgezet.


 
 De keuzehendel staat in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling).
 

 
 De automatische transmissievloeistof is voldoende opgewarmd.


 
 De temperatuur van de automatische transmissievloeistof is niet abnormaal hoog.


 
 Het stuurwiel staat nagenoeg in de rechtvooruit stand (het is mogelijk dat de motor niet
stopt wanneer het stuurwiel in de rechtvooruit stand staat als kracht op het stuurwiel
wordt uitgeoefend. Oefen geen kracht meer uit op het stuurwiel om de motor te laten
stoppen.).
 

 
 De auto wordt door het intrappen van het rempedaal tot stilstand gebracht.


 
 Er wordt niet plotseling afgeremd.
Wanneer het systeem niet functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor niet gestopt:
 


 De auto is tot stilstand gebracht maar de motor blijft stationair draaien.


 
(Handbediende airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in de stand ( ) en
de aanjagerregelknop staat in een andere stand dan 0.
 

 
 De luchtstroomhoeveelheid is de maximale luchtstroomhoeveelheid.




(Volledig automatische airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in de stand ( ).


 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 Er is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de ingestelde temperatuur van
de airconditioning.
 


 De omgevingstemperatuur is buitengewoon hoog of laag.



 De atmosferische druk is laag (bij het rijden op grote hoogten).



(Automatische transmissie)



 
 De auto wordt op een steile helling tot stilstand gebracht.


 
 De auto is tot stilstand gebracht met het stuurwiel niet in de rechtvooruit stand.




(Inklapbare fastback model)
 De inklapbare fastback is in werking


Page 177 of 663

4–17
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden duurt het enige tijd voordat de motor wordt
stopgezet
 
 De accu is om een of andere reden uitgeput geraakt, zoals wanneer er langere tijd niet
met de auto is gereden.
  De omgevingstemperatuur is hoog of laag. 
 Nadat de accupolen om een of andere reden zijn losgekoppeld, zoals voor het
vervangen van de accu.
Motor herstart niet
Als na het stoppen van de motor de volgende handelingen worden uitgevoerd, zal om
veiligheidsredenen de motor niet herstarten. Start in dergelijke gevallen de motor met
behulp van de normale methode.
 
 De motorkap geopend wordt. 
(Europees model) De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het bestuurdersportier wordt
geopend.
 (Behalve Europees model)




(Handgeschakelde versnellingsbak)
 Wanneer de versnellingshendel in een andere stand dan neutraal staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier
wordt geopend.
 


(Automatische transmissie)

 Wanneer de keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) staat, de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
De tijd dat de motor stop staat is kort of het duurt lang voordat de motor de
volgende keer wordt gestopt
 
 De omgevingstemperatuur is hoog of laag. 
 De accu is uitgeput. 
 Het stroomverbruik van de elektrische onderdelen van de auto is hoog.


Page 178 of 663

4–18
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
Wanneer de motor is gestopt, herstart de motor automatisch
Onder de volgende omstandigheden herstart de motor automatisch.
 
 De i-stop OFF schakelaar wordt ingedrukt totdat de zoemer klinkt. 
 De omgevingstemperatuur is buitengewoon hoog of laag. 
(Handbediende airconditioning)



 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in de stand
(
) en de aanjagerregelknop staat in een andere stand dan 0. 


 De luchtstroomhoeveelheid is de maximale luchtstroomhoeveelheid. 

(Volledig automatische airconditioning)



 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in de stand
(
). 


 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 


 De interieurtemperatuur verschilt in grote mate van de ingestelde temperatuur van de
airconditioning.
 
 Het rempedaal wordt op een helling een weinig losgelaten en de auto begint in
beweging te komen.
  Sinds het stoppen van de motor zijn er twee minuten verstreken. 
 De accu is uitgeput. 
(Automatische transmissie)




 Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de keuzehendel in de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) staat.
 


 De keuzehendel wordt verplaatst naar de stand R.



 De keuzehendel wordt vanuit de stand N of P naar de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) verplaatst.
 


 Het stuurwiel wordt gedraaid terwijl de keuzehendel in de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) staat.
 


 De keuzehendel staat in de stand M en de blokkeermodus voor de tweede versnelling
is gekozen.
 
(Inklapbare fastback model) De inklapbare fastbackschakelaar wordt bediend. 
(Behalve Europees model)




(Handgeschakelde versnellingsbak)
 Wanneer de keuzehendel in de neutraalstand staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend.
 


(Automatische transmissie)

 Wanneer de keuzehendel in de stand N of P staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend.


Page 179 of 663

4–19
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPMERKING
De keuzehendel wordt bediend terwijl de motor is gestopt (automatische transmissie)
Als de motor gestopt is en de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) verplaatst wordt naar de stand N of P, herstart de motor niet
wanneer het rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart als het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer de motor
gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.)
 
(Europees model) Als de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) naar de stand N of P wordt verplaatst en de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend, herstart de
motor niet. Start de motor met behulp van de normale methode.
 (Behalve Europees model) Als de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) naar de stand N of P wordt verplaatst en de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend, herstart de
motor.
De accupolen zijn losgekoppeld
Het is mogelijk dat vlak na het loskoppelen van de accupolen de motor niet meteen
wordt gestopt. Ook als de accu wordt vernieuwd moeten de i-stop functies gecontroleerd
worden. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/i-stop indicatielampje (Groen)
Voor een veilig en comfortabel gebruik van de auto controleert het i-stop systeem
constant de handelingen van de bestuurder, de omgeving binnen en buiten de auto,
alsmede de bedrijfstoestand van de auto en informeert met behulp van het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) en het i-stop indicatielampje (groen) de bestuurder over
diverse voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
OPMERKING
Bij voertuigen uitgerust met de middendisplay, wordt de bedrijfstoestand van het i-stop
systeem getoond in de brandstofverbruikcontroledisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina 4-105 .


Page 180 of 663

4–20
Tijdens het rijden
Motor start/stop
i-stop waarschuwingslampje (oranje)
Wanneer het lampje brandt
 




 Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON wordt gezet en gaat uit wanneer de
motor gestart wordt.
 


 Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF schakelaar wordt ingedrukt en het
systeem wordt uitgeschakeld.
 


 Het lampje gaat branden als de motor gestopt is en de volgende handelingen worden
uitgevoerd. In dergelijke gevallen herstart de motor om veiligheidsredenen niet
automatisch. Start de motor met behulp van de normale methode.
 

 
 De motorkap geopend wordt.


 
(Europees model)
 De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het bestuurdersportier wordt
geopend.
 

 
(Behalve Europees model)



 
(Handgeschakelde versnellingsbak)
 Wanneer de versnellingshendel in een andere stand dan neutraal staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het bestuurdersportier wordt
geopend.
 

 
(Automatische transmissie)
 Wanneer de keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) staat, de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
OPMERKING
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.


 Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet. 
 Het lampje blijft branden ook al is tijdens het draaien van de motor de i-stop OFF
schakelaar ingedrukt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje blijft knipperen als er een defect in het systeem is. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.


Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 670 next >